LogoFronius Galvo
  • nl
    • Kontakt
    • Impressum
    • AGB
    • Datenschutz
    • Veiligheidsvoorschriften
      • Verklaring veiligheidsaanwijzingen
      • Algemeen
      • Om-ge-vings-con-di-ties
      • Gekwalificeerd personeel
      • Informatie over de geluidsemissie
      • EMV-maatregelen
      • Verwijdering
      • Gegevensbescherming
      • Auteursrecht
    • Algemeen
      • Apparaatconcept
      • Beoogd gebruik
      • Waarschuwingen op het apparaat
      • Aanwijzingen bij een dummy-apparaat
    • Datacommunicatie en Fronius Solar Net
      • Fronius Solar Net en gegevensverbinding
      • Datacommunicatiegedeelte
      • Info over multifunctionele stroominterface
      • Beschrijving van de LED 'Fronius Solar Net'
      • Voorbeeld
      • Optionele insteekkaarten in de inverter plaatsen
    • Controle van de installaties
      • Algemeen
      • Fronius Datamanager tijdens de nacht of bij onvoldoende beschikbare DC-spanning
      • Eerste inbedrijfstelling
      • Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0
    • Bedieningselementen en aanduidingen
      • Bedieningselementen en aanduidingen
      • Display
    • Het menuniveau
      • Displayverlichting activeren
      • Automatisch deactiveren van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU'
      • Menuniveau oproepen
    • De menuopties 'NU', 'LOG' en 'GRAPH'
      • NU
        LOG
        GRAPH
      • In de menuopties NU en LOG weergegeven waarden
    • De menuoptie SETUP
      • Voorkeursinstelling
      • SETUP
      • Navigeren in de menu-optie SETUP
      • Menurecords instellen algemeen
      • Toepassingsvoorbeeld: Tijd instellen
    • De Setup menurecords
      • Stand-by
      • WiFi-toegangspunt
      • DATCOM
      • USB
      • Relais (spanningsvrij schakelcontact)
      • Energy Manager
        (in menu-optie Relais)
      • Tijd / datum
      • Display-instellingen
      • Energieopbrengst
      • Ventilatoren
    • De menuoptie INFO
      • INFO
      • Meetwaarden
        Status vermog.mod.
        Netstatus
      • Apparaatinformatie
      • Versie
    • Toetsenblokkering in- en uitschakelen
      • Algemeen
      • Toetsenblokkering in- en uitschakelen
    • USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware
      • USB-stick als datalogger
      • Passende USB-sticks
      • USB-stick voor het bijwerken van de invertersoftware
      • USB-stick verwijderen
    • Het Basic-menu
      • Algemeen
      • Het Basic-menu openen
      • De Basic-menurecords
    • Statusdiagnose en storingen opheffen
      • Weergave van statuscodes
      • Volledig uitvallen van het display
      • Statusmeldingen - klasse 1
      • Statusmeldingen - klasse 3
      • Statusmeldingen - klasse 4
      • Statusaflezingen - Klasse 5
      • Statusaflezingen - Klasse 6
      • Statusmeldingen - klasse 7
      • Klantenservice
      • Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling
    • Technische gegevens
      • Fronius Galvo 1.5-1
      • Fronius Galvo 2.0-1
      • Fronius Galvo 2.5-1
      • Fronius Galvo 3.0-1
      • Fronius Galvo 3.1-1
      • Fronius Galvo Dummy
      • Verklaring van de voetnoten
      • Aangehouden normen en richtlijnen
    • Garantiebepalingen en verwijdering
      • Fronius-fabrieksgarantie
      • Verwijdering

    Fronius Galvo

    Anlagenüberwachung
    Erst-Inbetriebnahme
    Setup-Menü
    Statusdiagnose
    Technische Daten

    Veiligheidsvoorschriften

    Verklaring veiligheidsaanwijzingen

    WAARSCHUWING!

    Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.

    Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.

    GEVAAR!

    Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    VOORZICHTIG!

    Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.

    OPMERKING!

    Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.

    Verklaring veiligheidsaanwijzingen

    WAARSCHUWING!

    Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.

    Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.

    GEVAAR!

    Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    VOORZICHTIG!

    Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.

    OPMERKING!

    Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.

    Algemeen

    Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter potentieel gevaar op voor:
    • het leven van de gebruiker of dat van derden;
    • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker;
    Alle personen die met inbedrijfname, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
    • beschikken over de juiste kwalificaties;
    • kennis hebben over het omgaan met elektrische installaties en;
    • deze gebruiksaanwijzing volledig lezen en exact opvolgen.

    De gebruiksaanwijzing moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Naast de gebruiksaanwijzing moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.

    Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
    • in leesbare toestand houden;
    • niet beschadigen;
    • niet verwijderen;
    • niet afdekken, afplakken of overschilderen.

    De aansluitklemmen kunnen hoge temperaturen bereiken.

    U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel, dan levert dit potentieel gevaar op voor:
    • het leven van de gebruiker of dat van derden;
    • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.

    Niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen moet u, voordat het apparaat wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.

    Omzeil veiligheidsvoorzieningen nooit en stel ze nooit buiten werking.

    De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk 'Algemeen' in de gebruiksaanwijzing van het apparaat.

    Storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, dienen vóór het inschakelen van het apparaat te worden verholpen.

    Het gaat immers om uw veiligheid!

    Om-ge-vings-con-di-ties

    Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.

    Gekwalificeerd personeel

    De onderhoudsinformatie in deze handleiding is uitsluitend bestemd voor gekwalificeerde vakspecialisten. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer geen andere handelingen uit dan de handelingen die in de documentatie zijn beschreven. Dat geldt ook wanneer u voor dergelijke werkzaamheden bent gekwalificeerd.

    Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.

    Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerd bedrijf worden uitgevoerd.

    Mijd niet-originele onderdelen; hiervan kan niet worden gewaarborgd dat ze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd/geproduceerd. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde onderdelen).

    Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat aan.

    Onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, dient u direct te vervangen.

    Informatie over de geluidsemissie

    Het maximale geluidsvermogensniveau van de inverter staat in de technische gegevens vermeld.

    De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd. Het geluidsniveau is afhankelijk van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz.

    Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het stroomnet, de omringende muren en de algemene omgevingseigenschappen.

    EMV-maatregelen

    In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht afdoende maatregelen te treffen om de storing op te heffen.

    Verwijdering

    Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, en dec hiervan afgeleide nationale wetten, moeten afgedankte elektrische apparaten apart worden ingezameld en milieuvriendelijk worden verwerkt. Retourneer gebruikte apparaten aan uw leverancier of breng ze naar een erkend inzamelpunt in uw omgeving. Het negeren van deze EU-directieven heeft mogelijk schadelijke effecten op het milieu en uw gezondheid!

    Gegevensbescherming

    De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwijken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.

    Auteursrecht

    Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.

    Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.

    Algemeen

    Apparaatconcept

    Constructie:

    (1)
    Deksel
    (2)
    Inverter
    (3)
    Montagesteun
    (4)
    Aansluitpaneel incl. hoofdschakelaar gelijkstroom (DC)
    (5)
    Datacommunicatiegedeelte
    (6)
    Deksel datacommunicatie

    De inverter vormt de door de solarmodules opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon aan de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet geleverd.

    De inverter werd uitsluitend voor het gebruik in netgekoppelde PV-installaties ontwikkeld, het van het openbare elektriciteitsnet onafhankelijk opwekken van stroom is niet mogelijk.

    De inverter monitort automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking, enz.) schakelt de inverter onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
    De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen.

    De inverter werkt volautomatisch. Zodra na zonsopgang voldoende energie van de solarmodules ter beschikking staat, begint de inverter met de elektriciteitsnetmonitoring. Bij voldoende zonne-instraling start de inverter met de terugleveringsmodus.
    De inverter werkt daarbij zo dat het maximaal mogelijke rendement door de solarmodules wordt geleverd.
    Zodra het energieaanbod voor het leveren aan het elektriciteitsnet onvoldoende is, onderbreekt de inverter de verbinding tussen de vermogenselektronica en het elektriciteitsnet volledig en schakelt deze het bedrijf uit. Alle instellingen en opgeslagen gegevens blijven behouden.

    Wanneer de temperatuur van de inverter te hoog wordt, verlaagt de inverter automatisch het huidige uitvoervermogen om zichzelf te beschermen.
    Oorzaken voor een te hoge temperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur of een te geringe warmteafvoer zijn (bijv. bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

    Apparaatconcept

    Constructie:

    (1)
    Deksel
    (2)
    Inverter
    (3)
    Montagesteun
    (4)
    Aansluitpaneel incl. hoofdschakelaar gelijkstroom (DC)
    (5)
    Datacommunicatiegedeelte
    (6)
    Deksel datacommunicatie

    De inverter vormt de door de solarmodules opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon aan de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet geleverd.

    De inverter werd uitsluitend voor het gebruik in netgekoppelde PV-installaties ontwikkeld, het van het openbare elektriciteitsnet onafhankelijk opwekken van stroom is niet mogelijk.

    De inverter monitort automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking, enz.) schakelt de inverter onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
    De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen.

    De inverter werkt volautomatisch. Zodra na zonsopgang voldoende energie van de solarmodules ter beschikking staat, begint de inverter met de elektriciteitsnetmonitoring. Bij voldoende zonne-instraling start de inverter met de terugleveringsmodus.
    De inverter werkt daarbij zo dat het maximaal mogelijke rendement door de solarmodules wordt geleverd.
    Zodra het energieaanbod voor het leveren aan het elektriciteitsnet onvoldoende is, onderbreekt de inverter de verbinding tussen de vermogenselektronica en het elektriciteitsnet volledig en schakelt deze het bedrijf uit. Alle instellingen en opgeslagen gegevens blijven behouden.

    Wanneer de temperatuur van de inverter te hoog wordt, verlaagt de inverter automatisch het huidige uitvoervermogen om zichzelf te beschermen.
    Oorzaken voor een te hoge temperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur of een te geringe warmteafvoer zijn (bijv. bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

    Beoogd gebruik

    De inverter is uitsluitend bestemd om de gelijkstroom van de zonnepanelen in wisselstroom om te zetten en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren.
    Als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling geldt:
    • elk ander of afwijkend gebruik
    • wijzigingen aan de inverter die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen
    • het inbouwen van onderdelen die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen of verkocht.

    De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
    Aanspraak op garantie vervalt.

    Tot het beoogde gebruik behoort ook:
    • het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding zijn beschreven
    • de naleving van de onderhoudswerkzaamheden
    • montage conform de installatiehandleiding

    Bij het aanleggen van de PV-installatie erop letten dat alle componenten uitsluitend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt.

    Alle door de fabrikant van het zonnepaneel aanbevolen maatregelen voor een duurzaam behoud van de eigenschappen van het zonnepaneel moeten in acht worden genomen.

    De bepalingen van de energiemaatschappij ten aanzien van de teruglevering en verbindingsmethoden moeten in acht worden genomen.

    Waarschuwingen op het apparaat

    Op en in de inverter bevinden zich waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Deze waarschuwingen en veiligheidssymbolen mogen noch worden verwijderd noch worden overgeschilderd. De waarschuwingen en symbolen waarschuwen tegen een verkeerde bediening die kan resulteren in ernstig letsel en zware materiële schade.

    Veiligheidssymbolen:

    Kans op ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade door een onjuiste bediening

    Gebruik de beschreven functies pas nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen:

    • deze gebruiksaanwijzing
    • alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten van de fotovoltaïsche installatie, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften

    Gevaarlijke elektrische spanning

    Ontlaadtijd van condensatoren afwachten!

    Tekst van de waarschuwingen:

    WAARSCHUWING!
    Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Vóór het openen van het apparaat ervoor zorgen dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij zijn. Ontlaadtijd van de condensatoren afwachten (3 minuten).

    Aanwijzingen bij een dummy-apparaat

    Een dummy-apparaat is niet geschikt om tijdens het bedrijf op een fotovoltaïsche installatie te worden aangesloten en mag uitsluitend voor demonstratiedoeleinden in bedrijf worden genomen.

    BELANGRIJK! Bij een dummy-apparaat in geen geval spanningvoerende DC-kabels op de DC-aansluitingen aansluiten.

    Het aansluiten van spanningsloze kabels of kabelstukken voor demonstratiedoeleinden is toegestaan.

    Een dummy-apparaat is aan het kenplaatje op het apparaat herkenbaar:

    Kenplaatje van een dummy-apparaat

    Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Fronius Solar Net en gegevensverbinding

    Voor individueel gebruik van de systeemuitbreidingen is door Fronius het Solar Net ontwikkeld. Het Fronius Solar Net is een gegevensnetwerk dat de koppeling van meerdere inverters aan de systeemuitbreidingen mogelijk maakt.

    Het Fronius Solar Net is een bussysteem met ringtopologie. Voor de communicatie van een of meer op het Fronius Solar Net aangesloten inverters met een systeemuitbreiding is één geschikte kabel toereikend.

    Om elke inverter eenduidig in het Fronius Solar Net te definiëren, moet aan de betreffende inverter eveneens een individueel nummer worden toegewezen.
    Toewijzen van een individueel nummer volgens paragraaf 'De menuoptie SETUP'.

    Verschillende systeemuitbreidingen worden door het Fronius Solar Net automatisch herkend.

    Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen onderscheid te kunnen maken, moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld.

    Nadere informatie over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staat in de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen aangegeven of online op http://www.fronius.com

    Meer informatie over de bekabeling van Fronius DATCOM-componenten vindt u onder:

    → http://www.fronius.com/QR-link/4204101938

    Fronius Solar Net en gegevensverbinding

    Voor individueel gebruik van de systeemuitbreidingen is door Fronius het Solar Net ontwikkeld. Het Fronius Solar Net is een gegevensnetwerk dat de koppeling van meerdere inverters aan de systeemuitbreidingen mogelijk maakt.

    Het Fronius Solar Net is een bussysteem met ringtopologie. Voor de communicatie van een of meer op het Fronius Solar Net aangesloten inverters met een systeemuitbreiding is één geschikte kabel toereikend.

    Om elke inverter eenduidig in het Fronius Solar Net te definiëren, moet aan de betreffende inverter eveneens een individueel nummer worden toegewezen.
    Toewijzen van een individueel nummer volgens paragraaf 'De menuoptie SETUP'.

    Verschillende systeemuitbreidingen worden door het Fronius Solar Net automatisch herkend.

    Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen onderscheid te kunnen maken, moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld.

    Nadere informatie over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staat in de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen aangegeven of online op http://www.fronius.com

    Meer informatie over de bekabeling van Fronius DATCOM-componenten vindt u onder:

    → http://www.fronius.com/QR-link/4204101938

    Datacommunicatiegedeelte

    Afhankelijk van de uitrusting kan de inverter met de Fronius Datamanager-insteekkaart (8) zijn uitgerust.

    Item

    Product

    (1)

    Schakelbare multifunctionele stroominterface.
    Zie de paragraaf 'Toelichting bij multifunctionele stroominterface' voor meer informatie

    Voor de aansluiting op de multifunctionele stroominterface de 2-polige contrastekker gebruiken die bij de inverter is meegeleverd.

    (2)
    (3)

    IN aansluiting Solar Net / Interface Protocol
    OUT aansluiting Solar Net / Interface Protocol
    In- en uitgang voor 'Fronius Solar Net' / Interface Protocol, voor de verbinding met andere DATCOM-componenten (bijv. inverter, Fronius Sensor Box, enz.)

    Bij een koppeling van meerdere DATCOM-componenten moet op elke vrije IN- of OUT-aansluiting van een DATCOM-component een eindstekker zijn aangesloten.
    Bij inverters met Fronius Datamanager-insteekkaart worden 2 afsluitstekkers bij de inverter meegeleverd.

    (4)

    LED 'Fronius Solar Net'
    geeft aan of er voor het Solar Net voeding ter beschikking staat

    (5)

    LED 'Data-overdracht'
    knippert bij toegang tot de USB-stick. Gedurende deze tijd mag de USB-stick niet worden verwijderd.

    (6)

    USB A-bus
    voor het aansluiten van een USB-stick met maximale afmetingen van
    65 x 30 mm (2,6 x 2,1 inch)

    De USB-stick kan fungeren als datalogger voor de inverter waarop hij is aangesloten. De USB-stick wordt niet met de inverter meegeleverd.

    (7)

    Spanningsvrij schakelcontact (relais) met contrastekker

    max. 250 V AC / 4 A AC
    max. 30 V DC / 1 A DC
    max. 1,5 mm² (AWG 16) kabeldoorsnede

    Pin 1 = sluitercontact (normaal open)
    Pin 2 = wortel (gemeenschappelijk)
    Pin 3 = openercontact (normaal gesloten)

    Voor een meer gedetailleerde uitleg, zie de paragraaf 'Menupunten in het Setup-menu / Relais'.
    Voor aansluiting op het spanningsvrije schakelcontact gebruikt u de contrastekker die bij de inverter is meegeleverd.

    (8)

    Fronius Datamanager met WLAN-antenne
    of
    afdekking voor het vak met optionele kaarten

    (9)

    Deksel voor vak met optionele kaarten

    Info over multifunctionele stroominterface

    Op de multifunctionele stroominterface kunnen meerdere schakelingvarianten worden aangesloten. Deze kunnen echter niet tegelijkertijd worden bediend. Als er bijvoorbeeld een S0-teller op de multifunctionele stroominterface is aangesloten, kan geen signaalcontact voor de overspanningsbeveiliging worden aangesloten (en omgekeerd).

    Pin 1 = meetingang: max. 20 mA, 100 ohm meetweerstand (belasting)
    Pin 2 = max. kortsluitingsstroom 15 mA, max. nullastspanning 16 V DC of GND

    Schakelvariant 1: Signaalcontact voor overspanningsbeveiliging
    De optie DC SPD (overspanningsbeveiliging) geeft afhankelijk van de instelling in het menu Basic (submenu Signaal ingang) een waarschuwing of een fout op het display weer. Meer informatie over de optie DC SPD vindt u in de installatiehandleiding.

    Schakelvariant 2: S0-teller
    Een teller voor het berekenen van het eigen verbruik per S0 kan direct op de inverter worden aangesloten. Deze S0-teller kan worden geplaatst bij het leveringspunt of in de verbruiksleiding. In de instellingen op de website van de Fronius Datamanager kan via de menu-optie Netbeheerder-editor een dynamische vermogensreductie worden ingesteld (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Fronius Datamanager 2.0 op de homepage www.fronius.com)

    BELANGRIJK! Het is mogelijk dat de inverter-firmware geactualiseerd moet worden als u een S0-teller op de inverter aansluit.

    Eisen aan de S0-teller:

    • moet voldoen aan de norm IEC62053-31 Klasse B
    • max. spanning 15 V DC
    • max. stroom bij ON 15 mA
    • min. stroom bij ON 2 mA
    • max. stroom bij OFF 0,15 mA

    Aanbevolen max. impulsfrequentie van de S0-teller:

    PV-vermogen kWp [kW]

    max. impulsfrequentie per kWp

    30

    1000

    20

    2.000

    10

    5.000

    ≤ 5,5

    10.000

    Beschrijving van de LED 'Fronius Solar Net'

    De LED 'Fronius Solar Net' brandt:
    Voeding voor de datacommunicatie binnen het Fronius Solar Net / Interface Protocol is in orde

    De LED 'Fronius Solar Net' knippert om de 5 seconden kort:
    Storing bij de datacommunicatie in het Fronius Solar Net

    • Te hoge stroom (een stroom van > 3 A, bijvoorbeeld veroorzaakt door kortsluiting in de Fronius Solar Net Ring)
    • Te lage spanning (geen kortsluiting, de spanning in het Fronius Solar Net < 6,5 V, bijvoorbeeld als er in het Fronius Solar Net te veel DATCOM-componenten zijn en de voeding onvoldoende is)

      In een dergelijk geval is een extra voeding van de Fronius DATCOM-componenten via een externe voedingseenheid (43,0001,1194) aan een van de Fronius DATCOM-componenten noodzakelijk.

      Voor het vaststellen van een te lage spanning zo nodig ook andere Fronius DATCOM-componenten op storingen controleren.

    Na uitschakeling vanwege een te hoge stroom of een te lage spanning tracht de inverter elke 5 seconden de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net weer te herstellen, zolang de storing nog bestaat.

    Als de storing is verholpen, wordt de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net binnen 5 seconden hersteld.

    Voorbeeld

    Registratie en archivering van de inverter- en sensordata met behulp van de Fronius Datalogger en de Fronius Sensor Box:

    Datanetwerk met 3 inverters en een Fronius Sensor Box:
    - Inverter 1 met Fronius Datamanager
    - Inverter 2 en 3 zonder Fronius Datamanager!

    = eindstekker

    De externe communicatie (Solar Net) vindt plaats door de inverter via de datacommunicatiegedeelte. Het datacommunicatiegedeelte heeft twee RS 422-interfaces als in- en uitgang. De verbinding komt tot stand via RJ45-stekkers.

    BELANGRIJK! Omdat de Fronius Datamanager als datalogger fungeert, mag geen andere datalogger in de Fronius Solar Net Ring aanwezig zijn.
    Per Fronius Solar Net Ring slechts één Fronius Datamanager!
    Alle overige Fronius Datamanagers uitbouwen en het vrije vak voor optionele kaarten met de bij Fronius optioneel verkrijgbare blinde afdekking (42,0405,2020) afsluiten of een inverter zonder Fronius Datamanager (light-versie) gebruiken.

    Optionele insteekkaarten in de inverter plaatsen

    Informatie over het aanbrengen van optionele insteekkaarten (bijv.: Datamanager) in de inverter en het aansluiten van datacommunicatiekabels kunt u vinden in de installatiehandleiding.

    Controle van de installaties

    Algemeen

    De inverter is standaard met de voor WLAN geschikte systeemmonitoring Fronius Datamanager 2.0 uitgerust.
    De systeemmonitoring omvat de volgende functies:

    • eigen website met weergave van huidige data en verschillende instelmogelijkheden
    • mogelijkheid verbinding te maken met Fronius Solar.web via WLAN of LAN
    • automatisch verzenden van serviceberichten per sms of e-mail bij storingen
    • inverter kan worden bestuurd via het invoeren van de vermogensgrenswaarden, de minimale en maximale looptijden of de gewenste looptijden
    • besturing van de inverter via Modbus (TCP / RTU)
    • verstrekken van besturingsprioriteiten
    • besturing van inverter via aangesloten teller (Fronius Smart Meter)
    • besturing van inverter via een rimpelspanningssignaalontvanger (bijv. blindvermogen of werkelijk vermogen)
    • dynamische vermogensreductie met inachtneming van eigen verbruik

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0 vindt u online in de gebruiksaanwijzing van Fronius Datamanager 2.0.

    Algemeen

    De inverter is standaard met de voor WLAN geschikte systeemmonitoring Fronius Datamanager 2.0 uitgerust.
    De systeemmonitoring omvat de volgende functies:

    • eigen website met weergave van huidige data en verschillende instelmogelijkheden
    • mogelijkheid verbinding te maken met Fronius Solar.web via WLAN of LAN
    • automatisch verzenden van serviceberichten per sms of e-mail bij storingen
    • inverter kan worden bestuurd via het invoeren van de vermogensgrenswaarden, de minimale en maximale looptijden of de gewenste looptijden
    • besturing van de inverter via Modbus (TCP / RTU)
    • verstrekken van besturingsprioriteiten
    • besturing van inverter via aangesloten teller (Fronius Smart Meter)
    • besturing van inverter via een rimpelspanningssignaalontvanger (bijv. blindvermogen of werkelijk vermogen)
    • dynamische vermogensreductie met inachtneming van eigen verbruik

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0 vindt u online in de gebruiksaanwijzing van Fronius Datamanager 2.0.

    Fronius Datamanager tijdens de nacht of bij onvoldoende beschikbare DC-spanning

    De parameter Nachtmodus in de Setup-menuoptie Display-instellingen is in de fabriek op UIT ingesteld.
    Om deze reden is de Fronius Datamanager tijdens de nacht of bij onvoldoende beschikbare DC-spanning niet bereikbaar.

    Om de Fronius Datamanager toch te activeren: de inverter aan AC-zijde uit- en weer inschakelen en binnen 90 seconden op een willekeurige functietoets op het display van de inverter drukken.

    Zie ook het hoofdstuk 'Menupunten in het Setup-menu', 'Display-instellingen' (Nachtmodus).

    Eerste inbedrijfstelling

    Met de Fronius Solar.web App wordt de eerste inbedrijfstelling van de Fronius Datamanager 2.0 aanzienlijk makkelijker. De Fronius Solar.web App is in de betreffende App Store beschikbaar.

    Voor de eerste inbedrijfstelling van de Fronius Datamanager 2.0

    • moet de Fronius Datamanager 2.0-insteekkaart in de inverter ingebouwd zijn,
      of
    • een Fronius Datamanager Box 2.0 moet zich in de Fronius Solar Net Ring bevinden.

    BELANGRIJK! Om een verbinding met de Fronius Datamanager 2.0 tot stand te brengen, moet 'Automatisch een IP-adres verkrijgen (DHCP)' bij het betreffende eindapparaat (bijv. laptop, tablet, enz.) zijn geactiveerd.

    OPMERKING!

    Als in de PV-installatie slechts één inverter aanwezig is, kunnen de volgende stappen 1 en 2 worden overgeslagen.

    De eerste inbedrijfstelling start in dit geval bij stap 3.

    1.Inverter met Fronius Datamanager 2.0 of Fronius Datamanager Box 2.0 met Fronius Solar Net verbinden
    2.Bij aansluiten van meerdere inverters in het Fronius SolarNet:
    Schakelaar voor Fronius Solar Net Master / Slave op Fronius Datamanager 2.0-insteekkaart goed zetten
    • één inverter met Fronius Datamanager 2.0 = master
    • alle andere inverters met Fronius Datamanager 2.0 = slave (de LED's op de Fronius Datamanager 2.0-insteekkaarten branden niet)
    3.Schakel het apparaat in de servicemodus
    • Activeer WiFi-toegangspunt via setup-menu van de inverter

    De inverter stelt het WLAN-toegangspunt in. Het WLAN-toegangspunt blijft 1 uur geopend. De IP-schakelaar op de Fronius Datamanager 2.0 kan door activering van het WiFi Access Point in schakelaarpositie B blijven.

    Installatie via Solar.web App

     

    Installatie via webbrowser

    4.Fronius Solar.web LIVE of Solar Web Pro App downloaden
    5.Fronius Solar.web App uitvoeren

     

    1.Het eindapparaat met het WLAN-toegangspunt verbinden

    SSID = FRONIUS_240.xxxxx (5-8 cijfers)
    • Naar een netwerk met de naam 'FRONIUS_240.xxxxx' zoeken
    • Verbinding met dit netwerk maken
    • Wachtwoord 12345678 invoeren
    (of eindapparaat en inverter met Ethernet-kabel verbinden)
    2.In browser het volgende invoeren:
    http://datamanager
    of
    192.168.250.181 (IP-adres voor WLAN-verbinding)
    of
    169.254.0.180 (IP-adres voor LAN-verbinding)

     

     

     

    De startpagina van de installatiewizard wordt weergegeven.

    De Technicus-assistent is bedoeld voor de installateur en bevat normspecifieke instellingen. De uitvoering van de Technicus-assistent is optioneel.
    Als de Technicus-assistent uitgevoerd wordt, zeker het toegewezen Service-wachtwoord noteren. Dit Service-wachtwoord is voor het instellen van de menu-optie Netbeheerder-editor vereist.
    Als de Technicus-assistent niet uitgevoerd wordt, zijn geen regels voor vermogensreductie ingesteld.

    De uitvoering van de Fronius Solar Web-assistent is verplicht!

    1.Voer de Fronius Solar Web-assistent uit en volg de instructies op het scherm

    De Fronius Solar.Web-startpagina wordt weergegeven.
    of
    De website van de Fronius Datamanager 2.0 wordt weergegeven.

    1.Indien nodig de Technicus-assistent uitvoeren en de instructies op het scherm volgen

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0 en de overige opties voor inbedrijfname vindt u onder:

    → http://www.fronius.com/QR-link/4204260191NL

    Bedieningselementen en aanduidingen

    Bedieningselementen en aanduidingen

    Pos.

    Beschrijving

    (1)

    Display
    voor het weergeven van waarden, instellingen en menu's

     


    Controle- en status-LED's

    (2)

    LED algemene status (rood)
    brandt,

    • wanneer op het display een statusaflezing wordt weergegeven
    • bij onderbreking van de levering aan het net
    • tijdens de behandeling van de storing (de inverter wacht op het verwijderen of verhelpen van een opgetreden storing)

    (3)

    Startup-LED (oranje)
    brandt, wanneer

    • De inverter bevindt zich in de automatische opstart- of zelftestfase zodra de solarmodules na zonsopgang voldoende vermogen leveren
    • de inverter werd in het setup-menu in de stand-by modus geschakeld (= handmatige uitschakeling van de levering aan het net)
    • de software van de inverter geactualiseerd wordt

    (4)

    Bedrijfsstatus-LED (groen)
    brandt,

    • wanneer de fotovoltaïsche installatie na de automatische startupfase van de inverter storingvrij werkt
    • zolang energie aan het stroomnet wordt geleverd

     


    Functietoetsen - vervullen afhankelijk van procedure verschillende functies:

    (5)

    Toets ‘links/op’
    voor navigatie naar links en naar boven

    (6)

    Toets ‘neer/rechts’
    voor navigatie naar beneden en naar rechts

    (7)

    Toets ‘Menu / Esc‘
    voor het wisselen in het menuniveau
    voor het verlaten van het Setup-menu

    (8)

    Toets ‘Enter’
    voor het bevestigen van een keuze

    De toetsen zijn capacitieve toetsen, aanraking met water kan de werking van de toetsen beïnvloeden. Voor een optimale werking van de toetsen eventueel met een doek droogwrijven.

    Bedieningselementen en aanduidingen

    Pos.

    Beschrijving

    (1)

    Display
    voor het weergeven van waarden, instellingen en menu's

     


    Controle- en status-LED's

    (2)

    LED algemene status (rood)
    brandt,

    • wanneer op het display een statusaflezing wordt weergegeven
    • bij onderbreking van de levering aan het net
    • tijdens de behandeling van de storing (de inverter wacht op het verwijderen of verhelpen van een opgetreden storing)

    (3)

    Startup-LED (oranje)
    brandt, wanneer

    • De inverter bevindt zich in de automatische opstart- of zelftestfase zodra de solarmodules na zonsopgang voldoende vermogen leveren
    • de inverter werd in het setup-menu in de stand-by modus geschakeld (= handmatige uitschakeling van de levering aan het net)
    • de software van de inverter geactualiseerd wordt

    (4)

    Bedrijfsstatus-LED (groen)
    brandt,

    • wanneer de fotovoltaïsche installatie na de automatische startupfase van de inverter storingvrij werkt
    • zolang energie aan het stroomnet wordt geleverd

     


    Functietoetsen - vervullen afhankelijk van procedure verschillende functies:

    (5)

    Toets ‘links/op’
    voor navigatie naar links en naar boven

    (6)

    Toets ‘neer/rechts’
    voor navigatie naar beneden en naar rechts

    (7)

    Toets ‘Menu / Esc‘
    voor het wisselen in het menuniveau
    voor het verlaten van het Setup-menu

    (8)

    Toets ‘Enter’
    voor het bevestigen van een keuze

    De toetsen zijn capacitieve toetsen, aanraking met water kan de werking van de toetsen beïnvloeden. Voor een optimale werking van de toetsen eventueel met een doek droogwrijven.

    Display

    De voeding van het display wordt verzorgd via de AC-netspanning. Afhankelijk van de instelling in het menu Setup kan het display de gehele dag ter beschikking staan.

    OPMERKING!

    Het display van de inverter is geen geijkt meetapparaat.

    Afhankelijk van het systeem kan een geringe afwijking van enkele procenten optreden. Voor het opstellen van een nauwkeurige afrekening voor het energiebedrijf is daarom een geijkte meter vereist.

    Afleesbereiken op het display, afleesmodus
    Afleesbereiken op het display, Setup-modus
    (*)
    Schuifbalk
    (**)
    Symbool Energie-Manager
    wordt weergegeven wanneer de functie ‘Energie-Manager‘ is geactiveerd
    (***)
    WR-Nr. = Inverter DATCOM-nummer,
    Geheugensymbool - wordt kortstondig weergegeven bij het opslaan van de ingestelde waarden,
    USB-verbinding wanneer een USB-stick is aangesloten

    Het menuniveau

    Displayverlichting activeren

    1.Druk op een willekeurige toets

    De displayverlichting wordt ingeschakeld.

    In de menuoptie SETUP bestaat onder de record 'Instellingen - verlichting' de mogelijkheid om de displayverlichting permanent in te schakelen of continu uit te schakelen.

    Displayverlichting activeren

    1.Druk op een willekeurige toets

    De displayverlichting wordt ingeschakeld.

    In de menuoptie SETUP bestaat onder de record 'Instellingen - verlichting' de mogelijkheid om de displayverlichting permanent in te schakelen of continu uit te schakelen.

    Automatisch deactiveren van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU'

    Als 2 minuten lang geen toets wordt ingedrukt, dan gaat de displayverlichting automatisch uit en schakelt de inverter de afleesmodus 'NU' in (indien de displayverlichting op 'Automatisch' is ingesteld).

    Het automatisch overschakelen naar de afleesmodus 'NU' geschiedt vanuit iedere willekeurige positie tenzij de inverter handmatig in de bedrijfsmodus 'Stand-by' is gezet.

    Na het automatisch overschakelen naar de menuoptie 'NU' wordt de huidige teruggeleverde elektriciteit weergegeven.

    Menuniveau oproepen

    1.Toets 'Menu' indrukken

    Het display verandert van menuniveau.

    1.Met behulp van de toets 'links' of 'rechts' de gewenste menuoptie selecteren
    1.De gewenste menuoptie oproepen door de toets 'Enter' in te drukken

    De menuopties 'NU', 'LOG' en 'GRAPH'

    NU
    LOG
    GRAPH

     

    NU
    (Weergave van momentele waarden)

     

    LOG
    (opgeslagen data van de huidige dag, van actueel kalenderjaar en vanaf de eerste ingebruikneming van de inverter

     

    GRAPH
    dag-diagram
    geeft het verloop van het uitgangsvermogen tijdens de dag grafisch weer. De schaal van de tijdas past zich automatisch aan.

    Druk op de toets 'Terug' om de weergave te sluiten

    NU
    LOG
    GRAPH

     

    NU
    (Weergave van momentele waarden)

     

    LOG
    (opgeslagen data van de huidige dag, van actueel kalenderjaar en vanaf de eerste ingebruikneming van de inverter

     

    GRAPH
    dag-diagram
    geeft het verloop van het uitgangsvermogen tijdens de dag grafisch weer. De schaal van de tijdas past zich automatisch aan.

    Druk op de toets 'Terug' om de weergave te sluiten

    In de menuopties NU en LOG weergegeven waarden

     

    In de menuoptie NU weergegeven waarden:

    Uitgangsvermogen (W)

    AC-blindvermogen (VAr)

    Netspanning (V)

    Uitgangsstroom (A)

    Netfrequentie (Hz)

    Solarspanning (V)

    Solarstroom (A)

    Tijd / Datum
    tijd en datum op de inverter of in de Fronius Solar Net Ring

     

    In de menuoptie LOG weergegeven waarden:
    (voor de huidige dag, het actuele kalenderjaar en vanaf de eerste ingebruikneming van de inverter)

    Geleverde energie (kWh / MWh)
    tijdens de geobserveerde periode aan het stroomnet geleverde energie

    In verband met verschillende meetmethoden kunnen afwijkingen ten opzichte van afleeswaarden van andere meetapparaten ontstaan. Voor het verrekenen van de geleverde energie zijn alleen de afleeswaarden van de door de elektriciteitsmaatschappij ter beschikking gestelde, geijkte meter bindend.

    Maximaal uitgangsvermogen (W)
    hoogste, tijdens de geobserveerde periode aan het stroomnet geleverd vermogen

    Inkomsten
    tijdens de geobserveerde periode bespaard geld (valuta in het Setup-menu instelbaar)

    Net als bij de geleverde energie kunnen ook bij Inkomsten afwijkingen ten opzichte van andere meetwaarden ontstaan.

    Instelling van valuta en verrekentarief wordt in de rubriek 'Het Setup-menu' beschreven.
    De fabrieksinstelling hangt af van de betreffende landspecifieke setup.

    CO2 -besparing (g / kg)
    tijdens de geobserveerde periode bespaarde CO2-emissie

    De waarde voor de CO2-besparing komt overeen met de CO2-emissie, die bij productie van de gelijke hoeveelheid stroom in een bestaande energiecentrale zou zijn vrijgekomen. De fabrieksinstelling bedraagt 0,53 kg / kWh (bron: DGS - Deutsche Gesellschaft für Sonnenenergie).

    Maximale spanning L-N (V)
    hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten spanning tussen draad en nulleider

    Maximale solarspanning (V)
    hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten solarspanning

    Bedrijfsuren
    bedrijfsduur van de inverter (HH:MM).

    BELANGRIJK! Voor de correcte weergave van de dag- en jaarwaarden moet de tijd correct zijn ingesteld.

    De menuoptie SETUP

    Voorkeursinstelling

    De inverter is na de volledige uitvoering van de inbedrijfname (bijvoorbeeld met behulp van de installatiewizard) voorgeconfigureerd volgens de landspecifieke setup.

    Via de menuoptie SETUP kunnen de voorkeursinstellingen van de inverter eenvoudig worden gewijzigd om zo goed mogelijk aan uw specifieke wensen en eisen te voldoen.

    Voorkeursinstelling

    De inverter is na de volledige uitvoering van de inbedrijfname (bijvoorbeeld met behulp van de installatiewizard) voorgeconfigureerd volgens de landspecifieke setup.

    Via de menuoptie SETUP kunnen de voorkeursinstellingen van de inverter eenvoudig worden gewijzigd om zo goed mogelijk aan uw specifieke wensen en eisen te voldoen.

    SETUP

     

    SETUP
    (setup-menu)

    OPMERKING!

    Naar aanleiding van software-updates kunnen functies op uw apparaat beschikbaar zijn die in deze gebruiksaanwijzing niet zijn beschreven (of omgekeerd).

    Bovendien kunnen enkele afbeeldingen in geringe mate afwijken van de bedieningselementen op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter gelijk.

    Navigeren in de menu-optie SETUP

    De menu-optie SETUP openen

    Menuniveau 'SETUP' geselecteerd
    1.In het menuniveau met de toets 'links' of 'rechts' de menu-optie 'SETUP' selecteren
    1.Op de toets 'Enter' drukken
    Item 'Standby'

    Het eerste item van de menuoptie SETUP wordt weergegeven:
    'Standby'

    Tussen de items bladeren

    Voorbeeld: Menuoptie 'WiFi Access Point' (WiFi-toegangspunt)
    1.Met de toetsen 'omhoog' of 'omlaag' tussen de beschikbare items bladeren

    Een item verlaten

    1.Druk op toets 'Terug' om een item te verlaten

    Het menuniveau wordt weergegeven

    Wordt 2 minuten geen toets ingedrukt, dan

    • schakelt de inverter vanuit iedere willekeurige positie binnen het menuniveau over naar de menu-optie 'NU' (uitzondering: Setup-menu-item 'Standby'),
    • gaat de display-verlichting uit.
    • wordt actueel teruggeleverde elektriciteit weergegeven.

    Menurecords instellen algemeen

    1.Open het gewenste menu
    2.Selecteer met behulp van de toets 'op' of 'neer' de gewenste record  
    3.Druk op de toets 'Enter'  

    De ter beschikking staande instellingen worden weergegeven:

     

    De eerste positie van een in te stellen waarde knippert:

    1.Selecteer m.b.v. de toetsen ‘op’ of ‘neer’ de gewenste instelling  
    2.Druk op de toets 'Enter' om de keuze op te slaan en over te nemen.  

    Druk om de keuze niet op te slaan de toets 'Esc' in.  
    1.Kies m.b.v. de toets ‘op’ of ‘neer’ een getal voor de eerste positie  
    2.Druk op de toets 'Enter'  

    De tweede positie van de waarde knippert.

    1.Herhaal stap 4 en 5 tot ...

    de complete, in te stellen waarde knippert.

     

    1.Druk op de toets 'Enter'  
    2.Herhaal stappen 4 - 6 zo nodig voor eenheden of andere in te stellen waarden tot de eenheid of de in te stellen waarde knippert.
    3.Druk op de toets 'Enter' om de wijzigingen op te slaan en over te nemen.  

    Druk om de wijzigingen niet op te slaan de toets 'Esc' in.  

    De actueel geselecteerde record wordt weergegeven.

     

    De actueel geselecteerde record wordt weergegeven.

    Toepassingsvoorbeeld: Tijd instellen

    1.Setup menurecord 'Tijd / Datum' selecteren
    1.Toets ‘Enter‘ indrukken

     

     

    Het overzicht van de instelbare waarden wordt weergegeven.

    1.M.b.v. de toetsen ‘op’ of ‘neer’ 'Tijd instellen' selecteren
    1.Toets ‘Enter‘ indrukken

    De tijd wordt weergegeven.
    (HH:MM:SS, 24-uurs weergave),
    het cijfer voor de tientallen van de uren knippert.

    1.Met de toets 'op' of 'neer' een waarde voor de tientallen van de uren selecteren
    1.Toets ‘Enter‘ indrukken

    Het cijfer voor de eenheden voor de uren knippert.

    1.Handeling 5 en 6 voor de eenheden van de uren herhalen voor de minuten en seconden tot ...

    de ingestelde tijd knippert.

    1.Toets ‘Enter‘ indrukken

    De tijd wordt opgeslagen, het overzicht van de instelbare waarden wordt weergegeven.

    1.Toets ‘Esc‘ indrukken

    Het Setup menurecord ‘Tijd / Datum’ wordt weergegeven.

     

     

    De Setup menurecords

    Stand-by

    Handmatige activering / deactivering van de stand-bymodus

    • Er vindt geen levering aan het net plaats.
    • De Startup-LED licht oranje op.
    • Op het display wordt afwisselend STANDBY/ENTER weergegeven
    • In de stand-bymodus kan geen andere menuoptie in het menuniveau worden opgeroepen of ingesteld.
    • Het automatisch wisselen naar de menuoptie 'NU' wordt niet geactiveerd als gedurende 2 minuten geen toets wordt ingedrukt.
    • De stand-bymodus kan alleen handmatig door het indrukken van de toets 'Enter' worden beëindigd.
    • Tenzij er sprake is van een fout (State Code) kan de terugleveringsmodus te allen tijde worden hervat door op de toets 'Enter’ te drukken

    Stand-bymodus instellen (handmatig uitschakelen van de terugleveringsmodus):

    1.Selecteer de record ‘Stand-by’
    2.Druk de functietoets ‘Enter’    in

    Op het display verschijnt afwisselend ‘STANDBY’ en 'ENTER’.
    De stand-bymodus is nu geactiveerd.
    De Startup-LED licht oranje op.

    Terugleveringsmodus weer inschakelen:

    In de stand-bymodus verschijnt op het display afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.

    1.Druk om de terugleveringsmodus te hervatten op de functietoets    ‘Enter’

    De record ‘Stand-by’ wordt weergegeven.
    Parallel daaraan doorloopt de inverter de Startup-fase.
    Nadat de terugleveringsmodus weer is ingeschakeld, licht de bedrijfsstatus-LED groen op.

    Stand-by

    Handmatige activering / deactivering van de stand-bymodus

    • Er vindt geen levering aan het net plaats.
    • De Startup-LED licht oranje op.
    • Op het display wordt afwisselend STANDBY/ENTER weergegeven
    • In de stand-bymodus kan geen andere menuoptie in het menuniveau worden opgeroepen of ingesteld.
    • Het automatisch wisselen naar de menuoptie 'NU' wordt niet geactiveerd als gedurende 2 minuten geen toets wordt ingedrukt.
    • De stand-bymodus kan alleen handmatig door het indrukken van de toets 'Enter' worden beëindigd.
    • Tenzij er sprake is van een fout (State Code) kan de terugleveringsmodus te allen tijde worden hervat door op de toets 'Enter’ te drukken

    Stand-bymodus instellen (handmatig uitschakelen van de terugleveringsmodus):

    1.Selecteer de record ‘Stand-by’
    2.Druk de functietoets ‘Enter’    in

    Op het display verschijnt afwisselend ‘STANDBY’ en 'ENTER’.
    De stand-bymodus is nu geactiveerd.
    De Startup-LED licht oranje op.

    Terugleveringsmodus weer inschakelen:

    In de stand-bymodus verschijnt op het display afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.

    1.Druk om de terugleveringsmodus te hervatten op de functietoets    ‘Enter’

    De record ‘Stand-by’ wordt weergegeven.
    Parallel daaraan doorloopt de inverter de Startup-fase.
    Nadat de terugleveringsmodus weer is ingeschakeld, licht de bedrijfsstatus-LED groen op.

    WiFi-toegangspunt

    Voor het activeren/deactiveren van het WiFi Access Point (WiFi-toegangspunt). Dit is bijvoorbeeld nodig om via de webinterface van de Datamanager de systeemmonitoring in te stellen of aan te passen. Als de inverter geen Datamanager detecteert, wordt [niet beschikbaar] weergegeven

    Instelbereik

    WiFi-toegangspunt
    [gestopt]

     

    WiFi AP activeren?

    Voor het activeren van het WiFi-toegangspunt   Op de toets 'Enter' drukken

     

    WiFi-toegangspunt
    [actief]

    De SS-ID (SS) en het wachtwoord (PW) worden weergegeven.

     

    WiFi AP deactiveren?

    Voor het deactiveren van het WiFi-toegangspunt   Op de toets 'Enter' drukken

     

    WiFi-toegangspunt
    [niet beschikbaar]

    Wordt weergegeven wanneer er geen systeemmonitoring op de inverter beschikbaar is.

    DATCOM

    Controle van de datacommunicatie, invoer van het inverternummer, protocolinstellingen

    Instelbereik

    Status / Inverternummer / Protocoltype

    Status
    geeft datacommunicatie via Fronius Solar Net of een in de datacommunicatie opgetreden fout aan

    Inverternummer
    instelling van het nummer (=adres) van de inverter bij een installatie met meerdere aan elkaar gekoppelde inverters

    Instelbereik

    00 - 99 (00 = inverter adres 100)

    Fabrieksinstelling

    01

    BELANGRIJK! Bij het integreren van meerdere inverters in een datacommunicatiesysteem moet aan iedere inverter een eigen adres worden toegewezen.

    Protocoltype
    legt vast welk communicatieprotocol de data overbrengt:

    Instelbereik

    Fronius Solar Net / Interface *

    Fabrieksinstelling

    Fronius Solar Net

    * Het protocoltype Interface werkt uitsluitend zonder Fronius Datamanager-kaart. Eventueel aanwezige Fronius Datamanager-kaarten moeten uit de inverter worden verwijderd.

    USB

    Firmware-updates uitvoeren of gedetailleerde waarden van de inverter op de USB-stick opslaan

    Instelbereik

    Hardware veilig verwijderen / Software-update / Logginginterval

    Hardware veilig verwijderen
    Om een USB-stick zonder verlies van data uit de USB A-bus bij de insteekeenheid voor datacommunicatie te trekken.

    De USB-stick kan worden verwijderd:
    • wanneer het OK-bericht wordt weergegeven
    • wanneer de LED 'Data-overdracht' niet meer knippert of brandt

    Software-update
    voor het actualiseren van de inverter-firmware met behulp van een USB-stick.

    Werkwijze:
    1.Het firmware-updatebestand 'froxxxxx.upd' downloaden
    (bijv. via http://www.fronius.com; xxxxx staat voor het desbetreffende versienummer)

    OPMERKING!

    Voor het probleemloos bijwerken van de inverter-software mag de hiervoor bestemde USB-stick geen verborgen partities en geen versleuteling bevatten (zie het hoofdstuk 'Geschikte USB-sticks').

     

    1.Het firmware-updatebestand in het buitenste dataveld op de USB-stick opslaan
    2.Deksel van het datacommunicatiegedeelte op de inverter openen
    3.USB-stick met het firmware-updatebestand aansluiten op de USB-bus in het datacommunicatiegedeelte van de inverter
    4.In het Setup-menu de menuoptie 'USB' en vervolgens 'Software-update' selecteren
    5.Op de toets 'Enter' drukken
    6.Wachten tot op het display de actuele firmware-versie op de inverter versus de nieuwe firmware-versie wordt weergegeven:
    • 1e pagina: Recerbo-software (LCD), toetsen-controllersoftware (KEY), landensetup versie (Set)
    • 2e pagina: Vermogensfasedeel software (PS1, PS2)
    7.Na elke bladzijde de functietoets 'Enter' indrukken

    De inverter begint met het kopiëren van de data.
    'BOOT' en de opslagvoortgang van de afzonderlijke tests worden in % weergegeven tot de data voor alle elektronische componenten zijn gekopieerd.

    Na het kopiëren werkt de inverter een voor een de benodigde elektronische componenten bij.
    'BOOT', de desbetreffende componenten en de bijwerkingsvoortgang worden in % weergegeven.

    Als laatste stap actualiseert de inverter het display.
    Het display blijft gedurende ca. 1 minuut donker, de controle- en status-LED's knipperen.

    Nadat het bijwerken van de firmware is afgesloten, schakelt de inverter over naar de startup-fase en vervolgens naar de terugleveringsmodus. De USB-stick met behulp van de functie 'Hardware veilig verwijderen' loskoppelen.

    Bij het actualiseren van de inverter-firmware blijven individuele instellingen in het Setup-menu behouden.

     

    Logging-interval
    Activeren / deactiveren van de USB-logging-functie, evenals instelling van een logging-interval

    Eenheid

    Minuten

    Instelbereik

    30 Min / 20 Min / 15 Min / 10 Min / 5 Min / No Log

    Fabrieksinstelling

    30 min

     

     

    30 min

    Het logging-interval bedraagt 30 minuten; elke 30 minuten worden er nieuwe logging-data op de USB-stick opgeslagen.

    20 min

    15 min

    10 min

    5 min

    Het logging-interval bedraagt 5 minuten; elke 5 minuten worden er nieuwe logging-data op de USB-stick opgeslagen.

    No Log (Geen logboek)

    Geen opslag van data

    BELANGRIJK! Voor een goed werkende USB-logging-functie moet de tijd correct zijn ingesteld. De tijdsinstelling wordt behandeld onder 'Menupunten in het Setup-menu' - 'Tijd / datum'.

    Relais (spanningsvrij schakelcontact)

    Met behulp van het spanningsvrije schakelcontact (relais) op de inverter kunnen statuscodes (State Codes), de toestand van de inverter (bijv. de terugleveringsmodus) of de functies van de Energy Manager worden weergegeven.

    Instelbereik

    Relaismodus / Relaistest / Inschakelpunt* / Uitschakelpunt*

    * wordt alleen weergegeven als onder 'Relaismodus' de functie 'E-Manager' is geactiveerd.

    Relaismodus
    de volgende functies kunnen via de relaismodus worden afgebeeld:

    • alarmfunctie (permanent / ALL / GAF)
    • actieve uitgang (ON / OFF)
    • Energy Manager (E-Manager)

    Instelbereik

    ALL / permanent / GAF / OFF / ON / E-Manager

    Fabrieksinstelling

    ALL

    Alarmfunctie:

    ALL / permanent:

    Schakelen van het spanningsvrije schakelcontact bij permanente en tijdelijke servicecodes (bijv. korte onderbreking van de terugleveringsmodus, een servicecode treedt vaker dan een bepaald aantal keer per dag op - instelbaar in het menu 'BASIC')

    GAF

    Zodra de modus GAF is geselecteerd, wordt het relais ingeschakeld. Zodra het vermogensdeel een fout meldt en van de normale terugleveringsmodus op een fouttoestand overgaat, wordt het relais geopend. Daardoor kan het relais voor alle faalveilige functies worden gebruikt.

    Mogelijke toepassing
    Bij gebruik van eenfasige inverters op een meerfasige locatie kan een fasecorrectie nodig zijn. Wanneer bij een of meer inverters een fout optreedt en de verbinding met het net wordt verbroken, moet de verbinding van de andere inverters eveneens worden verbroken om het fasenevenwicht te behouden. De 'GAF' relaisfunctie kan in verbinding met de Datamanager of een extern beschermingsapparaat worden gebruikt om op te merken of door te geven dat een inverter niet wordt teruggeleverd of van het stroomnet wordt afgesloten, en om de overige inverters via een commando op afstand eveneens van het stroomnet af te sluiten.

    Actieve uitgang:

    ON ('AAN'):

    Het spanningsvrije NOC-schakelcontact is continu ingeschakeld zolang de inverter in bedrijf is (zolang het display verlicht is of iets weergeeft).

    OFF ('UIT'):

    Het spanningsvrije NOC-schakelcontact is uitgeschakeld.

    Energy Manager:

    E-Manager:

    Raadpleeg voor meer informatie over de functie Energy Manager het hoofdstuk 'Energy Manager'.

    Relaistest
    Controleren of het spanningsvrije schakelcontact periodiek schakelt

    Inschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie 'Energy Manager')
    voor het instellen van de vermogenslimiet die bepaalt wanneer het spanningsvrije schakelcontact moet worden ingeschakeld

    Fabrieksinstelling

    1.000 W

    Instelbereik

    ingesteld uitschakelpunt tot het maximale vermogen van de inverter (W of kW)

    Uitschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie 'Energy Manager')
    voor het instellen van de vermogenslimiet die bepaalt wanneer het spanningsvrije schakelcontact moet worden uitgeschakeld

    Fabrieksinstelling

    500

    Instelbereik

    0 tot ingesteld inschakelpunt van de inverter (W of kW)

    Energy Manager
    (in menu-optie Relais)

    Met behulp van de functie Energy Manager (E-Manager) kan het spanningsvrije schakelcontact zo worden aangestuurd dat dit als actor fungeert.
    Zodoende kan een op het spanningsvrije schakelcontact aangesloten verbruiker worden aangestuurd door instelling van een in- of uitschakelpunt dat afhankelijk is van het aan het net geleverde vermogen (werkelijk vermogen).

    Het spanningsvrije schakelcontact wordt automatisch uitgeschakeld:

    • als de inverter geen stroom levert aan het openbare net
    • als de inverter handmatig in de modus Stand-by wordt gezet
    • als er een werkelijk vermogen wordt voorgeschreven dat < 10% van het nominale vermogen van de inverter bedraagt.

    Voor het activeren van de functie Energy Manager het punt 'E-Manager' selecteren en op de toets 'Enter' drukken.
    Als de functie 'Energy Manager' actief is, wordt linksboven op het display het symbool 'Energy Manager' weergegeven:

    bij uitgeschakeld spanningsvrij schakelcontact NO (open contact)

    bij ingeschakeld spanningsvrij schakelcontact NO (gesloten contact)

    Voor het deactiveren van de functie Energy Manager een andere functie (ALL / Permanent / OFF / ON) selecteren en op de toets 'Enter' drukken.

    OPMERKING!

    Instructies voor het instellen van het in- en uitschakelpunt
    Een te klein verschil tussen het in- en uitschakelpunt evenals schommelingen in het werkelijke vermogen kunnen tot frequente schakelcycli leiden.


    Om frequent in- en uitschakelen te voorkomen, moet het verschil tussen het in- en uitschakelpunt minimaal 100 - 200 W zijn.

    Houd bij het kiezen van het uitschakelpunt rekening met de vermogensopname van de aangesloten verbruiker.

    Houd bij het kiezen van het inschakelpunt rekening met weersinvloeden en de verwachte zoninstraling.

    Voorbeeld
    Inschakelpunt = 2.000 W, uitschakelpunt = 1.800 W

    Als de inverter ten minste 2.000 W of meer levert, wordt het spanningsvrije schakelcontact van de inverter ingeschakeld.
    Als het vermogen van de inverter daalt tot onder 1.800 W, wordt het spanningsvrije schakelcontact uitgeschakeld.

    Interessante toepassingsmogelijkheden, zoals een warmtepomp of een airco met zoveel mogelijk eigen verbruik, kunnen met dit systeem snel worden gerealiseerd

    Tijd / datum

    Instellen van tijd, datum, weergaveformaten en automatische omschakeling van de zomer- en wintertijd

    Instelbereik

    Tijd instellen / Datum instellen / Weergaveformaat tijd / Weergaveformaat datum / Zomer-/wintertijd

    Tijd instellen
    Instelling van tijd (uu:mm:ss of uu:mm am/pm - afhankelijk van instelling onder weergaveformaat tijd)

    Datum instellen
    Instelling van datum (dd.mm.jjjj of mm/dd/jjjj - afhankelijk van instelling onder weergaveformaat datum)

    Weergaveformaat tijd
    Instelling van het weergaveformaat voor de tijd

    Instelbereik

    12 hrs / 24 hrs

    Fabrieksinstelling

    afhankelijk van de landspecifieke setup

    Weergaveformaat datum
    Instelling van het weergaveformaat voor de datum

    Instelbereik

    mm/dd/yyyy of dd.mm.yy

    Fabrieksinstelling

    afhankelijk van de landspecifieke setup

    Zomer-/wintertijd
    Activeren / deactiveren van het automatisch omschakelen van zomertijd en wintertijd

    BELANGRIJK! Gebruik de automatische zomer-/wintertijdomschakeling alleen als er in een Fronius Solar Net Ring geen LAN- of WLAN-compatibele systeemcomponenten aanwezig zijn (bijv. Fronius Datalogger Web, Fronius Datamanager of Fronius Hybrid Manager).

    Instelbereik

    on (aan) / off (uit)

    Fabrieksinstelling

    on (aan)

    BELANGRIJK! Het correct instellen van de tijd en datum is voorwaarde voor de correcte weergave van de dag- en jaarwaarden evenals de daggrafiek.

    Display-instellingen

    Instelbereik

    Taal / Nachtmodus / Contrast / Verlichting

    Taal
    Instelling van de displaytaal

    Instelbereik

    Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Nederlands, Tsjechisch, Slowaaks, Hongaars, Pools, Turks, Portugees, Roemeens

    Nachtmodus
    De nachtmodus stuurt de Fronius DATCOM en de displayfunctie van de inverter aan tijdens de nacht of bij onvoldoende DC-spanning

    Instelbereik

    AUTO / ON (AAN) / OFF (UIT)

    Fabrieksinstelling

    OFF ('UIT')

    AUTO:

    De Fronius DATCOM-functie is altijd actief zolang een Fronius Datamanager op een actief, ononderbroken Fronius Solar Net is aangesloten.
    Het display van de inverter is tijdens de nacht donker en kan worden geactiveerd door op een willekeurige functietoets te drukken.

    ON ('AAN'):

    De Fronius DATCOM-functie is altijd actief. De inverter stelt de 12 VDC spanning voor de voeding van het Fronius Solar Net zonder onderbreking ter beschikking. Het display is altijd actief.

    BELANGRIJK! Is de Fronius DATCOM-nachtmodus bij aangesloten Fronius Solar Net-componenten ingesteld op AAN of op AUTO, dan wordt het stroomverbruik van de inverter gedurende de nacht verhoogd tot 7 W.

    OFF ('UIT'):

    Geen Fronius DATCOM-bedrijf 's nachts, de inverter heeft daarom 's nachts geen netspanning nodig om Fronius Solar Net van stroom te voorzien.
    Het display van de inverter is 's nachts uitgeschakeld, de Fronius Datamanager is dan niet beschikbaar. Om de Fronius Datamanager toch te activeren: de inverter aan AC-zijde uit- en weer inschakelen en binnen 90 seconden op een willekeurige functietoets op het display van de inverter drukken.

    Contrast
    Instelling van het contrast op het display van de inverter

    Instelbereik

    0 - 10

    Fabrieksinstelling

    5

    Omdat het contrast temperatuurafhankelijk is, kunnen wisselende omgevingsvoorwaarden de instelling van de menu-optie 'Contrast' noodzakelijk maken.

    Verlichting
    Instelling van de displayverlichting van de inverter

    De menu-optie 'Verlichting' betreft uitsluitend de achtergrondverlichting van het display van de inverter.

    Instelbereik

    AUTO / ON (AAN) / OFF (UIT)

    Fabrieksinstelling

    AUTO

    AUTO:

    De displayverlichting van de inverter wordt door het indrukken van een willekeurige toets ingeschakeld. Wordt 2 minuten lang geen toets ingedrukt, dan gaat de displayverlichting weer uit.

    ON ('AAN'):

    De displayverlichting van de inverter is bij actieve inverter permanent ingeschakeld.

    OFF ('UIT'):

    De displayverlichting van de inverter is permanent uitgeschakeld.

    Energieopbrengst

    De volgende instellingen kunnen hier worden gewijzigd/ingesteld:

    • Teller afwijking / kalibratie
    • Valuta
    • Leveringstarief
    • CO2-factor

    Instelbereik

    Valuta / Voedingstarief

    Teller afwijking / kalibratie
    kalibreren van de teller

    Valuta
    instelling van de valuta

    Instelbereik

    3 posities, A-Z

    Verrekentarief
    instelling van valuta en verrekentarief voor de vergoeding van de geleverde energie

    Instelbereik

    2 cijfers, 3 decimaaltekens

    Fabrieksinstelling

    (afhankelijk van de landspecifieke setup)

    CO2-factor
    instelling van de CO2-factor van de geleverde energie

    Ventilatoren

    voor het controleren van de werking van de ventilatoren

    Instelbereik

    Test ventilator 1 / Test ventilator 2 (afhankelijk van apparaat)

    • selecteer de gewenste ventilator met de toetsen 'op' en 'neer'
    • Het testen van de geselecteerde ventilator wordt door het indrukken van de toets 'Enter' gestart.
    • De ventilator draait zo lang tot het menu door het indrukken van de toets 'Esc' wordt verlaten.

    BELANGRIJK! Op het display van de inverter wordt weergegeven of de ventilator in orde is. Of de ventilator goed functioneert, kan alleen worden gecontroleerd door te horen en te voelen.

    De menuoptie INFO

    INFO

     

    INFO
    (informatie over apparaat en software)

    INFO

     

    INFO
    (informatie over apparaat en software)

    Meetwaarden
    Status vermog.mod.
    Netstatus

    Meetwaarden

    Weergavebereik:

    PV Iso. / Ext. Lim. / U PV1 / GVDPR / Fan #1

     

    PV Iso.
    Isolatieweerstand van de fotovoltaïsche installatie (bij niet-geaarde solarmodules en bij solarmodules met aarding van de minpool)

    Ext. Lim.
    Externe vermogensreductie in procenten, bijvoorbeeld door de energiemaatschappij aangeleverd

    U PV1
    Huidige DC-spanning op de klemmen, ook wanneer de inverter in het geheel niet aan het stroomnet levert (van 1e MPP-tracker)

    GVDPR
    Netspanningsafhankelijke vermogensreductie

    Fan #1
    Procentuele waarde van het nominale ventilatorvermogen

    Status vermog.mod.

    Statusweergave van de laatst opgetreden storing in de inverter kan worden weergegeven.

    BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de statusmeldingen 306 (Power low - Voeding laag) en 307 (DC low - DC laag). Aan deze statusmeldingen ligt geen fout ten grondslag.

    • Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de status van de vermogensmodule en de laatst opgetreden storing getoond
    • Met behulp van de toets 'op' of 'neer' door de lijst bladeren
    • Druk de toets 'Terug' in om de status- en storingslijst te verlaten

    Netstatus

    De 5 laatst opgetreden netstoringen kunnen worden getoond:

    • Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de 5 laatst opgetreden netstoringen getoond
    • Met behulp van de toets 'op' of 'neer' door de lijst bladeren
    • Druk de toets 'Terug' in om de lijst met netstoringen te verlaten

    Apparaatinformatie

    Voor het weergeven van instellingen die relevant zijn voor een energiebedrijf. De weergegeven waarden zijn afhankelijk van de betreffende landspecifieke setup of van apparaatspecifieke instellingen van de inverter.

    Weergavebereik

    Algemeen / Landinstelling / MPP-tracker / Netbewaking / Netspanningsgrenzen / Netfrequentiegrenzen / Q-modus / AC-vermogensgrens / AC-spanningsderating / Fault Ride Through

    Algemeen:

    Type apparaat
    Fam.

    Landinstelling:

    Setup
    Ingestelde landspecifieke setup

    Versie
    Versie van de landspecifieke setup

    Groep
    Groep voor het bijwerken van de invertersoftware

    MPP-tracker:

    Tracker 1

    Netbewaking:

    GMTi
    Tijd voor opnieuw opstarten van de inverter in sec.

    GMTr
    Inschakeltijd in sec. na een netstoring

    ULL
    Gemiddelde netspanningswaarde gedurende 10 min. in V

    LLTrip
    Inschakeltijd voor de langdurige spanningsbewaking

    Netspanningsgrenzen:

    UILmax
    Hoogste interne netspanningswaarde in V

    UILmin
    Laagste interne netspanningswaarde in V

    Netfrequentiegrenzen:

    FILmax
    Hoogste interne netfrequentiewaarde in Hz

    FILmin
    Laagste interne netfrequentiewaarde in Hz

    Q-modus:

    Momenteel ingestelde vermogensfactor cos phi
    (bijv. karakteristiek Constant Cos(phi) / Constant Q / Q(U) / enz.)

    AC-vermogensgrens:

    Max. P AC
    Handmatige vermogensreductie

    AC-spanningsderating:

    Status
    ON (AAN) / OFF (UIT) Spanningsafhankelijke vermogensreductie

    GVDPRe
    Drempelwaarde waar de spanningsafhankelijke vermogensreductie begint

    GVDPRv
    Reductiepercentage waarmee het vermogen verminderd kan worden, bijv.: 10% per V boven de GVDPRe-drempelwaarde.

    Message (Bericht)
    Activeert het verzenden van een infobericht over Fronius Solar Net

    Fault Ride Through:

    Status - standaardinstelling: OFF (UIT)
    Als deze functie is geactiveerd, schakelt de inverter bij een kortstondige AC-spanningsvermindering (buiten de door de netbeheerder ingestelde grenzen) niet direct uit, maar wordt de levering aan het net gedurende een opgegeven tijd voortgezet.

    DB min - standaardinstelling: 90%
    Instelling voor "Dead Band Minimum" in procenten

    DB max - standaardinstelling: 120%
    Instelling voor "Dead Band Maximum" in procenten

    k-Fac. - standaardinstelling: 0

    Versie

    Weergave van het versienummer en serienummer van in de inverter ingebouwde printplaten (bijvoorbeeld voor servicedoeleinden)

    Weergavebereik

    Display / Display Software / Checksum SW / Datageheugen / Datageheugen #1 / Vermogensmodule / Vermogensmodule SW / EMV-filter / Power Stage #3 / Power Stage #4

    Toetsenblokkering in- en uitschakelen

    Algemeen

    De inverter is met een toetsenblokkeerfunctie uitgerust.
    Bij geactiveerde ‘Setup Lock‘ functie kan het Setup-menu niet worden opgeroepen, bijvoorbeeld als beveiliging tegen onbedoeld verstellen van de setup-gegevens.
    Voor het activeren / deactiveren van de toetsenblokkeerfunctie moet de code 12321 worden ingegeven.

    Algemeen

    De inverter is met een toetsenblokkeerfunctie uitgerust.
    Bij geactiveerde ‘Setup Lock‘ functie kan het Setup-menu niet worden opgeroepen, bijvoorbeeld als beveiliging tegen onbedoeld verstellen van de setup-gegevens.
    Voor het activeren / deactiveren van de toetsenblokkeerfunctie moet de code 12321 worden ingegeven.

    Toetsenblokkering in- en uitschakelen

    1.Druk de knop 'Menu'    te verlaten

    Het menuniveau wordt weergegeven.

    1.Druk de niet-voorgeprogrammeerde knop 'Menu / Esc'
    5x in  

    In het menu 'CODE' wordt 'Toegangscode' weergegeven, de eerste positie knippert.

    1.Voer de code 12321 in: Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de waarde voor de eerste positie van de code
    1.De knop 'Enter'    te verlaten

    De tweede positie knippert.

    1.Herhaal handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code tot ...

    de ingestelde code knippert.

    1.De knop 'Enter'    te verlaten

    In het menu 'LOCK' (Vergrendelen) wordt 'Toetsblokkering' weergegeven.

    1.Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de knopblokkering in of uit:

    ON (AAN) = knopblokkering is ingeschakeld (de menuoptie SETUP kan niet worden opgeroepen)

    OFF (UIT) = knopblokkering is uitgeschakeld (de menuoptie SETUP kan worden opgeroepen)
    1.De knop 'Enter'    te verlaten

    USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware

    USB-stick als datalogger

    Een op de USB A-bus aangesloten USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren.

    De op de USB-stick opgeslagen logging-data kunnen te allen tijde
    • via het meegelogde FLD-bestand in de software Fronius Solar.access worden geïmporteerd,
    • via het meegelogde CSV-bestand direct in de programma's van andere aanbieders (bijvoorbeeld Microsoft® Excel) worden bekeken.

    Oudere versies (tot Excel 2007) hebben een regelbeperking van 65536 tekens.

    Meer informatie over "Data op de USB-stick", "Datahoeveelheid en opslagcapaciteit" en "Buffergeheugen" vindt u onder:

    ® http://www.fronius.com/QR-link/4204260171NL

    USB-stick als datalogger

    Een op de USB A-bus aangesloten USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren.

    De op de USB-stick opgeslagen logging-data kunnen te allen tijde
    • via het meegelogde FLD-bestand in de software Fronius Solar.access worden geïmporteerd,
    • via het meegelogde CSV-bestand direct in de programma's van andere aanbieders (bijvoorbeeld Microsoft® Excel) worden bekeken.

    Oudere versies (tot Excel 2007) hebben een regelbeperking van 65536 tekens.

    Meer informatie over "Data op de USB-stick", "Datahoeveelheid en opslagcapaciteit" en "Buffergeheugen" vindt u onder:

    ® http://www.fronius.com/QR-link/4204260171NL

    Passende USB-sticks

    Door het grote aantal op de markt verkrijgbare USB-sticks kan niet worden gegarandeerd dat iedere USB-stick door de inverter wordt herkend.

    Fronius adviseert uitsluitend gecertificeerde, voor industrieel gebruik geschikte USB-sticks te gebruiken (let op het USB-IF-logo!).

    De inverter ondersteunt USB-sticks met de volgende bestandssystemen:

    • FAT12
    • FAT16
    • FAT32

    Fronius raadt aan de gebruikte USB-sticks alleen te gebruiken voor het registreren van loggingdata of voor het bijwerken van de invertersoftware. De USB-sticks mogen geen andere data bevatten.

    USB-symbool op het inverterdisplay, bijvoorbeeld in de afleesmodus 'NU':

     

    Herkent de inverter een USB-stick, dan wordt rechtsboven op het display het USB-symbool weergegeven.

    Let er bij het aanbrengen van de USB-stick op of het USB-symbool wordt weergegeven (kan ook knipperen).

    Let op! Let er bij buitentoepassingen op dat de functie van gebruikelijke USB-sticks vaak slechts in een beperkt temperatuurbereik is gegarandeerd.
    Stel bij buitentoepassingen veilig dat de USB-stick bijv. ook bij lage temperaturen werkt.

    USB-stick voor het bijwerken van de invertersoftware

    Met behulp van de USB-stick kunnen ook eindgebruikers via het menuelement USB in de menuoptie SETUP de software van de inverter bijwerken: het updatebestand wordt van tevoren op de USB-stick opgeslagen en vanaf de USB-stick naar de inverter gekopieerd. Het updatebestand moet zich in de root van de USB-stick bevinden.

    USB-stick verwijderen

    Opmerking m.b.t. de veiligheid voor het verwijderen van een USB-stick:

     

    BELANGRIJK! Om het verlies van data te voorkomen, mag een aangesloten USB-stick alleen onder de volgende voorwaarden worden verwijderd:

    • alleen via de menuoptie SETUP, menurecord 'USB / Hardw. veilig verw.'
    • wanneer de LED ‘Data-overdracht’ niet meer knippert of brandt.

    Het Basic-menu

    Algemeen

    In het Basic-menu worden de volgende voor de installatie en werking van de inverter belangrijke parameters ingesteld:

    • DC-bedrijfsmodus
    • Fix-spanning
    • MPPT1-startspanning
    • USB-logboek

     

    • Isolatie-instellingen
    • VOLLEDIGE reset
    • Gebeurtenisteller

    Algemeen

    In het Basic-menu worden de volgende voor de installatie en werking van de inverter belangrijke parameters ingesteld:

    • DC-bedrijfsmodus
    • Fix-spanning
    • MPPT1-startspanning
    • USB-logboek

     

    • Isolatie-instellingen
    • VOLLEDIGE reset
    • Gebeurtenisteller

    Het Basic-menu openen

    1.Op de toets 'Menu' drukken

     

    Het menuniveau wordt weergegeven.

    1.De niet-voorgeprogrammeerde toets ‘Menu / Esc’
    5 x indrukken  

    In het menu 'CODE' wordt 'Toegangscode' weergegeven, de eerste positie knippert.

    1.Code 22742 invoeren: Met de toets 'op' of 'neer' een waarde selecteren voor de eerste positie van de code
    1.Op de toets 'Enter' drukken

    De tweede positie knippert.

     

     

     

    1.Handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code herhalen, tot ...

    de ingestelde code knippert.

    1.Op de toets 'Enter' drukken

     

    Het Basic-menu wordt weergegeven.

    1.Met de behulp van de toetsen 'op' of 'neer' het gewenste record selecteren
    1.Geselecteerd record door het indrukken van de toets 'Enter' bewerken
    1.Druk op de toets 'Esc' om het Basic-menu te verlaten

    De Basic-menurecords

    Het Basic-menu bevat de volgende records:

    MPP-tracker 1

    • DC-bedrijfsmodus:
      MPP AUTO
      FIX
      MPP USER
    • Fixspanning:
      voor het invoeren van de fixspanning, 120 - 440 V
    • MPPT1-startspanning:
      voor het invoeren van de MPPT1-startspanning, 120 - 440 V

    USB-logboek
    Activeren of deactiveren van de functie, alle foutberichten op een USB-stick opslaan
    AUTO / UIT / AAN

    Signaalingang
    • Werkwijze:
      Ext Sig. (Ext. sig.) / S0-meter / UIT
    • Type activering (bij werkwijze "Ext. Sig.") (Ext. sig.):
      Warning (Waarschuwing)/ Ext. Stop (Ext. stop)
    • Type aansluiting (bij werkwijze "Ext. Sig.") (Ext. sig.):
      N/C / N/O

    SMS / Relais

    • Gebeurtenisvertraging
      voor het invoeren van de tijdelijke vertraging, waarmee een SMS verstuurd wordt of het relais moet schakelen
      900 - 86400 seconden
    • Gebeurtenisteller:
      voor het invoeren van het aantal fouten waarna een SMS moet worden verzonden of het relais moet schakelen:
      10 - 255

    Aardingsinstelling

    • Aardingsmodus:
      Uit / Positief / Negatief
    • Aardingsbewaking:
      Uit / Waars. fout / Fout / Waarschuwing

    Isolatie-instell.

    • Isolatiewaarschuwing:
      voor het activeren en deactiveren van de isolatiebewaking met weergave van een waarschuwing zonder onderbreking van de levering aan het stroomnet bij een isolatiedefect
      AAN / UIT (afhankelijk van de ingestelde landspecifieke setup)
    • Drempelwaarde waarschuwing:
      voor het instellen van de isolatiedrempelwaarde waaronder de inverter een foutbericht afgeeft (zonder onderbreking van de levering aan het stroomnet)
      0 - 1000 kOhm (afhankelijk van de ingestelde landspecifieke setup)
    • Isolatiestoring:
      voor het activeren en deactiveren van de isolatiebewaking met afgifte van een foutbericht en directe uitschakeling van de inverter bij een isolatiestoring
      AAN / UIT (afhankelijk van de ingestelde landspecifieke setup)
    • Drempelwaarde storing:
      voor het instellen van de isolatiedrempelwaarde waaronder de inverter een foutbericht afgeeft en de levering aan het stroomnet onderbreekt
      0 - 1000 kOhm (afhankelijk van de ingestelde landspecifieke setup)

    Temperatuurwaarschuwing
    voor het activeren / deactiveren van de temperatuurwaarschuwing per gebeurtenis;
    de temperatuurwaarschuwing wordt verstuurd en op het display weergegeven.
    AAN / UIT

    VOLLEDIGE reset
    stelt in de menuoptie LOG de max. en de min. spanningswaarden evenals het max. geleverde vermogen naar nul terug.
    Het terugstellen van de waarden kan niet ongedaan worden gemaakt.

    Om de waarden op nul terug te stellen, op de toets 'Enter' drukken.
    'BEVESTIGEN' wordt weergegeven.
    Opnieuw op de toets ‘Enter’ drukken.
    De waarden worden teruggesteld, het menu wordt weergegeven

    Statusdiagnose en storingen opheffen

    Weergave van statuscodes

    De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

    Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statuscode op het display weergegeven.

    BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig.

    Weergave van statuscodes

    De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

    Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statuscode op het display weergegeven.

    BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig.

    Volledig uitvallen van het display

    Blijft het display langere tijd na zonopgang donker:
    • Wisselspanning op de aansluitingen van de inverter controleren:
      de wisselspanning moet 230 V (+ 10 % / - 5 %)* bedragen.
    *
    Netspanningtolerantie afhankelijk van de landspecifieke Setup

    Statusmeldingen - klasse 1

    Statusmeldingen van klasse 1 treden meestal slechts tijdelijk op en worden door het openbare stroomnet veroorzaakt.

    De inverter reageert in eerste instantie met een scheiding van het net. Vervolgens wordt het net gedurende de voorgeschreven bewakingsperiode gecontroleerd. Wordt na deze periode geen storing meer vastgesteld, dan zet de inverter de levering van energie aan het net weer voort.

    Afhankelijk van de landspecifieke setup is de softstartfunctie GPIS geactiveerd:
    overeenkomstig richtlijn VDE-AR-N 4105 wordt na een uitschakeling naar aanleiding van een wisselstroomstoring het uitgangsvermogen van de inverter permanent elke minuut met 10% verhoogd.

    Code

     

    Beschrijving

     

    Gedrag

     

    Opheffen

    102

     

    AC-spanning te hoog

     

    Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met de levering aan het net.

     

    Netaansluitingen controleren;
    treedt de statusmelding steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    103

     

    AC-spanning te laag

     

     

    105

     

    AC frequentie te hoog

     

     

    106

     

    AC-frequentie te laag

     

     

    107

     

    AC-net buiten de toegestane grenzen

     

     

    108

     

    Eilandfunctie herkend

     

     

    Statusmeldingen - klasse 3

    Klasse 3 omvat statusmeldingen die tijdens levering aan het net kunnen optreden, maar in principe niet tot een langdurige onderbreking van levering aan het net leiden.

    Na de automatische scheiding van het net en de voorgeschreven netbewaking probeert de inverter de levering aan het net weer te starten.

    Code

     

    Beschrijving

     

    Gedrag

     

    Verhelpen

    301

     


    Te hoge stroom (AC)

     

    Kortstondige onderbreking van de levering aan het net in verband met te hoge stroom in de inverter.
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

     

    De fout wordt automatisch verholpen;
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: Door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    302

     

    Te hoge stroom (DC)

     

     

    303

     

    Te hoge temperatuur vermogensmodule

     

    Kortstondige onderbreking van de levering aan het net in verband met een te hoge temperatuur.
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

     

    Zo nodig de koelluchtsleuven en koellichamen uitblazen;
    Storing wordt automatisch verholpen;
    Treedt de statusmelding steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    304

     

    Inwendige temperatuur te hoog

     

    306

     

    WEINIG FV-VERMOGEN
    Tussencircuitspanning te laag voor levering aan het stroomnet

     

    Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

     

    Storing wordt automatisch opgeheven;
    Treedt de statusmelding bij voldoende zoninstraling op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    307

     

    WEINIG FV-SPANNING
    DC-ingangsspanning te laag voor levering aan het stroomnet

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling worden elke ochtend en avond logischerwijs de statusmeldingen 306 (WEINIG FV-VERMOGEN) en 307 (WEINIG FV-SPANNING) weergegeven. Aan deze statusmeldingen ligt geen fout ten grondslag.

    308

     

    Te hoge spanning in het tussencircuit

     

    Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

     

    De fout wordt automatisch verholpen;
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: Door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    309

     

    DC-ingangsspanning te hoog

     

     

    Statusmeldingen - klasse 4

    Statusmeldingen van klasse 4 vereisen voor een deel ingrijpen door een door Fronius geschoolde servicemonteur.

    Code

     

    Beschrijving

     

    Gedrag

     

    Opheffen

    401

     

    Communicatie met vermogensmodule niet mogelijk

     

    Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

     

    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    406

     

    Temperatuursensor van vermogensmodule defect

     

     

    407

     

    Inwendige temperatuursensor defect

     

     

    408

     

    Levering van gelijkstroom geconstateerd

     

     

    412

     

    In plaats van het MPP-spanningsbedrijf is het fixspanningsbedrijf geactiveerd en de fixspanning is op een te lage of te hoge waarde ingesteld.

     

    -

     

    Treedt de statusmelding steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    415

     

    Veiligheidsuitschakeling door optionele kaart of RECERBO is geactiveerd

     

    De inverter levert geen stroom aan het net.

     

    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    416

     

    Communicatie tussen vermogensmodule en besturingseenheid niet mogelijk.

     

    Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

     

    425

     

    Communicatie met vermogensmodule is niet mogelijk

     

     

    445

     

    NIet-toegestane grenswaarde-instellingen

     

    De inverter levert uit veiligheidsoogpunt geen stroom aan het net.

     

    Firmware van de inverter bijwerken;
    indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    452

     

    Communicatie tussen de processoren

     

    Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

     

    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    453

     

    Kortstondige fout in de netspanning

     

     

    454

     

    Kortstondige fout in de netfrequentie

     

     

    457

    Netrelais blijft hangen

    De inverter levert geen stroom aan het net.

    door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    459

     

    Storing bij het registreren van het meetsignaal voor de isolatietest

     

     

    460

     

    Referentiespanningsbron voor de digitale signaalprocessor (DSP) werkt buiten de toleranties

     

     

    472

     

    Zekering voor aarding solarmodule is defect

     

    De inverter levert geen stroom aan het net.

     

    Zekering voor de aarding van de solarmodule vervangen;
    treedt de statusmelding steeds opnieuw op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    475

    Aarding solarmodule, isolatiestoring (verbinding tussen solarmodule en aarding)

    De inverter levert geen stroom aan het net.

    Treedt de statusmelding steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    482

     

    Onvolledige inbedrijfname

     

    De inverter levert geen stroom aan het net.

     

    AC-reset uitvoeren (veiligheidsschakelaar in- en uitschakelen), inbedrijfname volledig doorlopen

    Statusaflezingen - Klasse 5

    Statusaflezingen van klasse 5 verhinderen over het algemeen niet de levering aan het net, maar kunnen beperkingen bij de levering tot gevolg hebben. De statusaflezing wordt weergegeven tot deze met een druk op de toets wordt bevestigd (op de achtergrond werkt de inverter echter normaal).

    Code

     

    Beschrijving

     

    Gedrag

     

    Verhelpen

    502

     

    Isolatiestoring bij de solarmodules

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    509

     

    Geen levering aan het net de afgelopen 24 uren

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Statusaflezing verwijderen;
    controleer of aan alle voorwaarden voor een storingsvrije levering aan het stroomnet is voldaan (bijv. of de solarmodules niet met sneeuw zijn bedekt).
    Indien de statusaflezing permanent wordt weergegeven: op andere statusaflezingen letten

    517

     

    Vermogensderating in verband met een te hoge temperatuur

     

    Bij optredende vermogensderating wordt op het display een waarschuwing weergegeven

     

    Zo nodig de koelluchtsleuven en koellichamen uitblazen;
    storing wordt automatisch verholpen;
    treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    551

     

    Zekering voor aarding solarmodule is defect

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Zekering voor de aarding van de solarmodule vervangen;
    treedt de statusaflezing steeds opnieuw op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    558

     

    Incompatibele functies (één of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

     

    Mogelijke foutberichten of defecte functies van de inverter

     

    Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    560

     

    Vermogensderating in verband met een te hoge frequentie

     

    De statusaflezing wordt weergegeven bij een te hoge netfrequentie.
    De inverter reduceert vervolgens het vermogen.
    De statusaflezing wordt weergegeven totdat de inverter zich weer in de normale toestand bevindt.

     

    Zodra de netfrequentie zich weer in het toelaatbare gebied bevindt en de inverter weer normaal werkt, wordt de storing automatisch gewist.
    Treedt de statusaflezing permanent op, neem dan contact op met uw installatiemonteur.

    568

     

    foutief ingangssignaal op multifunctionele stroominterface

     

    De statusaflezing wordt weergegeven bij een foutief ingangssignaal op de multifunctionele stroominterface en bij de volgende instelling:
    Menu Basic / Signaalingang / Werkwijze = Ext. Signal (Ext. sig.), Type activering = Warning (Waarschuwing)

     

    Statusaflezing bevestigen;
    Controleer de op de multifunctionele stroominterface aangesloten apparaten;
    Treedt de statusaflezing permanent op, neem dan contact op met uw installatiemonteur.

    Statusaflezingen - Klasse 6

    Statusaflezingen van klasse 6 vereisen voor een deel ingrijpen door een door Fronius geschoolde servicemonteur.

    Code

     

    Beschrijving

     

    Gedrag

     

    Verhelpen

    668

     

    foutief ingangssignaal op multifunctionele stroominterface

     

    De inverter levert geen stroom aan het net.
    De statusaflezing wordt weergegeven bij een foutief ingangssignaal op de multifunctionele stroominterface en bij de volgende instelling:
    Menu Basic / Signaalingang / Werkwijze = Ext. Signal (Ext. sig.), Type activering = Ext. Stop (Ext. stop)

     

    Controleer de op de multifunctionele stroominterface aangesloten apparaten;
    Indien de statusaflezing permanent optreedt: Door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen.

    Statusmeldingen - klasse 7

    Statusmeldingen van klasse 7 betreffen de regeling, de configuratie en de dataregistratie van de inverter, en hebben geen directe of indirecte invloed op de levering aan het net.

    Code

     

    Beschrijving

     

    Gedrag

     

    Opheffen

    705

     

    Conflict bij het instellen van het inverternummer (bijv. nummer dubbel verstrekt)

     

    -

     

    Inverternummer in menu Setup corrigeren

    721

     

    EEPROM is opnieuw geïnitialiseerd of EEPROM is defect

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Statusmelding wissen;
    indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    731

     

    Initialisatiefout - USB-stick wordt niet ondersteund

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    USB-stick controleren of vervangen
    Bestandssysteem van de USB-stick controleren
    Indien statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    732

     

    Te hoge stroom op de USB-stick

     

    733

     

    Geen USB-stick aangesloten

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven.

     

    USB-stick aansluiten of controleren
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    734

     

    Updatebestand wordt niet herkend of is niet aanwezig

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Updatebestand controleren (bijv. op correcte bestandsnaam)
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    735

     

    Niet bij het apparaat passende updatebestanden, te oude updatebestanden

     

    Waarschuwing wordt op het display weergegeven, updateprocedure wordt afgebroken

     

    Updatebestand controleren,
    zo nodig het voor het apparaat passend updatebestand downloaden (bijv. op
    http://www.fronius.com)
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    736

     

    Schrijf- of leesfout opgetreden

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    USB-stick en de bestanden daarop controleren of de USB-stick vervangen.
    USB-stick alleen verwijderen, wanneer de LED ‘Gegevensoverdracht' niet meer knippert of brandt.
    Als de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    738

     

    Opslaan van logbestand niet mogelijk (bijv.: USB-stick is tegen schrijven beveiligd of is vol)

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Geheugenplaats creëren, schrijfbeveiliging verwijderen, zo nodig USB-stick controleren of vervangen
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    743

     

    Fout tijdens de updateprocedure opgetreden

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Updateprocedure herhalen, USB-stick controleren
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    745

     

    Updatebestand corrupt

     

    Waarschuwing wordt op het display weergegeven, updateprocedure wordt afgebroken

     

    Updatebestanden opnieuw downloaden
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    751

     

    Tijd niet meer ingesteld

     

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

     

    Tijd en datum op de inverter opnieuw instellen
    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    752

     

    Communicatiefout Real Time Clock-module

     

     

    757

     

    Hardwarefout in de Real Time Clock-module

     

    Waarschuwing wordt op het display weergegeven, de inverter levert geen stroom aan het stroomnet

     

    Indien de statusmelding continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    758

     

    Interne fout: Real Time Clock-module in de noodmodus

     

    Geen exacte tijd, verlies tijdsinstelling mogelijk (levering aan stroomnet normaal)

     

    766

     

    Vermogensbegrenzing noodsituatie werd geactiveerd (max. 750 W)

     

    Foutbericht wordt op het display weergegeven

     

    Klantenservice

    BELANGRIJK! Neem contact op met uw Fronius leverancier of een door Fronius geschoolde servicemonteur, wanneer
    • een storing vaak of permanent optreedt
    • een storing optreedt die niet in de tabellen is vermeld

    Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling

    Bij exploitatie van de inverter in omgevingen met een sterke stofontwikkeling:
    zo nodig de koellichamen en ventilatoren aan de achterzijde van de vermogensmodule, evenals de inlaatluchtopeningen in de montagesteun met schone perslucht uitblazen.

    Technische gegevens

    Fronius Galvo 1.5-1

    Ingangsgegevens

    MPP-spanningsbereik

    120 - 335 V DC

    Max. ingangsspanning
    (bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    420 V DC

    Max. ingangsstroom

    13,3 A

    Max. kortsluitstroom van de solarmodule

    20,0 A

    Max. retourstroom4)

    8,9 A

    Uitgangsgegevens

    Nominaal uitgangsvermogen (Pnom)

    1500 W

    Max. uitgangsvermogen

    1500 W

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 230 V

    min. netspanning

    180 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    7,2 A

    Nominale frequentie

    50 - 60 Hz 1)

    Vervormingsfactor

    < 4 %

    Vermogensfactor cos phi

    1
    0,85 - 1 ind./cap.2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC3)

    geen

    Inschakel-stroominpuls6) en duur

    36,0 A / 9,4 ms 

    Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur

    43,0 A / 1,24 ms

    Algemene gegevens

    Maximaal rendement

    95,9 %

    Europ. rendement

    94,5 %

    Eigen verbruik 's nachts

    0,47 W

    Koeling

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

    645 x 431 x 204 mm

    Gewicht

    16,35 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    - 25 °C - +50 °C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

    2 / 3

    Veiligheidsvoorzieningen

    DC-isolatiemeting

    Waarschuwing / uitschakeling 7) bij RISO < 600 kOHM

    Gedrag bij DC-overbelasting

    Werkpuntverschuiving, vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Fronius Galvo 1.5-1

    Ingangsgegevens

    MPP-spanningsbereik

    120 - 335 V DC

    Max. ingangsspanning
    (bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    420 V DC

    Max. ingangsstroom

    13,3 A

    Max. kortsluitstroom van de solarmodule

    20,0 A

    Max. retourstroom4)

    8,9 A

    Uitgangsgegevens

    Nominaal uitgangsvermogen (Pnom)

    1500 W

    Max. uitgangsvermogen

    1500 W

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 230 V

    min. netspanning

    180 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    7,2 A

    Nominale frequentie

    50 - 60 Hz 1)

    Vervormingsfactor

    < 4 %

    Vermogensfactor cos phi

    1
    0,85 - 1 ind./cap.2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC3)

    geen

    Inschakel-stroominpuls6) en duur

    36,0 A / 9,4 ms 

    Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur

    43,0 A / 1,24 ms

    Algemene gegevens

    Maximaal rendement

    95,9 %

    Europ. rendement

    94,5 %

    Eigen verbruik 's nachts

    0,47 W

    Koeling

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

    645 x 431 x 204 mm

    Gewicht

    16,35 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    - 25 °C - +50 °C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

    2 / 3

    Veiligheidsvoorzieningen

    DC-isolatiemeting

    Waarschuwing / uitschakeling 7) bij RISO < 600 kOHM

    Gedrag bij DC-overbelasting

    Werkpuntverschuiving, vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Fronius Galvo 2.0-1

    Ingangsgegevens

    MPP-spanningsbereik

    120 - 335 V DC

    Max. ingangsspanning
    (bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    420 V DC

    Max. ingangsstroom

    17,8 A

    Max. kortsluitstroom van de solarmodule

    26,8 A

    Max. retourstroom4)

    11,9 A

    Uitgangsgegevens

    Nominaal uitgangsvermogen (Pnom)

    2000 W

    Max. uitgangsvermogen

    2000 W

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 230 V

    min. netspanning

    180 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    9,7 A

    Nominale frequentie

    50 - 60 Hz 1)

    Vervormingsfactor

    < 4 %

    Vermogensfactor cos phi

    1
    0,85 - 1 ind./cap.2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC3)

    geen

    Inschakel-stroominpuls6) en duur

    36,0 A / 9,4 ms

    Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur

    43,0 A / 1,24 ms

    Algemene gegevens

    Maximaal rendement

    96,0 %

    Europ. rendement

    94,9 %

    Eigen verbruik 's nachts

    0,47 W

    Koeling

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

    645 x 431 x 204 mm

    Gewicht

    16,35 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    - 25 °C - +50 °C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

    2 / 3

    Veiligheidsvoorzieningen

    DC-isolatiemeting

    Waarschuwing / uitschakeling 7) bij RISO < 600 kOHM

    Gedrag bij DC-overbelasting

    Werkpuntverschuiving
    Vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Fronius Galvo 2.5-1

    Ingangsgegevens

    MPP-spanningsbereik

    165 - 440 V DC

    Max. ingangsspanning
    (bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    550 V DC

    Max. ingangsstroom

    16,6 A

    Max. kortsluitstroom van de solarmodule

    24,8 A

    Max. retourstroom4)

    11 A

    Uitgangsgegevens

    Nominaal uitgangsvermogen (Pnom)

    2500 W

    Max. uitgangsvermogen

    2500 W

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 230 V

    min. netspanning

    180 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    12,1 A

    Nominale frequentie

    50 - 60 Hz 1)

    Vervormingsfactor

    < 4 %

    Vermogensfactor cos phi

    1
    0,85 - 1 ind./cap.2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC3)

    geen

    Inschakel-stroominpuls6) en duur

    36,0 A / 9,4 ms

    Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur

    43,0 A / 1,24 ms

    Algemene gegevens

    Maximaal rendement

    96,1 %

    Europ. rendement

    95,2 %

    Eigen verbruik 's nachts

    0,47 W

    Koeling

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

    645 x 431 x 204 mm

    Gewicht

    16,75 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    - 25 °C - +50 °C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

    2 / 3

    Veiligheidsvoorzieningen

    DC-isolatiemeting

    Waarschuwing / uitschakeling 7) bij RISO < 600 kOHM

    Gedrag bij DC-overbelasting

    Werkpuntverschuiving
    Vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Fronius Galvo 3.0-1

    Ingangsgegevens

    MPP-spanningsbereik

    165 - 440 V DC

    Max. ingangsspanning
    (bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    550 V DC

    Max. ingangsstroom

    19,8 A

    Max. kortsluitstroom van de solarmodule

    29,6 A

    Max. retourstroom4)

    13,2 A

    Uitgangsgegevens

    Nominaal uitgangsvermogen (Pnom)

    3000 W

    Max. uitgangsvermogen

    3000 W

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 230 V

    min. netspanning

    180 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    14,5 A

    Nominale frequentie

    50 - 60 Hz 1)

    Vervormingsfactor

    < 4 %

    Vermogensfactor cos phi

    1
    0,85 - 1 ind./cap.2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC3)

    geen

    Inschakel-stroominpuls6) en duur

    36,0 A / 9,4 ms

    Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur

    43,0 A / 1,24 ms

    Algemene gegevens

    Maximaal rendement

    96,1 %

    Europ. rendement

    95,4 %

    Eigen verbruik 's nachts

    0,47 W

    Koeling

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

    645 x 431 x 204 mm

    Gewicht

    16,75 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    - 25 °C - +50 °C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

    2 / 3

    Veiligheidsvoorzieningen

    DC-isolatiemeting

    Waarschuwing / uitschakeling 7) bij RISO < 600 kOHM

    Gedrag bij DC-overbelasting

    Werkpuntverschuiving
    Vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Fronius Galvo 3.1-1

    Ingangsgegevens

    MPP-spanningsbereik

    165 - 440 V DC

    Max. ingangsspanning
    (bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    550 V DC

    Max. ingangsstroom

    20,7 A

    Max. kortsluitstroom van de solarmodule

    31,0 A

    Max. retourstroom4)

    13,8 A

    Uitgangsgegevens

    Nominaal uitgangsvermogen (Pnom)

    3100 W

    Max. uitgangsvermogen

    3100 W

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 230 V

    min. netspanning

    180 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    15,0 A

    Nominale frequentie

    50 - 60 Hz 1)

    Vervormingsfactor

    < 4 %

    Vermogensfactor cos phi

    1
    0,85 - 1 ind./cap.2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC3)

    geen

    Inschakel-stroominpuls6) en duur

    36,0 A / 9,4 ms

    Max. uitgangs-differentieelstroom per tijdsduur

    43,0 A / 1,24 ms

    Algemene gegevens

    Maximaal rendement

    96,1 %

    Europ. rendement

    95,4 %

    Eigen verbruik 's nachts

    0,47 W

    Koeling

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

    645 x 431 x 204 mm

    Gewicht

    16,75 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    - 25 °C - +50 °C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

    2 / 3

    Veiligheidsvoorzieningen

    DC-isolatiemeting

    Waarschuwing / uitschakeling 7) bij RISO < 600 kOHM

    Gedrag bij DC-overbelasting

    Werkpuntverschuiving
    Vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Fronius Galvo Dummy

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 230 V

    Tolerantie netspanning

    +10 / -5 % 1)

    Nominale frequentie

    50 - 60 Hz 1)

    Beschermingsklasse

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

    645 x 431 x 204 mm

    Gewicht

    16,75 kg

    Verklaring van de voetnoten

    1)
    Vermelde waarden zijn standaard waarden; afhankelijk van de bestelling wordt de inverter speciaal op het betreffende land afgestemd.
    2)
    Afhankelijk van de landspecifieke set-up of apparaat specifieke instellingen
    (ind. = inductief; cap. = capacitief)
    3)
    PCC = aansluiting op het openbare net
    4)
    Maximale stroom vanaf inverter naar solarmodule bij een storing in de inverter of bij defecte isolatie tussen AC- en DC-zijde
    5)
    veiliggesteld door de elektrische constructie van de inverter
    6)
    Piekstroom bij inschakelen van de inverter
    7)
    Volgens landspecifieke Setup

    Aangehouden normen en richtlijnen

    CE-aanduiding
    Aan alle vereiste en geldende normen en richtlijnen ten aanzien van de geldende EU-richtlijn wordt voldaan, zodat de apparatuur het CE-aanduiding draagt.

    Schakeling ter voorkoming van eilandwerking
    De inverter beschikt over een goedgekeurde schakeling ter voorkoming van eilandwerking.

    Netuitval
    De standaard in de inverter geïntegreerde meet- en veiligheidsprocedures zorgen ervoor dat bij een netuitval (uitschakeling door het energiebedrijf of leidingschade) de levering aan het net onmiddellijk wordt onderbroken.

    Garantiebepalingen en verwijdering

    Fronius-fabrieksgarantie

    Gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden zijn beschikbaar op internet:
    www.fronius.com/solar/warranty

    Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-inverter of -opslag te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

    Fronius-fabrieksgarantie

    Gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden zijn beschikbaar op internet:
    www.fronius.com/solar/warranty

    Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-inverter of -opslag te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

    Verwijdering

    Als de inverter wordt vervangen, neemt Fronius het oude apparaat terug en zorgen wij voor een vakkundige recycling.