LogoFronius Primo 3.0-1 - 8.2-1
  • nl
    • Contact
    • Impressum
    • Algemene voorwaarden
    • Privacyverklaring
    • 030-15102024
    • Veiligheidsvoorschriften
      • Algemeen
      • Omgevingscondities
      • Gekwalificeerd personeel
      • Informatie over de geluidsemissie
      • EMV-maatregelen
      • Verwijdering
      • Gegevensbescherming
      • Auteursrecht
    • Algemeen
      • Verklaring veiligheidsaanwijzingen
      • Apparaatconcept
      • Beoogd gebruik
      • Waarschuwingen op het apparaat
    • Datacommunicatie en Fronius Solar Net
      • Fronius Solar Net en gegevensverbinding
      • Datacommunicatiegedeelte
      • Info over multifunctionele stroominterface
      • Fail-Safe
      • Beschrijving van de LED 'Fronius Solar Net'
      • Voorbeeld
      • Optionele insteekkaarten in de inverter plaatsen
      • Dynamische vermogensreductie via omvormer
    • Controle van de installaties
      • Algemeen
      • Fronius Datamanager 2.0 tijdens de nacht of bij onvoldoende beschikbare DC-spanning
      • Eerste gebruik
      • Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0
    • Bedieningselementen en aanduidingen
      • Bedieningselementen en aanduidingen
      • Display
    • Het menuniveau
      • Displayverlichting activeren
      • Automatisch deactiveren van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU'
      • Menuniveau oproepen
    • De menuopties 'NU', 'LOG' en 'GRAPH'
      • NU
        LOG
        GRAPH
      • In de menuopties NU en LOG weergegeven waarden
    • De menuoptie SETUP
      • Voorkeursinstelling
      • SETUP
      • Navigeren in de menu-optie SETUP
      • Menurecords instellen algemeen
      • Toepassingsvoorbeeld: Tijd instellen
    • De Setup menurecords
      • Stand-by
      • WiFi-toegangspunt
      • DATCOM
      • USB
      • Relais (spanningsvrij schakelcontact)
      • Energy Manager
        (in menu-optie Relais)
      • Tijd / datum
      • Display-instellingen
      • Energieopbrengst
      • Ventilatoren
    • De menuoptie INFO
      • INFO
      • Meetwaarden
        Status VFD
        Netstatus
      • Apparaatinformatie
      • Versie
    • Toetsenblokkering in- en uitschakelen
      • Algemeen
      • Toetsenblokkering in- en uitschakelen
    • USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware
      • USB-stick als datalogger
      • Passende USB-sticks
      • USB-stick voor het bijwerken van de invertersoftware
      • USB-stick verwijderen
    • Het Basic-menu
      • Algemeen
      • Het Basic-menu openen
      • De Basic-menurecords
    • De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen
      • Inverter stroomloos schakelen
    • Statusdiagnose en storingen opheffen
      • Weergave van statuscodes
      • Volledig uitvallen van het display
      • Statuscodes - Klasse 1
      • Statuscodes - Klasse 3
      • Statuscodes - Klasse 4
      • Statuscodes - Klasse 5
      • Statuscodes - Klasse 7
      • Klantenservice
      • Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling
    • Technische gegevens
      • Algemene data en veiligheidsvoorzieningen Fronius Primo 3.0-1 - 8.2-1
      • WLAN
      • Verklaring van de voetnoten
      • Geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar
      • Aangehouden normen en richtlijnen
    • Garantiebepalingen en verwijdering
      • Fronius-fabrieksgarantie
      • Verwijdering

    Fronius Primo 3.0-1 - 8.2-1 Bedieningshandleiding

    Fronius Datamanager 2.0
    Eerste gebruik
    Setup-menu
    Statusdiagnose
    Technische gegevens

    Veiligheidsvoorschriften

    Algemeen

    Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter gevaar op voor
    • het leven van de gebruiker of dat van derden;
    • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.
    Alle personen die met inbedrijfname, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
    • beschikken over de juiste kwalificaties;
    • kennis hebben over het omgaan met elektrische installaties;
    • deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen.

    De bedieningshandleiding moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.

    Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
    • in leesbare toestand houden;
    • niet beschadigen;
    • niet verwijderen;
    • niet afdekken, afplakken of overschilderen.

    De aansluitklemmen kunnen hoge temperaturen bereiken.

    U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel, dan levert dit potentieel gevaar op voor:
    • het leven van de gebruiker of dat van derden;
    • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.

    Niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen moet u, voordat het apparaat wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.

    Omzeil veiligheidsvoorzieningen nooit en stel ze nooit buiten werking.

    De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk 'Algemeen' in de bedieningshandleiding van het apparaat.

    Storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, dienen vóór het inschakelen van het apparaat te worden verholpen.

    Het gaat immers om uw veiligheid!

    1. Veiligheidsvoorschriften

    Algemeen

    Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter gevaar op voor
    • het leven van de gebruiker of dat van derden;
    • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.
    Alle personen die met inbedrijfname, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
    • beschikken over de juiste kwalificaties;
    • kennis hebben over het omgaan met elektrische installaties;
    • deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen.

    De bedieningshandleiding moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.

    Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
    • in leesbare toestand houden;
    • niet beschadigen;
    • niet verwijderen;
    • niet afdekken, afplakken of overschilderen.

    De aansluitklemmen kunnen hoge temperaturen bereiken.

    U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel, dan levert dit potentieel gevaar op voor:
    • het leven van de gebruiker of dat van derden;
    • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.

    Niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen moet u, voordat het apparaat wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.

    Omzeil veiligheidsvoorzieningen nooit en stel ze nooit buiten werking.

    De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk 'Algemeen' in de bedieningshandleiding van het apparaat.

    Storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, dienen vóór het inschakelen van het apparaat te worden verholpen.

    Het gaat immers om uw veiligheid!

    1. Veiligheidsvoorschriften

    Omgevingscondities

    Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.

    1. Veiligheidsvoorschriften

    Gekwalificeerd personeel

    De informatie in deze gebruiksaanwijzing is uitsluitend bestemd voor gekwalificeerd vakpersoneel. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer geen andere handelingen uit dan de handelingen die in de documentatie zijn beschreven. Dat geldt ook wanneer u voor dergelijke werkzaamheden bent gekwalificeerd.

    Alle kabels moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Laat losse verbindingen, beschadigde kabels of kabels met een onvoldoende dikke kern onmiddellijk repareren door een geautoriseerd vakbedrijf.

    Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerd bedrijf worden uitgevoerd.

    Bij niet-originele onderdelen is niet gewaarborgd dat deze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd en geproduceerd. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen.

    Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat aan.

    Vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk of laat dit doen.

    1. Veiligheidsvoorschriften

    Informatie over de geluidsemissie

    De inverter genereert een maximaal geluidsniveau van < 65 dB (A) (ref. 1 pW) bij maximale belasting volgens IEC 62109-1:2010.

    De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd. Het geluidsniveau is afhankelijk van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz.

    Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het elektriciteitsnet, de omringende muren en de algemene omgevingskenmerken.

    1. Veiligheidsvoorschriften

    EMV-maatregelen

    In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie storingsgevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht maatregelen te treffen om de storing op te heffen.

    1. Veiligheidsvoorschriften

    Verwijdering

    Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, en dec hiervan afgeleide nationale wetten, moeten afgedankte elektrische apparaten apart worden ingezameld en milieuvriendelijk worden verwerkt. Retourneer gebruikte apparaten aan uw leverancier of breng ze naar een erkend inzamelpunt in uw omgeving. Het negeren van deze EU-directieven heeft mogelijk schadelijke effecten op het milieu en uw gezondheid!

    1. Veiligheidsvoorschriften

    Gegevensbescherming

    De gebruiker is verantwoordelijk voor de beveiliging van de gegevens:
    • het maken van gegevensback-ups van de wijzigingen t.o.v. de fabrieksinstellingen
    • het opslaan en bewaren van de persoonlijke instellingen
    1. Veiligheidsvoorschriften

    Auteursrecht

    Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.

    De tekst en afbeeldingen komen overeen met de technische stand van zaken bij het ter perse gaan, wijzigingen voorbehouden.
    Wij stellen uw suggesties voor verbeteringen en uw feedback over eventuele onjuistheden in de handleiding zeer op prijs.

    Algemeen

    Verklaring veiligheidsaanwijzingen

    GEVAAR!

    Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    VOORZICHTIG!

    Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.

    OPMERKING!

    Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.

    Wanneer u een symbool ziet dat in het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' is afgebeeld, is verhoogde opmerkzaamheid vereist.

    1. Algemeen

    Verklaring veiligheidsaanwijzingen

    GEVAAR!

    Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    VOORZICHTIG!

    Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.

    OPMERKING!

    Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.

    Wanneer u een symbool ziet dat in het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' is afgebeeld, is verhoogde opmerkzaamheid vereist.

    1. Algemeen

    Apparaatconcept

    Constructie:

    (1)
    Deksel
    (2)
    Inverter
    (3)
    Montagesteun
    (4)
    Aansluitpaneel incl. hoofdschakelaar gelijkstroom (DC)
    (5)
    Datacommunicatiegedeelte
    (6)
    Deksel datacommunicatie

    De inverter vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon aan de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet geleverd.

    De inverter werd uitsluitend voor het gebruik in netgekoppelde PV-installaties ontwikkeld, het van het openbare stroomnetwerk onafhankelijk opwekken van stroom is niet mogelijk.

    De inverter monitort automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de inverter onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
    De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen.

    De inverter werkt volautomatisch. Zodra na zonsopgang voldoende energie van de zonnepanelen ter beschikking staat, begint de inverter met de elektriciteitsnetmonitoring. Bij voldoende zonne-instraling start de inverter met de terugleveringsmodus.
    De inverter werkt daarbij zo dat het maximaal mogelijke rendement door de zonnepanelen wordt geleverd.
    Zodra het energieaanbod voor het terugleveren aan het elektriciteitsnet onvoldoende is, onderbreekt de inverter de verbinding tussen de vermogenselektronica en het stroomnetwerk volledig en schakelt deze het bedrijf uit. Alle instellingen en opgeslagen gegevens blijven behouden.

    Wanneer de temperatuur van de inverter te hoog wordt, verlaagt de inverter automatisch het huidige uitgangsvermogen om zichzelf te beschermen.
    Oorzaken voor een te hoge temperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur of een te geringe warmteafvoer zijn (bijv. bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

    1. Algemeen

    Beoogd gebruik

    De inverter is uitsluitend bestemd om de gelijkstroom van de zonnepanelen in wisselstroom om te zetten en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren.
    Als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling geldt:
    • elk ander of afwijkend gebruik
    • wijzigingen aan de inverter die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen
    • het inbouwen van onderdelen die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen of verkocht.

    De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
    Aanspraak op garantie vervalt.

    Tot het beoogde gebruik behoort ook:
    • het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding zijn beschreven
    • de naleving van de onderhoudswerkzaamheden
    • montage conform de installatiehandleiding

    Bij het aanleggen van de PV-installatie erop letten dat alle componenten uitsluitend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt.

    Alle door de fabrikant van het zonnepaneel aanbevolen maatregelen voor een duurzaam behoud van de eigenschappen van het zonnepaneel moeten in acht worden genomen.

    De bepalingen van de energiemaatschappij ten aanzien van de teruglevering en verbindingsmethoden moeten in acht worden genomen.

    1. Algemeen

    Waarschuwingen op het apparaat

    Op en in de inverter bevinden zich waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Deze waarschuwingen en veiligheidssymbolen mogen niet worden verwijderd of overgeschilderd. De waarschuwingen en symbolen waarschuwen voor een verkeerde bediening die kan resulteren in ernstig letsel en zware materiële schade.

     

    Veiligheidssymbolen:

     

    Gevaar op ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade door een onjuiste bediening

     

    De beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen:

    • deze gebruiksaanwijzing
    • alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten van de PV-installatie, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften

     

    Gevaarlijke elektrische spanning

     

    Ontlaadtijd van condensatoren afwachten!

    Symbolen op het kenplaatje:

    CE-aanduiding - geeft aan dat aan de geldende EU-richtlijnen en -verordeningen is voldaan.

    WEEE-aanduiding - afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform Europese richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled.

    RCM-aanduiding - conform de eisen van Australië en Nieuw-Zeeland gecontroleerd.

    CMIM-aanduiding - conform de eisen van IMANOR voor invoervoorwaarden en de naleving van de Marokkaanse normen gecontroleerd.

    Tekst van de waarschuwingen:

    WAARSCHUWING!
    Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Vóór het openen van het apparaat ervoor zorgen dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij zijn. Ontlaadtijd van de condensatoren afwachten (5 minuten).

    Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Fronius Solar Net en gegevensverbinding

    Voor individueel gebruik van de systeemuitbreidingen is door Fronius het Solar Net ontwikkeld. Het Fronius Solar Net is een gegevensnetwerk dat de koppeling van meerdere omvormers aan de systeemuitbreidingen mogelijk maakt.

    Het Fronius Solar Net is een bussysteem met ringtopologie. Voor de communicatie van een of meer op het Fronius Solar Net aangesloten omvormers met een systeemuitbreiding is één geschikte kabel toereikend.

    Om elke omvormer eenduidig in het Fronius Solar Net te definiëren, moet aan de betreffende omvormer eveneens een individueel nummer worden toegewezen.
    Toewijzen van een individueel nummer volgens de paragraaf De menuoptie SETUP.

    Verschillende systeemuitbreidingen worden door het Fronius Solar Net automatisch herkend.

    Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen te onderscheiden, moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld.

    Nadere informatie over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staat in de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen aangegeven of online op http://www.fronius.com

    ® http://www.fronius.com/QR-link/4204101938

    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Fronius Solar Net en gegevensverbinding

    Voor individueel gebruik van de systeemuitbreidingen is door Fronius het Solar Net ontwikkeld. Het Fronius Solar Net is een gegevensnetwerk dat de koppeling van meerdere omvormers aan de systeemuitbreidingen mogelijk maakt.

    Het Fronius Solar Net is een bussysteem met ringtopologie. Voor de communicatie van een of meer op het Fronius Solar Net aangesloten omvormers met een systeemuitbreiding is één geschikte kabel toereikend.

    Om elke omvormer eenduidig in het Fronius Solar Net te definiëren, moet aan de betreffende omvormer eveneens een individueel nummer worden toegewezen.
    Toewijzen van een individueel nummer volgens de paragraaf De menuoptie SETUP.

    Verschillende systeemuitbreidingen worden door het Fronius Solar Net automatisch herkend.

    Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen te onderscheiden, moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld.

    Nadere informatie over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staat in de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen aangegeven of online op http://www.fronius.com

    ® http://www.fronius.com/QR-link/4204101938

    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Datacommunicatiegedeelte

    Afhankelijk van de uitrusting kan de omvormer met de Fronius Datamanager-insteekkaart (8) zijn uitgerust.

    Item

    Product

    (1)

    Schakelbare multifunctionele stroominterface.
    Voor een meer gedetailleerde uitleg, zie de volgende paragraaf Info over multifunctionele stroominterface.

    Voor de aansluiting op de multifunctionele stroominterface de 2-polige contrastekker gebruiken die bij de omvormer is meegeleverd.

    (2) /
    (3)

    IN aansluiting Fronius Solar Net / Interface Protocol
    OUT aansluiting Fronius Solar Net / Interface Protocol
    In- en uitgang voor 'Fronius Solar Net' / Interface Protocol, voor de verbinding met andere DATCOM-componenten (bijv. omvormer, Fronius Sensor Box enz.)

    Bij een koppeling van meerdere DATCOM-componenten moet op elke vrije IN- of OUT-aansluiting van een DATCOM-component een eindstekker zijn aangesloten.
    Bij omvormers met Fronius Datamanager-insteekkaart worden 2 afsluitstekkers bij de omvormer meegeleverd.

    (4)

    LED 'Fronius Solar Net'
    geeft aan of er voor het Fronius Solar Net voeding ter beschikking staat.

    (5)

    LED 'Data-overdracht'
    knippert bij toegang tot de USB-stick. Gedurende deze tijd mag de USB-stick niet worden verwijderd.

    (6)

    USB A-bus
    voor het aansluiten van een USB-stick met maximale afmetingen van
    65 x 30 mm (2,6 x 2,1 inch)

    De USB-stick kan fungeren als datalogger voor de omvormer waarop hij is aangesloten. De USB-stick wordt niet met de omvormer meegeleverd.

    (7)

    Spanningsvrij schakelcontact (relais) met contrastekker

    max. 250 V AC / 4 A AC
    max. 30 V DC / 1 A DC
    max. 1,5 mm² (AWG 16) kabeldoorsnede

    Pin 1 = sluitercontact (normaal open)
    Pin 2 = wortel (gemeenschappelijk)
    Pin 3 = openercontact (normaal gesloten)

    Voor een meer gedetailleerde uitleg, zie de paragraaf De Setup menurecords.
    Voor aansluiting op het spanningsvrije schakelcontact gebruikt u de contrastekker die bij de omvormer is meegeleverd.

    (8)

    Fronius Datamanager 2.0 met WLAN-antenne
    of
    afdekking voor het vak met optionele kaarten

    Let op: De Fronius Datamanager 2.0 is alleen optioneel verkrijgbaar.

    (9)

    Deksel voor vak met optionele kaarten

    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Info over multifunctionele stroominterface

    Op de multifunctionele stroominterface kunnen meerdere schakelingvarianten worden aangesloten. Deze kunnen echter niet tegelijkertijd worden bediend. Als er bijvoorbeeld een S0-teller op de multifunctionele stroominterface is aangesloten, kan geen signaalcontact voor de overspanningsbeveiliging worden aangesloten (en omgekeerd).

    Pin 1 = meetingang: max. 20 mA, 100 ohm meetweerstand (belasting)
    Pin 2 = max. kortsluitingsstroom 15 mA, max. nullastspanning 16 V DC of GND

    Schakelvariant 1: Signaalcontact voor overspanningsbeveiliging
    De optie DC SPD (overspanningsbeveiliging) geeft afhankelijk van de instelling in het menu Basic (submenu Signaal ingang) een waarschuwing of een fout op het display weer. Meer informatie over de optie DC SPD vindt u in de installatiehandleiding.

    Schakelvariant 2: S0-teller
    Een teller voor het berekenen van het eigenverbruik per S0 kan direct op de omvormer worden aangesloten. Deze S0-teller kan worden geplaatst bij het leveringspunt of in de verbruiksleiding.

    BELANGRIJK! Het is mogelijk dat de omvormer-firmware bijgewerkt moet worden als u een S0-teller op de omvormer aansluit.

    De S0-teller moet voldoen aan de norm IEC62053-31 Klasse B.

    Aanbevolen max. impulsfrequentie van de S0-teller:

    PV-vermogen kWp [kW]

    max. impulsfrequentie per kWp

    30

    1000

    20

    2000

    10

    5000

    ≤ 5,5

    10000

    Met deze teller kan op twee manieren een dynamische vermogensreductie worden doorgevoerd:
    • Dynamische vermogensreductie via omvormer
      voor meer informatie, zie hoofdstuk Dynamische vermogensreductie via omvormer op pagina (→)
    • Dynamische vermogensreductie via Fronius Datamanager 2.0
      zie voor meer informatie: manuals.fronius.com/html/4204260191/#0_m_0000017472
    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Fail-Safe

    In de Fronius Solar Net-ring (verbinding tussen meerdere omvormers) voorkomt de Fail-Safe-functie dat de verbonden omvormers in de opstartfase of tijdens het bedrijf gaan terugleveren terwijl dit niet is toegestaan. Hiervoor wordt vanuit de primaire omvormer met ingebouwde datamanager een signaal naar de secundaire omvormers (Lite-apparaten) verzonden.

    De functie wordt geactiveerd als de datamanager uitvalt of de Solar Net-verbinding wordt onderbroken. Het signaal wordt in dit geval niet naar de secundaire omvormers verzonden. Alle apparaten schakelen uit en hebben de status 710.

    Voor een juiste werking van de Fail-Safe-functie moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • Bij alle omvormers in de Solar Net-ring moet Fail-Safe Mode op Permanent en Fail-Safe Behaviour op Disconnect zijn ingesteld.
    • De omvormer met de datamanager moet zich op de laatste plek in de ringleiding bevinden.

    Juiste bedrading

    Werking als een fout optreedt

    Er treden fouten op aan het begin en einde van de Solar Net-ring, de primaire omvormer stopt met het verzenden van het signaal, de secundaire omvormers schakelen uit en hebben de status 710.

    Er treden fouten op aan het begin en einde van de Solar Net-ring of tussen de verbonden omvormers, de primaire omvormer stopt met het verzenden van het signaal, de secundaire omvormers schakelen uit en hebben de status 710.

    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Beschrijving van de LED 'Fronius Solar Net'

    De LED 'Fronius Solar Net' brandt:
    Voeding voor de datacommunicatie binnen het Fronius Solar Net / Interface Protocol is in orde

    De LED 'Fronius Solar Net' knippert om de 5 seconden kort:
    Storing bij de datacommunicatie in het Fronius Solar Net

    • Te hoge stroom (een stroom van > 3 A, bijvoorbeeld veroorzaakt door kortsluiting in de Fronius Solar Net Ring)
    • Te lage spanning (geen kortsluiting, de spanning in het Fronius Solar Net < 6,5 V, bijvoorbeeld als er in het Fronius Solar Net te veel DATCOM-componenten zijn en de voeding onvoldoende is)

      In een dergelijk geval is een extra voeding van de Fronius DATCOM-componenten via een externe voedingseenheid (43,0001,1194) aan een van de Fronius DATCOM-componenten noodzakelijk.

      Voor het vaststellen van een te lage spanning zo nodig ook andere Fronius DATCOM-componenten op storingen controleren.

    Na uitschakeling vanwege een te hoge stroom of een te lage spanning tracht de omvormer elke 5 seconden de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net weer te herstellen, zolang de storing nog bestaat.

    Als de storing is verholpen, wordt de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net binnen 5 seconden hersteld.

    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Voorbeeld

    Registratie en archivering van de inverter- en sensordata met behulp van de Fronius Datamanager en de Fronius Sensor Box:

    Datanetwerk met 3 inverters en een Fronius Sensor Box:
    - Inverter 1 met Fronius Datamanager
    - Inverter 2 en 3 zonder Fronius Datamanager!

       = eindstekker

    De externe communicatie (Fronius Solar Net) vindt plaats door de inverter via het datacommunicatiegedeelte. Het datacommunicatiegedeelte heeft twee RS 422-interfaces als in- en uitgang. De verbinding komt tot stand via RJ45-stekkers.

    BELANGRIJK! Omdat de Fronius Datamanager als datalogger fungeert, mag geen andere datalogger in de Fronius Solar Net Ring aanwezig zijn.
    Per Fronius Solar Net Ring slechts één Fronius Datamanager!
    Alle overige Fronius Datamanagers uitbouwen en het vrije vak voor optionele kaarten met de bij Fronius optioneel verkrijgbare blinde afdekking (42,0405,2020) afsluiten of een inverter zonder Fronius Datamanager (light-versie) gebruiken.

    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Optionele insteekkaarten in de inverter plaatsen

    Informatie over het aanbrengen van optionele insteekkaarten (bijv.: Datamanager) in de inverter en het aansluiten van datacommunicatiekabels kunt u vinden in de installatiehandleiding.

    1. Datacommunicatie en Fronius Solar Net

    Dynamische vermogensreductie via omvormer

    Energiebedrijven of netwerkbeheerders kunnen terugleveringsbegrenzingen voor een omvormer voorschrijven. De dynamische vermogensreductie houdt daarbij rekening met het eigenverbruik in het eigen huishouden voordat het vermogen van de omvormer gereduceerd wordt.

    Een teller voor het berekenen van het eigenverbruik per S0 kan direct op de omvormer worden aangesloten - zie hoofdstuk Info over multifunctionele stroominterface op pagina (→)

    Een terugleveringslimiet kan in het Basic-menu onder Signaalingang - S0-meter worden ingesteld - zie hoofdstuk De Basic-menurecords op pagina (→).

    Instelmogelijkheden S0-meter:
    • Terugleveringslimiet elektriciteitsnet
      Veld voor het invoeren van het maximale terugleveringsvermogen in W. Als deze waarde wordt overschreden, regelt de omvormer binnen de door de nationale normen en voorschriften vereiste tijd terug naar de ingestelde waarde.
    • Impulsen per kWh
      Veld voor het invoeren van de impulsen per kWh van de S0-teller.

    Er is met deze configuratie geen teruglevering mogelijk.

    Bij gebruik van de S0-teller en vermogensreductie via de omvormer moet de S0-teller in de verbruiksafsplitsing zijn ingebouwd.

    S0-teller in verbruiksafsplitsing

    Als een dynamische vermogensreductie achteraf met de Fronius Datamanager 2.0 wordt geconfigureerd (gebruikersinterface van de omvormer - menu Netwerkbeheerder-editor - dynamische vermogensreductie), moet de dynamische vermogensreductie via de omvormer (Display van de omvormer - Basic-menu - Signaalingang - S0-meter) worden gedeactiveerd.

    Controle van de installaties

    Algemeen

    De inverter is standaard met de voor WLAN geschikte systeemmonitoring Fronius Datamanager 2.0 uitgerust.
    De systeemmonitoring omvat de volgende functies:

    • eigen website met weergave van huidige data en verschillende instelmogelijkheden
    • mogelijkheid verbinding te maken met Fronius Solar.web via WLAN of LAN
    • automatisch verzenden van serviceberichten per sms of e-mail bij storingen
    • inverter kan worden bestuurd via het invoeren van de vermogensgrenswaarden, de minimale en maximale looptijden of de gewenste looptijden
    • besturing van de inverter via Modbus (TCP / RTU)
    • verstrekken van besturingsprioriteiten
    • besturing van inverter via aangesloten teller (Fronius Smart Meter)
    • besturing van inverter via een rimpelspanningssignaalontvanger (bijv. blindvermogen of werkelijk vermogen)
    • dynamische vermogensreductie met inachtneming van eigen verbruik

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0 vindt u online in de gebruiksaanwijzing van Fronius Datamanager 2.0.

    1. Controle van de installaties

    Algemeen

    De inverter is standaard met de voor WLAN geschikte systeemmonitoring Fronius Datamanager 2.0 uitgerust.
    De systeemmonitoring omvat de volgende functies:

    • eigen website met weergave van huidige data en verschillende instelmogelijkheden
    • mogelijkheid verbinding te maken met Fronius Solar.web via WLAN of LAN
    • automatisch verzenden van serviceberichten per sms of e-mail bij storingen
    • inverter kan worden bestuurd via het invoeren van de vermogensgrenswaarden, de minimale en maximale looptijden of de gewenste looptijden
    • besturing van de inverter via Modbus (TCP / RTU)
    • verstrekken van besturingsprioriteiten
    • besturing van inverter via aangesloten teller (Fronius Smart Meter)
    • besturing van inverter via een rimpelspanningssignaalontvanger (bijv. blindvermogen of werkelijk vermogen)
    • dynamische vermogensreductie met inachtneming van eigen verbruik

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0 vindt u online in de gebruiksaanwijzing van Fronius Datamanager 2.0.

    1. Controle van de installaties

    Fronius Datamanager 2.0 tijdens de nacht of bij onvoldoende beschikbare DC-spanning

    De parameter Nachtmodus in de Setup-menuoptie Display-instellingen is in de fabriek op UIT ingesteld.
    Om deze reden is de Fronius Datamanager 2.0 tijdens de nacht of bij onvoldoende beschikbare DC-spanning niet bereikbaar.

    Om de Fronius Datamanager 2.0 toch te activeren: de omvormer aan AC-zijde uit- en weer inschakelen en binnen 90 seconden op een willekeurige functietoets op het display van de omvormer drukken.

    Zie ook het hoofdstuk 'Menupunten in het Setup-menu', 'Display-instellingen' (Nachtmodus).

    1. Controle van de installaties

    Eerste gebruik

    Voor het eerste gebruik van de Fronius Datamanager 2.0
    • moet de Fronius Datamanager 2.0-insteekkaart in de omvormer ingebouwd zijn,
      of
    • een Fronius Datamanager Box 2.0 moet zich in de Fronius Solar Net Ring bevinden.

    BELANGRIJK! Om een verbinding met de Fronius Datamanager 2.0 tot stand te brengen, moet 'Automatisch een IP-adres verkrijgen (DHCP)' bij het betreffende eindapparaat (bijv. laptop, tablet enz.) zijn geactiveerd.

    OPMERKING!

    Als in de PV-installatie slechts één omvormer aanwezig is, kunnen de volgende stappen 1 en 2 worden overgeslagen.

    Het eerste gebruik start in dit geval bij stap 3.

    1Omvormer met Fronius Datamanager 2.0 of Fronius Datamanager Box 2.0 met Fronius Solar Net verbinden
    2Bij een koppeling van meerdere omvormers in Fronius Solar Net:Schakelaar voor Fronius Solar Net Master / Slave op Fronius Datamanager 2.0-insteekkaart of Box goed zetten
    • één omvormer met Fronius Datamanager 2.0 = master
    • alle andere omvormers met Fronius Datamanager 2.0 = slave (de LED's op de Fronius Datamanager 2.0-insteekkaarten en Boxen branden niet)
    3Apparaat in de servicemodus schakelen
    • WLAN-toegangspunt via Setup-menu van de omvormer activeren

    De omvormer stelt het WLAN-toegangspunt in. Het WLAN-toegangspunt blijft 1 uur geopend. De IP-schakelaar op de Fronius Datamanager 2.0 kan door activering van het WLAN-toegangspunt in schakelaarpositie B blijven.

     

     

    Installatie via webbrowser

    4Eindapparaat aan het WLAN-toegangspunt koppelenSSID = FRONIUS_240.xxxxx (5 tot 8 cijfers)
    • naar een netwerk met de naam FRONIUS_240.xxxxx zoeken
    • Verbinding met dit netwerk maken
    • Wachtwoord van display omvormer invoeren
    (Of eindapparaat en omvormer met Ethernet-kabel verbinden)

     

    5In browser het volgende invoeren:
    http://datamanager
    of
    192.168.250.181 (IP-adres voor WLAN-verbinding)
    of
    169.254.0.180 (IP-adres voor LAN-verbinding)

    De startpagina van de installatiewizard wordt weergegeven.

    De Technicus-assistent is bedoeld voor de installateur en bevat normspecifieke instellingen. De uitvoering van de Technicus-assistent is optioneel.
    Als de Technicus-assistent uitgevoerd wordt, zeker het toegewezen Service-wachtwoord noteren. Dit Service-wachtwoord is voor het instellen van de menu-optie Netwerkbeheerder-editor vereist.Als de Technicus-assistent niet uitgevoerd wordt, zijn er geen regels voor vermogensreductie ingesteld.

    De uitvoering van de Fronius Solar.web-assistent is verplicht!

    6De Fronius Solar.web-assistent uitvoeren en de instructies op het scherm volgen

    De Fronius Solar.web-startpagina wordt weergegeven
    of
    de website van de Fronius Datamanager 2.0 wordt weergegeven.

    7Indien nodig de Technicus-assistent uitvoeren en de instructies op het scherm volgen
    1. Controle van de installaties

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0

    Meer informatie over Fronius Datamanager 2.0 en de overige opties voor inbedrijfname vindt u onder:

    → http://www.fronius.com/QR-link/4204260191NL

    Bedieningselementen en aanduidingen

    Bedieningselementen en aanduidingen

    Item

    Beschrijving

    (1)

    Display
    voor het weergeven van waarden, instellingen en menu's


    Controle- en status-LED's

    (2)

    LED algemene status (rood) brandt
    • wanneer op het display een statuscode wordt weergegeven
    • bij onderbreking van de terugleveringsmodus
    • tijdens de behandeling van de storing (de inverter wacht op het verwijderen of verhelpen van een opgetreden storing)

    (3)

    Startup-LED (oranje) brandt wanneer
    • de inverter zich in de automatische startup- of zelftestfase bevindt (zodra de zonnepanelen na zonsopgang voldoende vermogen leveren)
    • de inverter in het Setup-menu in de stand-bymodus werd geschakeld (= handmatige uitschakeling van de terugleveringsmodus)
    • de software van de inverter bijgewerkt wordt

    (4)

    Bedrijfsstatus-LED (groen) brandt
    • wanneer de PV-installatie na de automatische startup-fase van de inverter storingvrij werkt
    • zolang er energie aan het stroomnet wordt teruggeleverd


    Functietoetsen - vervullen afhankelijk van procedure verschillende functies:

    (5)

    Toets 'links/omhoog'
    voor navigatie naar links en naar boven

    (6)

    Toets 'omlaag/rechts'
    voor navigatie naar beneden en naar rechts

    (7)

    Toets 'Menu / Esc'
    voor het wisselen in het menuniveau
    voor het verlaten van het Setup-menu

    (8)

    Toets 'Enter'
    voor het bevestigen van een keuze

    De toetsen zijn capacitieve toetsen, aanraking met water kan de werking van de toetsen beïnvloeden. Voor een optimale werking van de toetsen eventueel met een doek droogwrijven.

    1. Bedieningselementen en aanduidingen

    Bedieningselementen en aanduidingen

    Item

    Beschrijving

    (1)

    Display
    voor het weergeven van waarden, instellingen en menu's


    Controle- en status-LED's

    (2)

    LED algemene status (rood) brandt
    • wanneer op het display een statuscode wordt weergegeven
    • bij onderbreking van de terugleveringsmodus
    • tijdens de behandeling van de storing (de inverter wacht op het verwijderen of verhelpen van een opgetreden storing)

    (3)

    Startup-LED (oranje) brandt wanneer
    • de inverter zich in de automatische startup- of zelftestfase bevindt (zodra de zonnepanelen na zonsopgang voldoende vermogen leveren)
    • de inverter in het Setup-menu in de stand-bymodus werd geschakeld (= handmatige uitschakeling van de terugleveringsmodus)
    • de software van de inverter bijgewerkt wordt

    (4)

    Bedrijfsstatus-LED (groen) brandt
    • wanneer de PV-installatie na de automatische startup-fase van de inverter storingvrij werkt
    • zolang er energie aan het stroomnet wordt teruggeleverd


    Functietoetsen - vervullen afhankelijk van procedure verschillende functies:

    (5)

    Toets 'links/omhoog'
    voor navigatie naar links en naar boven

    (6)

    Toets 'omlaag/rechts'
    voor navigatie naar beneden en naar rechts

    (7)

    Toets 'Menu / Esc'
    voor het wisselen in het menuniveau
    voor het verlaten van het Setup-menu

    (8)

    Toets 'Enter'
    voor het bevestigen van een keuze

    De toetsen zijn capacitieve toetsen, aanraking met water kan de werking van de toetsen beïnvloeden. Voor een optimale werking van de toetsen eventueel met een doek droogwrijven.

    1. Bedieningselementen en aanduidingen

    Display

    De voeding van het display wordt verzorgd via de AC-netspanning. Afhankelijk van de instelling in het menu Setup kan het display de gehele dag ter beschikking staan. (Nachtmodus, zie paragraaf Display-instellingen)

    BELANGRIJK! Het display van de omvormer is geen gekalibreerd meetinstrument.
    Een kleine afwijking van de stroommeter van het energiebedrijf is te wijten aan het systeem. Voor het opstellen van een nauwkeurige afrekening voor het energiebedrijf is daarom een geijkte meter vereist.

    Afleesbereiken op het display, afleesmodus
    Afleesbereiken op het display, Setup-modus
    (*)
    Schuifbalk
    (**)
    Het symbool Energy Manager
    wordt weergegeven wanneer de functie 'Energy Manager' geactiveerd is
    Meer informatie hierover vindt u in de paragraaf Relais (spanningsvrij schakelcontact)
    (***)
    WR-Nr. = Omvormer DATCOM-nummer,
    Geheugensymbool - wordt kortstondig weergegeven bij het opslaan van de ingestelde waarden,
    USB-verbinding wanneer een USB-stick is aangesloten

    Het menuniveau

    Displayverlichting activeren

    1Druk op een willekeurige toets

    De displayverlichting wordt ingeschakeld.

    In de menuoptie SETUP bestaat onder de record 'Instellingen - verlichting' de mogelijkheid om de displayverlichting permanent in te schakelen of continu uit te schakelen.
    1. Het menuniveau

    Displayverlichting activeren

    1Druk op een willekeurige toets

    De displayverlichting wordt ingeschakeld.

    In de menuoptie SETUP bestaat onder de record 'Instellingen - verlichting' de mogelijkheid om de displayverlichting permanent in te schakelen of continu uit te schakelen.
    1. Het menuniveau

    Automatisch deactiveren van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU'

    Als 2 minuten lang geen toets wordt ingedrukt, dan gaat de displayverlichting automatisch uit en schakelt de inverter de afleesmodus 'NU' in (indien de displayverlichting op 'Automatisch' is ingesteld).

    Het automatisch overschakelen naar de afleesmodus 'NU' geschiedt vanuit iedere willekeurige positie tenzij de inverter handmatig in de bedrijfsmodus 'Stand-by' is gezet.

    Na het automatisch overschakelen naar de menuoptie 'NU' wordt de huidige teruggeleverde elektriciteit weergegeven.

    1. Het menuniveau

    Menuniveau oproepen

    1De knop 'Menu'    indrukken

    Het display verandert van menuniveau.

    2Kies met behulp van de knoppen 'links' of 'rechts'    de gewenste menuoptie
    3De gewenste menuoptie door het indrukken van de knop 'Enter'    oproepen

    De menuopties 'NU', 'LOG' en 'GRAPH'

    NU
    LOG
    GRAPH

    NU
    (Weergave van momentele waarden)

    LOG
    (opgeslagen data van de huidige dag, van actueel kalenderjaar en vanaf het eerste gebruik van de inverter)

    GRAPH
    dag-diagram
    geeft het verloop van het uitgangsvermogen tijdens de dag grafisch weer. De schaal van de tijdas past zich automatisch aan.

    Druk op de knop 'Terug' om de weergave te sluiten

    1. De menuopties 'NU', 'LOG' en 'GRAPH'

    NU
    LOG
    GRAPH

    NU
    (Weergave van momentele waarden)

    LOG
    (opgeslagen data van de huidige dag, van actueel kalenderjaar en vanaf het eerste gebruik van de inverter)

    GRAPH
    dag-diagram
    geeft het verloop van het uitgangsvermogen tijdens de dag grafisch weer. De schaal van de tijdas past zich automatisch aan.

    Druk op de knop 'Terug' om de weergave te sluiten

    1. De menuopties 'NU', 'LOG' en 'GRAPH'

    In de menuopties NU en LOG weergegeven waarden

     

    In de menuoptie NU weergegeven waarden:

    Uitgangsvermogen (W)

    AC-blindvermogen (VAr)

    Netspanning (V)

    Uitgangsstroom (A)

    Netfrequentie (Hz)

    Solarspanning (V)

    Solarstroom (A)

    Tijd / Datum
    tijd en datum op de inverter of in de Fronius Solar Net Ring

     

    In de menuoptie LOG weergegeven waarden:
    (voor de huidige dag, het actuele kalenderjaar en vanaf de eerste ingebruikneming van de inverter)

    Geleverde energie (kWh / MWh)
    tijdens de geobserveerde periode aan het stroomnet geleverde energie

    In verband met verschillende meetmethoden kunnen afwijkingen ten opzichte van afleeswaarden van andere meetapparaten ontstaan. Voor het verrekenen van de geleverde energie zijn alleen de afleeswaarden van de door de elektriciteitsmaatschappij ter beschikking gestelde, geijkte meter bindend.

    Maximaal uitgangsvermogen (W)
    hoogste, tijdens de geobserveerde periode aan het stroomnet geleverd vermogen

    Inkomsten
    tijdens de geobserveerde periode bespaard geld (valuta in het Setup-menu instelbaar)

    Net als bij de geleverde energie kunnen ook bij Inkomsten afwijkingen ten opzichte van andere meetwaarden ontstaan.

    Instelling van valuta en verrekentarief wordt in de rubriek 'Het Setup-menu' beschreven.
    De fabrieksinstelling hangt af van de betreffende landspecifieke setup.

    CO2 -besparing (g / kg)
    tijdens de geobserveerde periode bespaarde CO2-emissie

    De waarde voor de CO2-besparing komt overeen met de CO2-emissie, die bij productie van de gelijke hoeveelheid stroom in een bestaande energiecentrale zou zijn vrijgekomen. De fabrieksinstelling bedraagt 0,53 kg / kWh (bron: DGS - Deutsche Gesellschaft für Sonnenenergie).

    Maximale spanning L-N (V)
    hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten spanning tussen draad en nulleider

    Maximale solarspanning (V)
    hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten solarspanning

    Bedrijfsuren
    bedrijfsduur van de inverter (HH:MM).

    BELANGRIJK! Voor de correcte weergave van de dag- en jaarwaarden moet de tijd correct zijn ingesteld.

    De menuoptie SETUP

    Voorkeursinstelling

    De inverter is na de volledige uitvoering van de inbedrijfname (bijvoorbeeld met behulp van de installatiewizard) voorgeconfigureerd volgens de landspecifieke setup.

    Via de menuoptie SETUP kunnen de voorkeursinstellingen van de inverter eenvoudig worden gewijzigd om zo goed mogelijk aan uw specifieke wensen en eisen te voldoen.

    1. De menuoptie SETUP

    Voorkeursinstelling

    De inverter is na de volledige uitvoering van de inbedrijfname (bijvoorbeeld met behulp van de installatiewizard) voorgeconfigureerd volgens de landspecifieke setup.

    Via de menuoptie SETUP kunnen de voorkeursinstellingen van de inverter eenvoudig worden gewijzigd om zo goed mogelijk aan uw specifieke wensen en eisen te voldoen.

    1. De menuoptie SETUP

    SETUP

     

    SETUP
    (setup-menu)

    OPMERKING!

    Naar aanleiding van software-updates kunnen functies op uw apparaat beschikbaar zijn die in deze gebruiksaanwijzing niet zijn beschreven (of omgekeerd).

    Bovendien kunnen enkele afbeeldingen in geringe mate afwijken van de bedieningselementen op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter gelijk.

    1. De menuoptie SETUP

    Navigeren in de menu-optie SETUP

    De menu-optie SETUP openen

    Menuniveau 'SETUP' geselecteerd
    1In het menuniveau met de knop 'links' of 'rechts'    de menuoptie 'SETUP' selecteren
    2De knop 'Enter'    indrukken
    Item 'Standby'

    Het eerste item van de menuoptie SETUP wordt weergegeven:
    'Standby'

    Tussen de items bladeren

    Voorbeeld: Menuoptie 'WiFi Access Point' (WLAN-toegangspunt)
    3Met de knoppen 'omhoog' of 'omlaag'    tussen de beschikbare items bladeren

    Een item verlaten

    4Om een item te verlaten, moet u de knop 'Terug'    indrukken

    Het menuniveau wordt weergegeven

    Indien er 2 minuten geen knop wordt ingedrukt,
    • schakelt de inverter vanuit iedere willekeurige positie binnen het menuniveau over naar de menu-optie 'NU' (uitzondering: Setup-menu-item 'Standby'),
    • gaat de display-verlichting uit.
    • De momenteel aan het net teruggeleverde elektriciteit wordt weergegeven.
    1. De menuoptie SETUP

    Menurecords instellen algemeen

    1Open het gewenste menu
    2Selecteer met behulp van de toets 'op' of 'neer' de gewenste record  
    3Druk op de toets 'Enter'  

    De ter beschikking staande instellingen worden weergegeven:

     

    De eerste positie van een in te stellen waarde knippert:

    4Selecteer m.b.v. de toetsen ‘op’ of ‘neer’ de gewenste instelling  
    5Druk op de toets 'Enter' om de keuze op te slaan en over te nemen.  

    Druk om de keuze niet op te slaan de toets 'Esc' in.  
    4Kies m.b.v. de toets ‘op’ of ‘neer’ een getal voor de eerste positie  
    5Druk op de toets 'Enter'  

    De tweede positie van de waarde knippert.

    6Herhaal stap 4 en 5 tot ...

    de complete, in te stellen waarde knippert.

     

    7Druk op de toets 'Enter'  
    8Herhaal stappen 4 - 6 zo nodig voor eenheden of andere in te stellen waarden tot de eenheid of de in te stellen waarde knippert.
    9Druk op de toets 'Enter' om de wijzigingen op te slaan en over te nemen.  

    Druk om de wijzigingen niet op te slaan de toets 'Esc' in.  

    De actueel geselecteerde record wordt weergegeven.

     

    De actueel geselecteerde record wordt weergegeven.

    1. De menuoptie SETUP

    Toepassingsvoorbeeld: Tijd instellen

    1Setup-menu-item 'Tijd / Datum'    selecteren
    2De knop 'Enter'    indrukken

     

    Het overzicht van de instelbare waarden wordt weergegeven.

    3Met de knoppen 'omhoog' of 'omlaag'    'Tijd instellen' selecteren
    4De knop 'Enter'    indrukken

    De tijd wordt weergegeven. (HH:MM:SS, 24-uurs weergave), het cijfer voor de tientallen van de uren knippert.

    5Met de knoppen 'omhoog' of 'omlaag'    een waarde voor het cijfer voor de tientallen van de uren selecteren
    6De knop 'Enter'    indrukken

    Het cijfer voor de eenheden voor de uren knippert.

    7Handeling 5 en 6 voor de eenheden van de uren herhalen voor de minuten en seconden tot ...

    de ingestelde tijd knippert.

    8De knop 'Enter'    indrukken

    De tijd wordt opgeslagen, het overzicht van de instelbare waarden wordt weergegeven.

    4De knop 'Esc'    indrukken

    Setup-menu-item 'Tijd / Datum' wordt weergegeven.

    De Setup menurecords

    Stand-by

    Handmatige activering / deactivering van de stand-bymodus

    • Er vindt geen teruglevering aan het net plaats.
    • De Startup-LED licht oranje op.
    • Op het display wordt afwisselend STANDBY/ENTER weergegeven
    • In de stand-bymodus kan geen andere menuoptie in het menuniveau worden opgeroepen of ingesteld.
    • Het automatisch wisselen naar de afleesmodus 'NU' wordt niet geactiveerd als gedurende 2 minuten geen toets wordt ingedrukt.
    • De stand-bymodus kan alleen handmatig door het indrukken van de toets 'Enter' worden beëindigd.
    • Tenzij er sprake is van een fout (statuscode) kan de terugleveringsmodus te allen tijde worden hervat door op de toets 'Enter’ te drukken
    Stand-bymodus instellen (handmatig uitschakelen van de terugleveringsmodus):
    1Het item 'Stand-by' selecteren
    2De functietoets 'Enter'    indrukken

    Op het display verschijnt afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
    De stand-bymodus is nu geactiveerd.
    De Startup-LED licht oranje op.

    Hervatting van de terugleveringsmodus:
    In de standby-modus verschijnt op het display afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
    1Om de terugleveringsmodus te hervatten, moet u de functietoets 'Enter'    indrukken

    Het item 'Stand-by' wordt weergegeven.
    Parallel daaraan doorloopt de inverter de Startup-fase.
    Nadat de terugleveringsmodus weer is ingeschakeld, licht de bedrijfsstatus-LED groen op.

    1. De Setup menurecords

    Stand-by

    Handmatige activering / deactivering van de stand-bymodus

    • Er vindt geen teruglevering aan het net plaats.
    • De Startup-LED licht oranje op.
    • Op het display wordt afwisselend STANDBY/ENTER weergegeven
    • In de stand-bymodus kan geen andere menuoptie in het menuniveau worden opgeroepen of ingesteld.
    • Het automatisch wisselen naar de afleesmodus 'NU' wordt niet geactiveerd als gedurende 2 minuten geen toets wordt ingedrukt.
    • De stand-bymodus kan alleen handmatig door het indrukken van de toets 'Enter' worden beëindigd.
    • Tenzij er sprake is van een fout (statuscode) kan de terugleveringsmodus te allen tijde worden hervat door op de toets 'Enter’ te drukken
    Stand-bymodus instellen (handmatig uitschakelen van de terugleveringsmodus):
    1Het item 'Stand-by' selecteren
    2De functietoets 'Enter'    indrukken

    Op het display verschijnt afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
    De stand-bymodus is nu geactiveerd.
    De Startup-LED licht oranje op.

    Hervatting van de terugleveringsmodus:
    In de standby-modus verschijnt op het display afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
    1Om de terugleveringsmodus te hervatten, moet u de functietoets 'Enter'    indrukken

    Het item 'Stand-by' wordt weergegeven.
    Parallel daaraan doorloopt de inverter de Startup-fase.
    Nadat de terugleveringsmodus weer is ingeschakeld, licht de bedrijfsstatus-LED groen op.

    1. De Setup menurecords

    WiFi-toegangspunt

    Voor het activeren/deactiveren van het WiFi Access Point (WiFi-toegangspunt). Dit is bijvoorbeeld nodig om via de webinterface van de Datamanager de systeemmonitoring in te stellen of aan te passen. Als de inverter geen Datamanager detecteert, wordt [niet beschikbaar] weergegeven

    Instelbereik

    WiFi-toegangspunt
    [gestopt]

     

    WiFi AP activeren?

    Voor het activeren van het WiFi-toegangspunt   Op de toets 'Enter' drukken

     

    WiFi-toegangspunt
    [actief]

    De SS-ID (SS) en het wachtwoord (PW) worden weergegeven.

     

    WiFi AP deactiveren?

    Voor het deactiveren van het WiFi-toegangspunt   Op de toets 'Enter' drukken

     

    WiFi-toegangspunt
    [niet beschikbaar]

    Wordt weergegeven wanneer er geen systeemmonitoring op de inverter beschikbaar is.

    1. De Setup menurecords

    DATCOM

    Controle van de datacommunicatie, invoer van het inverternummer, protocolinstellingen

    Instelbereik

    Status / Inverternummer / Protocoltype

    Status
    geeft datacommunicatie via Fronius Solar Net of een in de datacommunicatie opgetreden fout aan

    Inverternummer
    instelling van het nummer (=adres) van de inverter bij een installatie met meerdere aan elkaar gekoppelde inverters

    Instelbereik

    00 - 99 (00 = inverter adres 100)

    Fabrieksinstelling

    01

    BELANGRIJK! Bij het integreren van meerdere inverters in een datacommunicatiesysteem moet aan iedere inverter een eigen adres worden toegewezen.

    Protocoltype
    legt vast welk communicatieprotocol de data overbrengt:

    Instelbereik

    Fronius Solar Net / Interface *

    Fabrieksinstelling

    Fronius Solar Net

    * Het protocoltype Interface werkt uitsluitend zonder Fronius Datamanager-kaart. Eventueel aanwezige Fronius Datamanager-kaarten moeten uit de inverter worden verwijderd.

    1. De Setup menurecords

    USB

    Firmware-updates uitvoeren of gedetailleerde waarden van de omvormer op de USB-stick opslaan

    Instelbereik

    Hardware veilig verwijderen / Software-update / Logginginterval

    Hardware veilig verwijderen
    Om een USB-stick zonder verlies van data uit de USB A-bus bij de insteekeenheid voor datacommunicatie te trekken.

    De USB-stick kan worden verwijderd:
    • wanneer het OK-bericht wordt weergegeven
    • wanneer de LED 'Data-overdracht' niet meer knippert of brandt

    Software-update
    voor het actualiseren van de omvormerfirmware met behulp van een USB-stick.

    Werkwijze:
    1Het firmware-updatebestand 'froxxxxx.upd' downloaden
    (bijv. via http://www.fronius.com; xxxxx staat voor het desbetreffende versienummer)

    OPMERKING!

    Voor het probleemloos bijwerken van de omvormer-software mag de hiervoor bestemde USB-stick geen verborgen partities en geen versleuteling bevatten (zie het hoofdstuk 'Geschikte USB-sticks').

    2Het firmware-updatebestand in het buitenste dataveld op de USB-stick opslaan
    3Deksel van het datacommunicatiegedeelte op de omvormer openen
    4USB-stick met het firmware-updatebestand aansluiten op de USB-bus in het datacommunicatiegedeelte van de omvormer
    5In het Setup-menu de menuoptie 'USB' en vervolgens 'Software-update' selecteren
    6Op de knop 'Enter' drukken
    7Wachten tot op het display de actuele firmware-versie op de omvormer versus de nieuwe firmware-versie wordt weergegeven:
    • 1. pagina: Recerbo-software (LCD), toetsen-controllersoftware (KEY), landensetup versie (Set)
    • 2. pagina: Vermogensfasedeel software (PS1, PS2)
    8Na elke bladzijde de functietoets 'Enter' indrukken

    De omvormer begint met het kopiëren van de data.
    'BOOT' en de opslagvoortgang van de afzonderlijke tests worden in % weergegeven tot de data voor alle elektronische componenten zijn gekopieerd.

    Na het kopiëren werkt de omvormer een voor een de benodigde elektronische componenten bij.
    'BOOT', de desbetreffende componenten en de bijwerkingsvoortgang worden in % weergegeven.

    Als laatste stap actualiseert de omvormer het display.
    Het display blijft gedurende ca. 1 minuut donker, de controle- en status-LED's knipperen.

    Nadat het bijwerken van de firmware is afgesloten, schakelt de omvormer over naar de startup-fase en vervolgens naar de terugleveringsmodus. De USB-stick met behulp van de functie 'Hardware veilig verwijderen' loskoppelen.

    Bij het actualiseren van de omvormer-firmware blijven individuele instellingen in het Setup-menu behouden.

     

    Logging-interval
    Activeren / deactiveren van de USB-logging-functie, evenals instelling van een logging-interval

    Eenheid

    Minuten

    Instelbereik

    30 Min / 20 Min / 15 Min / 10 Min / 5 Min / No Log

    Fabrieksinstelling

    30 min

     

     

    30 min

    Het logging-interval bedraagt 30 minuten; elke 30 minuten worden er nieuwe logging-data op de USB-stick opgeslagen.

    20 min

    15 min

    10 min

    5 min

    Het logging-interval bedraagt 5 minuten; elke 5 minuten worden er nieuwe logging-data op de USB-stick opgeslagen.

    No Log (Geen logboek)

    Geen opslag van data

    BELANGRIJK! Voor een goed werkende USB-logging-functie moet de tijd correct zijn ingesteld. De tijdsinstelling wordt behandeld onder 'Menupunten in het Setup-menu' - 'Tijd / datum'.

    1. De Setup menurecords

    Relais (spanningsvrij schakelcontact)

    Met behulp van het spanningsvrije schakelcontact (relais) op de omvormer kunnen statuscodes (State Codes), de toestand van de omvormer (bijv. de terugleveringsmodus) of de functies van de Energy Manager worden weergegeven.

    Instelbereik

    Relaismodus / Relaistest / Inschakelpunt* / Uitschakelpunt*

    * wordt alleen weergegeven als onder 'Relaismodus' de functie 'E-Manager' is geactiveerd.

    Relaismodus
    de volgende functies kunnen via de relaismodus worden afgebeeld:

    • alarmfunctie (permanent / ALL / GAF)
    • actieve uitgang (ON / OFF)
    • Energy Manager (E-Manager)

    Instelbereik

    ALL / permanent / GAF / OFF / ON / E-Manager

    Fabrieksinstelling

    ALL

    Alarmfunctie:

    ALL / permanent:

    Schakelen van het spanningsvrije schakelcontact bij permanente en tijdelijke servicecodes (bijv. korte onderbreking van de terugleveringsmodus, een servicecode treedt vaker dan een bepaald aantal keer per dag op - instelbaar in het menu 'BASIC')

    GAF

    Zodra de modus GAF is geselecteerd, wordt het relais ingeschakeld. Zodra het vermogensfasedeel een fout meldt en van de normale terugleveringsmodus op een fouttoestand overgaat, wordt het relais geopend. Daardoor kan het relais voor alle faalveilige functies worden gebruikt.

    Mogelijke toepassing
    Bij gebruik van eenfasige omvormers op een meerfasige locatie kan een fasecorrectie nodig zijn. Wanneer bij een of meer omvormers een fout optreedt en de verbinding met het net wordt verbroken, moet de verbinding van de andere omvormers eveneens worden verbroken om het fasenevenwicht te behouden. De 'GAF' relaisfunctie kan in verbinding met de Datamanager of een extern beschermingsapparaat worden gebruikt om op te merken of door te geven dat een omvormer niet wordt teruggeleverd of van het stroomnet wordt afgesloten, en om de overige omvormers via een commando op afstand eveneens van het stroomnet af te sluiten.

    Actieve uitgang:

    'ON' (AAN):

    Het spanningsvrije NOC-schakelcontact is continu ingeschakeld zolang de omvormer in bedrijf is (zolang het display verlicht is of iets weergeeft).

    'OFF' (UIT):

    Het spanningsvrije NOC-schakelcontact is uitgeschakeld.

    Energy Manager:

    E-Manager:

    Raadpleeg voor meer informatie over de functie Energy Manager het hoofdstuk 'Energy Manager'.

    Relaistest
    Controleren of het spanningsvrije schakelcontact periodiek schakelt

    Inschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie 'Energy Manager')
    voor het instellen van de limiet voor het werkelijke vermogen die bepaalt wanneer het spanningsvrije schakelcontact moet worden ingeschakeld

    Fabrieksinstelling

    1000 W

    Instelbereik

    ingesteld uitschakelpunt tot het maximale vermogen van de omvormer (W of kW)

    Uitschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie 'Energy Manager')
    voor het instellen van de limiet voor het werkelijke vermogen die bepaalt wanneer het spanningsvrije schakelcontact moet worden uitgeschakeld

    Fabrieksinstelling

    500

    Instelbereik

    0 tot ingesteld inschakelpunt van de omvormer (W of kW)

    1. De Setup menurecords

    Energy Manager
    (in menu-optie Relais)

    Met behulp van de functie Energy Manager (E-Manager) kan het spanningsvrije schakelcontact zo worden aangestuurd dat dit als actor fungeert.
    Zodoende kan een op het spanningsvrije schakelcontact aangesloten verbruiker worden aangestuurd door instelling van een in- of uitschakelpunt dat afhankelijk is van het aan het net geleverde vermogen (werkelijk vermogen).

    Het spanningsvrije schakelcontact wordt automatisch uitgeschakeld:
    • als de inverter geen stroom levert aan het openbare stroomnetwerk
    • als de inverter handmatig in de stand-bymodus wordt gezet
    • als er een werkelijk vermogen wordt voorgeschreven dat < 10% van het nominale vermogen van de inverter bedraagt.

    Voor het activeren van de functie Energy Manager het punt 'E-Manager' selecteren en op de toets 'Enter' drukken.
    Als de functie 'Energy Manager' actief is, wordt linksboven op het display het symbool 'Energy Manager' weergegeven:

       bij uitgeschakeld spanningsvrij schakelcontact NO (open contact)

       bij ingeschakeld spanningsvrij schakelcontact NC (gesloten contact)

    Voor het deactiveren van de functie Energy Manager een andere functie (ALL / Permanent / OFF / ON) selecteren en op de toets 'Enter' drukken.

    OPMERKING!

    Instructies voor het instellen van het in- en uitschakelpunt
    Een te klein verschil tussen het in- en uitschakelpunt evenals schommelingen in het werkelijke vermogen kunnen tot frequente schakelcycli leiden.


    Om frequent in- en uitschakelen te voorkomen, moet het verschil tussen het in- en uitschakelpunt minimaal 100 - 200 W zijn.

    Houd bij het kiezen van het uitschakelpunt rekening met de vermogensopname van de aangesloten verbruiker.

    Houd bij het kiezen van het inschakelpunt rekening met weersinvloeden en de verwachte zoninstraling.

    Voorbeeld
    Inschakelpunt = 2000 W, uitschakelpunt = 1800 W

    Als de inverter ten minste 2.000 W of meer levert, wordt het spanningsvrije schakelcontact van de inverter ingeschakeld.
    Als het vermogen van de inverter daalt tot onder 1.800 W, wordt het spanningsvrije schakelcontact uitgeschakeld.

    Interessante toepassingsmogelijkheden, zoals een warmtepomp of een airco met zoveel mogelijk eigen verbruik, kunnen met dit systeem snel worden gerealiseerd

    1. De Setup menurecords

    Tijd / datum

    Instellen van tijd, datum, weergaveformaten en automatische omschakeling van de zomer- en wintertijd

    Instelbereik

    Tijd instellen / Datum instellen / Weergaveformaat tijd / Weergaveformaat datum / Zomer-/wintertijd

    Tijd instellen
    Instelling van tijd (uu:mm:ss of uu:mm am/pm - afhankelijk van instelling onder weergaveformaat tijd)

    Datum instellen
    Instelling van datum (dd.mm.jjjj of mm/dd/jjjj - afhankelijk van instelling onder weergaveformaat datum)

    Weergaveformaat tijd
    Instelling van het weergaveformaat voor de tijd

    Instelbereik

    12 hrs / 24 hrs

    Fabrieksinstelling

    afhankelijk van de landspecifieke setup

    Weergaveformaat datum
    Instelling van het weergaveformaat voor de datum

    Instelbereik

    mm/dd/yyyy of dd.mm.yy

    Fabrieksinstelling

    afhankelijk van de landspecifieke setup

    Zomer-/wintertijd
    Activeren / deactiveren van het automatisch omschakelen van zomertijd en wintertijd

    BELANGRIJK! Gebruik de automatische zomer-/wintertijdomschakeling alleen als er in een Fronius Solar Net Ring geen LAN- of WLAN-compatibele systeemcomponenten aanwezig zijn (bijv. Fronius Datalogger Web, Fronius Datamanager of Fronius Hybrid Manager).

    Instelbereik

    on (aan) / off (uit)

    Fabrieksinstelling

    on (aan)

    BELANGRIJK! Het correct instellen van de tijd en datum is voorwaarde voor de correcte weergave van de dag- en jaarwaarden evenals de daggrafiek.

    1. De Setup menurecords

    Display-instellingen

    Instelbereik

    Taal / Nachtmodus / Contrast / Verlichting

    Taal
    Instelling van de displaytaal

    Instelbereik

    Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Nederlands, Tsjechisch, Slowaaks, Hongaars, Pools, Turks, Portugees, Roemeens

    Nachtmodus
    De nachtmodus stuurt de Fronius DATCOM en de displayfunctie van de inverter aan tijdens de nacht of bij onvoldoende DC-spanning

    Instelbereik

    AUTO / ON (AAN) / OFF (UIT)

    Fabrieksinstelling

    OFF ('UIT')

    AUTO:

    De Fronius DATCOM-functie is altijd actief zolang een Fronius Datamanager op een actief, ononderbroken Fronius Solar Net is aangesloten.
    Het display van de inverter is tijdens de nacht donker en kan worden geactiveerd door op een willekeurige functietoets te drukken.

    ON ('AAN'):

    De Fronius DATCOM-functie is altijd actief. De inverter stelt de 12 VDC spanning voor de voeding van het Fronius Solar Net zonder onderbreking ter beschikking. Het display is altijd actief.

    BELANGRIJK! Is de Fronius DATCOM-nachtmodus bij aangesloten Fronius Solar Net-componenten ingesteld op AAN of op AUTO, dan wordt het stroomverbruik van de inverter gedurende de nacht verhoogd tot 7 W.

    OFF ('UIT'):

    Geen Fronius DATCOM-bedrijf 's nachts, de inverter heeft daarom 's nachts geen netspanning nodig om Fronius Solar Net van stroom te voorzien.
    Het display van de inverter is 's nachts uitgeschakeld, de Fronius Datamanager is dan niet beschikbaar. Om de Fronius Datamanager toch te activeren: de inverter aan AC-zijde uit- en weer inschakelen en binnen 90 seconden op een willekeurige functietoets op het display van de inverter drukken.

    Contrast
    Instelling van het contrast op het display van de inverter

    Instelbereik

    0 - 10

    Fabrieksinstelling

    5

    Omdat het contrast temperatuurafhankelijk is, kunnen wisselende omgevingsvoorwaarden de instelling van de menu-optie 'Contrast' noodzakelijk maken.

    Verlichting
    Instelling van de displayverlichting van de inverter

    De menu-optie 'Verlichting' betreft uitsluitend de achtergrondverlichting van het display van de inverter.

    Instelbereik

    AUTO / ON (AAN) / OFF (UIT)

    Fabrieksinstelling

    AUTO

    AUTO:

    De displayverlichting van de inverter wordt door het indrukken van een willekeurige toets ingeschakeld. Wordt 2 minuten lang geen toets ingedrukt, dan gaat de displayverlichting weer uit.

    ON ('AAN'):

    De displayverlichting van de inverter is bij actieve inverter permanent ingeschakeld.

    OFF ('UIT'):

    De displayverlichting van de inverter is permanent uitgeschakeld.

    1. De Setup menurecords

    Energieopbrengst

    De volgende instellingen kunnen hier worden gewijzigd/ingesteld:
    • Teller afwijking / kalibratie
    • Valuta
    • Leveringstarief
    • CO2-factor

    Instelbereik

    Valuta / Voedingstarief

    Teller afwijking / kalibratie
    kalibreren van de teller

    Valuta
    instelling van de valuta

    Instelbereik

    3 posities, A-Z

    Verrekentarief
    instelling van valuta en verrekentarief voor de vergoeding van de geleverde energie

    Instelbereik

    2 cijfers, 3 decimaaltekens

    Fabrieksinstelling

    (afhankelijk van de landspecifieke setup)

    CO2-factor
    instelling van de CO2-factor van de geleverde energie

    1. De Setup menurecords

    Ventilatoren

    voor het controleren van de werking van de ventilatoren

    Instelbereik

    Test ventilator 1 / Test ventilator 2 (afhankelijk van apparaat)

    • selecteer de gewenste ventilator met de toetsen 'op' en 'neer'
    • Het testen van de geselecteerde ventilator wordt door het indrukken van de toets 'Enter' gestart.
    • De ventilator draait zo lang tot het menu door het indrukken van de toets 'Esc' wordt verlaten.

    BELANGRIJK! Op het display van de inverter wordt weergegeven of de ventilator in orde is. Of de ventilator goed functioneert, kan alleen worden gecontroleerd door te horen en te voelen.

    De menuoptie INFO

    INFO

    INFO
    (informatie over apparaat en software)

    1. De menuoptie INFO

    INFO

    INFO
    (informatie over apparaat en software)

    1. De menuoptie INFO

    Meetwaarden
    Status VFD
    Netstatus

    Meetwaarden

    Weergavebereik:

    PV Iso. / Ext. Lim. / U PV1 / U PV2 / GVDPR / Fan #1

     

    PV Iso.
    isolatieweerstand van de PV-installatie
    (bij niet-geaarde zonnepanelen en bij zonnepanelen met minpool-aarding)

     

    Ext. Lim.
    externe vermogensreductie in percentage, bijv. door netwerkbeheerder ingesteld

     

    U PV1
    huidige DC-spanning op de klemmen, ook wanneer de inverter in het geheel niet aan het elektriciteitsnet levert (van 1e MPP-tracker)

     

    U PV2
    huidige DC-spanning op de klemmen, ook wanneer de inverter in het geheel niet aan het elektriciteitsnet levert (van 2e MPP-tracker)

     

    GVDPR
    Netspanningsafhankelijke vermogensreductie

     

    Fan #1
    procentuele waarde van het nominale ventilatorvermogen

    Status VFD

    Status van de laatst opgetreden storing in de inverter kan worden weergegeven.

    BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de statuscode 306 (Power low) en 307 (DC low). Aan deze statuscodes ligt geen fout ten grondslag.

    • Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de status van de vermogensfasedeel en de laatst opgetreden storing weergegeven
    • Blader met behulp van de toets 'omhoog' of 'omlaag' door de lijst
    • Druk de toets 'Terug' in om de status- en storingslijst te verlaten

    Netstatus

    De 5 laatst opgetreden netstoringen kunnen worden weergegeven:

    • Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de 5 laatst opgetreden netstoringen weergegeven
    • Blader met behulp van de toets 'omhoog' of 'omlaag' door de lijst
    • Druk de toets 'Terug' in om de lijst met netstoringen te verlaten
    1. De menuoptie INFO

    Apparaatinformatie

    Voor het weergeven van instellingen die relevant zijn voor een energiebedrijf. De weergegeven waarden zijn afhankelijk van de betreffende landspecifieke setup of van apparaatspecifieke instellingen van de omvormer.

    Algemeen:

    Apparaattype - exacte naam van de omvormer
    Fam. - omvormerfamilie van de omvormer
    Serienummer - serienummer van de omvormer

    Landinstelling:

    Setup - ingestelde landspecifieke setup
    Version - versie van de landspecifieke setup
    Origin activated - geeft aan dat de normale landinstelling is geactiveerd.
    Group - groep voor het bijwerken van de omvormer-software

    MPP-tracker:

    Tracker 1 - weergave van het ingestelde trackinggedrag (MPP AUTO / MPP USER / FIX)
    Tracker 2 (alleen bij Fronius Symo met uitzondering van Fronius Symo 15.0-3 208) - weergave van het ingestelde trackinggedrag (MPP AUTO / MPP USER / FIX)

    Netmonitoring:

    GMTi - Grid Monitoring Time - opstarttijd van de omvormer in sec (seconden)
    GMTr - Grid Monitoring Time reconnect - herinschakeltijd in sec (seconden) na een netstoring
    ULL - U (spanning) Longtime Limit - spanningsgrenswaarde in V (Volt) voor de gemiddelde spanningswaarde gedurende 10 minuten
    LLTrip - Longtime Limit Trip - activeringstijd voor ULL-monitoring: hoe snel de omvormer moet uitschakelen

    Netspanning-grenswaarden interne grenswaarde:

    Umax - hoogste interne netspanningswaarde in V (volt)
    TTMax - Trip Time Max - activeringstijd voor overschrijding van de bovenste interne netspanning-grenswaarde in cyl*
    Umin - laagste interne netspanningswaarde in V (volt)
    TTMin - Trip Time Min - activeringstijd voor onderschrijding van de onderste interne netspanning-grenswaarde in cyl*

    Netspanning-grenswaarden externe grenswaarde

    UMax - hoogste externe netspanningswaarde in V (volt)
    TTMax - Trip Time Max - activeringstijd voor overschrijding van de bovenste externe netspanning-grenswaarde in cyl*
    UMin - laagste externe netspanningswaarde in V (volt)
    TTMin - Trip Time Min - activeringstijd voor onderschrijding van de onderste externe netspanning-grenswaarde in cyl*

    Lichtnetfrequentiegrenzen:

    FILmax - hoogste interne lichtnetfrequentiewaarde in Hz (Hertz)
    FILmin - laagste interne lichtnetfrequentiewaarde in Hz (Hertz)
    FOLmax - hoogste externe lichtnetfrequentiewaarde in Hz (Hertz)
    FOLmin - laagste externe lichtnetfrequentiewaarde in Hz (Hertz)

    Q-modus:

    weergave welke blindvermogensinstelling momenteel op de omvormer is ingesteld (bijv. OFF, Q / P, enz.)

    AC-vermogensgrens inclusief weergave softstart en/of AC-lichtnetfrequentie derating:

    Max P AC - maximaal uitvoervermogen dat kan worden gewijzigd met de functie 'Manual Power Reduction' (Handmatige vermogensreductie)
    GPIS - Gradual Power Incrementation at Startup - weergave (%/sec) of de softstart-functie op de omvormer is geactiveerd
    GFDPRe - Grid Frequency Dependent Power Reduction enable limit - geeft de ingestelde lichtnetfrequentiewaarde in Hz (Hertz) weer: vanaf wanneer er een vermogensreductie plaatsvindt
    GFDPRv - Grid Frequency Dependent Power Reduction derating gradient - geeft de ingestelde lichtnetfrequentiewaarde in %/Hz aan: hoe sterk de vermogensreductie is

    AC-spanningsderating:

    GVDPRe - Grid Voltage Depending Power Reduction enable limit - drempelwaarde in V vanaf welke de spanningsafhankelijke vermogensreductie begint
    GVDPRv - Grid Voltage Depending Power Reduction derating gradient - reductiegradiënt in %/V waarmee het vermogen wordt gereduceerd
    Message – geeft aan of de verzending van een infobericht via Fronius Solar Net geactiveerd is

    *cyl = netperioden (cycli); 1 cyl komt overeen met 20 ms bij 50 Hz of 16,66 ms bij 60 Hz

    1. De menuoptie INFO

    Versie

    Weergave van het versienummer en serienummer van in de inverter ingebouwde printplaten (bijvoorbeeld voor servicedoeleinden)

    Weergavebereik

    Display / Display Software / Checksum SW / Datageheugen / Datageheugen #1 / Vermogensmodule / Vermogensmodule SW / EMV-filter / Power Stage #3 / Power Stage #4

    Toetsenblokkering in- en uitschakelen

    Algemeen

    De inverter is met een toetsenblokkeerfunctie uitgerust.
    Bij geactiveerde ‘Setup Lock‘ functie kan het Setup-menu niet worden opgeroepen, bijvoorbeeld als beveiliging tegen onbedoeld verstellen van de setup-gegevens.
    Voor het activeren / deactiveren van de toetsenblokkeerfunctie moet de code 12321 worden ingegeven.

    1. Toetsenblokkering in- en uitschakelen

    Algemeen

    De inverter is met een toetsenblokkeerfunctie uitgerust.
    Bij geactiveerde ‘Setup Lock‘ functie kan het Setup-menu niet worden opgeroepen, bijvoorbeeld als beveiliging tegen onbedoeld verstellen van de setup-gegevens.
    Voor het activeren / deactiveren van de toetsenblokkeerfunctie moet de code 12321 worden ingegeven.

    1. Toetsenblokkering in- en uitschakelen

    Toetsenblokkering in- en uitschakelen

    1Druk de knop 'Menu'    te verlaten

    Het menuniveau wordt weergegeven.

    2Druk de niet-voorgeprogrammeerde knop 'Menu / Esc'
    5x in  

    In het menu 'CODE' wordt 'Toegangscode' weergegeven, de eerste positie knippert.

    3Voer de code 12321 in: Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de waarde voor de eerste positie van de code
    4De knop 'Enter'    te verlaten

    De tweede positie knippert.

    5Herhaal handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code tot ...

    de ingestelde code knippert.

    6De knop 'Enter'    te verlaten

    In het menu 'LOCK' (Vergrendelen) wordt 'Toetsblokkering' weergegeven.

    7Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de knopblokkering in of uit:

    ON (AAN) = knopblokkering is ingeschakeld (de menuoptie SETUP kan niet worden opgeroepen)

    OFF (UIT) = knopblokkering is uitgeschakeld (de menuoptie SETUP kan worden opgeroepen)
    8De knop 'Enter'    te verlaten

    USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware

    USB-stick als datalogger

    Een op de USB A-bus aangesloten USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren.

    De op de USB-stick opgeslagen logging-data kunnen te allen tijde
    • via het meegelogde FLD-bestand in de software Fronius Solar.access worden geïmporteerd,
    • via het meegelogde CSV-bestand direct in de programma's van andere aanbieders (bijvoorbeeld Microsoft® Excel) worden bekeken.

    Oudere versies (tot Excel 2007) hebben een regelbeperking van 65536 tekens.

    Meer informatie over 'Data op de USB-stick', 'Datahoeveelheid en opslagcapaciteit' en 'Buffergeheugen' vindt u onder:

    ® http://www.fronius.com/QR-link/4204260204DE

    1. USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware

    USB-stick als datalogger

    Een op de USB A-bus aangesloten USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren.

    De op de USB-stick opgeslagen logging-data kunnen te allen tijde
    • via het meegelogde FLD-bestand in de software Fronius Solar.access worden geïmporteerd,
    • via het meegelogde CSV-bestand direct in de programma's van andere aanbieders (bijvoorbeeld Microsoft® Excel) worden bekeken.

    Oudere versies (tot Excel 2007) hebben een regelbeperking van 65536 tekens.

    Meer informatie over 'Data op de USB-stick', 'Datahoeveelheid en opslagcapaciteit' en 'Buffergeheugen' vindt u onder:

    ® http://www.fronius.com/QR-link/4204260204DE

    1. USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware

    Passende USB-sticks

    Door het grote aantal op de markt verkrijgbare USB-sticks kan niet worden gegarandeerd dat iedere USB-stick door de omvormer wordt herkend.

    Fronius adviseert uitsluitend gecertificeerde, voor industrieel gebruik geschikte USB-sticks te gebruiken (let op het USB-IF-logo!).

    De omvormer ondersteunt USB-sticks met de volgende bestandssystemen:

    • FAT12
    • FAT16
    • FAT32

    Fronius raadt aan de gebruikte USB-sticks alleen te gebruiken voor het registreren van loggingdata of voor het bijwerken van de omvormersoftware. De USB-sticks mogen geen andere data bevatten.

    USB-symbool op het omvormerdisplay, bijvoorbeeld in de afleesmodus 'NU':

    Herkent de omvormer een USB-stick, dan wordt rechtsboven op het display het USB-symbool weergegeven.

    Bij het aanbrengen van de USB-stick erop letten of het USB-symbool wordt weergegeven (kan ook knipperen).



    BELANGRIJK! Let er bij buitentoepassingen op dat de functie van gebruikelijke USB-sticks vaak slechts in een beperkt temperatuurbereik is gegarandeerd.
    Stel bij buitentoepassingen veilig dat de USB-stick bijv. ook bij lage temperaturen werkt.

    1. USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware

    USB-stick voor het bijwerken van de invertersoftware

    Met behulp van de USB-stick kunnen ook eindgebruikers via het menuelement USB in de menuoptie SETUP de software van de inverter bijwerken: het updatebestand wordt van tevoren op de USB-stick opgeslagen en vanaf de USB-stick naar de inverter gekopieerd. Het updatebestand moet zich in de root van de USB-stick bevinden.

    1. USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware

    USB-stick verwijderen

    Opmerking m.b.t. de veiligheid voor het verwijderen van een USB-stick:

     

    BELANGRIJK! Om het verlies van data te voorkomen, mag een aangesloten USB-stick alleen onder de volgende voorwaarden worden verwijderd:

    • alleen via de menuoptie SETUP, menurecord 'USB / Hardw. veilig verw.'
    • wanneer de LED ‘Data-overdracht’ niet meer knippert of brandt.

    Het Basic-menu

    Algemeen

    In het Basic-menu worden de volgende voor de installatie en werking van de inverter belangrijke parameters ingesteld:

    • DC-bedrijfsmodus
    • Fix-spanning
    • MPPT1- / MPPT2-startspanning
    • USB-logboek
    • Gebeurtenisteller

     

    • Aardingsmodus / Aardingsbewaking
    • Isolatie-instellingen
    • VOLLEDIGE reset
    1. Het Basic-menu

    Algemeen

    In het Basic-menu worden de volgende voor de installatie en werking van de inverter belangrijke parameters ingesteld:

    • DC-bedrijfsmodus
    • Fix-spanning
    • MPPT1- / MPPT2-startspanning
    • USB-logboek
    • Gebeurtenisteller

     

    • Aardingsmodus / Aardingsbewaking
    • Isolatie-instellingen
    • VOLLEDIGE reset
    1. Het Basic-menu

    Het Basic-menu openen

    1De knop 'Menu'    indrukken

    Het menuniveau wordt weergegeven.

    2Druk de niet-voorgeprogrammeerde knop 'Menu / Esc'
    5x in  

    In het menu 'CODE' wordt 'Access Code' (Toegangscode) weergegeven, de eerste positie knippert.

    3Voer de code 22742 in: Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de waarde voor de eerste positie van de code
    4De knop 'Enter'    indrukken

    De tweede positie knippert.

    5Herhaal handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code tot ...

    de ingestelde code knippert.

    6De knop 'Enter'    indrukken

    Het Basic-menu wordt weergegeven.

    7Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    het gewenste item
    8Bewerk het geselecteerde item door de knop 'Enter'    in te drukken
    9Om het Basic-menu te verlaten, de knop 'Esc'    indrukken
    1. Het Basic-menu

    De Basic-menurecords

    In het Basic-menu worden de volgende voor de installatie en het bedrijf van de omvormer belangrijke parameters ingesteld:

    MPP-tracker 1 / MPP-tracker 2
    • MPP-tracker 2: ON / OFF (AAN / UIT) (alleen bij MultiMPP-tracker-apparaten)
    • DC-bedrijfsmodus: MPP AUTO / FIX / MPP USER
      • MPP AUTO: normale bedrijfstoestand; de omvormer zoekt automatisch het optimale werkpunt
      • FIX: voor het invoeren van een vaste DC-spanning waarmee de omvormer werkt
      • MPP USER: voor het invoeren van de laagste MP-spanning waarvandaan de omvormer zijn optimale werkpunt zoekt
    • Dynamic Peak Manager: ON / OFF
    • Fix-spanning: voor het invoeren van de fix-spanning (80 - 800 V)
    • MPPT-startspanning: voor het invoeren van de startspanning (80 - 800 V)

    USB-logboek
    Activeren of deactiveren van de functie, alle foutmeldingen op een USB-stick opslaan
    AUTO / OFF / ON (AUTOM. / UIT / AAN)

    Signaalingang
    • Werkwijze: Ext Sig. / S0-Meter / OFF
      Werkwijze Ext Sig.:
      • Type activering: Warning (waarschuwing wordt op display weergegeven) / Ext. Stop (omvormer wordt uitgeschakeld)
      • Type aansluiting: N/C (normally closed, verbreekcontact) / N/O (normally open, maakcontact)
      Werkwijze S0-meter - zie hoofdstuk Dynamische vermogensreductie via omvormer op pagina (→).
      • Terugleveringslimiet elektriciteitsnet
        Veld voor het invoeren van het maximale terugleveringsvermogen in W. Als deze waarde wordt overschreden, regelt de omvormer binnen de door de nationale normen en voorschriften vereiste tijd terug naar de ingestelde waarde.
      • Impulsen per kWh
        Veld voor het invoeren van de impulsen per kWh van de S0-teller.
    SMS / Relais
    • Gebeurtenisvertraging
      voor het invoeren van de tijdsvertraging waarmee een SMS wordt verstuurd of het relais moet schakelen
      900 - 86.400 seconden
    • Gebeurtenissenteller:
      voor het invoeren van aantal gebeurtenissen dat tot signalering leidt:
      10 - 255
    Isolatie-instelling
    • Isolatiewaarschuwing: ON / OFF
    • Drempelwaarde waarschuwing: voor het invoeren van een drempelwaarde die een waarschuwing tot gevolg heeft

    TOTAL Reset
    zet in de menuoptie LOG de max. en de min. spanningswaarden evenals de max. teruggeleverde elektriciteit weer op nul.
    Het terugzetten van de waarden kan niet ongedaan worden gemaakt.

    Om de waarden weer op nul te zetten, drukt u de toets 'Enter' in.
    'BEVESTIGEN' wordt weergegeven.
    Druk de toets 'Enter' opnieuw in.
    De waarden worden teruggezet, het menu wordt weergegeven

    De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen

    Inverter stroomloos schakelen

    1
    1. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel uit.
    2. Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Uit'.

    Voer de eerder genoemde stappen in omgekeerde volgorde uit om de inverter weer in bedrijf te stellen.

    1. De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen

    Inverter stroomloos schakelen

    1
    1. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel uit.
    2. Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Uit'.

    Voer de eerder genoemde stappen in omgekeerde volgorde uit om de inverter weer in bedrijf te stellen.

    Statusdiagnose en storingen opheffen

    Weergave van statuscodes

    De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

    Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statuscode op het display weergegeven.

    BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig.

    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Weergave van statuscodes

    De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

    Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statuscode op het display weergegeven.

    BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig.

    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Volledig uitvallen van het display

    Blijft het display langere tijd na zonopgang donker:
    • Wisselspanning op de aansluitingen van de inverter controleren:
      de wisselspanning moet 230 V (+ 10 % / - 5 %)* bedragen.
    *
    Netspanningtolerantie afhankelijk van de landspecifieke Setup
    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Statuscodes - Klasse 1

    Statuscodes van klasse 1 treden meestal slechts tijdelijk op en worden door het openbare elektriciteitsnet veroorzaakt.

    Voorbeeld: De lichtnetfrequentie is te hoog en de inverter mag op basis van een standaard geen energie aan het stroomnetwerk leveren. Er is geen storing in het apparaat opgetreden.
    De inverter reageert vervolgens met een scheiding van het net. Vervolgens wordt het stroomnetwerk gedurende de voorgeschreven bewakingsperiode gecontroleerd. Wordt na deze periode geen storing meer vastgesteld, dan zet de inverter de teruglevering van energie aan het net weer voort.

    Afhankelijk van de landspecifieke setup is de softstart-functie GPIS geactiveerd:
    overeenkomstig de nationale richtlijn wordt na een uitschakeling naar aanleiding van een AC-storing het uitgangsvermogen van de inverter permanent verhoogd.

    Code

    Beschrijving

    Gedrag

    Oplossing

    102

    AC-spanning te hoog

    Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met de teruglevering aan het net.

    Netaansluitingen controleren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    103

    AC-spanning te laag

    105

    AC-frequentie te hoog

    106

    AC-frequentie te laag

    107

    AC-stroomnetwerk niet aanwezig

    108

    Stand-alone modus gedetecteerd

    112

    Fout lekstroombeveiliging

    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Statuscodes - Klasse 3

    Klasse 3 omvat statuscodes die tijdens de terugleveringsmodus aan het net kunnen optreden, maar in principe niet tot een duurzame onderbreking van levering aan het net leiden.

    Na de automatische scheiding van het net en de voorgeschreven netbewaking probeert de inverter de terugleveringsmodus aan het net weer te starten.

    Code

    Beschrijving

    Gedrag

    Oplossing

    301


    Te hoge stroom (AC)

    Kortstondige onderbreking van de teruglevering aan het net in verband met te hoge stroom in de inverter.
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

    De fout wordt automatisch verholpen;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    302

    Te hoge stroom (DC)

    303

    Te hoge temperatuur vermogensfasedeel

    Kortstondige onderbreking van de teruglevering aan het net in verband met een te hoge temperatuur.
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

    zo nodig de koelluchtsleuven en koellichamen uitblazen;
    Storing wordt automatisch verholpen;
    Treedt de statuscode steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    304

    Inwendige temperatuur te hoog

    306

    WEINIG VERMOGEN PV-INSTALLATIE
    Tussencircuitspanning te laag voor terugleveringsmodus

    Kortstondige onderbreking van de teruglevering aan het net
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

    Storing wordt automatisch opgeheven;
    Treedt de statuscode bij voldoende zoninstraling telkens opnieuw op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    307

    WEINIG SPANNING PV-INSTALLATIE
    DC-ingangsspanning te laag voor terugleveringsmodus

     

     

     

     

    BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling worden elke ochtend en avond logischerwijs de statuscodes 306 (WEINIG VERMOGEN PV-INSTALLATIE) en 307 (WEINIG SPANNING PV-INSTALLATIE) weergegeven. Aan deze statuscodes ligt geen fout ten grondslag.

    308

    Te hoge spanning in het tussencircuit

    Kortstondige onderbreking van de teruglevering aan het net
    De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

    De fout wordt automatisch verholpen;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    309

    DC-ingangsspanning MPPT1 te hoog

    313

    DC-ingangsspanning MPPT2 te hoog

    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Statuscodes - Klasse 4

    Statuscodes van klasse 4 vereisen voor een deel ingrijpen door een door Fronius geschoolde servicemonteur.

    Code

    Beschrijving

    Gedrag

    Oplossing

    401

    Communicatie met vermogensfasedeel niet mogelijk

    Zo mogelijk herstelt de inverter de terugleveringsmodus na het automatisch opnieuw inschakelen

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    406

    Temperatuursensor van vermogensfasedeel defect

    407

    Inwendige temperatuursensor defect

    408

    Levering van gelijkstroom aan het net herkend

    412

    Het vaste-spanningsbedrijf is in plaats van het MPP-spanningsbedrijf geactiveerd en de vaste spanning is op een te lage of te hoge waarde ingesteld.

    -

    Neem contact op met uw installatiemonteur als de statuscode voortdurend optreedt

    415

    Veiligheidsuitschakeling door optionele kaart of RECERBO is geactiveerd

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    416

    Communicatie tussen vermogensfasedeel en besturingseenheid niet mogelijk.

    Indien mogelijk herstelt de inverter de terugleveringsmodus aan het elektriciteitsnet na een automatische poging tot opnieuw inschakelen

    417

    ID-probleem van hardware

    419

    Unique-ID-conflict

    421

    Storing HID-bereik

    425

    Communicatie met vermogensfasedeel is niet mogelijk

    426 - 428

    Mogelijke storing in hardware

    431

    Softwareprobleem

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    AC-reset (automatische zekering uit- en inschakelen) uitvoeren; firmware van inverter actualiseren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    436

    Incompatibele functies (een of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

    Indien mogelijk herstelt de inverter de terugleveringsmodus aan het elektriciteitsnet na een automatische poging tot opnieuw inschakelen

    Firmware van de inverter actualiseren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    437

    Probleem met vermogensfasedeel

    438

    Incompatibele functies (een of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

    Indien mogelijk herstelt de inverter de terugleveringsmodus aan het elektriciteitsnet na een automatische poging tot opnieuw inschakelen

    Firmware van de inverter actualiseren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    443

    Tussenkringspanning te laag of niet symmetrisch

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    445

    Instellingen grenswaarde niet toegestaan

    De inverter levert uit veiligheidsoogpunt geen stroom aan het stroomnetwerk.

    Firmware van de inverter actualiseren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    447

    Isolatiestoring

    Neem contact op met uw installatiemonteur als de statuscode voortdurend optreedt

    448

    Neutrale draad is niet aangesloten

    450

    Guard kan niet worden gevonden

    451

    Opslagstoring gedetecteerd

    Zo mogelijk herstelt de inverter de terugleveringsmodus na het automatisch opnieuw inschakelen

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    452

    Communicatiestoring tussen de processoren

    453

    Kortstondige storing in de netspanning

    454

    Kortstondige storing in de lichtnetfrequentie

    456

    Anti-Islanding-functie wordt niet meer correct uitgevoerd

    457

    Netrelais blijft kleven

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    459

    Storing bij het registreren van het meetsignaal voor de isolatietest

    460

    Referentiespanningsbron voor de digitale signaalprocessor (DSP) werkt buiten de toleranties

    461

    Storing in DSP-datageheugen

    462

    Tijdens de bewakingsprocedure voor de DC-voeding is een storing opgetreden

    463

    Polariteit AC omgekeerd, AC-verbindingsstekker verkeerd aangesloten

    474

    Lekstroombeveiligingssensor defect

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    Neem contact op met uw installatiemonteur als de statuscode voortdurend optreedt

    475

    Aarding van zonnepaneel, isolatiestoring (verbinding tussen zonnepaneel en aarding)

    476

    Voedingsspanning van stuurprogrammavoeding te laag

    479

    Tussenkringspanningsrelais is uitgeschakeld

    Indien mogelijk herstelt de inverter de terugleveringsmodus aan het elektriciteitsnet na een automatische poging tot opnieuw inschakelen

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    480,
    481

    Incompatibele functies (een of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    Firmware van de inverter actualiseren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    482

    Onvolledige inbedrijfname

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    AC-reset uitvoeren (automatische zekering in- en uitschakelen), inbedrijfname volledig doorlopen

    483

    Spanning UDCvast bij MPP2-string ligt buiten geldige bereik

    MPP-instellingen controleren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    485

    CAN-verzendbuffer is vol

    AC-reset (automatische zekering uit- en inschakelen) uitvoeren;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    489

    Permanente overspanning bij de tussenkringcondensator (5x na elkaar statuscode 479)

    De inverter levert geen stroom aan het stroomnetwerk.

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Statuscodes - Klasse 5

    Statuscodes van klasse 5 verhinderen over het algemeen niet de teruglevering aan het net, maar kunnen beperkingen bij de teruglevering tot gevolg hebben. De statuscode wordt weergegeven tot deze met een druk op de toets wordt gereset (op de achtergrond werkt de inverter echter normaal).

    Code

    Beschrijving

    Gedrag

    Oplossing

    502

    Isolatiestoring bij de zonnepanelen

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Neem contact op met uw installatiemonteur als de statuscode voortdurend optreedt

    509

    Geen teruglevering aan het net de afgelopen 24 uur

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Statuscode verwijderen;
    controleren of aan alle voorwaarden voor een storingsvrije teruglevering aan het stroomnet is voldaan (bijv. of de zonnepanelen niet met sneeuw zijn bedekt).
    Indien de statuscode permanent wordt weergegeven: op andere statuscodes letten

    515

    Communicatie met filter niet mogelijk

    Waarschuwing op display

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    516

    Communicatie met de opslagunit niet mogelijk

    Waarschuwing van de opslagunit

    517

    Vermogensverlaging in verband met een te hoge temperatuur

    Bij optredende vermogensverlaging wordt op het display een waarschuwing weergegeven

    Zo nodig de koelluchtsleuven en koellichamen uitblazen;
    Storing wordt automatisch verholpen;
    Treedt de statuscode steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

    522

    DC low String 1

    Waarschuwing op display

    Neem contact op met uw installatiemonteur als de statuscode voortdurend optreedt

    523

    DC low String 2

    558

    Incompatibele functies (een of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

    Mogelijke foutmeldingen of storingen van de inverter

    Neem contact op met uw installatiemonteur als de statuscode voortdurend optreedt

    560

    Vermogensverlaging in verband met een te hoge frequentie

    De statuscode wordt weergegeven bij een te hoge lichtnetfrequentie.
    De inverter reduceert vervolgens het vermogen.
    De statuscode wordt weergegeven totdat de inverter zich weer in de normale toestand bevindt.

    Zodra de lichtnetfrequentie zich weer in het toelaatbare gebied bevindt en de inverter weer normaal werkt, wordt de storing automatisch gewist.
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven, neem dan contact op met uw installatiemonteur.

    566

    Arc Detector uitgeschakeld
    (bijv. bij externe vlamboogmonitoring)

    De statuscode wordt elke dag weergegeven tot de Arc Detector weer geactiveerd wordt.

    Geen storing!
    Statuscode door indrukken van de toets 'Enter' bevestigen

    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Statuscodes - Klasse 7

    Statuscodes van klasse 7 betreffen de regeling, de configuratie en de dataregistratie van de omvormer en kunnen de terugleveringsmodus aan het net direct of indirect beïnvloeden.

    Code

    Beschrijving

    Gedrag

    Oplossing

    705

    Conflict bij het instellen van het omvormernummer (bijv. nummer dubbel verstrekt)

    -

    Omvormernummer in het menu Setup corrigeren

    710

    Fronius Solar Net - ontbrekende ingangsmelding

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Fronius Solar Net-status van omvormer controleren

     

     

     

    Nieuwste software installeren (omvormer en Datamanager)

    721

    EEPROM is opnieuw geïnitialiseerd of EEPROM is defect

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Statuscode wissen;
    indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    731

    Initialisatiefout - USB-stick wordt niet ondersteund

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    USB-stick controleren of vervangen
    Bestandssysteem van de USB-stick controleren
    Indien statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    732

    Te hoge stroom op de USB-stick

    733

    Geen USB-stick aangesloten

    Waarschuwing wordt op display weergegeven.

    USB-stick aansluiten of controleren
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    734

    Updatebestand wordt niet herkend of is niet aanwezig

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Updatebestand controleren (bijv. op correcte bestandsnaam)
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    735

    Niet bij het apparaat passende updatebestanden, te oude updatebestanden

    Waarschuwing wordt op het display weergegeven, updateprocedure wordt afgebroken

    Updatebestand controleren,
    zo nodig het voor het apparaat passend updatebestand downloaden (bijv. op
    http://www.fronius.com)
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    736

    Schrijf- of leesfout opgetreden

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    USB-stick en de bestanden daarop controleren of de USB-stick vervangen.
    USB-stick alleen verwijderen wanneer de LED 'Gegevensoverdracht' niet meer knippert of brandt.
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    738

    Opslaan van logbestand niet mogelijk (bijv.: USB-stick is tegen schrijven beveiligd of is vol)

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Geheugenplaats creëren, schrijfbeveiliging verwijderen, zo nodig USB-stick controleren of vervangen
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    743

    Fout tijdens het updaten opgetreden

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Updateprocedure herhalen, USB-stick controleren
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    745

    Updatebestand bevat fouten

    Waarschuwing wordt op het display weergegeven, updateprocedure wordt afgebroken

    Updatebestanden opnieuw downloaden
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    751

    Tijd niet meer ingesteld

    Waarschuwing wordt op display weergegeven

    Tijd en datum op de omvormer opnieuw instellen
    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    752

    Communicatiefout Real Time Clock-module

    757

    Hardwarefout in de Real Time Clock-module

    Foutmelding wordt op het display weergegeven, de omvormer levert geen stroom aan het stroomnetwerk

    Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

    758

    Interne fout: Real Time Clock-module in de noodmodus

    Geen exacte tijd, verlies tijdsinstelling mogelijk (teruglevering aan stroomnet normaal)

    766

    Vermogensbegrenzing noodsituatie werd geactiveerd (max. 750 W)

    Foutmelding wordt op het display weergegeven

    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Klantenservice

    BELANGRIJK! Neem contact op met uw Fronius leverancier of een door Fronius geschoolde servicemonteur, wanneer
    • een storing vaak of permanent optreedt
    • een storing optreedt die niet in de tabellen is vermeld
    1. Statusdiagnose en storingen opheffen

    Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling

    Bij exploitatie van de inverter in omgevingen met een sterke stofontwikkeling:
    zo nodig de koellichamen en ventilatoren aan de achterzijde van de vermogensmodule, evenals de inlaatluchtopeningen in de montagesteun met schone perslucht uitblazen.

    Technische gegevens

    Algemene data en veiligheidsvoorzieningen Fronius Primo 3.0-1 - 8.2-1

    Eigenverbruik 's nachts

    0,6 W

    Koeling

     

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

     

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

     

    628 x 428 x 205 mm

    Gewicht

     

    21,6 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    -40 °C - +55°C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

     

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

     

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

     

     

    Invertertopologie

     

    niet geïsoleerd, zonder transformator

    Spanningsclassificatie
    Decisive Voltage Classification
    (DVC-Rating)

    AC

    DVC-C

    DC

    DVC-C

    Data

    DVC-A


    Veiligheidsvoorzieningen

     

     

    DC-isolatiemeting

     

    Waarschuwing / uitschakeling 2) bij RISO < 1 mOhm

    Gedrag bij DC-overbelasting

     

    Werkpuntverschuiving, vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

     

    geïntegreerd

    Actieve anti-islandingmethode

     

    Frequentieverschuivingsmethode

    1. Technische gegevens

    Algemene data en veiligheidsvoorzieningen Fronius Primo 3.0-1 - 8.2-1

    Eigenverbruik 's nachts

    0,6 W

    Koeling

     

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Beschermingsklasse

     

    IP 65

    Afmetingen h x b x d

     

    628 x 428 x 205 mm

    Gewicht

     

    21,6 kg

    Toelaatbare omgevingstemperatuur

    -40 °C - +55°C

    Toelaatbare luchtvochtigheid

     

    0 - 100 %

    EMV-emissieklasse

     

    B

    Overspanningscategorie DC / AC

     

     

    Invertertopologie

     

    niet geïsoleerd, zonder transformator

    Spanningsclassificatie
    Decisive Voltage Classification
    (DVC-Rating)

    AC

    DVC-C

    DC

    DVC-C

    Data

    DVC-A


    Veiligheidsvoorzieningen

     

     

    DC-isolatiemeting

     

    Waarschuwing / uitschakeling 2) bij RISO < 1 mOhm

    Gedrag bij DC-overbelasting

     

    Werkpuntverschuiving, vermogensbegrenzing

    DC-scheidingsschakelaar

     

    geïntegreerd

    Actieve anti-islandingmethode

     

    Frequentieverschuivingsmethode

    Fronius Primo

    3.0-1

    3.5-1

    3.6-1


    Ingangsgegevens

     

     

     

    MPP-spanningsbereik

    200 - 800 V

    Max. ingangsspanning
    bij 1.000 W/m² / 14 °C in nullastbedrijf

    1.000 V

    Max. ingangsstroom (MPPT1 / MPPT2)

    12,0 A

    Max. kortsluitingsstroom van de zonnepanelen (MPPT1 / MPPT2) 8)

    24 / 24 A

    Max. inverter-terugleverstroom voor PV-veld 3)

    18 A


    Uitgangsgegevens

     

     

     

    Nominaal uitvoervermogen (Pnom)

    3000 W

    3500 W

    3680 W

    Max. uitvoervermogen

    3000 W

    3500 W

    3680 W

    Nominaal schijnvermogen

    3000 VA

    3500 VA

    3680 VA

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 220 / 230 / 240 V

    Min. netspanning

    Invertertopologie 150 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    13,7 A

    16,0 A

    16,8 A

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Totale harmonische vervorming

    < 3 %

    Vermogensfactor cos phi

    0,85 - 1 ind./cap. 2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 

    geen

    Inschakelstroom 5)

    36 A / 2,2 ms

    Max. uitgangsdifferentieelstroom per tijdsduur

    38 A / 172 ms


    Rendement

     

     

     

    Maximaal rendement

    98,0 %

    98,0 %

    98,0 %

    Europ. rendement

    96,1 %

    96,8 %

    96,8 %

    Fronius Primo

    4.0-1

    4.6-1

    5.0-1


    Ingangsgegevens

     

     

     

    MPP-spanningsbereik

    210 - 800 V

    240 - 800 V

    240 - 800 V

    Max. ingangsspanning
    bij 1.000 W/m² / 14 °C in nullastbedrijf

    1.000 V

    Max. ingangsstroom (MPPT1 / MPPT2)

    12,0 A

    Max. kortsluitingsstroom van de zonnepanelen (MPPT1 / MPPT2) 8)

    24 / 24 A

    Max. inverter-terugleverstroom voor PV-veld 3)

    18 A


    Uitgangsgegevens

     

     

     

    Nominaal uitvoervermogen (Pnom)

    4000 W

    4600 W

    5000 W

    Max. uitvoervermogen

    4000 W

    4600 W

    5000 W

    Nominaal schijnvermogen

    4000 VA

    4600 VA

    5000 VA

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 220 / 230 / 240 V

    Min. netspanning

    150 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    18,3 A

    21,1 A

    22,9 A

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Totale harmonische vervorming

    < 3 %

    Vermogensfactor cos phi

    0,85 - 1 ind./cap. 2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 

    geen

    Inschakelstroom 5)

    36 A / 2,2 ms

    Max. uitgangsdifferentieelstroom per tijdsduur

    38 A / 172 ms


    Rendement

     

     

     

    Maximaal rendement

    98,1 %

    98,1 %

    98,1 %

    Europ. rendement

    97,0 %

    97,0 %

    97,1 %

    Fronius Primo

    5.0-1 AUS

    6.0-1

    8.2-1


    Ingangsgegevens

     

     

     

    MPP-spanningsbereik

    240 - 800 V

    240 - 800 V

    270 - 800 V

    Max. ingangsspanning
    bij 1.000 W/m² / 14 °C in nullastbedrijf

    1.000 V

    Max. ingangsstroom (MPPT1 / MPPT2)

    18,0 A

    Max. kortsluitingsstroom van de zonnepanelen (MPPT1 / MPPT2) 8)

    36 A / 36 A

    Max. inverter-terugleverstroom voor PV-veld 3)

    27,0 A


    Uitgangsgegevens

     

     

     

    Nominaal uitvoervermogen (Pnom)

    4600 W

    6000 W

    8200 W

    Max. uitvoervermogen

    5000 W

    6000 W

    8200 W

    Nominaal schijnvermogen

    5000 VA

    6000 VA

    8200 VA

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 220 / 230 / 240 V

    Min. netspanning

    150 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    22,9 A

    27,5 A

    37,5 A

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Totale harmonische vervorming

    < 3 %

    Vermogensfactor cos phi

    0,85 - 1 ind./cap. 2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 

    geen

    Inschakelstroom 5)

    36 A / 2,2 ms

    Max. uitgangsdifferentieelstroom per tijdsduur

    38 A / 172 ms


    Rendement

     

     

     

    Maximaal rendement

    98,1 %

    98,1 %

    98,1 %

    Europ. rendement

    97,1 %

    97,3 %

    97,7 %

    Fronius Primo

    5.0-1 SC


    Ingangsgegevens

     

    MPP-spanningsbereik

    240 - 800 V

    Max. ingangsspanning
    bij 1.000 W/m² / 14 °C in nullastbedrijf

    1.000 V

    Max. ingangsstroom (MPPT1 / MPPT2)

    18,0 A

    Max. kortsluitingsstroom van de zonnepanelen (MPPT1 / MPPT2) 8)

    36 / 36 A

    Max. inverter-terugleverstroom voor PV-veld 3)

    27 A


    Uitgangsgegevens

     

    Nominaal uitvoervermogen (Pnom)

    5000 W

    Max. uitvoervermogen

    5000 W

    Nominaal schijnvermogen

    5000 VA

    Nominale netspanning

    1 ~ NPE 220 / 230 / 240 V

    Min. netspanning

    150 V 1)

    Max. netspanning

    270 V 1)

    Max. uitgangsstroom

    22,9 A

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Totale harmonische vervorming

    < 3 %

    Vermogensfactor cos phi

    0,85 - 1 ind./cap. 2)

    Max. toelaatbare netimpedantie Zmax bij PCC 

    geen

    Inschakelstroom 5)

    36 A / 2,2 ms

    Max. uitgangsdifferentieelstroom per tijdsduur

    38 A / 172 ms


    Rendement

     

    Maximaal rendement

    98,1 %

    Europ. rendement

    97,1 %

    1. Technische gegevens

    WLAN

    WLAN

    Frequentiebereik

    2.412 - 2.462 MHz

    Gebruikte kanalen / vermogen

    Kanaal: 1-11 b,g,n HT20
    Kanaal: 3-9 HT40
    <18 dBm

    Modulatie

    802.11b: DSSS (1 Mbps DBPSK, 2 Mbps DQPSK, 5,5/11 Mbps CCK)
    802.11g: OFDM (6/9 Mbps BPSK, 12/18 Mbps QPSK, 24/36 Mbps 16-QAM, 48/54 Mbps 64-QAM)
    802.11n: OFDM (6,5 BPSK, QPSK, 16-QAM, 64-QAM)

    1. Technische gegevens

    Verklaring van de voetnoten

    1)
    Vermelde waarden zijn standaard waarden; afhankelijk van de bestelling wordt de omvormer speciaal op het betreffende land afgestemd.
    2)
    Afhankelijk van landspecifieke setup of apparaatspecifieke instellingen
    (ind. = inductief; cap. = capacitief)
    3)
    Maximale stroom van een defect zonnepaneel naar alle andere zonnepanelen. Van de omvormer zelf naar de PV-zijde van de omvormer is het 0 A.
    4)
    Veiliggesteld door de elektrische constructie van de omvormer
    5)
    Piekstroom bij inschakelen van de omvormer
    6)
    Vermelde waarden zijn standaard waarden; deze waarden moeten afhankelijk van de eisen en het PV-vermogen worden aangepast.
    7)
    Vermelde waarde is een maximale waarde; als de maximale waarde wordt overschreden, kan dit de werking negatief beïnvloeden.
    8)
    ISC PV = ISC max ≥ I SC (STC) x 1,25 na bijv.: IEC 60364-7-712, NEC 2020, AS/NZS 5033:2021
    1. Technische gegevens

    Geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar

    Instellingen

     

    Productnaam

    Benedict LS32 E 7798

    Toegekende isolatiespanning

    1500 VDC

    Toegekende doorgangsweerstand

    8 kV

    Geschiktheid voor isolatie

    Ja, alleen DC

    Gebruikscategorie en/of PV-gebruikscategorie

    volgens IEC/EN 60947-3 gebruikscategorie DC-PV2

    Toegekende korte-duurstroomweerstand (Icw)

    Toegekende korte-duurstroomweerstand (Icw): 1000 A voor 2 polen, 1700 A voor 2 + 2 polen

    Toegekend kortsluitingsinschakelvermogen (Icm)

    Toegekend kortsluitingsinschakelvermogen (Icm): 1000 A voor 2 polen, 1700 A voor 2 + 2 polen

    Toegekend uitschakelvermogen

    Toegekende bedrijfsspanning (Ue)
    [V d.c.]

    Toegekende bedrijfsstroom (Ie)
    [A]

    1P

    I(make) / I(break)
    [A]

    1P

    Toegekende bedrijfsstroom (Ie)
    [A]

    2P

    I(make) / I(break)
    [A]

    2P

    Toegekende bedrijfsstroom (Ie)
    [A]

    2 + 2P

    I(make) / I(break)
    [A]

    2 + 2P

    ≤ 500

    14

    56

    32

    128

    50

    200

    600

    8

    32

    27

    108

    35

    140

    700

    3

    12

    22

    88

    22

    88

    800

    3

    12

    17

    68

    17

    68

    900

    2

    8

    12

    48

    12

    48

    1000

    2

    8

    6

    24

    6

    24

    1. Technische gegevens

    Aangehouden normen en richtlijnen

    CE-aanduiding
    Aan alle vereiste en geldende normen en richtlijnen ten aanzien van de geldende EU-richtlijn wordt voldaan, zodat de apparatuur het CE-aanduiding draagt.

    Schakeling ter voorkoming van eilandwerking
    De inverter beschikt over een goedgekeurde schakeling ter voorkoming van eilandwerking.

    Netuitval
    De standaard in de inverter geïntegreerde meet- en veiligheidsprocedures zorgen ervoor dat bij een netuitval (uitschakeling door het energiebedrijf of leidingschade) de levering aan het net onmiddellijk wordt onderbroken.

    Garantiebepalingen en verwijdering

    Fronius-fabrieksgarantie

    De gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden vindt u op www.fronius.com/solar/garantie .

    Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-product te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

    1. Garantiebepalingen en verwijdering

    Fronius-fabrieksgarantie

    De gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden vindt u op www.fronius.com/solar/garantie .

    Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-product te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

    1. Garantiebepalingen en verwijdering

    Verwijdering

    Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform Europese richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled. Gebruikte apparaten moeten bij de dealer of via een plaatselijk, erkend inzamel- en afvoersysteem worden ingeleverd. Een correcte afvoer van het oude apparaat bevordert een duurzame recycling van materiële hulpbronnen. Het negeren ervan kan leiden tot mogelijke gezondheids-/milieueffecten.