LogoTTB 80-500, THP 160i-500i, HPT 220i / 400i
  • nl
    • Contact
    • Colofon
    • Algemene voorwaarden
    • Privacyverklaring
    • Cookie Policy
    • 019-29042025
    • Veiligheid
      • Veiligheid
      • Beoogd gebruik
    • Functies van de Up/Down-lastoorts
      • Bedieningselementen van de Up/Down-lastoorts
      • Functiebeschrijving van de Up/Down-lastoorts
    • Functies van de JobMaster-lastoorts
      • Bedieningselementen en aanduidingen van de JobMaster-lastoorts
      • Functiebeschrijving van de JobMaster-lastoorts
    • Gebruikersinterface vervangen
      • Gebruikersinterface vervangen
    • Slijtagedelen monteren
      • Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren
      • Slijtagedeelsysteem P met vastgeschroefd gasmondstuk monteren
      • Slijtagedeelsysteem P / TFC (met geschroefd gasmondstuk) demonteren en monteren
    • Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten
      • Toortslichaam monteren
      • Toortslichaam verdraaien
      • Lastoorts aansluiten
    • Verlengings-slangenpakket aansluiten
      • Watergekoeld verlengings-slangenpakket aansluiten
      • Gasgekoeld verlengings-slangenpakket aansluiten
    • Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervangen
      • Lastoorts vervangen
    • Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen
      • Lastoorts automatisch legen en toortslichaam vervangen
      • Leeg de lastoorts handmatig en vervang het toortslichaam
    • Voorkomen dat het toortslichaam wordt vervangen
      • Voorkomen dat het toortslichaam wordt vervangen
    • Aanwijzingen met betrekking tot flexibele toortslichamen
      • Apparaatconcept
      • Buigmogelijkheden
      • Definitie van de toortslichaam-buiging
      • Maximumaantal toortslichaam-buigingen
    • Toortslichaam met knikgewricht
      • Apparaatconcept
      • Toortslichaam met knikgewricht monteren en instellen
    • Verzorging, onderhoud en recycling
      • Verboden
      • Onderhoud bij iedere inbedrijfname
      • Recycling
    • Storingsdiagnose en storingen opheffen
      • Storingsdiagnose en storingen opheffen
    • Technische gegevens
      • Algemeen
      • Toortslichaam gasgekoeld -
        TTB 80, TTB 160, TTB 220, TTB 260
      • Toortslichaam watergekoeld -
        TTB 180, TTB 300, TTB 400, TTB 500
      • Slangenpakket gasgekoeld –
        THP 160i,
        THP 220i,
        THP 260i
      • Slangenpakket watergekoeld – THP 300i,
        THP 400i,
        THP 500i
      • Verlengings-slangenpakket gasgekoeld –
        HPT 220i G
      • Verlengings-slangenpakket watergekoeld – HPT 400i

    TTB 80-500, THP 160i-500i, HPT 220i / 400i Bedieningshandleiding

    Slijtagedeelsysteem A monteren
    Slijtagedeelsysteem P monteren
    Toortslichaam monteren
    Onderhoud
    Storingsdiagnose
    Technische gegevens
    Reserveonderdelen

    Veiligheid

    Veiligheid

    GEVAAR!

    Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.

    U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.

    Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.

    Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschakelen.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom als gevolg van beschadigde systeemcomponenten en onjuiste bediening.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten altijd goed vastzitten, onbeschadigd en correct geïsoleerd zijn.

    Alleen kabels, leidingen en slangenpakketten met voldoende capaciteit gebruiken.

    GEVAAR!

    Gevaar voor uitglijden door uitstroom van koelmiddel.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Sluit de koelmiddelslangen van de watergekoelde lastoortsen altijd met de daarop gemonteerde kunststof sluiting af wanneer ze van het koelapparaat of andere systeemcomponenten worden losgekoppeld.

    GEVAAR!

    Gevaar door hete systeemcomponenten en/of bedrijfsmiddelen.

    Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.

    Voordat u werkzaamheden uitvoert, moeten alle hete systeemcomponenten en/of bedrijfsmiddelen, bijvoorbeeld koelmiddel, watergekoelde systeemcomponenten en de aandrijfmotor van de draadtoevoer, tot +25 °C / +77 °F afkoelen.

    Draag geschikte beschermingsmiddelen, bijvoorbeeld hittebestendige handschoenen en veiligheidsbril, als afkoelen geen optie is.

    GEVAAR!

    Gevaar door contact met giftige lasrook.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

    Zuig lasrook altijd af.

    Zorg voor voldoende toevoer van buitenlucht. Controleer of er altijd met een snelheid van minstens 20 m³ (169070,1 US gi) per uur wordt geventileerd.

    Laat in geval van twijfel de hoeveelheid schadelijke stoffen op de werkplek door een veiligheidstechnicus vaststellen.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door bedrijf zonder koelmiddel.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Neem watergekoelde apparaten nooit zonder koelmiddel in bedrijf.

    Vergewis u er tijdens het lassen van dat het koelmiddel op de juiste manier doorstroomt. Bij Fronius-koelapparaten is dit het geval als in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat een correcte koelmiddelterugstroming zichtbaar is.

    De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade naar aanleiding van niet-inachtneming van de bovengenoemde punten, elke aanspraak op garantie vervalt.

    1. Veiligheid

    Veiligheid

    GEVAAR!

    Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.

    U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.

    Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.

    Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschakelen.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom als gevolg van beschadigde systeemcomponenten en onjuiste bediening.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten altijd goed vastzitten, onbeschadigd en correct geïsoleerd zijn.

    Alleen kabels, leidingen en slangenpakketten met voldoende capaciteit gebruiken.

    GEVAAR!

    Gevaar voor uitglijden door uitstroom van koelmiddel.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Sluit de koelmiddelslangen van de watergekoelde lastoortsen altijd met de daarop gemonteerde kunststof sluiting af wanneer ze van het koelapparaat of andere systeemcomponenten worden losgekoppeld.

    GEVAAR!

    Gevaar door hete systeemcomponenten en/of bedrijfsmiddelen.

    Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.

    Voordat u werkzaamheden uitvoert, moeten alle hete systeemcomponenten en/of bedrijfsmiddelen, bijvoorbeeld koelmiddel, watergekoelde systeemcomponenten en de aandrijfmotor van de draadtoevoer, tot +25 °C / +77 °F afkoelen.

    Draag geschikte beschermingsmiddelen, bijvoorbeeld hittebestendige handschoenen en veiligheidsbril, als afkoelen geen optie is.

    GEVAAR!

    Gevaar door contact met giftige lasrook.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

    Zuig lasrook altijd af.

    Zorg voor voldoende toevoer van buitenlucht. Controleer of er altijd met een snelheid van minstens 20 m³ (169070,1 US gi) per uur wordt geventileerd.

    Laat in geval van twijfel de hoeveelheid schadelijke stoffen op de werkplek door een veiligheidstechnicus vaststellen.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door bedrijf zonder koelmiddel.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Neem watergekoelde apparaten nooit zonder koelmiddel in bedrijf.

    Vergewis u er tijdens het lassen van dat het koelmiddel op de juiste manier doorstroomt. Bij Fronius-koelapparaten is dit het geval als in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat een correcte koelmiddelterugstroming zichtbaar is.

    De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade naar aanleiding van niet-inachtneming van de bovengenoemde punten, elke aanspraak op garantie vervalt.

    1. Veiligheid

    Beoogd gebruik

    De TIG-handlasbrander is uitsluitend voor het TIG-lassen en TIG-solderen bij handmatige toepassingen bedoeld.
    Een ander of breder gebruik geldt als niet beoogd.

    Tot het beoogde gebruik behoort ook:
    • het naleven van alle aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
    • het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.

    Functies van de Up/Down-lastoorts

    Bedieningselementen van de Up/Down-lastoorts

    (1)
    Startknop
    de knop activeert de volgende functies:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het indrukken van de knop geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door het indrukken van de knop de wolfraamelektrode onder spanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    3. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het vooraf indrukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Up/Down-toets
    voor het veranderen van het lasvermogen
    (3)
    LED-toets
    voor het verlichten van de lasplek:
    1. 1 x op de toets drukken - LED brandt gedurende 5 seconden
    2. toets ingedrukt houden - LED brandt continu
    1. Functies van de Up/Down-lastoorts

    Bedieningselementen van de Up/Down-lastoorts

    (1)
    Startknop
    de knop activeert de volgende functies:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het indrukken van de knop geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door het indrukken van de knop de wolfraamelektrode onder spanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    3. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het vooraf indrukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Up/Down-toets
    voor het veranderen van het lasvermogen
    (3)
    LED-toets
    voor het verlichten van de lasplek:
    1. 1 x op de toets drukken - LED brandt gedurende 5 seconden
    2. toets ingedrukt houden - LED brandt continu
    1. Functies van de Up/Down-lastoorts

    Functiebeschrijving van de Up/Down-lastoorts

    Wijziging van het lasvermogen:
    1
    Tussentijdse verlaging:
    1

    Gedurende de tussentijdse verlaging de toets naar voren drukken en vasthouden

    Functies van de JobMaster-lastoorts

    Bedieningselementen en aanduidingen van de JobMaster-lastoorts

    (1)
    Startknop
    de knop activeert de volgende functies:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het indrukken van de knop geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door het indrukken van de knop de wolfraamelektrode onder spanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    3. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het vooraf indrukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Display
    om direct op de lastoorts belangrijke parameters ergonomisch te kunnen aflezen
    (3)
    Up/Down-toets
    voor het wijzigen van parameters
    (4)
    Pijltoetsen
    voor het selecteren van parameters
    (5)
    LED-toets
    voor het verlichten van de lasplek:
    1. 1 x op de toets drukken - LED brandt gedurende 5 seconden
    2. toets ingedrukt houden - LED brandt continu
    1. Functies van de JobMaster-lastoorts

    Bedieningselementen en aanduidingen van de JobMaster-lastoorts

    (1)
    Startknop
    de knop activeert de volgende functies:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het indrukken van de knop geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door het indrukken van de knop de wolfraamelektrode onder spanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    3. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het vooraf indrukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Display
    om direct op de lastoorts belangrijke parameters ergonomisch te kunnen aflezen
    (3)
    Up/Down-toets
    voor het wijzigen van parameters
    (4)
    Pijltoetsen
    voor het selecteren van parameters
    (5)
    LED-toets
    voor het verlichten van de lasplek:
    1. 1 x op de toets drukken - LED brandt gedurende 5 seconden
    2. toets ingedrukt houden - LED brandt continu
    1. Functies van de JobMaster-lastoorts

    Functiebeschrijving van de JobMaster-lastoorts

    Parameters wijzigen:
    1
    Gewenste parameter selecteren
    2
    Parameter wijzigen
    Tussentijdse verlaging:
    1
    Tussentijdse verlaging activeren

    Gedurende de tussentijdse verlaging de toets naar voren drukken en vasthouden

    Gebruikersinterface vervangen

    Gebruikersinterface vervangen

    1
    2
    3
    1. Gebruikersinterface vervangen

    Gebruikersinterface vervangen

    1
    2
    3

    Slijtagedelen monteren

    Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.

    *
    Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/A
    **
    Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1) een gaslens (2) worden gebruikt
    1
    2

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te verschuiven is.

    3
    4
    Toortskap vastschroeven
    1. Slijtagedelen monteren

    Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.

    *
    Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/A
    **
    Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1) een gaslens (2) worden gebruikt
    1
    2

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te verschuiven is.

    3
    4
    Toortskap vastschroeven
    1. Slijtagedelen monteren

    Slijtagedeelsysteem P met vastgeschroefd gasmondstuk monteren

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.

    *
    Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/P
    **
    Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1) een gaslens (2) worden gebruikt
    1
    2

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te verschuiven is.

    3
    4
    Toortskap vastschroeven
    1. Slijtagedelen monteren

    Slijtagedeelsysteem P / TFC (met geschroefd gasmondstuk) demonteren en monteren

    Begripsverklaring: TFC = Tungsten Fast Clamp

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door wolfraamelektrode bij de demontage van spaneenheid en spantang.

    Dit kan leiden tot schade aan het toortslichaam.

    Verwijder vóór het demonteren van de spaneenheid en spantang altijd de wolfraamelektrode.

    Slijtagedelen demonteren:
    1
    Wolfraamelektrode verwijderen
    2
    Spaneenheid demonteren
    3
    Spantang demonteren
    4
    Slijtagedelen monteren:
    1

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door wolfraamelektrode bij de montage van spaneenheid en spantang.

    Dit kan leiden tot schade aan het toortslichaam.

    Monteer de wolfraamelektrode pas na de montage van de spaneenheid en spantang.

    2
    Spantang monteren
    3
    Spaneenheid monteren
    4
    5
    Wolfraamelektrode monteren
    6
    7

    Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Toortslichaam monteren

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    1. Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Toortslichaam monteren

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    1. Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Toortslichaam verdraaien

    1
    1. Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Lastoorts aansluiten

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op aansluiting lastoorts.

    Een beschadigde O-ring op de aansluiting lastoorts kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op de aansluiting lastoorts onbeschadigd is.

    1

    * alleen bij watergekoeld lassysteem

    Verlengings-slangenpakket aansluiten

    Watergekoeld verlengings-slangenpakket aansluiten

    Het verlengings-slangenpakket wordt geleverd met een beschermhoes waarin het schakelstation tussen het verlengings-slangenpakket en het lastoorts-slangenpakket wordt gelegd.

    OPMERKING!

    Bij de volgende werkzaamheden dient u erop te letten dat slangen en kabels niet geknikt, afgekneld, afgeknipt of anderszins beschadigd worden.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op aansluiting lastoorts.

    Een beschadigde O-ring op de aansluiting lastoorts kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op de aansluiting lastoorts onbeschadigd is.

    1
    Lastoorts op verbindings-slangenpakket aansluiten
    Beschermhoes monteren, koelmiddelslangen verplaatsen:
    2Positioneer de beschermhoes als volgt:
    • het Fronius-logo moet te zien zijn
    • de lussen van de beschermhoes moeten zich boven bevinden
    Opmerkingen over de volgende weergaven:
    links = kant van de stroombron (A)
    rechts = kant van de lastoorts (B)
    3Beschermhoes openen:
    • Schuif beide ritslopers tot aan de aanslag naar rechts
    • Trek de onderste ritsband uit de ritslopers
    4Verplaats het schakelstation van het verlengings-slangenpakket en het lastoorts-slangenpakket naar de binnenkant van de beschermhoes
    5
    • * = Klittenbandstroken aan de binnenkant van de beschermhoes (beschermhoes niet afgebeeld)
    • Zet het schakelstation met 2 klittenbandstroken aan de binnenkant van de beschermhoes vast
    6
    • Verplaats de koelmiddelslang volgens de afbeelding van het verlengings-slangenpakket (A) naar het schakelstation
    • Wikkel de koelmiddelslang van het lastoorts-slangenpakket (B) 3x om het lastoorts-slangenpakket en verplaats deze vervolgens naar het schakelstation
    • Koelmiddelslangen verbinden
    7
    • Verplaats de tweede koelmiddelslang van het verlengings-slangenpakket (A) volgens de afbeelding achter het lastoorts-slangenpakket (B) naar het schakelstation
    • Wikkel de tweede koelmiddelslang van het lastoorts-slangenpakket (B) volgens de afbeelding 3x om het verlengings-slangenpakket (A) en leg deze terug bij het schakelstation
    • Koelmiddelslangen verbinden
    8
    • Koelmiddelaansluitingen onderling en in het midden van de isolatiebuis (1) uitlijnen
    9
    • * = Binnenkant beschermhoes
    • Breng beide meegeleverde klittenbandstroken aan op de binnenkant van de beschermhoes
    10
    • * = Binnenkant beschermhoes
    • Stekkers van de TMC-besturingskabel aan elkaar koppelen en naast de binnenkant van de hoes plaatsen
    11Beschermhoes sluiten
    12Verbindings-slangenpakket op de stroombron aansluiten
    • het aansluiten van het verbindings-slangenpakket werkt op dezelfde manier als het aansluiten van de lastoorts - zie paragraaf Lastoorts aansluiten vanaf pagina (→)

    GEVAAR!

    Slipgevaar door overlopend koelmiddelreservoir. In combinatie met een MultiControl-koelapparaat kan bij het legen van slangenpakketten met een lengte van meer dan 4 m (13 ft. 1.48 in.) een overvol koelmiddelreservoir overlopen.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Volg de instructies voor het vullen van het lastoorts-slangenpakket uit de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat.

    VOORZICHTIG!

    Beschadigingsgevaar door gebruik met onvoldoende koelmiddel.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Zodra na inschakeling van de stroombron een goede terugstroming zichtbaar is in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat, dient u ervoor te zorgen dat er voldoende koelmiddel in het koelapparaat aanwezig is.

    1. Verlengings-slangenpakket aansluiten

    Watergekoeld verlengings-slangenpakket aansluiten

    Het verlengings-slangenpakket wordt geleverd met een beschermhoes waarin het schakelstation tussen het verlengings-slangenpakket en het lastoorts-slangenpakket wordt gelegd.

    OPMERKING!

    Bij de volgende werkzaamheden dient u erop te letten dat slangen en kabels niet geknikt, afgekneld, afgeknipt of anderszins beschadigd worden.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op aansluiting lastoorts.

    Een beschadigde O-ring op de aansluiting lastoorts kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op de aansluiting lastoorts onbeschadigd is.

    1
    Lastoorts op verbindings-slangenpakket aansluiten
    Beschermhoes monteren, koelmiddelslangen verplaatsen:
    2Positioneer de beschermhoes als volgt:
    • het Fronius-logo moet te zien zijn
    • de lussen van de beschermhoes moeten zich boven bevinden
    Opmerkingen over de volgende weergaven:
    links = kant van de stroombron (A)
    rechts = kant van de lastoorts (B)
    3Beschermhoes openen:
    • Schuif beide ritslopers tot aan de aanslag naar rechts
    • Trek de onderste ritsband uit de ritslopers
    4Verplaats het schakelstation van het verlengings-slangenpakket en het lastoorts-slangenpakket naar de binnenkant van de beschermhoes
    5
    • * = Klittenbandstroken aan de binnenkant van de beschermhoes (beschermhoes niet afgebeeld)
    • Zet het schakelstation met 2 klittenbandstroken aan de binnenkant van de beschermhoes vast
    6
    • Verplaats de koelmiddelslang volgens de afbeelding van het verlengings-slangenpakket (A) naar het schakelstation
    • Wikkel de koelmiddelslang van het lastoorts-slangenpakket (B) 3x om het lastoorts-slangenpakket en verplaats deze vervolgens naar het schakelstation
    • Koelmiddelslangen verbinden
    7
    • Verplaats de tweede koelmiddelslang van het verlengings-slangenpakket (A) volgens de afbeelding achter het lastoorts-slangenpakket (B) naar het schakelstation
    • Wikkel de tweede koelmiddelslang van het lastoorts-slangenpakket (B) volgens de afbeelding 3x om het verlengings-slangenpakket (A) en leg deze terug bij het schakelstation
    • Koelmiddelslangen verbinden
    8
    • Koelmiddelaansluitingen onderling en in het midden van de isolatiebuis (1) uitlijnen
    9
    • * = Binnenkant beschermhoes
    • Breng beide meegeleverde klittenbandstroken aan op de binnenkant van de beschermhoes
    10
    • * = Binnenkant beschermhoes
    • Stekkers van de TMC-besturingskabel aan elkaar koppelen en naast de binnenkant van de hoes plaatsen
    11Beschermhoes sluiten
    12Verbindings-slangenpakket op de stroombron aansluiten
    • het aansluiten van het verbindings-slangenpakket werkt op dezelfde manier als het aansluiten van de lastoorts - zie paragraaf Lastoorts aansluiten vanaf pagina (→)

    GEVAAR!

    Slipgevaar door overlopend koelmiddelreservoir. In combinatie met een MultiControl-koelapparaat kan bij het legen van slangenpakketten met een lengte van meer dan 4 m (13 ft. 1.48 in.) een overvol koelmiddelreservoir overlopen.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Volg de instructies voor het vullen van het lastoorts-slangenpakket uit de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat.

    VOORZICHTIG!

    Beschadigingsgevaar door gebruik met onvoldoende koelmiddel.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Zodra na inschakeling van de stroombron een goede terugstroming zichtbaar is in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat, dient u ervoor te zorgen dat er voldoende koelmiddel in het koelapparaat aanwezig is.

    1. Verlengings-slangenpakket aansluiten

    Gasgekoeld verlengings-slangenpakket aansluiten

    Het verlengings-slangenpakket wordt geleverd met een beschermhoes waarin het schakelstation tussen het verlengings-slangenpakket en het lastoorts-slangenpakket wordt gelegd.

    OPMERKING!

    Bij de volgende werkzaamheden dient u erop te letten dat slangen en kabels niet geknikt, afgekneld, afgeknipt of anderszins beschadigd worden.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1
    Lastoorts op verbindings-slangenpakket aansluiten
    Beschermhoes monteren:
    2Positioneer de beschermhoes als volgt:
    • het Fronius-logo moet te zien zijn
    • de lussen van de beschermhoes moeten zich boven bevinden
    Opmerkingen over de volgende weergaven:
    links = kant van de stroombron (A)
    rechts = kant van de lastoorts (B)
    3Beschermhoes openen:
    • Schuif beide ritslopers tot aan de aanslag naar rechts
    • Trek de onderste ritsband uit de ritslopers
    4Verplaats het schakelstation van het verlengings-slangenpakket en het lastoorts-slangenpakket naar de binnenkant van de beschermhoes
    5
    • * = Klittenbandstroken aan de binnenkant van de beschermhoes (beschermhoes niet afgebeeld)
    • Zet het schakelstation met 2 klittenbandstroken aan de binnenkant van de beschermhoes vast
    6
    • * = Binnenkant beschermhoes
    • Breng beide meegeleverde klittenbandstroken aan op de binnenkant van de beschermhoes
    7
    • * = Binnenkant beschermhoes
    • Stekkers van de TMC-besturingskabel aan elkaar koppelen en naast de binnenkant van de hoes plaatsen
    8Beschermhoes sluiten
    9Verbindings-slangenpakket op de stroombron aansluiten
    • het aansluiten van het verbindings-slangenpakket werkt op dezelfde manier als het aansluiten van de lastoorts - zie paragraaf Lastoorts aansluiten vanaf pagina (→)

    Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts vervangen

    Toortslichaam demonteren:
    1
    2
    3
    4Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het slangenpakket
    5Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het toortslichaam
    6Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer gasgekoelde toortslichamen alleen op gasgekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    1. Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts vervangen

    Toortslichaam demonteren:
    1
    2
    3
    4Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het slangenpakket
    5Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het toortslichaam
    6Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer gasgekoelde toortslichamen alleen op gasgekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts automatisch legen en toortslichaam vervangen

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door ingeschakelde stroombron bij automatisch legen van de lastoorts.

    Onbedoelde lichtboog-ontstekingen kunnen het gevolg zijn.

    Volg de aanwijzingen voor het automatisch legen van de lastoorts uit de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat, uit de gebruiksaanwijzing van de stroombron en op het bedieningspaneel van de stroombron.

    Bewaar tijdens de hierna beschreven werkzaamheden met het toortslichaam een afstand van minstens 1 m (39.37 in.) tot elektrisch geleidende objecten.

    Lastoorts automatisch legen (bijvoorbeeld met CU 600t /MC) en toortslichaam demonteren:
    1Leeg het lastoorts-slangenpakket met de overeenkomstige functie van het koelapparaat
    2
    3
    4
    5Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangenpakket
    6Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortslichaam
    7Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole

    30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
    6Controleer de koelmiddeldoorstroming:
    In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
    7Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
    1. Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts automatisch legen en toortslichaam vervangen

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door ingeschakelde stroombron bij automatisch legen van de lastoorts.

    Onbedoelde lichtboog-ontstekingen kunnen het gevolg zijn.

    Volg de aanwijzingen voor het automatisch legen van de lastoorts uit de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat, uit de gebruiksaanwijzing van de stroombron en op het bedieningspaneel van de stroombron.

    Bewaar tijdens de hierna beschreven werkzaamheden met het toortslichaam een afstand van minstens 1 m (39.37 in.) tot elektrisch geleidende objecten.

    Lastoorts automatisch legen (bijvoorbeeld met CU 600t /MC) en toortslichaam demonteren:
    1Leeg het lastoorts-slangenpakket met de overeenkomstige functie van het koelapparaat
    2
    3
    4
    5Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangenpakket
    6Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortslichaam
    7Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole

    30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
    6Controleer de koelmiddeldoorstroming:
    In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
    7Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
    1. Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen

    Leeg de lastoorts handmatig en vervang het toortslichaam

    Lastoorts handmatig legen en toortslichaam demonteren:
    1Schakel de stroombron uit en koppel deze los van het elektriciteitsnet
    2Wacht op de naloopfase van het koelapparaat
    3Sluit de slang voor koelmiddeltoevoer van het koelapparaat af
    4Blaas de slang voor koelmiddeltoevoer met maximaal 4 bar (58,02 psi) perslucht leeg
    • daardoor stroomt een groot deel van het koelmiddel terug naar het koelmiddelreservoir
    5
    6
    7
    8Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangenpakket
    9Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortslichaam
    10Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Sluit de stroombron op het stroomnetwerk aan en schakel de stroombron in
    6Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole

    30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
    7Controleer de koelmiddeldoorstroming:
    In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
    8Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad

    Voorkomen dat het toortslichaam wordt vervangen

    Voorkomen dat het toortslichaam wordt vervangen

    1
    2
    3
    1. Voorkomen dat het toortslichaam wordt vervangen

    Voorkomen dat het toortslichaam wordt vervangen

    1
    2
    3

    Aanwijzingen met betrekking tot flexibele toortslichamen

    Apparaatconcept

    De flexibele TIG-toortslichamen kunnen in alle richtingen worden gebogen en op deze wijze aan alle denkbare situaties en toepassingen worden aangepast.
    Flexibele toortslichamen worden bijvoorbeeld gebruikt als onderdelen beperkt toegankelijk zijn of als er in een lastige positie moet worden gelast.
    Bij elke verandering van de vorm van een flexibel toortslichaam wordt het materiaal echter zwakker. Om die reden is het aantal buigingen begrensd.

    In de volgende paragrafen wordt beschreven wat er onder een buiging en het aantal buigingen wordt verstaan.

    1. Aanwijzingen met betrekking tot flexibele toortslichamen

    Apparaatconcept

    De flexibele TIG-toortslichamen kunnen in alle richtingen worden gebogen en op deze wijze aan alle denkbare situaties en toepassingen worden aangepast.
    Flexibele toortslichamen worden bijvoorbeeld gebruikt als onderdelen beperkt toegankelijk zijn of als er in een lastige positie moet worden gelast.
    Bij elke verandering van de vorm van een flexibel toortslichaam wordt het materiaal echter zwakker. Om die reden is het aantal buigingen begrensd.

    In de volgende paragrafen wordt beschreven wat er onder een buiging en het aantal buigingen wordt verstaan.

    1. Aanwijzingen met betrekking tot flexibele toortslichamen

    Buigmogelijkheden

    1. Aanwijzingen met betrekking tot flexibele toortslichamen

    Definitie van de toortslichaam-buiging

    Een buiging is een eenmalige afwijkende vormverandering van ten minste 20° ten opzichte van de uitgangsvorm.

    Opdat de buiging niet puntsgewijs maar via een lange lengte zo gelijkvormig mogelijk verloopt, is een zo klein mogelijke buigingsradius gedefinieerd.
    De buigingsradius mag niet worden onderschreden.
    De kleinst mogelijke buigingsradius bedraagt 25 mm (1 in.).

    Een buiging mag de maximale buigingshoek niet overschrijden.
    De maximale buigingshoek bedraagt 45°.

    Het achteroverbuigen in de uitgangsvorm geldt als eigen buiging.

    Voorbeeld: 45°-buigingen

    (1)
    Uitgangssituatie: 0°
    (2)
    Beweging van 0° naar 45° naar boven
    = 1e buiging
    (3)
    Beweging van 45° terug naar 0°
    = 2e buiging
    (4)
    Beweging van 0° naar 45° naar beneden
    = 3e buiging
    (5)
    Beweging van 45° terug naar 0°
    = 4e buiging
    1. Aanwijzingen met betrekking tot flexibele toortslichamen

    Maximumaantal toortslichaam-buigingen

    Met inachtneming van een buigingsradius van meer dan 25 mm (1 in.) en een maximale buigingshoek van 45° kunnen

    • gasgekoelde lastoortsen minstens 1000 keer worden gebogen;
    • watergekoelde lastoortsen minstens 200 keer worden gebogen.

    Toortslichaam met knikgewricht

    Apparaatconcept

    Toortslichamen met een knikgewricht kunnen aan alle denkbare situaties en toepassingen worden aangepast, bijvoorbeeld als onderdelen beperkt toegankelijk zijn of als er in een lastige positie moet worden gelast.
    Dankzij het knikgewricht bevindt de hand van de lasser zich dichter bij het handvat van de lastoorts en daarmee dichter bij de toetsen.
    Het materiaal van een toortslichaam met knikgewricht wordt niet zwakker na elke beweging van het gewricht.

    1. Toortslichaam met knikgewricht

    Apparaatconcept

    Toortslichamen met een knikgewricht kunnen aan alle denkbare situaties en toepassingen worden aangepast, bijvoorbeeld als onderdelen beperkt toegankelijk zijn of als er in een lastige positie moet worden gelast.
    Dankzij het knikgewricht bevindt de hand van de lasser zich dichter bij het handvat van de lastoorts en daarmee dichter bij de toetsen.
    Het materiaal van een toortslichaam met knikgewricht wordt niet zwakker na elke beweging van het gewricht.

    1. Toortslichaam met knikgewricht

    Toortslichaam met knikgewricht monteren en instellen

    De montage van het toortslichaam met knikgewricht werkt hetzelfde als de montage van een gewoon toortslichaam - zie hiervoor Toortslichaam monteren op pagina (→).

    Draai het voorste deel van het toortslichaam met knikgewricht om dit aan de desbetreffende eisen aan te passen:
    1

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door te ver uitgeschroefd toortslichaam met knikgewricht.

    Dit kan schade aan het toortslichaam veroorzaken.

    Schroef het voorste deel van het toortslichaam met knikgewricht maximaal 1 omwenteling eruit.

    Verzorging, onderhoud en recycling

    Verboden

    1. Verzorging, onderhoud en recycling

    Verboden

    1. Verzorging, onderhoud en recycling

    Onderhoud bij iedere inbedrijfname

    • Controleer de slijtagedelen, vervang defecte slijtagedelen
    • Ontdoe gasmondstuk van lasspetters

    Daarnaast bij iedere inbedrijfname, bij watergekoeld lasbranden:

    • controleer of alle koelmiddelaansluitingen dicht zijn
    • controleer of er een reglementaire koelmiddelretour plaatsvindt
    1. Verzorging, onderhoud en recycling

    Recycling

    Het afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen plaatsvinden.

    Storingsdiagnose en storingen opheffen

    Storingsdiagnose en storingen opheffen

    1. Storingsdiagnose en storingen opheffen

    Storingsdiagnose en storingen opheffen

    Lasbrander kan niet worden aangesloten
    Oorzaak:Bajonetvergrendeling verbogen
    Oplossing:Vervang de bajonetvergrendeling
    Geen lasstroom
    Netschakelaar van de stroombron ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden, beschermgas aanwezig
    Oorzaak:Verkeerde aardverbinding
    Oplossing:Maak aardverbinding
    Oorzaak:Stroomkabel in lasbrander onderbroken
    Oplossing:Vervang de lasbrander
    Oorzaak:Wolfraamelektrode los
    Oplossing:Draai wolfraamelektrode met branderkop vast
    Oorzaak:Slijtagedelen los
    Oplossing:Draai de slijtagedelen vast
    Geen functioneren na indrukken van de brandertoets
    Netschakelaar ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden, beschermgas aanwezig
    Oorzaak:De stuurstekker is niet aangesloten
    Oplossing:Steek stuurstekker in contact
    Oorzaak:Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect
    Oplossing:Vervang de lasbrander
    Oorzaak:Foutieve stekkerverbindingen "brandertoets/stuurleiding/stroombron"
    Oplossing:Controleer de stekkerverbinding / laat stroombron of lasbrander repareren
    Oorzaak:Printplaat in lasbrander defect
    Oplossing:Vervang de printplaat
    HF-overslag op de aansluiting lasbrander
    Oorzaak:Aansluiting lasbrander lek
    Oplossing:Vervang O-ring op de bajonetvergrendeling
    HF-overslag op de hendelschaal
    Oorzaak:Slangenpakket lek
    Oplossing:Vervang het slangenpakket
    Oorzaak:Beschermgasslangaansluiting naar het branderlichaam lek
    Oplossing:Corrigeer en dicht de slang
    Geen beschermgas
    Alle andere functies beschikbaar
    Oorzaak:Gasfles leeg
    Oplossing:Vervang de gasfles
    Oorzaak:Gas-drukverlager defect
    Oplossing:Vervang de gas-drukverlager
    Oorzaak:Gasleiding niet gemonteerd, geknakt of beschadigd
    Oplossing:Monteer de gasslang en leg deze recht. Vervang de defecte gasslang
    Oorzaak:Lasbrander defect
    Oplossing:Vervang de lasbrander
    Oorzaak:Gas-magneetventiel defect
    Oplossing:Neem contact op met het serviceteam (laat het gas-magneetventiel vervangen)
    Slechte laseigenschappen
    Oorzaak:Verkeerde lasparameter
    Remedie:Instellingen controleren
    Oorzaak:Verkeerde massa-aansluiting
    Remedie:Massa-aansluiting en klem op polariteit controleren
    Lasbrander wordt zeer heet
    Oorzaak:Lasbrander te zwak gedimensioneerd
    Remedie:Rekening houden met inschakelduur en belastingsgrenzen
    Oorzaak:alleen bij watergekoelde installaties: waterdoorstroming te laag
    Remedie:waterstand, waterdoorstroomhoeveelheid, watervervuiling enz. controleren, koelmiddelpomp geblokkeerd: Spil van de koelmiddelpomp met schroevendraaier tot de buis aandraaien
    Oorzaak:alleen bij watergekoelde installaties: Parameter "Best. koelapparaat" staat op "OFF".
    Remedie:In het Setup-menu de parameter "Best. koelapparaat" op "Aut" of "ON" instellen.
    Porositeit van de gasnaad
    Oorzaak:Spetters in het gasmondstuk, daardoor onvoldoende gasbescherming van de lasnaad
    Oplossing:Verwijder lasspetters
    Oorzaak:Gaten in de gasslang of onnauwkeurige verbinding van de gasslang
    Oplossing:Vervang de gasslang
    Oorzaak:O-ring op de centrale aansluiting is doorgesneden of defect
    Oplossing:Vervang de O-ring
    Oorzaak:Vochtigheid/condensaat in de gasleiding
    Oplossing:Droog de gasleiding
    Oorzaak:Te sterke of te zwakke gasstroom
    Oplossing:Corrigeer de gasstroom
    Oorzaak:Onvoldoende hoeveelheid gas aan het begin of einde van het lassen
    Oplossing:Verhoog de voorstroom of nastroom van gas
    Oorzaak:Te veel oplosmiddel aangebracht
    Oplossing:Verwijder overtollig oplosmiddel / breng minder oplosmiddel aan
    Slechte ontstekingseigenschappen
    Oorzaak:Ongeschikte wolfraamelektrode (bijvoorbeeld WP-elektrode bij het DC-lassen)
    Oplossing:Gebruik geschikte wolfraamelektrode
    Oorzaak:Slijtagedelen los
    Oplossing:Schroef de slijtagedelen vast
    Gasmondstuk scheurt
    Oorzaak:Wolfraamelektrode steekt niet ver genoeg uit het gasmondstuk
    Oplossing:Laat wolfraamelektrode verder uit het gasmondstuk steken

    Technische gegevens

    Algemeen

    Het product voldoet aan de eisen van norm IEC 60974-7.

    OPMERKING!

    De aangegeven vermogensgegevens gelden alleen als standaard slijtagedelen worden gebruikt.

    Bij gebruik van gaslenzen en kortere gasmondstukken gelden er lagere waarden voor de lasstroomgegevens.

    OPMERKING!

    De lasstroomgegevens gelden bij gasgekoelde toortslichamen alleen vanaf een lengte van 65 mm (2.56 in.).

    Bij gebruik van kortere toortslichamen nemen de lasstroomgegevens met 30% af.

    OPMERKING!

    Gebruik bij het lassen op de vermogensgrens van de lastoorts overeenkomstig grotere wolfraamelektrodes en gasmondstuk-openingsdiameters om de levensduur van de slijtagedelen te verlengen.

    Behandel stroomsterkte, AC-Balance en AC-compensatiestroom als vermogensvormende factoren.

    1. Technische gegevens

    Algemeen

    Het product voldoet aan de eisen van norm IEC 60974-7.

    OPMERKING!

    De aangegeven vermogensgegevens gelden alleen als standaard slijtagedelen worden gebruikt.

    Bij gebruik van gaslenzen en kortere gasmondstukken gelden er lagere waarden voor de lasstroomgegevens.

    OPMERKING!

    De lasstroomgegevens gelden bij gasgekoelde toortslichamen alleen vanaf een lengte van 65 mm (2.56 in.).

    Bij gebruik van kortere toortslichamen nemen de lasstroomgegevens met 30% af.

    OPMERKING!

    Gebruik bij het lassen op de vermogensgrens van de lastoorts overeenkomstig grotere wolfraamelektrodes en gasmondstuk-openingsdiameters om de levensduur van de slijtagedelen te verlengen.

    Behandel stroomsterkte, AC-Balance en AC-compensatiestroom als vermogensvormende factoren.

    1. Technische gegevens

    Toortslichaam gasgekoeld -
    TTB 80, TTB 160, TTB 220, TTB 260

     

    TTB 80 G

    TTB 160 G / F

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 80 A

    35 % ED1) / 160 A

    60 % ED1) / 60 A

    60 % ED1) / 120 A

    100 % ED1) / 50 A

    100 % ED1) / 90 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 30 A

    35 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 90 A

    100 % ED1) / 70 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

     

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

     

    TTB 160 P G TFC

    TTB 160 P S G1)

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 160 A

    35 % ED1) / 160 A

    60 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 120 A

    100 % ED1) / 90 A

    100 % ED1) / 90 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 120 A

    35 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 90 A

    60 % ED1) / 90 A

    100 % ED1) / 70 A

    100 % ED1) / 70 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 2,4 mm
    (0.039 - 0.094 in.)

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

     

    TTB 220 G

    TTB 220 A G F

    TTB 220 P G F

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 220 A

    35 % ED1) / 220 A

    35 % ED1) / 220 A

    60 % ED1) / 170 A

    60 % ED1) / 170 A

    60 % ED1) / 160 A

    100 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 130 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 180 A

    35 % ED1) / 180 A

    35 % ED1) / 170 A

    60 % ED1) / 130 A

    60 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 120 A

    100 % ED1) / 100 A

    100 % ED1) / 100 A

    100 % ED1) / 100 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 4,0 mm
    (0.039 - 0.158 in.)

    1,0 - 4,0 mm
    (0.039 - 0.158 in.)

    1,0 - 4,0 mm
    (0.039 - 0.158 in.)

     

    TTB 220 P S G2)

    TTB 220 P G TFC3)

    TTB 260 G

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 220 A

    35 % ED1) / 220 A

    35 % ED1) / 260 A

    60 % ED1) / 170 A

    60 % ED1) / 170 A

    60 % ED1) / 200 A

    100 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 150 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 180 A

    35 % ED1) / 180 A

    35 % ED1) / 200 A

    60 % ED1) / 130 A

    60 % ED1) / 130 A

    60 % ED1) / 160 A

    100 % ED1) / 100 A

    100 % ED1) / 100 A

    100 % ED1) / 120 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 4,0 mm
    (0.039 - 0.158 in.)

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

    1,0 - 4,0 mm
    (0.039 - 0.158 in.)

    1)
    ED = inschakelduur
    2)
    Toortslichaam met knikgewricht
    3)
    TFC-spansysteem
    1. Technische gegevens

    Toortslichaam watergekoeld -
    TTB 180, TTB 300, TTB 400, TTB 500

     

    TTB 180 W

    TTB 300 W

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 180 A

    60 % ED1) / 300 A

    100 % ED1) / 140 A

    100 % ED1) / 230 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 140 A

    60 % ED1) / 250 A

    100 % ED1) / 110 A

    100 % ED1) / 190 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

    Minimale koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

     

    TTB 400 W F

    TTB 500 W

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 400 A

    60 % ED1) / 500 A

    100 % ED1) / 300 A

    100 % ED1) / 400 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 320 A

    60 % ED1) / 400 A

    100 % ED1) / 250 A

    100 % ED1) / 300 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 4,0 mm
    (0.039 - 0.158 in.)

    1,0 - 6,4 mm
    (0.039 - 0.252 in.)

    Minimale koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Slangenpakket gasgekoeld –
    THP 160i,
    THP 220i,
    THP 260i

     

    THP 160i

    THP 220i

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) /160 A

    35 % ED1) / 220 A

    60 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 170 A

    100 % ED1) / 90 A

    100 % ED1) / 130 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 120 A

    35 % ED1) / 180 A

    60 % ED1) / 90 A

    60 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 70 A

    100 % ED1) / 100 A

    Lengte

    4,0 / 8,0 m
    (13 ft. 1.48 in. / 26 ft. 2.96 in.)

    4,0 / 8,0 m
    (13 ft. 1.48 in. / 26 ft 2.96 in.)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    10 kV

     

    THP 260i

    DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 260 A

    60 % ED1) / 200 A

    100 % ED1) / 150 A

    AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 200 A

    60 % ED1) / 160 A

    100 % ED1) / 120 A

    Lengte

    4,0 / 8,0 m
    (13 ft. 1.48 in. / 26 ft 2.96 in.)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Slangenpakket watergekoeld – THP 300i,
    THP 400i,
    THP 500i

     

    THP 300i

    THP 400i

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 300 A

    60 % ED1) / 400 A

    100 % ED1) / 230 A

    100 % ED1) / 300 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 250 A

    60 % ED1) / 350 A

    100 % ED1) / 190 A

    100 % ED1) / 270 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Argon

    Minimale koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

    Lengte

    4,0 / 8,0 m
    (13 ft. 1.48 in. / 26 ft. 2.96 in.)

    4,0 / 8,0 m
    (13 ft. 1.48 in. / 26 ft. 2.96 in.)

    Laagste koelvermogen volgens norm IEC 60974-2 afhankelijk van de slangenpakket-lengte

    650 / 650 W

    950 / 950 W

    Minimale koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal. [US[/min)

    1 l/min
    (0.26 gal. [US[/min)

    Minimale koelmiddeldruk pmin

    3 bar
    (43 psi)

    3 bar
    (43 psi)

    Maximale koelmiddeldruk pmax

    5,5 bar
    (79 psi)

    5,5 bar
    (79 psi)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    10 kV

     

    THP 500i

    DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 500 A

    100 % ED1) / 400 A

    AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 400 A

    100 % ED1) / 300 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Minimale koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

    Lengte

    4,0 / 8,0 m
    (13 ft. 1.48 in. / 26 ft. 2.96 in.)

    Laagste koelvermogen volgens norm IEC 60974-2 afhankelijk van de slangenpakket-lengte

    1200 / 1750 W

    Minimale koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal. [US[/min)

    Minimale koelmiddeldruk pmin

    3 bar
    (43 psi)

    Maximale koelmiddeldruk pmax

    5,5 bar
    (79 psi)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Verlengings-slangenpakket gasgekoeld –
    HPT 220i G

     

    HPT 220i EXT G

    DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 220 A

    60 % ED1) / 170 A

    100 % ED1) / 130 A

    AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 180 A

    60 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 100 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Lengte

    10,0 m
    (32 ft. 9.70 in.)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Verlengings-slangenpakket watergekoeld – HPT 400i

     

    HPT 400i EXT W

    DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 400 A

    100 % ED1) / 300 A

    AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 350 A

    100 % ED1) / 270 A

    Beschermgas
    (norm EN ISO 14175)

    Argon

    Lengte

    10,0 m
    (32 ft. 9.70 in.)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    Laagste koelvermogen volgens norm IEC 60974-2 afhankelijk van de slangenpakket-lengte

    750 / 750 W

    Minimale koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal. [US]/min)

    Minimale koelmiddeldruk pmin

    3 bar
    (43 psi)

    Maximale koelmiddeldruk pmax

    5,5 bar
    (79 psi)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    1)
    ED = inschakelduur