LogoTTB 80 - 300, THP 120 - 300 SH
  • nl
    • Contact
    • Colofon
    • Algemene voorwaarden
    • Privacyverklaring
    • 003-17092024
    • Veiligheid
      • Veiligheid
      • Beoogd gebruik
    • Lastoortsvarianten
      • Beschikbare lastoortsvarianten
    • Functies van de Up/Down-lastoorts
      • Bedieningselementen van de Up/Down-lastoorts
      • Functiebeschrijving van de Up/Down-lastoorts
    • Slijtagedelen monteren
      • Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren
      • Slijtagedeelsysteem P met vastgeschroefd gasmondstuk monteren
    • Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten
      • Toortslichaam monteren
      • Lastoorts aansluiten
      • Toortslichaam verdraaien
    • Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervangen
      • Lastoorts vervangen
    • Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen
      • Lastoorts automatisch legen en toortslichaam vervangen
      • Leeg de lastoorts handmatig en vervang het toortslichaam
    • Verzorging, onderhoud en recycling
      • Verboden
      • Onderhoud bij iedere inbedrijfname
      • Recycling
    • Storingsdiagnose en storingen opheffen
      • Storingsdiagnose en storingen opheffen
    • Technische gegevens
      • Algemeen
      • Toortslichaam gasgekoeld -
        TTB 80, TTB 160, TTB 220
      • Toortslichaam watergekoeld -
        TTB 180, TTB 300
      • Slangenpakket gasgekoeld -
        THP 120 G SH,
        THP 180 G SH
      • Slangenpakket gasgekoeld -
        THP 150 G SH
      • Slangenpakket watergekoeld - THP 300 SH

    TTB 80 - 300, THP 120 - 300 SH Bedieningshandleiding

    Slijtagedeelsysteem A monteren
    Slijtagedeelsysteem P monteren
    Toortslichaam monteren
    Onderhoud
    Storingsdiagnose
    Technische gegevens
    Reserveonderdelen

    Veiligheid

    Veiligheid

    GEVAAR!

    Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.

    U dient dit document te lezen en te begrijpen.

    Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften, moeten gelezen en begrepen worden.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom en naar buiten komende draadelektrode.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken systeemcomponenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.

    Beveilig alle betrokken systeemcomponenten tegen opnieuw inschakelen.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom als gevolg van beschadigde systeemcomponenten en onjuiste bediening.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten altijd goed vastzitten, onbeschadigd en correct geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben.

    GEVAAR!

    Gevaar door lekkend koelmiddel als gevolg van onafgesloten koelmiddelslangen.

    Dit kan slipgevaar of schade aan eigendommen veroorzaken.

    Sluit de koelmiddelslangen van de watergekoelde lastoortsen altijd met de daarop gemonteerde kunststof sluiting af wanneer ze van het koelapparaat of van de draadtoevoer worden losgekoppeld.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door lastoortscomponenten en koelmiddel die heet zijn.

    Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.

    Laat voor aanvang van alle in dit document beschreven werkzaamheden alle lastoortscomponenten en het koelmiddel op kamertemperatuur (+25 °C / +77 °F) afkoelen.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door gebruik van watergekoelde lastoortsen zonder koelmiddel.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Neem watergekoelde lastoortsen nooit zonder koelmiddel in bedrijf.

    Vergewis u er tijdens het lassen van dat het koelmiddel op de juiste manier doorstroomt. Dit is het geval als in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat een correcte koelmiddelterugstroming zichtbaar is.

    De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade naar aanleiding van niet-inachtneming van de bovengenoemde punten, elke aanspraak op garantie vervalt.

    1. Veiligheid

    Veiligheid

    GEVAAR!

    Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.

    U dient dit document te lezen en te begrijpen.

    Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften, moeten gelezen en begrepen worden.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom en naar buiten komende draadelektrode.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken systeemcomponenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.

    Beveilig alle betrokken systeemcomponenten tegen opnieuw inschakelen.

    GEVAAR!

    Gevaar door elektrische stroom als gevolg van beschadigde systeemcomponenten en onjuiste bediening.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten altijd goed vastzitten, onbeschadigd en correct geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben.

    GEVAAR!

    Gevaar door lekkend koelmiddel als gevolg van onafgesloten koelmiddelslangen.

    Dit kan slipgevaar of schade aan eigendommen veroorzaken.

    Sluit de koelmiddelslangen van de watergekoelde lastoortsen altijd met de daarop gemonteerde kunststof sluiting af wanneer ze van het koelapparaat of van de draadtoevoer worden losgekoppeld.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door lastoortscomponenten en koelmiddel die heet zijn.

    Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.

    Laat voor aanvang van alle in dit document beschreven werkzaamheden alle lastoortscomponenten en het koelmiddel op kamertemperatuur (+25 °C / +77 °F) afkoelen.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door gebruik van watergekoelde lastoortsen zonder koelmiddel.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Neem watergekoelde lastoortsen nooit zonder koelmiddel in bedrijf.

    Vergewis u er tijdens het lassen van dat het koelmiddel op de juiste manier doorstroomt. Dit is het geval als in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat een correcte koelmiddelterugstroming zichtbaar is.

    De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade naar aanleiding van niet-inachtneming van de bovengenoemde punten, elke aanspraak op garantie vervalt.

    1. Veiligheid

    Beoogd gebruik

    De TIG-handlasbrander is uitsluitend voor het TIG-lassen en TIG-solderen bij handmatige toepassingen bedoeld.
    Een ander of breder gebruik geldt als niet beoogd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.

    Tot het beoogde gebruik behoort ook:
    • het naleven van alle aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
    • het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.

    Lastoortsvarianten

    Beschikbare lastoortsvarianten

    (1)
    Standaard-interface
    Naar achteren drukken van de knop:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    Tijdens het lassen de knop naar voren drukken:
    1. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Potentiometer-interface
    Startknop indrukken:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    Potentiometer:
    1. voor het instellen van de lasstroom
    (3)
    Zonder toortstoets
    (4)
    Standaard-interface met toortstoetsverlenging
    Naar achteren drukken van de knop:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    Tijdens het lassen de knop naar voren drukken:
    1. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (5)
    Up/Down-interface (niet afgebeeld)
    De lastoorts wordt af fabriek met een Up/Down-interface geleverd. Meer informatie hierover vindt u in de volgende paragraaf Functies van de Up/Down-lastoorts vanaf pagina (→).
    1. Lastoortsvarianten

    Beschikbare lastoortsvarianten

    (1)
    Standaard-interface
    Naar achteren drukken van de knop:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    Tijdens het lassen de knop naar voren drukken:
    1. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Potentiometer-interface
    Startknop indrukken:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    Potentiometer:
    1. voor het instellen van de lasstroom
    (3)
    Zonder toortstoets
    (4)
    Standaard-interface met toortstoetsverlenging
    Naar achteren drukken van de knop:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    Tijdens het lassen de knop naar voren drukken:
    1. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (5)
    Up/Down-interface (niet afgebeeld)
    De lastoorts wordt af fabriek met een Up/Down-interface geleverd. Meer informatie hierover vindt u in de volgende paragraaf Functies van de Up/Down-lastoorts vanaf pagina (→).

    Functies van de Up/Down-lastoorts

    Bedieningselementen van de Up/Down-lastoorts

    (1)
    Startknop
    de knop activeert de volgende functies:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het naar achteren drukken van de knop geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door het naar achteren drukken van de knop de wolfraamelektrode onder lasspanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    3. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Up/Down-toets
    voor het veranderen van het lasvermogen
    1. Functies van de Up/Down-lastoorts

    Bedieningselementen van de Up/Down-lastoorts

    (1)
    Startknop
    de knop activeert de volgende functies:
    1. als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geactiveerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het naar achteren drukken van de knop geactiveerd
    2. als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door het naar achteren drukken van de knop de wolfraamelektrode onder lasspanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
    3. tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I2 is ingesteld
    (2)
    Up/Down-toets
    voor het veranderen van het lasvermogen
    1. Functies van de Up/Down-lastoorts

    Functiebeschrijving van de Up/Down-lastoorts

    Wijziging van het lasvermogen:
    1
    Tussentijdse verlaging:
    1

    Gedurende de tussentijdse verlaging de toets naar voren drukken en vasthouden

    Slijtagedelen monteren

    Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.

    *
    Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/A
    **
    Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1) een gaslens (2) worden gebruikt
    1
    2

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te verschuiven is.

    3
    4
    Toortskap vastschroeven
    1. Slijtagedelen monteren

    Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.

    *
    Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/A
    **
    Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1) een gaslens (2) worden gebruikt
    1
    2

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te verschuiven is.

    3
    4
    Toortskap vastschroeven
    1. Slijtagedelen monteren

    Slijtagedeelsysteem P met vastgeschroefd gasmondstuk monteren

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.

    *
    Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/P
    **
    Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1) een gaslens (2) worden gebruikt
    1
    2

    VOORZICHTIG!

    Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.

    Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.

    Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te verschuiven is.

    3
    4
    Toortskap vastschroeven

    Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Toortslichaam monteren

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    1. Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Toortslichaam monteren

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    1. Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Lastoorts aansluiten

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op aansluiting lastoorts.

    Een beschadigde O-ring op de aansluiting lastoorts kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op de aansluiting lastoorts onbeschadigd is.

    1

    * alleen bij watergekoeld lassysteem

    1. Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten

    Toortslichaam verdraaien

    1

    Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts vervangen

    Toortslichaam demonteren:
    1
    2
    3
    4Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het slangenpakket
    5Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het toortslichaam
    6Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer gasgekoelde toortslichamen alleen op gasgekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
    1. Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts vervangen

    Toortslichaam demonteren:
    1
    2
    3
    4Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het slangenpakket
    5Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het toortslichaam
    6Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer gasgekoelde toortslichamen alleen op gasgekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad

    Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts automatisch legen en toortslichaam vervangen

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door ingeschakelde stroombron bij automatisch legen van de lastoorts.

    Onbedoelde lichtboog-ontstekingen kunnen het gevolg zijn.

    Volg de aanwijzingen voor het automatisch legen van de lastoorts uit de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat, uit de gebruiksaanwijzing van de stroombron en op het bedieningspaneel van de stroombron.

    Bewaar tijdens de hierna beschreven werkzaamheden met het toortslichaam een afstand van minstens 1 m (39.37 in.) tot elektrisch geleidende objecten.

    Lastoorts automatisch legen (bijvoorbeeld met CU 600t /MC) en toortslichaam demonteren:
    1Leeg het lastoorts-slangenpakket met de overeenkomstige functie van het koelapparaat
    2
    3
    4
    5Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangenpakket
    6Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortslichaam
    7Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole

    30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
    6Controleer de koelmiddeldoorstroming:
    In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
    7Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
    1. Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen

    Lastoorts automatisch legen en toortslichaam vervangen

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door ingeschakelde stroombron bij automatisch legen van de lastoorts.

    Onbedoelde lichtboog-ontstekingen kunnen het gevolg zijn.

    Volg de aanwijzingen voor het automatisch legen van de lastoorts uit de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat, uit de gebruiksaanwijzing van de stroombron en op het bedieningspaneel van de stroombron.

    Bewaar tijdens de hierna beschreven werkzaamheden met het toortslichaam een afstand van minstens 1 m (39.37 in.) tot elektrisch geleidende objecten.

    Lastoorts automatisch legen (bijvoorbeeld met CU 600t /MC) en toortslichaam demonteren:
    1Leeg het lastoorts-slangenpakket met de overeenkomstige functie van het koelapparaat
    2
    3
    4
    5Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangenpakket
    6Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortslichaam
    7Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole

    30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
    6Controleer de koelmiddeldoorstroming:
    In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
    7Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
    1. Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen

    Leeg de lastoorts handmatig en vervang het toortslichaam

    Lastoorts handmatig legen en toortslichaam demonteren:
    1Schakel de stroombron uit en koppel los van het elektriciteitsnet
    2Wacht op de naloopfase van het koelapparaat
    3Sluit de slang voor koelmiddeltoevoer van het koelapparaat af
    4Blaas de slang voor koelmiddeltoevoer met maximaal 4 bar (58,02 psi) perslucht leeg
    • daardoor stroomt een groot deel van het koelmiddel terug naar het koelmiddelreservoir
    5
    6
    7
    8Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangenpakket
    9Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortslichaam
    10Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
    Toortslichaam monteren:

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met elkaar verbonden worden.

    Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.

    OPMERKING!

    Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.

    Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.

    Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbeschadigd is.

    1* O-ring op het toortslichaam invetten
    2
    3
    Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°


    4

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.

    Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voorste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.

    5Sluit de stroombron op het stroomnetwerk aan en schakel de stroombron in
    6Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole

    30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
    7Controleer de koelmiddeldoorstroming:
    In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
    8Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad

    Verzorging, onderhoud en recycling

    Verboden

    1. Verzorging, onderhoud en recycling

    Verboden

    1. Verzorging, onderhoud en recycling

    Onderhoud bij iedere inbedrijfname

    • Controleer de slijtagedelen, vervang defecte slijtagedelen
    • Ontdoe gasmondstuk van lasspetters

    Daarnaast bij iedere inbedrijfname, bij watergekoeld lasbranden:

    • controleer of alle koelmiddelaansluitingen dicht zijn
    • controleer of er een reglementaire koelmiddelretour plaatsvindt
    1. Verzorging, onderhoud en recycling

    Recycling

    Het afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen plaatsvinden.

    Storingsdiagnose en storingen opheffen

    Storingsdiagnose en storingen opheffen

    1. Storingsdiagnose en storingen opheffen

    Storingsdiagnose en storingen opheffen

    Lasbrander kan niet worden aangesloten
    Oorzaak:Bajonetvergrendeling verbogen
    Oplossing:Vervang de bajonetvergrendeling
    Geen lasstroom
    Netschakelaar van de stroombron ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden, beschermgas aanwezig
    Oorzaak:Verkeerde aardverbinding
    Oplossing:Maak aardverbinding
    Oorzaak:Stroomkabel in lasbrander onderbroken
    Oplossing:Vervang de lasbrander
    Oorzaak:Wolfraamelektrode los
    Oplossing:Draai wolfraamelektrode met branderkop vast
    Oorzaak:Slijtagedelen los
    Oplossing:Draai de slijtagedelen vast
    Geen functioneren na indrukken van de brandertoets
    Netschakelaar ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden, beschermgas aanwezig
    Oorzaak:De stuurstekker is niet aangesloten
    Oplossing:Steek stuurstekker in contact
    Oorzaak:Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect
    Oplossing:Vervang de lasbrander
    Oorzaak:Foutieve stekkerverbindingen "brandertoets/stuurleiding/stroombron"
    Oplossing:Controleer de stekkerverbinding / laat stroombron of lasbrander repareren
    Oorzaak:Printplaat in lasbrander defect
    Oplossing:Vervang de printplaat
    HF-overslag op de aansluiting lasbrander
    Oorzaak:Aansluiting lasbrander lek
    Oplossing:Vervang O-ring op de bajonetvergrendeling
    HF-overslag op de hendelschaal
    Oorzaak:Slangenpakket lek
    Oplossing:Vervang het slangenpakket
    Oorzaak:Beschermgasslangaansluiting naar het branderlichaam lek
    Oplossing:Corrigeer en dicht de slang
    Geen beschermgas
    Alle andere functies beschikbaar
    Oorzaak:Gasfles leeg
    Oplossing:Vervang de gasfles
    Oorzaak:Gas-drukverlager defect
    Oplossing:Vervang de gas-drukverlager
    Oorzaak:Gasleiding niet gemonteerd, geknakt of beschadigd
    Oplossing:Monteer de gasslang en leg deze recht. Vervang de defecte gasslang
    Oorzaak:Lasbrander defect
    Oplossing:Vervang de lasbrander
    Oorzaak:Gas-magneetventiel defect
    Oplossing:Neem contact op met het serviceteam (laat het gas-magneetventiel vervangen)
    Slechte laseigenschappen
    Oorzaak:Verkeerde lasparameter
    Remedie:Instellingen controleren
    Oorzaak:Verkeerde massa-aansluiting
    Remedie:Massa-aansluiting en klem op polariteit controleren
    Lasbrander wordt zeer heet
    Oorzaak:Lasbrander te zwak gedimensioneerd
    Remedie:Rekening houden met inschakelduur en belastingsgrenzen
    Oorzaak:alleen bij watergekoelde installaties: waterdoorstroming te laag
    Remedie:waterstand, waterdoorstroomhoeveelheid, watervervuiling enz. controleren, koelmiddelpomp geblokkeerd: Spil van de koelmiddelpomp met schroevendraaier tot de buis aandraaien
    Oorzaak:alleen bij watergekoelde installaties: Parameter "Best. koelapparaat" staat op "OFF".
    Remedie:In het Setup-menu de parameter "Best. koelapparaat" op "Aut" of "ON" instellen.
    Porositeit van de gasnaad
    Oorzaak:Spetters in het gasmondstuk, daardoor onvoldoende gasbescherming van de lasnaad
    Oplossing:Verwijder lasspetters
    Oorzaak:Gaten in de gasslang of onnauwkeurige verbinding van de gasslang
    Oplossing:Vervang de gasslang
    Oorzaak:O-ring op de centrale aansluiting is doorgesneden of defect
    Oplossing:Vervang de O-ring
    Oorzaak:Vochtigheid/condensaat in de gasleiding
    Oplossing:Droog de gasleiding
    Oorzaak:Te sterke of te zwakke gasstroom
    Oplossing:Corrigeer de gasstroom
    Oorzaak:Onvoldoende hoeveelheid gas aan het begin of einde van het lassen
    Oplossing:Verhoog de voorstroom of nastroom van gas
    Oorzaak:Te veel oplosmiddel aangebracht
    Oplossing:Verwijder overtollig oplosmiddel / breng minder oplosmiddel aan
    Slechte ontstekingseigenschappen
    Oorzaak:Ongeschikte wolfraamelektrode (bijvoorbeeld WP-elektrode bij het DC-lassen)
    Oplossing:Gebruik geschikte wolfraamelektrode
    Oorzaak:Slijtagedelen los
    Oplossing:Schroef de slijtagedelen vast
    Gasmondstuk scheurt
    Oorzaak:Wolfraamelektrode steekt niet ver genoeg uit het gasmondstuk
    Oplossing:Laat wolfraamelektrode verder uit het gasmondstuk steken

    Technische gegevens

    Algemeen

    Het product voldoet aan de eisen van norm IEC 60974-7.

    OPMERKING!

    De aangegeven vermogensgegevens gelden alleen als standaard slijtagedelen worden gebruikt.

    Bij gebruik van gaslenzen en kortere gasmondstukken gelden er lagere waarden voor de lasstroomgegevens.

    OPMERKING!

    De lasstroomgegevens gelden bij gasgekoelde toortslichamen alleen vanaf een lengte van 65 mm (2.56 in.).

    Bij gebruik van kortere toortslichamen nemen de lasstroomgegevens met 30% af.

    OPMERKING!

    Gebruik bij het lassen op de vermogensgrens van de lastoorts overeenkomstig grotere wolfraamelektrodes en gasmondstuk-openingsdiameters om de levensduur van de slijtagedelen te verlengen.

    Behandel stroomsterkte, AC-Balance en AC-compensatiestroom als vermogensvormende factoren.

    1. Technische gegevens

    Algemeen

    Het product voldoet aan de eisen van norm IEC 60974-7.

    OPMERKING!

    De aangegeven vermogensgegevens gelden alleen als standaard slijtagedelen worden gebruikt.

    Bij gebruik van gaslenzen en kortere gasmondstukken gelden er lagere waarden voor de lasstroomgegevens.

    OPMERKING!

    De lasstroomgegevens gelden bij gasgekoelde toortslichamen alleen vanaf een lengte van 65 mm (2.56 in.).

    Bij gebruik van kortere toortslichamen nemen de lasstroomgegevens met 30% af.

    OPMERKING!

    Gebruik bij het lassen op de vermogensgrens van de lastoorts overeenkomstig grotere wolfraamelektrodes en gasmondstuk-openingsdiameters om de levensduur van de slijtagedelen te verlengen.

    Behandel stroomsterkte, AC-Balance en AC-compensatiestroom als vermogensvormende factoren.

    1. Technische gegevens

    Toortslichaam gasgekoeld -
    TTB 80, TTB 160, TTB 220

     

    TTB 80 G

    TTB 160 G F

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 80 A

    35 % ED1) / 160 A

    60 % ED1) / 60 A

    60 % ED1) / 120 A

    100 % ED1) / 50 A

    100 % ED1) / 90 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 30 A

    35 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 90 A

    100 % ED1) / 70 A

    Beschermgas (norm EN 439)

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

     

    TTB 220 G

    DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 220 A

    60 % ED1) / 170 A

    100 % ED1) / 130 A

    AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 180 A

    60 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 100 A

    Beschermgas (norm EN 439)

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 4,0 mm
    0.039 - 0.158 in.

     

    TTB 220 A G F

    TTB 220 P G F

    DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 220 A

    30 % ED1) / 220 A

    60 % ED1) / 170 A

    60 % ED1) / 160 A

    100 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 130 A

    AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 180 A

    30 % ED1) / 170 A

    60 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 120 A

    100 % ED1) / 100 A

    100 % ED1) / 100 A

    Beschermgas (norm EN 439)

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 4,0 mm
    0.039 - 0.158 in.

    1,0 - 4,0 mm
    0.039 - 0.158 in.

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Toortslichaam watergekoeld -
    TTB 180, TTB 300

     

    TTB 180 W

    TTB 300 W

    DC-lasstroom bij

    10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 180 A

    60 % ED1) / 300 A

    100 % ED1) / 140 A

    100 % ED1) / 230 A

    AC-lasstroom bij

    10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 140 A

    60 % ED1) / 250 A

    100 % ED1) / 110 A

    100 % ED1) / 190 A

    Beschermgas (norm EN 439)

    Argon

    Argon

    Diameter elektrode

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

    1,0 - 3,2 mm
    (0.039 - 0.126 in.)

    Minimaal toegestane koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal/min)

    1 l/min
    (0.26 gal/min)

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Slangenpakket gasgekoeld -
    THP 120 G SH,
    THP 180 G SH

     

    THP 120 G SH

    THP 180 G SH

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 120 A

    35 % ED1) / 180 A

    60 % ED1) / 100 A

    60 % ED1) / 130 A

    100 % ED1) / 80 A

    100 % ED1) / 100 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    35 % ED1) / 90 A

    35 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 70 A

    60 % ED1) / 90 A

    100 % ED1) / 50 A

    100 % ED1) / 70 A

    Beschermgas (norm EN 439)

    Argon

    Argon

    4,0 m / 8,0 m
    (13 ft. + 1.48 in. / 26 ft.+ 2.96 in.)

    4,0 m / 8,0 m
    (13 ft. + 1.48 in. / 26 ft.+ 2.96 in.)

    Maximaal toegestane nullastspanning (U0)

    113 V

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning (UP)

    10 kV

    10 kV

    Toortstoets Umax

    35 V

    35 V

    Toortstoets Imax

    100 mA

    100 mA

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Slangenpakket gasgekoeld -
    THP 150 G SH

    OPMERKING!

    Het slangenpakket THP 150 G SH is niet geschikt voor lichtboogontstekingssystemen, zoals hoogfrequente ontsteking!

    Het slangenpakket is alleen geschikt voor gebruik met de stroombronnen TransPocket 150/180 en AccuPocket 150.

     

    THP 150 G SH

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    25 % ED1) / 150 A

    35 % ED1) / 120 A

    60 % ED1) / 100 A

    100 % ED1) / 80 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    25 % ED1) / 110 A

    35 % ED1) / 90 A

    60 % ED1) / 70 A

    100 % ED1) / 50 A

    Beschermgas (norm EN 439)

    Argon

    4,0 m / 8,0 m
    (13 ft. + 1.48 in. / 26 ft. + 2.96 in.)

    Maximaal toegestane nullastspanning U0

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning UP

    Niet geschikt voor lichtboogontstekingssystemen!

    1)
    ED = inschakelduur
    1. Technische gegevens

    Slangenpakket watergekoeld - THP 300 SH

     

    THP 300 SH

    DC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 300 A

    100 % ED1) / 230 A

    AC-lasstroom
    bij 10 min / 40°C (104°F)

    60 % ED1) / 250 A

    100 % ED1) / 190 A

    Beschermgas (norm EN 439)

    Argon

    4,0 m / 8,0 m
    (13 ft.+ 1.48 in. / 26 ft + 2.96 in.)

    Laagste koelvermogen volgens norm IEC 60974-2 afhankelijk van de slangenpakket-lengte

    650 W / 650 W

    Minimaal toegestane koelmiddeldoorstroming Qmin

    1 l/min
    (0.26 gal./min [US])

    Minimaal toegestane koelmiddeldruk pmin

    3 bar
    (43 psi)

    Maximaal toegestane koelmiddeldruk pmax

    5,5 bar
    (79 psi)

    Maximaal toegestane nullastspanning U0

    113 V

    Maximaal toegestane ontstekingsspanning UP

    10 kV

    1)
    ED = inschakelduur