LogoFronius Energy Package
  • nl
    • cs
    • da
    • de
    • el
    • en
    • es
    • fr
    • hu
    • it
    • nl
    • pl
    • pt-BR
    • ro
    • sk
    • sv
    • tr
    • uk
  • Contact
  • Impressum
  • Algemene voorwaarden
  • Privacyverklaring
  • 027-16102024
  • Veiligheidsvoorschriften
    • Verklaring veiligheidsaanwijzingen
    • Algemeen
    • Omgevingscondities
    • Gekwalificeerd personeel
    • Informatie over de geluidsemissie
    • EMV-maatregelen
    • Noodstroom
    • Auteursrecht
    • Gegevensbescherming
  • Algemene informatie
    • Fronius Symo Hybrid
      • Apparaatconcept
      • Gebruik conform de bedoeling
      • Waarschuwingen op het apparaat
      • Productregistratie
    • Fronius Solar Battery
      • Apparaatconcept
      • Gebruik overeenkomstig de bedoeling
      • Uitbreiding van de opslagcapaciteit
      • Nauwkeurigheid van de laadtoestand (SOC)
      • Waarschuwingen op het apparaat
    • Verschillende bedrijfsmodi
      • Bedrijfsmodi - Symbolen
      • Bedrijfsmodus - inverter
      • Bedrijfsmodus - inverter met accu
      • Bedrijfsmodus - inverter met accu en meerdere Smart Meters
      • Bedrijfsmodus - Inverter met accu, AC-gekoppeld aan een andere inverter
      • Bedrijfsmodus - inverter met accu en noodstroomfunctie
      • Bedrijfsmodus - inverter met accu, Ohmpilot en noodstroomfunctie
      • Bedrijfsmodus - inverter met accu, nog een inverter en noodstroomfunctie
      • Bedrijfstoestanden (alleen voor systemen met accu)
    • Noodstroomvoorziening
      • Voorwaarden voor het functioneren op noodstroom
      • Overgang van terugleveringsmodus naar noodstroombedrijf
      • Overgang van noodstroombedrijf naar terugleveringsmodus
      • Beperkingen in noodstroombedrijf
      • Noodstroom en energiebesparingsmodus
      • Fronius Ohmpilot en noodstroombedrijf
    • Energiebesparingsmodus
      • Algemeen
      • Uitschakelvoorwaarden Fronius Solar Battery en Fronius Symo Hybrid
      • Inschakelvoorwaarden Fronius Symo Hybrid en Fronius Solar Battery
      • Speciaal geval
      • Weergave op de apparaten en in de gebruikersinterfaces
    • Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery
      • Nut van de kalibratielading
      • Algemeen
      • Voorwaarden voor het starten van de kalibratielading (Fronius Solar Battery)
      • Verloop van de kalibratielading (Fronius Solar Battery)
      • Kalibratieproces (Fronius Solar Battery)
      • Duur van de kalibratielading (Fronius Solar Battery)
      • Beperkingen tijdens de kalibratie (Fronius Solar Battery)
      • Weergaven tijdens de kalibratielading (Fronius Solar Battery)
    • Geschikte accu's van derden voor Fronius Symo Hybrid
      • LG Chem ResuH
      • BYD Battery-Box Premium
  • Bediening
    • Datacommunicatie
      • Datacommunicatiegedeelte
      • Algemeen
      • Bedieningselementen, aansluitingen en indicaties van de systeemmonitoring
    • Fronius Hybrid inverter
      • Bedieningselementen en aanduidingen
      • Display
    • Fronius Solar Battery
      • Accubeheermodule
      • Accumodule
      • Display
      • Displayweergaven
      • Aansluitingen dataconverter
      • Bedieningselementen en aanduidingen van dataconverter
      • LED's dataconverter
    • Navigatie op menuniveau
      • Displayverlichting activeren
      • Automatisch deactiveren van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU'
      • Menuniveau oproepen
      • In de menu-optie NU weergegeven waarden
      • In de menuoptie LOG weergegeven waarden
    • Menuopties in het Setup menu
      • Stand-by
      • WiFi-toegangspunt
      • Relais (spanningsvrij schakelcontact)
      • Energy Manager
        (in menu-optie Relais)
      • Tijd / datum
      • Display-instellingen
      • Energieopbrengst
      • Ventilatoren
    • De menuoptie SETUP
      • Voorkeursinstelling
      • Software-updates
      • Navigeren in de menu-optie SETUP
      • Menurecords instellen algemeen
      • Toepassingsvoorbeeld: Tijd instellen
    • De menuoptie INFO
      • Meetwaarden
      • Status vermog.mod.
      • Netstatus
      • Apparaatinformatie
      • Versie
    • Toetsenblokkering in- en uitschakelen
      • Algemeen
      • Toetsenblokkering in- en uitschakelen
    • Het Basic-menu
      • Het Basic-menu openen
      • De Basic-menurecords
  • Fronius-installatiebewaking
    • Algemeen
      • Algemeen
      • Voorwaarde voor de ingebruikname
    • Datavolume berekenen
      • Algemeen
      • Datavolume berekenen
    • Algemene informatie voor de netwerkbeheerder
      • Voorwaarden
      • Algemene firewall-instellingen
      • Fronius Solar.web gebruiken en serviceberichten verzenden
    • Fronius-installatiebewaking installeren - overzicht
      • Veiligheid
      • Eerste gebruik
      • Informatie voor het uitvoeren van de Technicus-assistent
      • Noodstroombedrijf testen
    • Verbinding met de Fronius-installatiebewaking via webbrowser
      • Algemeen
      • Voorwaarden
      • Verbinding maken met de Fronius-installatiebewaking via een webbrowser
    • Verbinding maken met Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web
      • Algemeen
      • Functiebeschrijving
      • Voorwaarden
      • Gegevens van de Fronius-installatiebewaking opvragen via internet en via Fronius Solar.web
  • Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
    • De website van de Fronius-installatiebewaking
      • Website van de Fronius-systeemmonitoring - Overzicht
      • Het menu Instellingen
      • Andere instelmogelijkheden
    • Services - Systeeminformatie
      • Systeeminformatie
    • Services - Netwerkdiagnose
      • Netwerkdiagnose
    • Services - Firmware-Update
      • Algemeen
      • Automatisch zoeken naar updates
      • Handmatig zoeken naar updates
      • Firmware-update uitvoeren via het web
    • Service-assistenten oproepen
      • Assistenten oproepen
    • Instellingen - Algemeen
      • Algemeen
    • Instellingen - Wachtwoorden
      • Algemeen
      • Wachtwoorden
    • Instellingen - netwerk
      • Internet via WLAN
      • Internet via LAN
      • Lokaal netwerk via Access Point
    • Instellingen - Fronius Solar.web
      • SOLAR.WEB
    • Instellingen - IO-toewijzing
      • Algemeen
      • Noodstroom
      • Belastingbeheer
      • IO-besturing
      • UIT - Demand Response Modes (DRM)
      • Energieopslag
    • Instellingen - Belastingbeheer
      • Belastingbeheer
    • Instellingen - Push-service
      • Push-service
    • Instellingen - Modbus
      • Algemeen
      • Nadere informatie over de Modbus-functie
      • Gegevensoverdracht via Modbus
      • Besturing beperken
    • Instellingen - Energiebeheer
      • Energiebeheer
      • Voorbeelden energiebeheer
      • Accubeheer
      • Toegestane instellingen voor de accubesturing
      • PV-vermogensreductie
    • Instellingen - Installatieoverzicht
      • Installatie-overzicht
    • Instellingen - Teller
      • Algemeen
      • Fronius Smart Meter
      • Fronius Smart Meter op de Fronius-systeemmonitoring aansluiten
    • Instellingen - EVU Editor
      • Algemeen
      • EVU-editor - IO-besturing
      • Aansluitvoorbeeld
      • EVU Editor - UIT - Demand Response Modes (DRM)
      • EVU-editor - Dynamische vermogensreductie
      • EVU-editor - besturingsprioriteiten
      • Editor openbaar elektriciteitsnet - Accu laden
      • Dynamische vermogensregeling met meerdere inverters
    • Instellingen - Accu
      • Accu
  • Storingen opheffen en onderhoud
    • Fronius Symo Hybrid
      • Weergave van statuscodes
      • Volledig uitvallen van het display
      • Statuscodes - klasse 1
      • Statuscodes - klasse 3
      • Statusaflezingen - Klasse 4
      • Statuscodes - Klasse 5
      • Statusaflezingen - Klasse 6
      • Statusaflezingen - Klasse 7
      • Statuscodes - klasse 9
      • Statusaflezingen - Klasse 10 - 12
      • Klantenservice
      • Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling
    • Fronius Solar Battery
      • Weergave van statusaflezingen
      • Foutmeldingen - Accubeheermodule
      • Foutmeldingen - Dataconverter
      • Onduidelijke bedrijfstoestanden
  • Annex
    • Technische gegevens
      • Systeemmonitoring
      • Verklaring van de voetnoten
      • Aangehouden normen en richtlijnen
    • Garantiebepalingen en verwijdering
      • Fronius-fabrieksgarantie
      • Afvoer van oude apparaten

Fronius Energy Package Bedieningshandleiding

Bedrijfsmodi
Noodstroomvoorziening
Accu's van derden
Bedieningselementen
Foutoplossing
Technische gegevens

Fronius Energy Package Bedieningshandleiding

Bedrijfsmodi
Noodstroomvoorziening
Accu's van derden
Bedieningselementen
Foutoplossing
Technische gegevens

Veiligheidsvoorschriften

Verklaring veiligheidsaanwijzingen

WAARSCHUWING!

Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.

Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.

GEVAAR!

Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.

Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

VOORZICHTIG!

Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.

Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.

OPMERKING!

Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.

  1. Veiligheidsvoorschriften

Verklaring veiligheidsaanwijzingen

WAARSCHUWING!

Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.

Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.

GEVAAR!

Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.

Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

VOORZICHTIG!

Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.

Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.

OPMERKING!

Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.

  1. Veiligheidsvoorschriften

Algemeen

Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter gevaar op voor
  • het leven van de gebruiker of dat van derden;
  • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.
Alle personen die met inbedrijfname, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
  • beschikken over de juiste kwalificaties;
  • kennis hebben over het omgaan met elektrische installaties;
  • deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen.

De bedieningshandleiding moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.

Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
  • in leesbare toestand houden;
  • niet beschadigen;
  • niet verwijderen;
  • niet afdekken, afplakken of overschilderen.

De aansluitklemmen kunnen hoge temperaturen bereiken.

U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel, dan levert dit potentieel gevaar op voor:
  • het leven van de gebruiker of dat van derden;
  • het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.

Niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen moet u, voordat het apparaat wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.

Omzeil veiligheidsvoorzieningen nooit en stel ze nooit buiten werking.

De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk 'Algemeen' in de bedieningshandleiding van het apparaat.

Storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, dienen vóór het inschakelen van het apparaat te worden verholpen.

Het gaat immers om uw veiligheid!

  1. Veiligheidsvoorschriften

Omgevingscondities

Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.

  1. Veiligheidsvoorschriften

Gekwalificeerd personeel

De onderhoudsinformatie in deze bedieningshandleiding is uitsluitend bestemd voor gekwalificeerde vakspecialisten. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer geen andere handelingen uit dan de handelingen die in de documentatie zijn beschreven. Dat geldt ook wanneer u voor dergelijke werkzaamheden bent gekwalificeerd.

Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.

Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerd bedrijf worden uitgevoerd.

Bij niet-originele onderdelen is niet gewaarborgd dat deze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd en geproduceerd. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde onderdelen).

Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat aan.

Onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, dient u direct te vervangen.

  1. Veiligheidsvoorschriften

Informatie over de geluidsemissie

Het maximale geluidsvermogensniveau van de inverter staat in de technische gegevens vermeld.

De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd. Het geluidsniveau is afhankelijk van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz.

Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het stroomnet, de omringende muren en de algemene omgevingseigenschappen.

  1. Veiligheidsvoorschriften

EMV-maatregelen

In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie storingsgevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht maatregelen te treffen om de storing op te heffen.

  1. Veiligheidsvoorschriften

Noodstroom

Het onderhavige systeem is voorzien van een noodstroomfunctie. Daarbij wordt bij het uitvallen van het openbare net automatisch een noodstroomvoorziening tot stand gebracht.

De met de inverter meegeleverde noodstroomsticker dient op de elektrische verdeler te worden aangebracht.

Bij onderhouds- en montagewerkzaamheden is zowel een loskoppeling aan netwerkzijde alsook een deactivering van de noodstroomvoorziening door het openen van de geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar op de inverter noodzakelijk.

Afhankelijk van de instraalomstandigheden en de acculaadtoestand wordt de noodstroomvoorziening automatisch uit- en ingeschakeld. Dit kan leiden tot een onverwachte terugkeer van de noodstroomvoorziening uit de stand-bymodus. Daarom bij gedeactiveerde noodstroom alle aangesloten apparaten uitschakelen en geen installatiewerkzaamheden aan het huisnet uitvoeren.

  1. Veiligheidsvoorschriften

Auteursrecht

Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.

Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.

  1. Veiligheidsvoorschriften

Gegevensbescherming

De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwijken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.

Algemene informatie

Fronius Symo Hybrid

Apparaatconcept

Constructie:

(1)
Deksel
(2)
Inverter
(3)
Montagesteun
(4)
Aansluitpaneel inclusief hoofdschakelaar gelijkstroom (DC)
(5)
Datacommunicatiegedeelte
(6)
Deksel datacommunicatie

De hybride inverter vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon met de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverd. Daarnaast kan de zonne-energie ook in een aangesloten accu opgeslagen worden voor later gebruik.

De hybride inverter is bestemd voor gebruik in netgekoppelde PV-installaties. Bij de juiste bekabeling is noodstroombedrijf mogelijk.

Door zijn constructie en werkwijze biedt de inverter bij de montage en in bedrijf een maximum aan veiligheid.
De inverter bewaakt automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de inverter onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen. De inverter schakelt bij de juiste bekabeling over naar het noodstroombedrijf.

Het bedrijf van de inverter verloopt volledig automatisch.
De inverter werkt op een zodanige manier dat het grootst mogelijke vermogen uit de zonnepanelen gehaald wordt.
Afhankelijk van het bedrijfspunt wordt dit vermogen in de accu opgeslagen, aan het net teruggeleverd of voor het thuisnet in het noodstroombedrijf gebruikt.

Zodra de in de zonnepanelen opgeslagen energie niet meer toereikend is, wordt vermogen uit de accu aan het thuisnet geleverd. Afhankelijk van de instellingen kan tevens vermogen uit het openbare elektriciteitsnet voor het laden van de accu gebruikt worden.

Wanneer de temperatuur van de inverter te hoog wordt, verlaagt de inverter automatisch het huidige uitgangs- of laadvermogen om zichzelf te beschermen, of schakelt de inverter in noodstroombedrijf volledig uit.
Oorzaken voor een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur en/of een te geringe warmteafvoer zijn (bijv. bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

BELANGRIJK! De accu mag alleen in het stand-by-bedrijf van de inverter ingeschakeld worden.

  1. Algemene informatie

Fronius Symo Hybrid

Apparaatconcept

Constructie:

(1)
Deksel
(2)
Inverter
(3)
Montagesteun
(4)
Aansluitpaneel inclusief hoofdschakelaar gelijkstroom (DC)
(5)
Datacommunicatiegedeelte
(6)
Deksel datacommunicatie

De hybride inverter vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon met de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverd. Daarnaast kan de zonne-energie ook in een aangesloten accu opgeslagen worden voor later gebruik.

De hybride inverter is bestemd voor gebruik in netgekoppelde PV-installaties. Bij de juiste bekabeling is noodstroombedrijf mogelijk.

Door zijn constructie en werkwijze biedt de inverter bij de montage en in bedrijf een maximum aan veiligheid.
De inverter bewaakt automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de inverter onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen. De inverter schakelt bij de juiste bekabeling over naar het noodstroombedrijf.

Het bedrijf van de inverter verloopt volledig automatisch.
De inverter werkt op een zodanige manier dat het grootst mogelijke vermogen uit de zonnepanelen gehaald wordt.
Afhankelijk van het bedrijfspunt wordt dit vermogen in de accu opgeslagen, aan het net teruggeleverd of voor het thuisnet in het noodstroombedrijf gebruikt.

Zodra de in de zonnepanelen opgeslagen energie niet meer toereikend is, wordt vermogen uit de accu aan het thuisnet geleverd. Afhankelijk van de instellingen kan tevens vermogen uit het openbare elektriciteitsnet voor het laden van de accu gebruikt worden.

Wanneer de temperatuur van de inverter te hoog wordt, verlaagt de inverter automatisch het huidige uitgangs- of laadvermogen om zichzelf te beschermen, of schakelt de inverter in noodstroombedrijf volledig uit.
Oorzaken voor een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur en/of een te geringe warmteafvoer zijn (bijv. bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

BELANGRIJK! De accu mag alleen in het stand-by-bedrijf van de inverter ingeschakeld worden.

  1. Algemene informatie
  2. Fronius Symo Hybrid

Apparaatconcept

Constructie:

(1)
Deksel
(2)
Inverter
(3)
Montagesteun
(4)
Aansluitpaneel inclusief hoofdschakelaar gelijkstroom (DC)
(5)
Datacommunicatiegedeelte
(6)
Deksel datacommunicatie

De hybride inverter vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon met de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverd. Daarnaast kan de zonne-energie ook in een aangesloten accu opgeslagen worden voor later gebruik.

De hybride inverter is bestemd voor gebruik in netgekoppelde PV-installaties. Bij de juiste bekabeling is noodstroombedrijf mogelijk.

Door zijn constructie en werkwijze biedt de inverter bij de montage en in bedrijf een maximum aan veiligheid.
De inverter bewaakt automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de inverter onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen. De inverter schakelt bij de juiste bekabeling over naar het noodstroombedrijf.

Het bedrijf van de inverter verloopt volledig automatisch.
De inverter werkt op een zodanige manier dat het grootst mogelijke vermogen uit de zonnepanelen gehaald wordt.
Afhankelijk van het bedrijfspunt wordt dit vermogen in de accu opgeslagen, aan het net teruggeleverd of voor het thuisnet in het noodstroombedrijf gebruikt.

Zodra de in de zonnepanelen opgeslagen energie niet meer toereikend is, wordt vermogen uit de accu aan het thuisnet geleverd. Afhankelijk van de instellingen kan tevens vermogen uit het openbare elektriciteitsnet voor het laden van de accu gebruikt worden.

Wanneer de temperatuur van de inverter te hoog wordt, verlaagt de inverter automatisch het huidige uitgangs- of laadvermogen om zichzelf te beschermen, of schakelt de inverter in noodstroombedrijf volledig uit.
Oorzaken voor een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur en/of een te geringe warmteafvoer zijn (bijv. bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

BELANGRIJK! De accu mag alleen in het stand-by-bedrijf van de inverter ingeschakeld worden.

  1. Algemene informatie
  2. Fronius Symo Hybrid

Gebruik conform de bedoeling

De inverter van de solarmodule is uitsluitend bedoeld om gelijkstroom van solarmodules naar de accu te laden of wisselstroom om te zetten en deze aan het openbare stroomnet of het thuisnet in het noodbedrijf te leveren.
Als niet conform de bedoeling geldt:
  • elk ander of afwijkend gebruik
  • wijzigingen aan de inverter die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen
  • het inbouwen van onderdelen die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen of verkocht
  • gebruik met een niet door Fronius aanbevolen accu
  • gebruik met een niet door Fronius aanbevolen energiemeter

De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Aanspraak op garantie vervalt.

Tot gebruik conform de bedoeling behoort ook:
  • het volledig lezen en opvolgen van de installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
  • het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden

Bij het aanleggen van de fotovoltaïsche installatie erop letten dat alle componenten van de PV-installatie uitsluitend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt.

Alle door de fabrikant van de solarmodule aanbevolen maatregelen voor een duurzaam behoud van de eigenschappen van de solarmodule moeten in acht worden genomen.

Neem de voorschriften van het energiebedrijf met betrekking tot teruglevering aan het net, het noodstroombedrijf en het gebruik van opslagsystemen in acht.

De Fronius Symo Hybrid is een netgekoppelde inverter met noodstroomfunctie en geen stand-alone inverter. Daarom moeten de volgende beperkingen m.b.t. het noodstroombedrijf in acht worden genomen:
  • het apparaat mag (maximaal) 1.500 bedrijfsuren in het noodstroombedrijf worden gebruikt
  • het apparaat mag meer dan 1.500 bedrijfsuren in het noodstroombedrijf worden gebruikt, indien daarbij niet meer dan 15% van de terugleveringsbedrijfsduur van de inverter op het betreffende tijdstip wordt overschreden
  1. Algemene informatie
  2. Fronius Symo Hybrid

Waarschuwingen op het apparaat

Op en in de inverter bevinden zich waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Deze waarschuwingen en veiligheidssymbolen mogen niet worden verwijderd of overgeschilderd. De waarschuwingen en symbolen waarschuwen voor een verkeerde bediening die kan resulteren in ernstig letsel en zware materiële schade.

 

Veiligheidssymbolen:

 

Gevaar op ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade door een onjuiste bediening

 

De beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen:

  • deze gebruiksaanwijzing
  • alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten van de PV-installatie, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften

 

Gevaarlijke elektrische spanning

 

Ontlaadtijd van condensatoren afwachten!

Tekst van de waarschuwingen:

GEVAAR!

Gevaar door elektrische stroom.

Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn.

Vóór het openen van het apparaat ervoor zorgen dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij zijn.

Ontlaadtijd van de condensatoren afwachten (6 minuten).

Symbolen op het kenplaatje:

CE-aanduiding - geeft aan dat aan de geldende EU-richtlijnen en -verordeningen is voldaan.

WEEE-aanduiding - afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform Europese richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled.

RCM-aanduiding - conform de eisen van Australië en Nieuw-Zeeland gecontroleerd.

  1. Algemene informatie
  2. Fronius Symo Hybrid

Productregistratie

Waarom moet ik me registreren?
Met een eenvoudige gratis registratie kunt u profiteren van extra garantiejaren. U moet een paar details invullen en de registratie bevestigen.

Wie mag een apparaat registreren?
De garantieovereenkomst komt tot stand tussen Fronius en de garantienemer (de eigenaar van de geïnstalleerde installatie). Daarom moet de registratie worden uitgevoerd door de garantienemer, met gebruikmaking van zijn Solar.web-aanmeldgegevens. Registratie door een derde partij vereist een volmacht. Inbreuk leidt tot aansprakelijkheid. Als u onjuiste informatie verstrekt, vervalt de garantie.

Hoe kan ik me registreren?
Op de website www.solarweb.com aanmelden en op het veld 'Productregistratie' klikken. Meer informatie is direct verkrijgbaar bij de productregistratie.

Waar kan ik het serienummer van mijn product vinden?
Het serienummer is te zien op het kenplaatje van het Fronius-apparaat.
Bij de Solar Battery hoeft alleen het serienummer zoals in de afbeelding te worden gebruikt. De serienummers van de afzonderlijke accumodules zijn niet relevant.

  1. Algemene informatie

Fronius Solar Battery

Apparaatconcept

Constructie:

(1)
Accubeheermodule
(2)
Zijgedeelte
(3)
Deksel
(4)
Zekeringen
(5)
Dataconverter
(6)
Accumodule (1,2 kWh bruikbaar)

Met het Fronius Energy Package brengt Fronius een inverter met opslagmogelijkheid op de markt. Een belangrijke component hierin is de Fronius Solar Battery. Deze bevat een lithium-ion-accu. De Fronius Solar Battery completeert de hybride inverter van Fronius met opslagcapaciteit. Op deze manier kan de zonne-energie uit de solarmodules voor later gebruik worden opgeslagen.
Het opslagsysteem is uitsluitend bedoeld voor gebruik in combinatie met hybride inverters van Fronius.

Dankzij de constructie en functioneringswijze biedt het opslagsysteem zowel bij de montage als in bedrijf een maximum aan veiligheid. Er wordt een lithium-ion-accu met grote capaciteit op basis van ijzerfosfaat (LiFePO4) gebruikt. Deze maakt gebruik van de nieuwste technologie en voldoet aan de hoogste veiligheidsnormen.

De werking van het opslagsysteem in combinatie met de inverter van Fronius verloopt volledig automatisch.

Als de accu's van het Fronius Energy Package gedurende een langere periode (enkele weken of maanden) om welke reden dan ook niet op de juiste wijze kunnen worden geladen, raden wij u dringend aan de volgende stappen uit te voeren ter voorkoming van diepe ontlading van de accumodule:
  • Hoofdschakelaar van de Fronius Solar Battery uitzetten
  • DC-zekeringen uit de zekeringhouder verwijderen
  • De oranje voedingsstekker (POWER CONNECTOR) van de afzonderlijke accumodules ontkoppelen
  1. Algemene informatie
  2. Fronius Solar Battery

Apparaatconcept

Constructie:

(1)
Accubeheermodule
(2)
Zijgedeelte
(3)
Deksel
(4)
Zekeringen
(5)
Dataconverter
(6)
Accumodule (1,2 kWh bruikbaar)

Met het Fronius Energy Package brengt Fronius een inverter met opslagmogelijkheid op de markt. Een belangrijke component hierin is de Fronius Solar Battery. Deze bevat een lithium-ion-accu. De Fronius Solar Battery completeert de hybride inverter van Fronius met opslagcapaciteit. Op deze manier kan de zonne-energie uit de solarmodules voor later gebruik worden opgeslagen.
Het opslagsysteem is uitsluitend bedoeld voor gebruik in combinatie met hybride inverters van Fronius.

Dankzij de constructie en functioneringswijze biedt het opslagsysteem zowel bij de montage als in bedrijf een maximum aan veiligheid. Er wordt een lithium-ion-accu met grote capaciteit op basis van ijzerfosfaat (LiFePO4) gebruikt. Deze maakt gebruik van de nieuwste technologie en voldoet aan de hoogste veiligheidsnormen.

De werking van het opslagsysteem in combinatie met de inverter van Fronius verloopt volledig automatisch.

Als de accu's van het Fronius Energy Package gedurende een langere periode (enkele weken of maanden) om welke reden dan ook niet op de juiste wijze kunnen worden geladen, raden wij u dringend aan de volgende stappen uit te voeren ter voorkoming van diepe ontlading van de accumodule:
  • Hoofdschakelaar van de Fronius Solar Battery uitzetten
  • DC-zekeringen uit de zekeringhouder verwijderen
  • De oranje voedingsstekker (POWER CONNECTOR) van de afzonderlijke accumodules ontkoppelen
  1. Algemene informatie
  2. Fronius Solar Battery

Gebruik overeenkomstig de bedoeling

De Fronius Solar Battery is uitsluitend bedoeld om gelijkstroom van de hybride inverter van Fronius voor later gebruik op te slaan.
Als niet overeenkomstig de bedoeling geldt:
  • een ander of afwijkend gebruik
  • veranderingen aan het opslagsysteem, die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen
  • het inbouwen van onderdelen die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen of verkocht
  • gebruik met een niet door Fronius aanbevolen inverter
  • gebruik met een niet door Fronius aanbevolen energiemeter

De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Aanspraak op garantie vervalt.

Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook
  • het volledig lezen en opvolgen van de installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
  • het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden

Neem de voorschriften van het energiebedrijf met betrekking tot levering aan het net en het gebruik van opslagsystemen in acht.

  1. Algemene informatie
  2. Fronius Solar Battery

Uitbreiding van de opslagcapaciteit

De Fronius Solar Battery biedt de optie om de opslagcapaciteit ook na de aanschaf uit te breiden tot een maximale capaciteit van 9,6 kWh bruikbare energie.
De uitbreiding wordt uitgevoerd door toevoeging van extra accumodules, en moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
De uitbreiding is mogelijk tot 2 jaar na de aanschafdatum, maximaal echter tot 30 maanden na aflevering door Fronius Oostenrijk.
Uitbreidingen op een later tijdstip zijn om technische redenen niet mogelijk. Neem de voorschriften van het energiebedrijf met betrekking tot teruglevering aan het net en het gebruik van opslagsystemen in acht.

  1. Algemene informatie
  2. Fronius Solar Battery

Nauwkeurigheid van de laadtoestand (SOC)

Door het toevoegen of vervangen van een opslagmodule kunnen er onnauwkeurigheden bij de berekening van de laadtoestand ontstaan (State of Charge - SOC). Vooral direct na de uitbreiding kunnen continuïteiten en scheuren ontstaan. Deze beperken zich louter tot de weergave van de laadtoestand en hebben geen invloed op het bedrijf van het apparaat.

SOC continuïteit
SOC scheur
  1. Algemene informatie
  2. Fronius Solar Battery

Waarschuwingen op het apparaat

Op de accu bevinden zich waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Deze waarschuwingen en veiligheidssymbolen mogen niet worden verwijderd of overgeschilderd. De waarschuwingen en symbolen waarschuwen voor een verkeerde bediening die kan resulteren in ernstig letsel en zware materiële schade.

Veiligheidssymbolen - waarschuwingsteksten:

Voorzichtig
Verkeerd gebruik of niet inachtneming van deze instructies en de gebruiksaanwijzing kan leiden tot hittegevaar, brandgevaar of elektrische schokken, wat zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.

Gebruiksaanwijzing zorgvuldig lezen en in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften gebruiken!

Om elektrische schokken te voorkomen
  • Niet demonteren of aanpassen
  • Geen water in het apparaat laten terechtkomen
  • Geen vreemde objecten in het apparaat steken
  • De aansluitingen niet direct aanraken
Om oververhitting, brand, elektrische schokken of lichamelijk letsel te voorkomen
  • Geen niet-gespecificeerde apparaten voor het laden gebruiken
  • Niet in ruimtes met temperaturen boven 35 °C gebruiken
  • Niet in onstabiele omgevingen gebruiken
  • Niet aan sterke trillingen blootstellen
Om brand te voorkomen
  • De afzonderlijke aansluitingen niet kortsluiten
  • Oververhitting voorkomen
Hoe te handelen bij een noodgeval:
  1. Brand:
    • Geschikte blusmiddelen: CO2- of poederblussers, brandblussers met water kunnen elektrische schokken veroorzaken.
    • Brandweer waarschuwen
    • Kwetsbare personen waarschuwen
    • Hoofdschakelaar uitschakelen
    • FI-schakelaar uitschakelen
  2. Overstroming:
    • Hoofdschakelaar uitschakelen
    • FI-schakelaar uitschakelen
    • Systeem tegen water beschermen, water wegpompen
  3. onbekende bedrijfstoestand (zie ook hoofdstuk "Onbekende bedrijfstoestand" op pagina (→)):
    • voor voldoende ventilatie zorgen
    • Hoofdschakelaar uitschakelen
    • FI-schakelaar uitschakelen
  1. Algemene informatie

Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodi - Symbolen

PV-module
produceert gelijkstroom

Inverter - Fronius Hybrid-inverter van Fronius
zet de gelijkstroom om in wisselstroom en laadt de accu. Dankzij de ingebouwde systeemmonitoring kan de inverter via WLAN op een netwerk worden aangesloten.

Accu
is aan gelijkstroomzijde op de inverter aangesloten en slaat elektrische energie op.

Verbruikers in de PV-installatie
de op de PV-installatie aangesloten verbruikers (1- of 3-fasig)

Meter - Fronius Smart Meter
voor een optimaal energiebeheer. De meter kan door een elektromonteur in de schakelkast worden gemonteerd. De installatie van meerdere Smart Meters maakt Energy Profiling mogelijk. Extra verbruikers of generatoren in het systeem kunnen worden gemeten en gemonitord.

Noodstroomfunctie
de inverter is voor noodstroombedrijf voorbereid. De noodstroomfunctie moet door een elektromonteur in de schakelkast worden ingesteld. De PV-installatie werkt in noodstroombedrijf als eiland.

Fronius Ohmpilot
maakt het mogelijk overbodige energie in te zetten voor de bereiding van warm water.

Extra inverter in het systeem (bijv.: Fronius Symo)
zet de gelijkstroom om in wisselstroom. Kan echter geen accu laden en staat in het noodstroombedrijf niet ter beschikking.

Elektriciteitsnet

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodi - Symbolen

PV-module
produceert gelijkstroom

Inverter - Fronius Hybrid-inverter van Fronius
zet de gelijkstroom om in wisselstroom en laadt de accu. Dankzij de ingebouwde systeemmonitoring kan de inverter via WLAN op een netwerk worden aangesloten.

Accu
is aan gelijkstroomzijde op de inverter aangesloten en slaat elektrische energie op.

Verbruikers in de PV-installatie
de op de PV-installatie aangesloten verbruikers (1- of 3-fasig)

Meter - Fronius Smart Meter
voor een optimaal energiebeheer. De meter kan door een elektromonteur in de schakelkast worden gemonteerd. De installatie van meerdere Smart Meters maakt Energy Profiling mogelijk. Extra verbruikers of generatoren in het systeem kunnen worden gemeten en gemonitord.

Noodstroomfunctie
de inverter is voor noodstroombedrijf voorbereid. De noodstroomfunctie moet door een elektromonteur in de schakelkast worden ingesteld. De PV-installatie werkt in noodstroombedrijf als eiland.

Fronius Ohmpilot
maakt het mogelijk overbodige energie in te zetten voor de bereiding van warm water.

Extra inverter in het systeem (bijv.: Fronius Symo)
zet de gelijkstroom om in wisselstroom. Kan echter geen accu laden en staat in het noodstroombedrijf niet ter beschikking.

Elektriciteitsnet

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodus - inverter

De hybride inverter van Fronius kan als pure inverter zonder aangesloten accu gebruikt worden.

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodus - inverter met accu

Om een storingsvrije regeling te kunnen realiseren, is parallelbedrijf van meerdere accu's niet toegestaan.

Om het eigen verbruik in uw PV-installatie optimaal te kunnen gebruiken, kan een accu als opslag worden gebruikt. De accu is aan gelijkstroomzijde op de inverter aangesloten. Daarom is geen meervoudige stroomomzetting nodig en neemt het rendement toe.

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodus - inverter met accu en meerdere Smart Meters

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodus - Inverter met accu, AC-gekoppeld aan een andere inverter

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodus - inverter met accu en noodstroomfunctie

BELANGRIJK! In noodstroombedrijf wordt een verhoogde nominale frequentie gebruikt om ongewenst parallelbedrijf met andere elektriciteitsopwekkers te voorkomen.

Om een storingsvrije regeling te kunnen realiseren, is parallelbedrijf van meerdere accu's niet toegestaan.

In de volledig uitgebouwde hybride PV-installatie kan de inverter:
  • stroom aan het net terugleveren
  • de op de PV-installatie aangesloten apparaten bij stroomuitval van stroom voorzien, of
  • overtollige energie in de accu laden.
  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodus - inverter met accu, Ohmpilot en noodstroomfunctie

BELANGRIJK! In een volledig opgebouwde hybride PV-installatie met Fronius Ohmpilot kan de Ohmpilot bij stroomuitval om regelingstechnische redenen niet worden gebruikt. Daarom is het zinvol om de Ohmpilot buiten de noodstroomgenerator te installeren.

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfsmodus - inverter met accu, nog een inverter en noodstroomfunctie

  1. Algemene informatie
  2. Verschillende bedrijfsmodi

Bedrijfstoestanden (alleen voor systemen met accu)

Het accusysteem maakt onderscheid tussen verschillende bedrijfstoestanden. De telkens actuele bedrijfstoestand wordt op de website van de systeemmonitoring of in Solar.web aangegeven.

Bedrijfstoestand

Beschrijving

Gedeactiveerd

De accu is niet actief. Ofwel is hij uitgeschakeld, of vanwege een fout is er geen communicatie met de accu of de meter mogelijk.

Normaal bedrijf

Het systeem bevindt zich in normaal bedrijf

Servicemodus1)

De servicemodus is geactiveerd. De accu wordt automatisch opgeladen tot een specifieke SOC-waarde, ofwel ontladen en vervolgens zolang op deze waarde gehouden totdat de servicemodus handmatig wordt beëindigd.

Gedwongen naladen

De Fronius Symo Hybrid laadt de accu na om de zelfontlading te compenseren en de ingestelde minimale SOC te behouden (bescherming tegen diepe ontlading).

Min. SOC bereikt

De accu heeft de ingestelde minimale SOC bereikt. De accu kan niet verder worden ontladen totdat hernieuwd laden heeft plaatsgevonden.

Energiebesparingsmodus

Het systeem is in de energiebesparingsmodus gezet. Alle LED's en het accudisplay blijven donker1). De energiebesparingsmodus wordt automatisch beëindigd zodra er voldoende energieoverschot beschikbaar is.

Kalibratiemodus1)

Het systeem bevindt zich in de kalibratiemodus. Als er niet voldoende PV-energie beschikbaar is om 100% te bereiken, wordt de accu cyclisch voor interne kalibratie tot 100% opgeladen. Dit kan onder bepaalde omstandigheden (afhankelijk van de weersomstandigheden, microcycli, temperatuur enz.) langere tijd in beslag nemen.

Bescherming tegen diepe ontlading1)

De Fronius Symo Hybrid laadt de accu na om de zelfontlading te compenseren en de minimale laadtoestand te behouden.

Start

Het opslagsysteem start vanuit de energiebesparingsmodus (stand-by).

1)
Alleen beschikbaar voor de Fronius Solar Battery.
  1. Algemene informatie

Noodstroomvoorziening

Voorwaarden voor het functioneren op noodstroom

Om de noodstroomfunctie van de hybride inverter te kunnen gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
  • Correcte bekabeling van het noodstroomsysteem in de elektrische installatie (zie document 'Fronius Energy Package - voorbeelden omschakelen op noodstroom').
  • De Fronius Smart Meter moet in het terugleveringspunt worden gemonteerd en geconfigureerd.
  • Up-to-date firmware op de inverter (indien nodig een firmware-update uitvoeren).
  • De met de inverter meegeleverde noodstroomsticker dient op de elektrische verdeler te worden aangebracht.
  • Alternatieve (noodstroom-)setup in het CONFIG-menu van de inverter selecteren (zie installatiehandleiding).
  • De vereiste instellingen in het gedeelte 'Noodstroom' in het menu 'IO-toewijzingen' aanbrengen (website Fronius-systeemmonitoring → Instellingen → IO-toewijzing → Noodstroom).
  • In het installatieoverzicht de noodstroom op het bedrijfstype 'Auto' zetten (website Fronius-systeemmonitoring → Instellingen → Installatieoverzicht → Bedrijfstype Noodstroom).

Indien andere inverters in het systeem aanwezig zijn, deze buiten de noodstroomkring maar binnen de Fronius Smart Meter installeren - zie Bedrijfsmodus - inverter met accu, nog een inverter en noodstroomfunctie op pagina (→).

OPMERKING! Noodstroombedrijf is niet mogelijk met accu's uit de serie LG Chem ResuH.

  1. Algemene informatie
  2. Noodstroomvoorziening

Voorwaarden voor het functioneren op noodstroom

Om de noodstroomfunctie van de hybride inverter te kunnen gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
  • Correcte bekabeling van het noodstroomsysteem in de elektrische installatie (zie document 'Fronius Energy Package - voorbeelden omschakelen op noodstroom').
  • De Fronius Smart Meter moet in het terugleveringspunt worden gemonteerd en geconfigureerd.
  • Up-to-date firmware op de inverter (indien nodig een firmware-update uitvoeren).
  • De met de inverter meegeleverde noodstroomsticker dient op de elektrische verdeler te worden aangebracht.
  • Alternatieve (noodstroom-)setup in het CONFIG-menu van de inverter selecteren (zie installatiehandleiding).
  • De vereiste instellingen in het gedeelte 'Noodstroom' in het menu 'IO-toewijzingen' aanbrengen (website Fronius-systeemmonitoring → Instellingen → IO-toewijzing → Noodstroom).
  • In het installatieoverzicht de noodstroom op het bedrijfstype 'Auto' zetten (website Fronius-systeemmonitoring → Instellingen → Installatieoverzicht → Bedrijfstype Noodstroom).

Indien andere inverters in het systeem aanwezig zijn, deze buiten de noodstroomkring maar binnen de Fronius Smart Meter installeren - zie Bedrijfsmodus - inverter met accu, nog een inverter en noodstroomfunctie op pagina (→).

OPMERKING! Noodstroombedrijf is niet mogelijk met accu's uit de serie LG Chem ResuH.

  1. Algemene informatie
  2. Noodstroomvoorziening

Overgang van terugleveringsmodus naar noodstroombedrijf

  1. Het openbare net wordt door de stroomnet- en systeembeveiliging van de inverter en door de aangesloten Fronius Smart Meter bewaakt.
  2. Het openbare net valt uit of afzonderlijke netparameters worden onder- of overschreden.
  3. De inverter voert de landspecifiek vereiste maatregelen uit en schakelt zich daarna uit.
  4. Na een testperiode start de inverter met het noodstroombedrijf.
  5. Alle verbruikers in het huishouden die op het noodstroomnet zijn aangesloten, worden door de accu en de zonnepanelen van stroom voorzien. De overige verbruikers worden niet van stroom voorzien en zijn veilig gescheiden.
  1. Algemene informatie
  2. Noodstroomvoorziening

Overgang van noodstroombedrijf naar terugleveringsmodus

  1. De omvormer werkt in noodstroombedrijf.
  2. Het openbare elektriciteitsnet functioneert weer naar behoren.
  3. De Fronius Smart Meter meet de netwerkparameters van het openbare elektriciteitsnet en geeft deze informatie aan de omvormer door.
  4. De stabiliteit van het weer functionerende openbare stroomnetwerk wordt vastgesteld door de meetwaarden van de Fronius Smart Meter te controleren.
  5. Afhankelijk van de uitvoering van de noodstroomomschakeling wordt het noodstroombedrijf automatisch of handmatig beëindigd.
  6. Alle stroomkringen zijn weer op het openbare stroomnetwerk aangesloten en worden door het stroomnetwerk van stroom voorzien.
  7. De omvormer kan na de normatief vereiste stroomnetwerkcontroles weer met de terugleveringsmodus starten.
  1. Algemene informatie
  2. Noodstroomvoorziening

Beperkingen in noodstroombedrijf

In noodstroombedrijf zullen enkele elektrische apparaten vanwege te hoge aanloopstroom mogelijk niet juist functioneren (bijv.: koelkasten en diepvriezers). We raden aan niet-noodzakelijke verbruikers in noodstroombedrijf uit te schakelen.

Het overschakelen van netgekoppeld bedrijf naar noodstroombedrijf duurt even. Het accusysteem met noodstroomfunctie kan daarom niet als stroomvoorziening zonder onderbrekingen voor bijv. computers worden gebruikt.

Indien in noodstroombedrijf geen energie van de accu of van de zonnepanelen ter beschikking staat, wordt de noodstroomvoorziening automatisch beëindigd. Het maakt daarbij niet uit of het openbare elektriciteitsnet ter beschikking staat of niet.
Fronius Solar Battery: Is er weer voldoende energie uit de zonnepanelen beschikbaar, dan herstart het noodstroombedrijf automatisch.
BYD Battery-Box Premium: Het systeem moet handmatig worden herstart zodra weer voldoende energie uit de zonnepanelen of het openbare elektriciteitsnet beschikbaar is. Zie hoofdstuk BYD Battery-Box Premium op pagina (→) voor de juiste inschakelvolgorde.

Bij een te hoog verbruik wordt het noodstroombedrijf onderbroken en verschijnt de statuscode '143 - Overbelasting noodstroom'. Het maximale vermogen in noodstroombedrijf conform de technische gegevens moet in acht worden genomen!

  1. Algemene informatie
  2. Noodstroomvoorziening

Noodstroom en energiebesparingsmodus

Loopt de inverter in noodstroombedrijf, dan is de energiebesparingsmodus automatisch geactiveerd. Onder de volgende omstandigheden worden de accu en de inverter na een wachttijd van 8 - 12 minuten in de energiebesparingsmodus gezet:
  • De accu is tot de minimale laadtoestand ontladen en er komt geen energie van de zonnepanelen.
  • De inverter bevindt zich in een fouttoestand die niet automatisch wordt gereset (bijv. herhaaldelijke overbelasting).
  • De inverter wordt via een display-instelling in de energiebesparingsmodus (stand-by-bedrijf) gezet.
Bevinden de accu en de inverter zich in de energiebesparingsmodus, dan wordt het systeem via de volgende acties weer geactiveerd (geldt alleen voor de Fronius Solar Battery):
  • Er is voldoende energie van de zonnepanelen aanwezig.
  • Het openbare elektriciteitsnet functioneert weer.
  • De POWER-schakelaar van de accu wordt uit- en ingeschakeld.

Meer informatie over de energiebesparende modus vindt u in hoofdstuk Energiebesparingsmodus op pagina (→)

  1. Algemene informatie
  2. Noodstroomvoorziening

Fronius Ohmpilot en noodstroombedrijf

 De Fronius Ohmpilot is niet geschikt voor het noodstroombedrijf. Als een Fronius Ohmpilot beschikbaar is, deze buiten de noodstroomgenerator installeren (zie Bedrijfsmodus - inverter met accu, Ohmpilot en noodstroomfunctie op pagina (→)).

OPMERKING!

Risico door actieve Ohmpilot tijdens noodstroombedrijf.

Dit kan leiden tot uitval van de noodstroomvoorziening.

Activeer in geen geval de boostmodus van de Ohmpilot.

Schakel de automatische zekering van de Fronius Ohmpilot uit (indien aanwezig).

Al vóór een netuitval moeten de functies worden gedeactiveerd die de vermogensgrenzen tijdens noodstroombedrijf overschrijden.

Functies deactiveren die de vermogensgrenzen tijdens noodstroombedrijf overschrijden:
1Meting van het verwarmingselement van de Ohmpilot op handmatig zetten (onder 'Algemeen - Algemene instellingen - Verwarming 1 - Handmatig').
2Instellingen 'Legionellabescherming (h)' en 'Dagverloop aanpassen' deactiveren (onder 'Algemeen - Algemene instellingen - Verwarming 1').
  1. Algemene informatie

Energiebesparingsmodus

Algemeen

De energiebesparingsmodus (stand-by) is bedoeld om het eigen verbruik van de installatie te reduceren. De modus is beschikbaar vanaf softwareversie 1.4.1-11 van de systeemmonitoring. Zowel de inverter als de accu schakelen onder bepaalde omstandigheden automatisch over naar de energiebesparingsmodus.

Fronius Symo Hybrid
Als de accu leeg is en er geen zonnepaneelinstallatie beschikbaar is, schakelt de inverter naar de energiebesparingsmodus. Alleen de communicatie van de inverter met de Fronius Smart Meter en met Fronius Solar.web wordt in stand gehouden.

Fronius Solar Battery
In de energiebesparingsmodus van de accu blijft het display donker. Op Solar.web wordt de energiebesparingsmodus aangegeven door middel van een ‘i’ bij het accusymbool. In het energiebalansoverzicht wordt de SOC (State of Charge) van de Fronius Solar Battery voor de duur van de energiebesparingsmodus niet weergegeven.

BYD Battery-Box Premium
Op Solar.web wordt de energiebesparingsmodus aangegeven door middel van een ‘i’ bij het accusymbool.

  1. Algemene informatie
  2. Energiebesparingsmodus

Algemeen

De energiebesparingsmodus (stand-by) is bedoeld om het eigen verbruik van de installatie te reduceren. De modus is beschikbaar vanaf softwareversie 1.4.1-11 van de systeemmonitoring. Zowel de inverter als de accu schakelen onder bepaalde omstandigheden automatisch over naar de energiebesparingsmodus.

Fronius Symo Hybrid
Als de accu leeg is en er geen zonnepaneelinstallatie beschikbaar is, schakelt de inverter naar de energiebesparingsmodus. Alleen de communicatie van de inverter met de Fronius Smart Meter en met Fronius Solar.web wordt in stand gehouden.

Fronius Solar Battery
In de energiebesparingsmodus van de accu blijft het display donker. Op Solar.web wordt de energiebesparingsmodus aangegeven door middel van een ‘i’ bij het accusymbool. In het energiebalansoverzicht wordt de SOC (State of Charge) van de Fronius Solar Battery voor de duur van de energiebesparingsmodus niet weergegeven.

BYD Battery-Box Premium
Op Solar.web wordt de energiebesparingsmodus aangegeven door middel van een ‘i’ bij het accusymbool.

  1. Algemene informatie
  2. Energiebesparingsmodus

Uitschakelvoorwaarden Fronius Solar Battery en Fronius Symo Hybrid

 

De laadtoestand van de accu is kleiner dan of gelijk aan de opgegeven minimale laadtoestand.

 

Het vermogen van de zonnepanelen is lager dan 50 W.

 

Het huidige laad- of ontladingsvermogen van de accu is lager dan 100 W.

 

Er is minder dan 50 W beschikbaar om de accu op te laden. De teruggeleverde elektriciteit aan het openbare elektriciteitsnet is minimaal 50 W lager dan het vermogen dat vereist is voor het thuisnet.

Als aan alle uitschakelvoorwaarden is voldaan, schakelt de accu binnen 6 minuten naar de energiebesparingsmodus. Deze tijdsvertraging waarborgt dat de inverter minimaal één keer opnieuw opgestart kan worden.

De inverter schakelt na de accu automatisch in de energiebesparingsmodus.

Noodstroom:
Als de noodstroomfunctie is geactiveerd, schakelt de accu bij netbedrijf niet in de energiebesparingsmodus. Anders kan er geen black-outstart (start zonder stroomnet en PV-voeding) van het hybride systeem worden gewaarborgd.
Tijdens het noodstroombedrijf en bij onderschrijding van de minimale laadtoestand schakelt de accu over naar de energiebesparingsmodus.

 

  1. Algemene informatie
  2. Energiebesparingsmodus

Inschakelvoorwaarden Fronius Symo Hybrid en Fronius Solar Battery

Als minimaal 30 seconden lang aan een van de onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt de energiebesparingsmodus beëindigd:
  • De energiebesparingsmodus is vanwege een gewijzigde instelling op de website van de inverter niet meer toegestaan.
  • Er is meer dan 50 W beschikbaar om de accu op te laden. De aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverde elektriciteit is minimaal 50 W hoger dan het vermogen dat vereist is voor het thuisnet.
  • Als er een dynamische vermogensreductie van 0 is ingesteld of als het systeem in noodstroombedrijf werkt, is de aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverde elektriciteit altijd lager dan het voor het thuisnet benodigde vermogen.
    Voor dit geval bestaat er één eigen voorwaarde (dynamische vermogensreductie < 300 W of actief noodstroombedrijf): Als het PV-vermogen boven een ingestelde drempel (50 W) ligt, wordt de energiebesparingsmodus beëindigd.
  • Het laden van een accu vanuit het openbare elektriciteitsnet wordt aangevraagd via de website.
  • De accu wordt bijgeladen om de minimale laadtoestand te herstellen of om een kalibratie uit te voeren.
  • De Fronius Solar Battery wordt geactiveerd zodra de Symo Hybrid PV-vermogen genereert. Dit garandeert een betrouwbaar bedrijf van de accu.
  1. Algemene informatie
  2. Energiebesparingsmodus

Speciaal geval

Als de inverter 8 - 12 minuten lang niet in gebruik wordt genomen (bijv.: vanwege een fout), of indien de elektrische verbinding tussen de inverter en accu is onderbroken, schakelt de accu altijd over naar de energiebesparingsmodus. Hierdoor wordt de zelfontlading van de accu beperkt.

  1. Algemene informatie
  2. Energiebesparingsmodus

Weergave op de apparaten en in de gebruikersinterfaces

Tijdens de energiebesparingsmodus:
  • Oranje status-LED brandt
  • De website van de inverter is bereikbaar
  • Alle beschikbare gegevens worden opgeslagen en naar Solar.web gestuurd
  • De beschikbare huidige gegevens zijn op Solar.web zichtbaar

De energiebesparingsmodus wordt op de website van de inverter en op Solar.web door een 'i' naast het accusymbool in het installatie-overzicht weergegeven.

  1. Algemene informatie

Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Nut van de kalibratielading

Natuurlijke verschillen tussen individuele celcapaciteiten en de bij elke accu optredende lage zelfontlading leiden ertoe dat de celspanningen van elkaar verschillen. Daardoor wordt de SOC-waarde minder nauwkeurig. Dit heeft een impact op het bedrijf. Als er geen maatregelen worden genomen, leidt het tot beschadiging van de accu.

Door de cyclisch uitgevoerde kalibratielading worden alle cellen van de accu op dezelfde laadtoestand en de SOC-waarde gekalibreerd. Daardoor wordt een lange levensduur van de accucellen gewaarborgd.

  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Nut van de kalibratielading

Natuurlijke verschillen tussen individuele celcapaciteiten en de bij elke accu optredende lage zelfontlading leiden ertoe dat de celspanningen van elkaar verschillen. Daardoor wordt de SOC-waarde minder nauwkeurig. Dit heeft een impact op het bedrijf. Als er geen maatregelen worden genomen, leidt het tot beschadiging van de accu.

Door de cyclisch uitgevoerde kalibratielading worden alle cellen van de accu op dezelfde laadtoestand en de SOC-waarde gekalibreerd. Daardoor wordt een lange levensduur van de accucellen gewaarborgd.

  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Algemeen

De bepaling van de exacte laadtoestand (State of Charge = SOC) van de accu is belangrijk voor de bedrijfsvoering. Om dit te garanderen, moet de accu regelmatig worden opgeladen tot 100%. Daardoor wordt de SOC-waarde gekalibreerd.

Fronius Solar Battery:
De kalibratielading vindt tijdens lopend bedrijf automatisch plaats na meerdere laad- en ontladingscycli. Wanneer kalibratieladingen precies worden uitgevoerd, hangt af van twee belangrijke factoren:
  • Gemiddelde laadtoestand
  • Energiedoorvoer van de accu

Aangezien deze factoren sterk afhankelijk zijn van het weer, kan het tijdstip van een kalibratielading afhankelijk van het seizoen variëren.

De volgende beschrijving van de kalibratielading is geldig vanaf softwareversie 1.4.1-12 van de Fronius-systeemmonitoring.

  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Voorwaarden voor het starten van de kalibratielading (Fronius Solar Battery)

Een laad- en ontladingscyclus van de Fronius Solar Battery komt overeen met energiedoorvoer van 48 Ah per accumodule. De kalibratielading vindt cyclisch plaats volgens de volgende voorwaarden:
  • Na 3 volledige laad- en ontladingscycli en een SOC van 80%
  • Na 5 volledige laad- en ontladingscycli en een SOC van 50%
  • Na 7 volledige laad- en ontladingscycli ongeacht de SOC

Bij nieuw geïnstalleerde systemen, evenals bij paneelvervanging of paneeluitbreiding wordt er na 30 minuten automatisch een kalibratielading gestart.

  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Verloop van de kalibratielading (Fronius Solar Battery)

De kalibratielading vindt meestal plaats met het volledige zonnepaneelvermogen. Is het niet voldoende zonnepaneelenergie beschikbaar, dan wordt energie aan het openbare net ontrokken. Dit gebeurt wanneer de functie "Laden uit het netwerk toestaan" is gedeactiveerd, omdat het om een functiekritiek vereiste gaat.

De SOC-berekening vindt per accumodule plaats. Daarom moet elke accumodule een SOC van 100% bereiken.

  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Kalibratieproces (Fronius Solar Battery)

  1. Er moet aan de startvoorwaarden zijn voldaan
  2. De accu wordt met een minimale stroom van 6,5 A of het hele zonnepaneelvermogen tot 100% opgeladen.
  3. Opdat een SOC van 100% per accumodulecompartiment wordt bereikt , moet gedurende minstens 2 minuten aan één van de volgende twee voorwaarden worden voldaan (voor elke cel van alle accumodules):
    • Minimale celspanning ³ 3,45 V en stroom < 100 mA
    • Minimale celspanning > 3,5 V, onafhankelijk van de stroom
  4. Bereikt een accumodule een van deze voorwaarden, dan wordt de stroom beperkt om een overbelasting te voorkomen. Er loopt een stroom in een mA-bereik van twee posities via een bypass-weerstand
  5. Onnodige zonnepaneelstroom wordt direct weer verbruikt
  6. Hebben alle cellen van alle accumodules een van de twee voorwaarden bereikt, dan wordt de SOC ingesteld op 100% en de kalibratielading is afgesloten.
  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Duur van de kalibratielading (Fronius Solar Battery)

Door toleranties in de cellen worden deze niet altijd even snel opgeladen en ontladen. Aangezien zowel cellen als accumodules in serie zijn geschakeld, en de traagste cel de laad- en ontlaadduur bepaalt, worden kalibratieladingen met verschillende snelheden voltooid.

Zeer zeldzame kalibratieladingen of volledige laadcycli (seizoensgebonden bijv. in de wintermaanden) leiden tot grotere afwijkingen van de celspanningen in de accumodules. In de kalibratiemodus wordt één cel sneller opgeladen dan de rest van de cellen. Deze cel begint vervolgens met het compenseren. De overblijvende cellen kunnen met een lagere laadstroom worden geladen. Het duurt langer voordat deze cellen de streefwaarde bereiken.

Wanneer de accu regelmatig volledig wordt opgeladen, zijn kalibratieladingen zelden nodig. De cellen worden bij elke lading met 100% SOC gekalibreerd.
In de wintermaanden, bij weinig volladingen en met een lagere energiedoorvoer kunnen de kalibratieladingen langer duren, aangezien grotere verschillen tussen de accumodules moeten worden gecompenseerd.

  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Beperkingen tijdens de kalibratie (Fronius Solar Battery)

  • Energie-opname uit de accu (ontlading) is niet mogelijk
  • Het eigen verbruik wordt voor de periode van de kalibratie lading buiten werking gesteld
  • Een lading uit het net kan ook optreden als de functie "Lading uit het netwerk" toestaan niet is aangevinkt, aangezien het om een systeemrelevante servicelading gaat
  • Nulvoeding volgens de standaard blijft bestaan en een servicelading kan worden gestart wanneer men tijdens een kalibratie accumodules wil uitbreiden of vervangen
  • Het noodstroombedrijf kan worden gestart - de kalibratielading wordt onderbroken
  1. Algemene informatie
  2. Kalibratielading voor de Fronius Solar Battery

Weergaven tijdens de kalibratielading (Fronius Solar Battery)

Zodra de kalibratielading wordt gestart, is dit in Fronius Solar.web (Actueel - en energiebalans-weergave) of op de webinterface van de Fronius Symo Hybrid-inverter zichtbaar.

 

In Fronius Solar.web of op de webinterface van de inverter wordt de kalibratielading in het overzicht als informatie weergegeven. Door te klikken op het accusymbool (links) is de informatie 'De accu bevindt zich in de kalibratiemodus' zichtbaar

In de energiebalansweergave in Solar.web zijn de start en het einde van de kalibratielading door verandering van de accustatus zichtbaar ('Accumodus: Normal → Calibrate' en 'Accumodus: Calibrate → Normal')
De volgende afbeelding toont de kalibratielading van de Fronius Solar Battery in de energiebalans-weergave. Aan het begin van de kalibratielading wordt de gehele zonnepaneelproductie in de accu geladen. Vanaf het moment waarop een cel volledig is opgeladen, wordt een zekere laadstroom van de accu genomen. Deze laadstroom daalt bij toenemende celspanning tot 0 A.

Op het accudisplay wordt zoals bij normaal bedrijf, 'charging' (CHG) weergegeven en de bijbehorende laadstroom in ampère getoond. Zakt de laadstroom onder de 0,3 A, dan wordt op het display alleen 0 A weergegeven, hoewel de kalibratielading nog steeds actief is.

In Fronius Solar.web wordt de SOC van de gehele accu weergegeven. Op het display van de accu kunnen de SOC-waarden van de afzonderlijke accumodules worden afgelezen.

  1. Algemene informatie

Geschikte accu's van derden voor Fronius Symo Hybrid

LG Chem ResuH

Fronius benadrukt dat het bij accu's van derden niet om producten van Fronius gaat en dat Fronius deze producten evenmin op de markt heeft gebracht of hierin handelt. Daarom aanvaardt Fronius voor deze accu's geen enkele aansprakelijkheid.

De Fronius Symo Hybrid kan in combinatie met een LG Chem-hoogspanningsaccu van het type RESU7H (type R) of RESU10H (type R) worden gebruikt.
Voor de aansluiting van een LG-accu op een hybride inverter is de Fronius Checkbox 500V nodig. Bij de LG Chem-hoogspanningsaccu is geen noodstroombedrijf mogelijk.

Lees voor de installatie en inbedrijfname dit document en de installatiehandleiding van de Fronius Symo Hybrid, de Fronius Checkbox 500V en de accu van derden.
Alle Fronius-documenten zijn via de volgende link te vinden:

www.fronius.com/photovoltaics/infocentre/tech-support/how-to-install

De documentatie van de LG Chem ResuH wordt met de accu van derden meegeleverd of kan bij de betreffende fabrikant worden verkregen.

GEVAAR!

Gevaar door DC-spanning van de inverter en de accu.

Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn.

De Fronius Checkbox 500V moet volgens de installatiehandleiding in het systeem worden geïnstalleerd.

Lees en volg de installatiehandleiding 'Fronius Checkbox 500V'. De installatiehandleiding wordt meegeleverd met de Fronius Checkbox 500V.

Voer de bedrading van de accu van derden met de Fronius Symo Hybrid en de Fronius Checkbox 500V uit volgens het stroomschema. Het stroomschema wordt meegeleverd met de Fronius Checkbox 500V.

  1. Algemene informatie
  2. Geschikte accu's van derden voor Fronius Symo Hybrid

LG Chem ResuH

Fronius benadrukt dat het bij accu's van derden niet om producten van Fronius gaat en dat Fronius deze producten evenmin op de markt heeft gebracht of hierin handelt. Daarom aanvaardt Fronius voor deze accu's geen enkele aansprakelijkheid.

De Fronius Symo Hybrid kan in combinatie met een LG Chem-hoogspanningsaccu van het type RESU7H (type R) of RESU10H (type R) worden gebruikt.
Voor de aansluiting van een LG-accu op een hybride inverter is de Fronius Checkbox 500V nodig. Bij de LG Chem-hoogspanningsaccu is geen noodstroombedrijf mogelijk.

Lees voor de installatie en inbedrijfname dit document en de installatiehandleiding van de Fronius Symo Hybrid, de Fronius Checkbox 500V en de accu van derden.
Alle Fronius-documenten zijn via de volgende link te vinden:

www.fronius.com/photovoltaics/infocentre/tech-support/how-to-install

De documentatie van de LG Chem ResuH wordt met de accu van derden meegeleverd of kan bij de betreffende fabrikant worden verkregen.

GEVAAR!

Gevaar door DC-spanning van de inverter en de accu.

Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn.

De Fronius Checkbox 500V moet volgens de installatiehandleiding in het systeem worden geïnstalleerd.

Lees en volg de installatiehandleiding 'Fronius Checkbox 500V'. De installatiehandleiding wordt meegeleverd met de Fronius Checkbox 500V.

Voer de bedrading van de accu van derden met de Fronius Symo Hybrid en de Fronius Checkbox 500V uit volgens het stroomschema. Het stroomschema wordt meegeleverd met de Fronius Checkbox 500V.

  1. Algemene informatie
  2. Geschikte accu's van derden voor Fronius Symo Hybrid

BYD Battery-Box Premium

Fronius benadrukt dat het bij accu's van derden niet om producten van Fronius gaat en dat Fronius deze producten evenmin op de markt heeft gebracht of hierin handelt. Daarom aanvaardt Fronius voor deze accu's geen enkele aansprakelijkheid.

De Fronius Symo Hybrid kan in combinatie met de volgende uitvoeringen van de BYD Battery-Box Premium worden gebruikt:
  • HVM 8.3*
  • HVM 11.0
  • HVM 13.8
  • HVM 16.6
  • HVM 19.3
  • HVM 22.1

Een parallelbedrijf van maximaal 3 BYD HVM-accu's is alleen mogelijk als de richtlijnen van BYD worden aangehouden. De combinatie 3 HVM 22.1 is niet toegestaan.

* Opmerking over installaties met noodstroomomschakeling die gebruikmaken van de Fronius Symo Hybrid en de BYD Battery-Box Premium HVM 8.3:
Als zich een netstroomstoring voordoet en er geen energie uit de PV-installatie beschikbaar is, kan het bij een lage laadtoestand van de accu (SOC typisch <20%) voorkomen dat de installatie niet meer naar de noodstroommodus kan overschakelen.

Lees voor de installatie en inbedrijfname dit document en de installatiehandleiding van de Fronius Symo Hybrid en de accu van derden.
Alle Fronius-documenten zijn via de volgende link te vinden:
www.fronius.com/photovoltaics/infocentre/tech-support/how-to-install

Het gebruik van een verouderde softwareversie kan leiden tot incompatibiliteit tussen inverter en accu. Indien een dergelijke melding wordt weergegeven
  • De software van de inverter bijwerken - zie Services - Firmware-Update op pagina (→)
  • De software van de accu bijwerken - raadpleeg de documentatie van de accu

De documentatie van de BYD Battery-Box Premium wordt met de accu van derden meegeleverd of kan bij de betreffende fabrikant worden verkregen.

BELANGRIJK!
Voor een betrouwbare werking bij gebruik van een BYD Battery-Box Premium HVM moet altijd de volgende inschakelvolgorde voor het systeem in acht worden genomen.

1

Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Uit'. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel uit.

2

Schakel de accu in.

3

Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel in. Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Aan'.

Bediening

Datacommunicatie

Datacommunicatiegedeelte

Pos.

Aanduiding

(1)

schakelbare multifunctionele stroominterface

Voor de aansluiting op de multifunctionele stroominterface de 2-polige contrastekker, die bij de inverter werd meegeleverd, gebruiken.

(2)

spanningsvrij schakelcontact met contrastekker

max. 250 V AC / 4 A AC
max. 30 V DC / 1 A DC
max. 1,5 mm² (AWG 16) kabeldoorsnede

Pin 1 = sluitercontact (normaal open)
Pin 2 = wortel (gemeenschappelijk)
Pin 3 = openercontact (normaal gesloten)

Voor het aansluiten op het spanningsvrije schakelcontact de met de inverter meegeleverde contrastekker gebruiken.

(3)

Systeemmonitoring met WLAN-antenne

  1. Bediening

Datacommunicatie

Datacommunicatiegedeelte

Pos.

Aanduiding

(1)

schakelbare multifunctionele stroominterface

Voor de aansluiting op de multifunctionele stroominterface de 2-polige contrastekker, die bij de inverter werd meegeleverd, gebruiken.

(2)

spanningsvrij schakelcontact met contrastekker

max. 250 V AC / 4 A AC
max. 30 V DC / 1 A DC
max. 1,5 mm² (AWG 16) kabeldoorsnede

Pin 1 = sluitercontact (normaal open)
Pin 2 = wortel (gemeenschappelijk)
Pin 3 = openercontact (normaal gesloten)

Voor het aansluiten op het spanningsvrije schakelcontact de met de inverter meegeleverde contrastekker gebruiken.

(3)

Systeemmonitoring met WLAN-antenne

  1. Bediening
  2. Datacommunicatie

Datacommunicatiegedeelte

Pos.

Aanduiding

(1)

schakelbare multifunctionele stroominterface

Voor de aansluiting op de multifunctionele stroominterface de 2-polige contrastekker, die bij de inverter werd meegeleverd, gebruiken.

(2)

spanningsvrij schakelcontact met contrastekker

max. 250 V AC / 4 A AC
max. 30 V DC / 1 A DC
max. 1,5 mm² (AWG 16) kabeldoorsnede

Pin 1 = sluitercontact (normaal open)
Pin 2 = wortel (gemeenschappelijk)
Pin 3 = openercontact (normaal gesloten)

Voor het aansluiten op het spanningsvrije schakelcontact de met de inverter meegeleverde contrastekker gebruiken.

(3)

Systeemmonitoring met WLAN-antenne

  1. Bediening
  2. Datacommunicatie

Algemeen

De inverter is standaard met de voor WLAN geschikte systeemmonitoring en energiebeheereenheid (Fronius Datamaneger) uitgerust.
De Fronius-systeemmonitoring omvat onder andere de volgende functies:

  • eigen website met weergave van huidige data en verschillende instelmogelijkheden
  • directe verbinding mogelijk met Fronius Solar.web
  • internetverbinding via WLAN of LAN
  • lastbesturing van inverter via het invoeren van de vermogensgrenswaarden, de minimale en maximale looptijden of de gewenste looptijden
  • besturing van de inverter via Modbus (TCP)
  • verstrekken van besturingsprioriteiten
  • besturing van inverter via aangesloten teller (Fronius Smart Meter)
  • besturing van inverter via een rimpelspanningssignaalontvanger (bijv. blindvermogen of werkelijk vermogen)
  • dynamische vermogensreductie met inachtneming van eigen verbruik
  • besturing van de acculading met inachtneming van de ingestelde controledoelen
  • Besturing van het noodstroombedrijf
  1. Bediening
  2. Datacommunicatie

Bedieningselementen, aansluitingen en indicaties van de systeemmonitoring

Nr.

Functie

 

(1)

Schakelaar IP
voor het omschakelen van het IP-adres:

 

 

Schakelaarstand A
standaard IP-adres en openen van WLAN-toegangspunt

Als de schakelaar IP in de stand A staat, wordt daarnaast een toegangspunt voor een directe WLAN-verbinding met de systeemmonitoring geopend.

Toegangsgegevens voor dit toegangspunt:
Netwerknaam: FRONIUS_239.XXXXXX
Sleutel: 12345678

Toegang tot de systeemmonitoring is mogelijk:

  • met de DNS-naam 'http://datamanager'
  • met het IP-adres 169.254.0.180 voor de LAN-interface
  • met het IP-adres 192.168.250.181 voor het WLAN-toegangspunt

 

 

Schakelaarstand B
toegewezen IP-adres

De systeemmonitoring werkt met een toegewezen IP-adres Fabrieksinstelling dynamisch (DHCP)
Het IP-adres kan op de website van de systeemmonitoring worden ingesteld.

 

(2)

LED WLAN

  • Knippert groen: de systeemmonitoring staat in de servicemodus
    (Schakelaar IP op de insteekkaart van de systeemmonitoring staat in stand A of de servicemodus is via het inverterdisplay geactiveerd, het WLAN-toegangspunt is geopend)
  • Brandt groen: bestaande WLAN-verbinding
  • Knippert afwisselend groen/rood: overschrijding van de tijd dat het WLAN-toegangspunt na het activeren is geopend (1 uur)
  • Brandt rood: niet-bestaande WLAN-verbinding
  • Knippert rood: defecte WLAN-verbinding

(3)

LED Verbinding Solar.web

  • Brandt groen: bestaande verbinding met Fronius Solar.web
  • Brandt rood: benodigde, maar niet bestaande verbinding met Fronius Solar.web
  • Brandt niet: er is geen verbinding met Fronius Solar.web vereist of het verzenden van gegevens naar Solar.web is gedeactiveerd

(4)

LED Voeding

  • Brandt groen: er wordt voldoende stroom geleverd via het interne communicatiesysteem; de systeemmonitoring is gereed voor gebruik.
  • Brandt niet: er wordt geen stroom geleverd door het interne communicatiesysteem
  • Knippert rood: er vindt een update plaats

    BELANGRIJK! Tijdens het updateproces de voeding niet onderbreken.
  • Brandt rood: het update-proces is mislukt

(5)

LED Verbinding

  • Brandt groen: er is een ononderbroken verbinding binnen het interne communicatiesysteem
  • Brandt rood: de verbinding in het interne communicatiesysteem is onderbroken

(6)

Aansluiting LAN
Blauw gemarkeerde Ethernet-interface voor aansluiting van de Ethernet-kabel

(7)

I/O's
digitale in- en uitgangen

Modbus RTU 2-draad (RS485):

D-
Modbus-data -
D+
Modbus-data +

Int./ext. voeding

-
GND
+
Uint / Uext
Uitgang van de interne spanning 12,8 V
of
Ingang voor externe voedingsspanning
>12,8 - 24 V DC (+ 20%)

Digitale ingangen: 0 - 3, 4 - 9
Spanningspiek: low = min. 0 V - max. 1,8 V; high = min. 3 V - max. 24 V DC (+ 20%)
Ingangsstroom: afhankelijk van ingangsspanning; ingangsweerstand = 46 kOhm

Digitale uitgangen: 0 - 3
Schakelvermogen bij voeding door de insteekkaart van de systeemmonitoring: 3,2 W in totaal voor alle 4 digitale uitgangen

Schakelvermogen bij voeding door een externe voedingseenheid met min. 12,8 - max. 24 V DC (+20%), aangesloten op Uint/Uext en GND: 1 A, 12,8 - 24 V DC (elk via externe voedingseenheid) per digitale uitgang

De aansluiting op de I/O's vindt plaats met de meegeleverde contrastekker.

(8)

Antennevoet
voor vastschroeven van de WLAN-antenne

(9)

Schakelaar Modbus-afsluiting (voor Modbus RTU)
interne busafsluiting met weerstand van 120 Ohm (ja/nee)

Schakelaar in stand 'on': Afsluitweerstand 120 Ohm actief
Schakelaar in stand 'off': geen afsluitweerstand actief

BELANGRIJK! In een RS485-bus moet de afsluitweerstand bij het eerste en laatste apparaat actief zijn. Een gedetailleerde beschrijving vindt u in de installatiehandleiding

  1. Bediening

Fronius Hybrid inverter

Bedieningselementen en aanduidingen

Pos.

Beschrijving

(1)

Display
voor het weergeven van waarden, instellingen en menu's


Controle- en status-LED's

(2)

LED algemene status
brandt,

  • wanneer op het display een statusaflezing weergegeven wordt (rood bij fout, oranje bij waarschuwing)
  • bij onderbreking van de levering aan het stroomnet
  • tijdens de behandeling van de storing (de inverter wacht op het verwijderen of verhelpen van een opgetreden storing)

(3)

Startup-LED (oranje)
brandt, wanneer

  • de inverter zich in de automatische startup- of zelftestfase bevindt (zodra de solarmodules na zonsopgang voldoende vermogen leveren)
  • de inverter in het Setup-menu in de stand-bymodus werd geschakeld (= handmatige uitschakeling van de levering aan het stroomnet)
  • de software van de inverter bijgewerkt wordt

(4)

Bedrijfsstatus-LED (groen)
brandt,

  • wanneer de PV-installatie na de automatische startup-fase van de inverter storingvrij werkt
  • zolang de levering aan het stroomnet of het opslagbedrijf actief is


Functietoetsen - vervullen afhankelijk van procedure verschillende functies:

(5)

Toets ‘links / op’
voor navigatie naar links en naar boven

(6)

Toets ‘neer / rechts’
voor navigatie naar beneden en naar rechts

(7)

Toets ‘Menu / Esc‘
voor het wisselen in het menuniveau
voor het verlaten van het Setup-menu

(8)

Toets ‘Enter’
voor het bevestigen van een keuze

De toetsen werken capacitief. Aanraking met water kan de werking van de toetsen beïnvloeden. Voor een optimale werking van de toetsen eventueel met een doek droogwrijven.

  1. Bediening
  2. Fronius Hybrid inverter

Bedieningselementen en aanduidingen

Pos.

Beschrijving

(1)

Display
voor het weergeven van waarden, instellingen en menu's


Controle- en status-LED's

(2)

LED algemene status
brandt,

  • wanneer op het display een statusaflezing weergegeven wordt (rood bij fout, oranje bij waarschuwing)
  • bij onderbreking van de levering aan het stroomnet
  • tijdens de behandeling van de storing (de inverter wacht op het verwijderen of verhelpen van een opgetreden storing)

(3)

Startup-LED (oranje)
brandt, wanneer

  • de inverter zich in de automatische startup- of zelftestfase bevindt (zodra de solarmodules na zonsopgang voldoende vermogen leveren)
  • de inverter in het Setup-menu in de stand-bymodus werd geschakeld (= handmatige uitschakeling van de levering aan het stroomnet)
  • de software van de inverter bijgewerkt wordt

(4)

Bedrijfsstatus-LED (groen)
brandt,

  • wanneer de PV-installatie na de automatische startup-fase van de inverter storingvrij werkt
  • zolang de levering aan het stroomnet of het opslagbedrijf actief is


Functietoetsen - vervullen afhankelijk van procedure verschillende functies:

(5)

Toets ‘links / op’
voor navigatie naar links en naar boven

(6)

Toets ‘neer / rechts’
voor navigatie naar beneden en naar rechts

(7)

Toets ‘Menu / Esc‘
voor het wisselen in het menuniveau
voor het verlaten van het Setup-menu

(8)

Toets ‘Enter’
voor het bevestigen van een keuze

De toetsen werken capacitief. Aanraking met water kan de werking van de toetsen beïnvloeden. Voor een optimale werking van de toetsen eventueel met een doek droogwrijven.

  1. Bediening
  2. Fronius Hybrid inverter

Display

De voeding van het display verloopt via AC-netspanning alsmede via de PV- en accuzijde. Afhankelijk van de instelling in het menu Setup kan het display de gehele dag ter beschikking staan.

OPMERKING!

Het display van de inverter is geen geijkt meetapparaat.

Afhankelijk van het systeem kan een geringe afwijking van enkele procenten optreden. Voor het opstellen van een nauwkeurige afrekening voor het energiebedrijf is daarom een geijkte meter vereist.

Afleesbereiken op het display, afleesmodus

Opslagsymbool

voorafgaande menurecords

huidig geselecteerd menurecord

volgende menurecords

Functies van de functietoetsen

 

 

(*)
Schuifbalk

Opslagsymbool - verschijnt kort bij het opslaan van de ingestelde waarden

  1. Bediening

Fronius Solar Battery

Accubeheermodule

 

(1)
LCD-display
Toont informatie over de status van een module (lading/ontlading, totale spanning, totale stroomsterkte, totale overige capaciteit, aantal aangesloten modules, overige capaciteit van elke module, spanning/temperatuur enz. van cellenblok).
(2)
DISP-schakelaar
Wijzigt de op het display weergegeven informatie.
(3)
Indicatie-LED
Normale toestand: groen
Fout: rood knipperend
(4)
POWER ON/OFF-schakelaar
POWER ON: Accumodule en accubeheermodule inschakelen (bedrijf)
POWER OFF: Accumodule en accubeheermodule uitschakelen (stroomvoorziening onderbroken)
  1. Bediening
  2. Fronius Solar Battery

Accubeheermodule

 

(1)
LCD-display
Toont informatie over de status van een module (lading/ontlading, totale spanning, totale stroomsterkte, totale overige capaciteit, aantal aangesloten modules, overige capaciteit van elke module, spanning/temperatuur enz. van cellenblok).
(2)
DISP-schakelaar
Wijzigt de op het display weergegeven informatie.
(3)
Indicatie-LED
Normale toestand: groen
Fout: rood knipperend
(4)
POWER ON/OFF-schakelaar
POWER ON: Accumodule en accubeheermodule inschakelen (bedrijf)
POWER OFF: Accumodule en accubeheermodule uitschakelen (stroomvoorziening onderbroken)
  1. Bediening
  2. Fronius Solar Battery

Accumodule

 

(1)
Indicatie-LED
Normale toestand: groen
Fout: rood knipperend
  1. Bediening
  2. Fronius Solar Battery

Display

Op DISP-toets drukken om informatie op het display weer te geven.

Schakeldiagram voor het display

Totaalstatus van het systeem weergeven

Status van afzonderlijke module weergeven

 

 

 

 

 

 

Op DISP-toets drukken en ingedrukt houden

Op DISP-toets drukken

Nr.N.

betekent x-e opslagmodule

Tips:
  • DISP-toets langer dan 3 seconden ingedrukt houden
  • Wanneer op de DISP-toets op het display "Connection" (Verbinden) gedrukt wordt en de toets ingedrukt gehouden wordt, wordt de displayweergave op "Overall" (Totaal) teruggezet
  • "Comm Off Mode" (Comm uit-modus)" wordt voor het onderhoud gebruikt
  1. Bediening
  2. Fronius Solar Battery

Displayweergaven

Display "Overall" (Algemeen)

Weergave

Details

Display

MODE

Laad-/ontlaad- en stopstatus

DIS: Ontladen
CHG: Laden

RSOC

Resterende systeemcapaciteit

0% - 100%

I

Totale stroomsterkte in systeem

-999,9 A tot +999,9 A

V

Totale spanning in systeem

0,0 V tot +999,9 V

 

 

 

Display "Connection" (Verbinden)

Weergave

Details

Display

UNIT

Aantal aangesloten modules

1 - 16

VER

Versie

XXXX

CON

Status van aangesloten module

In bovenstaand voorbeeld zijn 6 modules aangesloten (nr. 00 - nr. 05)

 

 

 

Weergave "Status" (Status)

Weergave

Details

Display

M_NO

Aantal weergegeven modules

00 - 15

STAT

Modulestatus

YX (Y: Huidige status, X: Vorige status)
1X [Pre Charge]: Voorlading
2X [Initial]: Bij aanvang
3X [Normal Chg]: Normale lading
4X [Terminate]: Einde laden
5X [Normal Dis]: Normale ontlading
6X [Over Volt]: Overspanning
7X [Over Dis]: Diepe ontlading
8X
9X [Over Temp C]: Laden met te hoge temp.
Lading
AX [Over Curr C]: Laden met hoge stroom
BX [Over Temp D]: Ontladen met te hoge temp.
CX [Over Curr D]: Ontladen met hoge stroom
DX [Unbalance]: Celonevenwichtigheid
EX [Chg Supsend]: Laden opgeschort
FX

 

 

 

Weergave "Mode, Current, SOC, Voltage" (Modus, Stroom, SOC, Spanning)

Weergave

Details

Display

M_NO

Aantal weergegeven modules

00 - 15

RSOC

Resterende modulecapaciteit

0% - 100%

I

Modulestroomsterkte in systeem

-999,9 A tot +999,9 A

V

Modulespanning in systeem

0,0 V tot +999,9 V

 

 

 

Weergave "Cell Temp., Cycle Count" (Celtemperatuur, Cyclustelling)

Weergave

Details

Display

M_NO

Aantal weergegeven modules

00 - 15

CYCL

Aantal cycli

0000 - 9999

T

Gemiddelde temperatuur van alle cellen

-99,9 °C tot +99,9 °C

 

 

 

Weergave "Alarm bits" (Alarmbits)

Weergave

Details

Display

M_NO

Aantal weergegeven modules

00 - 15

ALRM

Modulestatus

8.000 [Over Volt]: Overspanning
4.000 [Terminate]: Einde laden
2.000 [Under Volt]: Onderspanning
1.000 [Over Curr]: Overstroom
0800 [Over Temp]: Te hoge temp.
0400 [0]:
0200 [Resister]: Alarmweerstand
0100 [Unbalance]: Celonevenwichtigheid
Weergave wanneer meerdere alarmen geactiveerd worden
Voorbeeld: Wanneer zowel "Over Current" als "Over Temp" gedetecteerd worden, wordt de volgende melding weergegeven. Een hoger bitniveau heeft voorrang boven meldingen in klemmen: "ALRM=1800 [Over Curr]"

 

 

 

Weergave "Heatsink Temp" (Temperatuur hitteschild)

Weergave

Details

Display

HEATSINK_TMP

Temperatuur van koellichaam

-40 °C tot +119 °C

COMM_QL

Kwaliteit van de interne communicatie

0% - 100%

  1. Bediening
  2. Fronius Solar Battery

Aansluitingen dataconverter

 

  1. Bediening
  2. Fronius Solar Battery

Bedieningselementen en aanduidingen van dataconverter

Verbinding met Fronius Solar Battery

Verbinding met hybride inverter van Fronius

 

Fabrieksinstellingen:
S4 = 0x0 (Hex) = 0000 (Binair)
S5 = 0x0 (Hex) = 0000 (Binair)
S6 = 0x1 (Hex) = 0001 (Binair)
S7 = 0x4 (Hex) = 0100 (Binair)

RS485-terminal
Rx422 = off
Tx 422 = off

 

  1. Bediening
  2. Fronius Solar Battery

LED's dataconverter

De dataconverter heeft 8 LED's met de volgende aanduiding:

Fronius Solar Battery
RS232/422/485

Hybride inverter van Fronius
Fieldbus-RS232/422/485

 

 

LED Power

 

groen

voedingsspanning aan opslagzijde

LED 1/2/4/8 (Error No / Selected ID)

 

groen

algemene gateway-fout

LED State

 

rood / groen

algemene gateway-fout

 

LED State

rood / groen

interface-toestand inverter

 

LED Power

groen

voedingsspanning inverter

LED "Power" (Fronius Solar Battery)
Deze LED is direct op de (optioneel ook potentiaalgescheiden) voedingsspanning van de 1e seriële interface aangesloten.

LED "1/2/4/8 (Error No / Selected ID)"
Als deze 4 LED's knipperen en de LED "State" tegelijkertijd rood brandt, wordt het foutnummer als binaire code weergegeven in overeenstemming met de tabel in het hoofdstuk "Fouten verhelpen".

LED "State" (Fronius Solar Battery)

groen brandend

status OK

groen knipperend

status OK

groen / rood knipperend

status OK

rood brandend

algemene gateway-fout (zie LEDs Error No.)

rood knipperend

dataconverter bevindt zich in configuratie-/testmodus

LED "State" (hybride inverter van Fronius)

groen brandend

geïnitialiseerd en gestart

groen knipperend

geïnitialiseerd

groen / rood knipperend

-

rood brandend

algemene busfout (System Error 10)

rood knipperend

Knipperen begint direct na "BusStart" -> Foutieve initialisering
Knipperen begint in lopend bedrijf -> Datafout

LED "Power" (hybride inverter van Fronius)
Deze LED is direct op de voedingsspanning van de interface aangesloten.

  1. Bediening

Navigatie op menuniveau

Displayverlichting activeren

1Druk op een willekeurige toets

De displayverlichting wordt ingeschakeld.

In de menuoptie SETUP bestaat onder de record 'Instellingen - verlichting' de mogelijkheid om de displayverlichting permanent in te schakelen of continu uit te schakelen.
  1. Bediening
  2. Navigatie op menuniveau

Displayverlichting activeren

1Druk op een willekeurige toets

De displayverlichting wordt ingeschakeld.

In de menuoptie SETUP bestaat onder de record 'Instellingen - verlichting' de mogelijkheid om de displayverlichting permanent in te schakelen of continu uit te schakelen.
  1. Bediening
  2. Navigatie op menuniveau

Automatisch deactiveren van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus 'NU'

Als 2 minuten lang geen toets wordt ingedrukt, dan gaat de displayverlichting automatisch uit en schakelt de inverter de afleesmodus 'NU' in (indien de displayverlichting op 'Automatisch' is ingesteld).

Het automatisch overschakelen naar de afleesmodus 'NU' geschiedt vanuit iedere willekeurige positie tenzij de inverter handmatig in de bedrijfsmodus 'Stand-by' is gezet.

Na het automatisch overschakelen naar de menuoptie 'NU' wordt de huidige teruggeleverde elektriciteit weergegeven.

  1. Bediening
  2. Navigatie op menuniveau

Menuniveau oproepen

1Druk de knop 'Esc'   te verlaten

Het display verandert van menuniveau.

2Kies met behulp van de knoppen 'links' of 'rechts'   de gewenste menuoptie
3Roep de gewenste menuoptie op door de knop 'Enter'   oproepen
De menuopties
  • NU
    weergave van huidige waarden
  • LOG
    opgeslagen gegevens van de huidige dag, van actueel kalenderjaar en sinds het eerste gebruik van de inverter
  • GRAFIEK
    dagdiagram geeft het verloop van het uitvoervermogen tijdens de dag grafisch weer. De schaal van de tijdas past zich automatisch aan. Druk op de knop 'Terug' om de weergave te sluiten
  • SETUP
    setup-menu
  • INFO
    informatie over apparaat en software
  1. Bediening
  2. Navigatie op menuniveau

In de menu-optie NU weergegeven waarden

Uitgangsvermogen (W)

AC-blindvermogen (VAr)

Netspanning (V)

Uitgangsstroom (A)

Netfrequentie (Hz)

Solarspanning (V) - van U PV

Solarstroom (A) - van I PV

Tijd en datum

  1. Bediening
  2. Navigatie op menuniveau

In de menuoptie LOG weergegeven waarden

Geleverde energie (kWh / MWh)
tijdens de geobserveerde periode door inverter afgegeven energie

In verband met verschillende meetmethoden kunnen afwijkingen ten opzichte van afleeswaarden van andere meetapparaten ontstaan. Voor het verrekenen van de geleverde energie zijn alleen de afleeswaarden van de door de elektriciteitsmaatschappij ter beschikking gestelde, geijkte meter bindend.

Maximaal uitgangsvermogen (W)
hoogste, tijdens de geobserveerde periode door de inverter afgegeven vermogen

Inkomsten
tijdens de geobserveerde periode bespaard geld (valuta en omrekeningsfactor in het Setup-menu instelbaar)

Net als bij de geleverde energie kunnen ook bij Inkomsten afwijkingen ten opzichte van andere meetwaarden ontstaan.

Instelling van valuta en verrekentarief wordt in de rubriek 'Het Setup-menu' beschreven.
De fabrieksinstelling hangt af van de betreffende landspecifieke setup.

Maximale netspanning (V)
hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten netspanning

Maximale solarspanning (V)
hoogste, tijdens de geobserveerde periode gemeten solarspanning

Bedrijfsuren
Bedrijfsduur van de inverter (HH:MM).

BELANGRIJK! Voor de correcte weergave van de dag- en jaarwaarden moet de tijd correct zijn ingesteld.

Alternatieve bedrijfsuren
Bedrijfsduur van de inverter (HH:MM) in alternatief bedrijf (noodstroombedrijf).

  1. Bediening

Menuopties in het Setup menu

Stand-by

Handmatige activering / deactivering van de stand-bymodus

  • Er vindt geen teruglevering aan het net plaats.
  • De Startup-LED licht oranje op.
  • Op het display wordt afwisselend STANDBY/ENTER weergegeven
  • In de stand-bymodus kan geen andere menuoptie in het menuniveau worden opgeroepen of ingesteld.
  • Het automatisch wisselen naar de afleesmodus 'NU' wordt niet geactiveerd als gedurende 2 minuten geen toets wordt ingedrukt.
  • De stand-bymodus kan alleen handmatig door het indrukken van de toets 'Enter' worden beëindigd.
  • Tenzij er sprake is van een fout (statuscode) kan de terugleveringsmodus te allen tijde worden hervat door op de toets 'Enter’ te drukken
Stand-bymodus instellen (handmatig uitschakelen van de terugleveringsmodus):
1Het item 'Stand-by' selecteren
2De functietoets 'Enter'    indrukken

Op het display verschijnt afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
De stand-bymodus is nu geactiveerd.
De Startup-LED licht oranje op.

Hervatting van de terugleveringsmodus:
In de standby-modus verschijnt op het display afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
1Om de terugleveringsmodus te hervatten, moet u de functietoets 'Enter'    indrukken

Het item 'Stand-by' wordt weergegeven.
Parallel daaraan doorloopt de inverter de Startup-fase.
Nadat de terugleveringsmodus weer is ingeschakeld, licht de bedrijfsstatus-LED groen op.

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

Stand-by

Handmatige activering / deactivering van de stand-bymodus

  • Er vindt geen teruglevering aan het net plaats.
  • De Startup-LED licht oranje op.
  • Op het display wordt afwisselend STANDBY/ENTER weergegeven
  • In de stand-bymodus kan geen andere menuoptie in het menuniveau worden opgeroepen of ingesteld.
  • Het automatisch wisselen naar de afleesmodus 'NU' wordt niet geactiveerd als gedurende 2 minuten geen toets wordt ingedrukt.
  • De stand-bymodus kan alleen handmatig door het indrukken van de toets 'Enter' worden beëindigd.
  • Tenzij er sprake is van een fout (statuscode) kan de terugleveringsmodus te allen tijde worden hervat door op de toets 'Enter’ te drukken
Stand-bymodus instellen (handmatig uitschakelen van de terugleveringsmodus):
1Het item 'Stand-by' selecteren
2De functietoets 'Enter'    indrukken

Op het display verschijnt afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
De stand-bymodus is nu geactiveerd.
De Startup-LED licht oranje op.

Hervatting van de terugleveringsmodus:
In de standby-modus verschijnt op het display afwisselend 'STANDBY' en 'ENTER'.
1Om de terugleveringsmodus te hervatten, moet u de functietoets 'Enter'    indrukken

Het item 'Stand-by' wordt weergegeven.
Parallel daaraan doorloopt de inverter de Startup-fase.
Nadat de terugleveringsmodus weer is ingeschakeld, licht de bedrijfsstatus-LED groen op.

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

WiFi-toegangspunt

Voor het activeren/deactiveren van het WiFi Access Point (WiFi-toegangspunt). Dit is bijvoorbeeld nodig om via de webinterface van de Datamanager de systeemmonitoring in te stellen of aan te passen. Als de inverter geen Datamanager detecteert, wordt [niet beschikbaar] weergegeven

Instelbereik

WiFi-toegangspunt
[gestopt]

 

WiFi AP activeren?

Voor het activeren van het WiFi-toegangspunt   Op de toets 'Enter' drukken

 

WiFi-toegangspunt
[actief]

De SS-ID (SS) en het wachtwoord (PW) worden weergegeven.

 

WiFi AP deactiveren?

Voor het deactiveren van het WiFi-toegangspunt   Op de toets 'Enter' drukken

 

WiFi-toegangspunt
[niet beschikbaar]

Wordt weergegeven wanneer er geen systeemmonitoring op de inverter beschikbaar is.

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

Relais (spanningsvrij schakelcontact)

Met behulp van het spanningsvrije schakelcontact (relais) op de omvormer kunnen statuscodes (State Codes), de toestand van de omvormer (bijv. de terugleveringsmodus) of de functies van de Energy Manager worden weergegeven.

Instelbereik

Relaismodus / Relaistest / Inschakelpunt* / Uitschakelpunt*

* wordt alleen weergegeven als onder 'Relaismodus' de functie 'E-Manager' is geactiveerd.

Relaismodus
de volgende functies kunnen via de relaismodus worden afgebeeld:

  • alarmfunctie (permanent / ALL / GAF)
  • actieve uitgang (ON / OFF)
  • Energy Manager (E-Manager)

Instelbereik

ALL / permanent / GAF / OFF / ON / E-Manager

Fabrieksinstelling

ALL

Alarmfunctie:

ALL / permanent:

Schakelen van het spanningsvrije schakelcontact bij permanente en tijdelijke servicecodes (bijv. korte onderbreking van de terugleveringsmodus, een servicecode treedt vaker dan een bepaald aantal keer per dag op - instelbaar in het menu 'BASIC')

GAF

Zodra de modus GAF is geselecteerd, wordt het relais ingeschakeld. Zodra het vermogensfasedeel een fout meldt en van de normale terugleveringsmodus op een fouttoestand overgaat, wordt het relais geopend. Daardoor kan het relais voor alle faalveilige functies worden gebruikt.

Mogelijke toepassing
Bij gebruik van eenfasige omvormers op een meerfasige locatie kan een fasecorrectie nodig zijn. Wanneer bij een of meer omvormers een fout optreedt en de verbinding met het net wordt verbroken, moet de verbinding van de andere omvormers eveneens worden verbroken om het fasenevenwicht te behouden. De 'GAF' relaisfunctie kan in verbinding met de Datamanager of een extern beschermingsapparaat worden gebruikt om op te merken of door te geven dat een omvormer niet wordt teruggeleverd of van het stroomnet wordt afgesloten, en om de overige omvormers via een commando op afstand eveneens van het stroomnet af te sluiten.

Actieve uitgang:

'ON' (AAN):

Het spanningsvrije NOC-schakelcontact is continu ingeschakeld zolang de omvormer in bedrijf is (zolang het display verlicht is of iets weergeeft).

'OFF' (UIT):

Het spanningsvrije NOC-schakelcontact is uitgeschakeld.

Energy Manager:

E-Manager:

Raadpleeg voor meer informatie over de functie Energy Manager het hoofdstuk 'Energy Manager'.

Relaistest
Controleren of het spanningsvrije schakelcontact periodiek schakelt

Inschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie 'Energy Manager')
voor het instellen van de limiet voor het werkelijke vermogen die bepaalt wanneer het spanningsvrije schakelcontact moet worden ingeschakeld

Fabrieksinstelling

1000 W

Instelbereik

ingesteld uitschakelpunt tot het maximale vermogen van de omvormer (W of kW)

Uitschakelpunt (alleen bij geactiveerde functie 'Energy Manager')
voor het instellen van de limiet voor het werkelijke vermogen die bepaalt wanneer het spanningsvrije schakelcontact moet worden uitgeschakeld

Fabrieksinstelling

500

Instelbereik

0 tot ingesteld inschakelpunt van de omvormer (W of kW)

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

Energy Manager
(in menu-optie Relais)

Met behulp van de functie Energy Manager kan het spanningsvrije schakelcontact zo worden aangestuurd dat dit als actor fungeert.
Zo kan een op het potentiaalvrije schakelcontact aangesloten verbruiker worden gestuurd door het opgeven van een in- of uitschakelpunt dat afhankelijk is van teruggeleverde elektriciteit.

Het spanningsvrije schakelcontact wordt automatisch uitgeschakeld:

  • als de inverter geen stroom levert aan het openbare elektriciteitsnet
  • als de inverter handmatig in de stand-bymodus wordt gezet
  • als er een werkelijk vermogen wordt opgegeven dat < 10% van het nominale vermogen bedraagt.

Voor het activeren van de functie Energy Manager de optie ‘E-Manager‘ selecteren en op de toets ‘Enter’ drukken.
Als de functie Energy Manager actief is, wordt linksboven op het display het symbool 'Energy Manager' weergegeven:

bij uitgeschakeld spanningsvrij schakelcontact NO (open contact)

bij ingeschakeld spanningsvrij schakelcontact NO (gesloten contact)

Voor het deactiveren van de functie Energy Manager een andere functie selecteren en op de toets ‘Enter’ drukken.

Aanwijzingen voor het bepalen van het in- en uitschakelpunt
Het schakelen van het energiebeheerrelais heeft altijd betrekking op het uitvoervermogen van de inverter, die bij het hybride systeem niet noodzakelijkerwijs met de PV-energieproductie overeenstemt.
Een te klein verschil tussen inschakelpunt en uitschakelpunt kan leiden tot veelvuldig optredende schakelcycli. Ook schommelingen van het werkelijke vermogen kunnen dit effect hebben.
Om veelvuldig in- en uitschakelen te voorkomen, moet het verschil tussen inschakelpunt en uitschakelpunt ten minste 100 - 200 W bedragen.

Houd bij het kiezen van het uitschakelpunt rekening met de vermogensopname van de aangesloten verbruiker.

Houd bij het kiezen van het inschakelpunt ook rekening met weersinvloeden en de verwachte zoninstraling.

Voorbeeld
Inschakelpunt = 2000 W, uitschakelpunt = 1800 W

Als de inverter ten minste 2000 W of meer levert, wordt het spanningsvrije schakelcontact van de inverter ingeschakeld.
Als het vermogen van de inverter daalt tot onder 1800 W, wordt het spanningsvrije schakelcontact uitgeschakeld.

Mogelijke toepassingen:
installatie van een warmtepomp of airconditioning met mogelijk veel eigen stroomverbruik

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

Tijd / datum

Instellen van de tijd, de datum en het automatisch omschakelen van de zomer- en wintertijd

Instelbereik

Tijd instellen / Datum instellen / Weergaveformaat tijd / Weergaveformaat datum / Zomer-/wintertijd

Tijd instellen
Instellen van tijd (uu:mm:ss of uu:mm am/pm - afhankelijk van instelling onder weergaveformaat tijd)

Datum instellen
Instelling van datum (dd.mm.jjjj of mm/dd/jjjj - afhankelijk van instelling onder weergaveformaat datum)

Weergaveformaat tijd
Opgave van het weergaveformaat voor de tijd

Instelbereik

12 uur / 24 uur

Fabrieksinstelling

afhankelijk van de landspecifieke setup

Weergaveformaat datum
Opgave van het weergaveformaat voor de datum

Instelbereik

mm/dd/jjjj / dd.mm.jj

Fabrieksinstelling

afhankelijk van de landspecifieke setup

Zomer-/wintertijd
Activeren / deactiveren van het automatisch omschakelen van zomertijd en wintertijd

Instelbereik

on / off (aan / uit)

Fabrieksinstelling

on (aan)

BELANGRIJK! Het correct instellen van de tijd en datum is voorwaarde voor de correcte weergave van de dag- en jaarwaarden evenals de daggrafiek.

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

Display-instellingen

Instelbereik

taal / contrast / verlichting

Taal
Instelling van de displaytaal

Instelbereik

Duits, Engels, Frans, Nederlands, Italiaans, Spaans, Tsjechisch, Slowaaks, enz.

Contrast
Instelling van het contrast op het display

Instelbereik

0 - 10

Fabrieksinstelling

5

Omdat het contrast temperatuurafhankelijk is, kunnen wisselende omgevingsvoorwaarden de instelling van de menu-optie 'Contrast' noodzakelijk maken.

Verlichting
Instelling van de displayverlichting

De menu-optie 'Verlichting' betreft uitsluitend de achtergrondverlichting van het display.

Instelbereik

AUTO / ON (AAN) / OFF (UIT)

Fabrieksinstelling

AUTO

AUTO:

De displayverlichting wordt door het indrukken van een willekeurige toets ingeschakeld. Wordt 2 minuten lang geen toets ingedrukt, dan gaat de displayverlichting weer uit.

ON ('AAN'):

De displayverlichting is bij actieve inverter permanent ingeschakeld.

OFF ('UIT'):

De displayverlichting is permanent uitgeschakeld.

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

Energieopbrengst

De volgende instellingen kunnen hier worden gewijzigd/ingesteld:
  • Teller afwijking / kalibratie
  • Valuta
  • Leveringstarief
  • CO2-factor

Instelbereik

Valuta / Voedingstarief

Teller afwijking / kalibratie
kalibreren van de teller

Valuta
instelling van de valuta

Instelbereik

3 posities, A-Z

Verrekentarief
instelling van valuta en verrekentarief voor de vergoeding van de geleverde energie

Instelbereik

2 cijfers, 3 decimaaltekens

Fabrieksinstelling

(afhankelijk van de landspecifieke setup)

CO2-factor
instelling van de CO2-factor van de geleverde energie

  1. Bediening
  2. Menuopties in het Setup menu

Ventilatoren

voor het controleren van de werking van de ventilatoren

Instelbereik

Test ventilator 1 / Test ventilator 2 (afhankelijk van apparaat)

  • selecteer de gewenste ventilator met de toetsen 'op' en 'neer'
  • Het testen van de geselecteerde ventilator wordt door het indrukken van de toets 'Enter' gestart.
  • De ventilator draait zo lang tot het menu door het indrukken van de toets 'Esc' wordt verlaten.

BELANGRIJK! Op het display van de inverter wordt weergegeven of de ventilator in orde is. Of de ventilator goed functioneert, kan alleen worden gecontroleerd door te horen en te voelen.

  1. Bediening

De menuoptie SETUP

Voorkeursinstelling

De inverter is na de volledige uitvoering van de inbedrijfname (bijvoorbeeld met behulp van de installatiewizard) voorgeconfigureerd volgens de landspecifieke setup.

Via de menuoptie SETUP kunnen de voorkeursinstellingen van de inverter eenvoudig worden gewijzigd om zo goed mogelijk aan uw specifieke wensen en eisen te voldoen.

  1. Bediening
  2. De menuoptie SETUP

Voorkeursinstelling

De inverter is na de volledige uitvoering van de inbedrijfname (bijvoorbeeld met behulp van de installatiewizard) voorgeconfigureerd volgens de landspecifieke setup.

Via de menuoptie SETUP kunnen de voorkeursinstellingen van de inverter eenvoudig worden gewijzigd om zo goed mogelijk aan uw specifieke wensen en eisen te voldoen.

  1. Bediening
  2. De menuoptie SETUP

Software-updates

BELANGRIJK! Naar aanleiding van software-updates kunnen functies op uw apparaat beschikbaar zijn die in deze gebruiksaanwijzing niet zijn beschreven (of omgekeerd). Bovendien kunnen enkele afbeeldingen in geringe mate afwijken van de bedieningselementen op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter gelijk.

  1. Bediening
  2. De menuoptie SETUP

Navigeren in de menu-optie SETUP

De menu-optie SETUP openen

1In het menuniveau met de toets 'links' of 'rechts' de menu-optie ‘SETUP’ selecteren
2Op de knop 'Enter' drukken

Het eerste item van de menu-optie SETUP wordt weergegeven:
'Standby'

Tussen de items bladeren

3Met de toetsen ‘op’ of ‘neer’ tussen de beschikbare records bladeren

Een item verlaten

4Op toets 'Terug' drukken om een record te verlaten

Het menuniveau wordt weergegeven

Indien er 2 minuten geen knop wordt ingedrukt,

  • dan schakelt de inverter vanuit iedere willekeurige positie binnen het menuniveau over naar de menu-optie 'NU’ (uitzondering: Setup-menu-item'Standby'),
  • gaat de display-verlichting uit.
  • De momenteel aan het net teruggeleverde elektriciteit wordt weergegeven.
  1. Bediening
  2. De menuoptie SETUP

Menurecords instellen algemeen

1Open het gewenste menu
2Selecteer met behulp van de toets 'op' of 'neer' de gewenste record  
3Druk op de toets 'Enter'  

De ter beschikking staande instellingen worden weergegeven:

 

De eerste positie van een in te stellen waarde knippert:

4Selecteer m.b.v. de toetsen ‘op’ of ‘neer’ de gewenste instelling  
5Druk op de toets 'Enter' om de keuze op te slaan en over te nemen.  

Druk om de keuze niet op te slaan de toets 'Esc' in.  
4Kies m.b.v. de toets ‘op’ of ‘neer’ een getal voor de eerste positie  
5Druk op de toets 'Enter'  

De tweede positie van de waarde knippert.

6Herhaal stap 4 en 5 tot ...

de complete, in te stellen waarde knippert.

 

7Druk op de toets 'Enter'  
8Herhaal stappen 4 - 6 zo nodig voor eenheden of andere in te stellen waarden tot de eenheid of de in te stellen waarde knippert.
9Druk op de toets 'Enter' om de wijzigingen op te slaan en over te nemen.  

Druk om de wijzigingen niet op te slaan de toets 'Esc' in.  

De actueel geselecteerde record wordt weergegeven.

 

De actueel geselecteerde record wordt weergegeven.

  1. Bediening
  2. De menuoptie SETUP

Toepassingsvoorbeeld: Tijd instellen

1Setup menurecord 'Tijd / Datum' selecteren
2Op de toets 'Enter' drukken

 

 

Het overzicht van de instelbare waarden wordt weergegeven.

3M.b.v. de toetsen ‘op’ of ‘neer’ 'Tijd instellen' selecteren
4Op de toets 'Enter' drukken

De tijd wordt weergegeven.
(HH:MM:SS, 24-uurs weergave),
het cijfer voor de tientallen van de uren knippert.

5Met de toets 'op' of 'neer' een waarde voor de tientallen van de uren selecteren
6Op de toets 'Enter' drukken

Het cijfer voor de eenheden voor de uren knippert.

7Handeling 5 en 6 voor de eenheden van de uren herhalen voor de minuten en seconden tot ...

de ingestelde tijd knippert.

8Op de toets 'Enter' drukken

De tijd wordt opgeslagen, het overzicht van de instelbare waarden wordt weergegeven.

4Toets ‘Esc‘ indrukken

Het Setup menurecord ‘Tijd / Datum’ wordt weergegeven.

 

 

  1. Bediening

De menuoptie INFO

Meetwaarden

PV Iso.
Isolatieweerstand van PV-installatie en opslagsysteem

Ext. Lim.
externe vermogensreductie in percentage, bijv. door netbeheerder ingesteld

U PV
huidige PV-spanning op de klemmen, ook wanneer de inverter in het geheel niet aan het stroomnet levert

GVDPR
Netspanningsafhankelijke vermogensreductie

Fan #1
Procentuele waarde van het nominale ventilatorvermogen

  1. Bediening
  2. De menuoptie INFO

Meetwaarden

PV Iso.
Isolatieweerstand van PV-installatie en opslagsysteem

Ext. Lim.
externe vermogensreductie in percentage, bijv. door netbeheerder ingesteld

U PV
huidige PV-spanning op de klemmen, ook wanneer de inverter in het geheel niet aan het stroomnet levert

GVDPR
Netspanningsafhankelijke vermogensreductie

Fan #1
Procentuele waarde van het nominale ventilatorvermogen

  1. Bediening
  2. De menuoptie INFO

Status vermog.mod.

BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de statuscode STATE 306 (Power low) en STATE 307 (DC low). Aan deze statuscodes ligt momenteel geen fout ten grondslag.

Status van de laatst opgetreden storing in de inverter kan worden weergegeven.

  • Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de status van de vermogensmodule en de laatst opgetreden storing weergegeven
  • Blader met behulp van de toets 'op' of 'neer' door de lijst
  • Druk de toets 'Terug' in om de status- en storingslijst te verlaten
  1. Bediening
  2. De menuoptie INFO

Netstatus

De 5 laatst opgetreden netstoringen kunnen worden weergegeven:
  • Na het indrukken van de toets 'Enter' worden de 5 laatst opgetreden netstoringen weergegeven
  • Met behulp van de toets 'op' of 'neer' door de lijst bladeren
  • Druk de toets 'Terug' in om de lijst met netstoringen te verlaten
  1. Bediening
  2. De menuoptie INFO

Apparaatinformatie

Voor het weergeven van instellingen die relevant zijn voor een energiebedrijf. De weergegeven waarden zijn afhankelijk van de betreffende landspecifieke setup of van apparaatspecifieke instellingen van de inverter.

Weergavebereik

Algemeen / Landinstelling / MPP-tracker / Netbewaking / Netspanningsgrenzen / Netfrequentiegrenzen / Q-modus / AC-vermogensgrens / AC-spanningsderating / Fault Ride Through

Algemeen:

Type apparaat
Fam.

Landinstelling:

Setup
(Setup) Ingestelde landspecifieke setup

Version
(Versie) Versie van landspecifieke setup
Alternatieve (noodstroom) of originele landspecifieke setup geactiveerd

Group
(Groep) Groep voor het bijwerken van de inverter-software

MPP-tracker:

PV-tracker

Netbewaking:

GMTi
Tijd voor opnieuw opstarten van de inverter in s

GMTr
Inschakeltijd in s na een netstoring

ULL
Gemiddelde netspanningwaarde gedurende 10 min. in volt.

LLTrip
Inschakeltijd voor de langdurige spanningsbewaking

Grenzen netspanning:

UILmax
Hoogste interne netspanningwaarde in volt

UILmin
Laagste interne netspanningwaarde in volt

Lichtnetfrequentiegrenzen:

FILmax
Hoogste interne netfrequentiewaarde in Hz

FILmin
Laagste interne netfrequentiewaarde in Hz

Q-modus:

Momenteel ingestelde vermogensfactor cos phi
(bijv. karakteristiek Constant Cos(phi) / Constant Q / Q(U) / enz.)

AC-vermogensgrens:

Max. P AC
Handmatige vermogensreductie

AC-spanningsderating:

Status
ON (AAN) / OFF (UIT) Spanningsafhankelijke vermogensreductie

GVDPRe
Drempelwaarde waar de spanningsafhankelijke vermogensreductie begint

GVDPRv
Reductiepercentage waarmee het vermogen verminderd kan worden, bijv.: 10% per volt boven de GVDPRe-drempelwaarde.

Message
(Bericht) Activeert het verzenden van een infobericht via Solarnet

Fault Ride Through:

Status - standaardinstelling: OFF (UIT)
Als deze functie is geactiveerd, schakelt de inverter bij een kortstondige AC-spanningsvermindering (buiten de door de netbeheerder ingestelde grenzen) niet direct uit, maar wordt de levering aan het net gedurende een opgegeven tijd voortgezet.

DB min - standaardinstelling: 90%
Instelling voor "Dead Band Minimum" in procenten

DB max - standaardinstelling: 120%
Instelling voor "Dead Band Maximum" in procenten

k-Fac. - standaardinstelling: 0

  1. Bediening
  2. De menuoptie INFO

Versie

Weergave van het versienummer en serienummer van in de inverter ingebouwde printplaten (bijvoorbeeld voor servicedoeleinden)

Weergavebereik

Display / Display Software / Checksum SW / Datageheugen / Datageheugen #1 / Vermogensmodule / Vermogensmodule SW / EMV-filter / Power Stage #3 / Power Stage #4

  1. Bediening

Toetsenblokkering in- en uitschakelen

Algemeen

De inverter is met een toetsenblokkeerfunctie uitgerust.
Bij geactiveerde ‘Setup Lock‘ functie kan het Setup-menu niet worden opgeroepen, bijvoorbeeld als beveiliging tegen onbedoeld verstellen van de setup-gegevens.
Voor het activeren / deactiveren van de toetsenblokkeerfunctie moet de code 12321 worden ingegeven.

  1. Bediening
  2. Toetsenblokkering in- en uitschakelen

Algemeen

De inverter is met een toetsenblokkeerfunctie uitgerust.
Bij geactiveerde ‘Setup Lock‘ functie kan het Setup-menu niet worden opgeroepen, bijvoorbeeld als beveiliging tegen onbedoeld verstellen van de setup-gegevens.
Voor het activeren / deactiveren van de toetsenblokkeerfunctie moet de code 12321 worden ingegeven.

  1. Bediening
  2. Toetsenblokkering in- en uitschakelen

Toetsenblokkering in- en uitschakelen

1Druk de knop 'Menu'    te verlaten

Het menuniveau wordt weergegeven.

2Druk de niet-voorgeprogrammeerde knop 'Menu / Esc'
5x in  

In het menu 'CODE' wordt 'Toegangscode' weergegeven, de eerste positie knippert.

3Voer de code 12321 in: Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de waarde voor de eerste positie van de code
4De knop 'Enter'    te verlaten

De tweede positie knippert.

5Herhaal handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code tot ...

de ingestelde code knippert.

6De knop 'Enter'    te verlaten

In het menu 'LOCK' (Vergrendelen) wordt 'Toetsblokkering' weergegeven.

7Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de knopblokkering in of uit:

ON (AAN) = knopblokkering is ingeschakeld (de menuoptie SETUP kan niet worden opgeroepen)

OFF (UIT) = knopblokkering is uitgeschakeld (de menuoptie SETUP kan worden opgeroepen)
8De knop 'Enter'    te verlaten
  1. Bediening

Het Basic-menu

Het Basic-menu openen

1De knop 'Menu'    indrukken

Het menuniveau wordt weergegeven.

2Druk de niet-voorgeprogrammeerde knop 'Menu / Esc'
5x in  

In het menu 'CODE' wordt 'Access Code' (Toegangscode) weergegeven, de eerste positie knippert.

3Voer de code 22742 in: Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de waarde voor de eerste positie van de code
4De knop 'Enter'    indrukken

De tweede positie knippert.

5Herhaal handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code tot ...

de ingestelde code knippert.

6De knop 'Enter'    indrukken

Het Basic-menu wordt weergegeven.

7Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    het gewenste item
8Bewerk het geselecteerde item door de knop 'Enter'    in te drukken
9Om het Basic-menu te verlaten, de knop 'Esc'    indrukken
  1. Bediening
  2. Het Basic-menu

Het Basic-menu openen

1De knop 'Menu'    indrukken

Het menuniveau wordt weergegeven.

2Druk de niet-voorgeprogrammeerde knop 'Menu / Esc'
5x in  

In het menu 'CODE' wordt 'Access Code' (Toegangscode) weergegeven, de eerste positie knippert.

3Voer de code 22742 in: Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    de waarde voor de eerste positie van de code
4De knop 'Enter'    indrukken

De tweede positie knippert.

5Herhaal handeling 3 en 4 voor de tweede, derde, vierde en vijfde positie van de code tot ...

de ingestelde code knippert.

6De knop 'Enter'    indrukken

Het Basic-menu wordt weergegeven.

7Kies met behulp van de knoppen 'plus' of 'min'    het gewenste item
8Bewerk het geselecteerde item door de knop 'Enter'    in te drukken
9Om het Basic-menu te verlaten, de knop 'Esc'    indrukken
  1. Bediening
  2. Het Basic-menu

De Basic-menurecords

In het Basic-menu worden de volgende voor de installatie en het bedrijf van de inverter belangrijke parameters ingesteld:

MPP-tracker 1
  • DC-bedrijfsmodus: MPP AUTO / FIX / MPP USER
    • MPP AUTO: normale bedrijfstoestand; de inverter zoekt automatisch het optimale werkpunt
    • FIX: voor het invoeren van een vaste DC-spanning waarmee de inverter werkt
    • MPP USER: voor het invoeren van de laagste MP-spanning waarvandaan de inverter zijn optimale werkpunt zoekt
  • Dynamic Peak Manager: ON / OFF
  • Fix-spanning: voor het invoeren van de fix-spanning (150 - 800 V)
  • MPPT-startspanning: voor het invoeren van de startspanning (150 - 800 V)
Signaalingang
  • Werkwijze: Ext Sig. / S0-Meter / OFF
    alleen bij geselecteerde werkwijze Ext Sig.:
    • Type activering: Warning (waarschuwing wordt op display weergegeven) / Ext. Stop (inverter wordt uitgeschakeld)
    • Type aansluiting: N/C (normally closed, verbreekcontact) / N/O (normally open, maakcontact)
SMS / Relais
  • Gebeurtenisvertraging
    voor het invoeren van de tijdsvertraging waarmee een SMS wordt verstuurd of het relais moet schakelen
    900 - 86.400 seconden
  • Gebeurtenissenteller:
    voor het invoeren van aantal gebeurtenissen dat tot signalering leidt:
    10 - 255
Isolatie-instelling
  • Isolatiewaarschuwing: ON / OFF
  • Drempelwaarde waarschuwing: voor het invoeren van een drempelwaarde die een waarschuwing tot gevolg heeft
  • Drempelwaarde fout: voor het invoeren van een drempelwaarde die een fout tot gevolg heeft (niet in alle landen beschikbaar)
  • De monitoring wordt zowel voor de PV-installatie als voor de accu uitgevoerd

Temperatuurwaarschuwing
voor activering / deactivering van de waarschuwing voor te hoge temperatuur per gebeurtenis
ON / OFF

TOTAL Reset
zet in de menuoptie LOG de max. en de min. spanningswaarden evenals de max. teruggeleverde elektriciteit weer op nul.
Het terugzetten van de waarden kan niet ongedaan worden gemaakt.

Om de waarden weer op nul te zetten, durkt u de toets 'Enter' in.
'BEVESTIGEN' wordt weergegeven.
Druk de toets 'Enter' opnieuw in.
De waarden worden teruggezet, het menu wordt weergegeven

Fronius-installatiebewaking

Algemeen

Algemeen

De Fronius-systeemmonitoring is een datalogger die gebruikt kan worden binnen een netwerk.
De website van de Fronius-systeemmonitoring biedt een snel overzicht van de PV-installatie.
De website kan via een webbrowser via een directe verbinding of bij overeenkomstige configuratie via internet worden opgeroepen.

In combinatie met Fronius Solar.web kunnen zowel actuele als gearchiveerde gegevens van een PV-installatie via internet of via de Fronius Solar.web App worden opgevraagd, zonder dat hiervoor uitvoerige configuratieactiviteiten zijn vereist. De gegevens binnen de Fronius-systeemmonitoring worden automatisch naar Fronius Solar.web verzonden.

  1. Fronius-installatiebewaking

Algemeen

Algemeen

De Fronius-systeemmonitoring is een datalogger die gebruikt kan worden binnen een netwerk.
De website van de Fronius-systeemmonitoring biedt een snel overzicht van de PV-installatie.
De website kan via een webbrowser via een directe verbinding of bij overeenkomstige configuratie via internet worden opgeroepen.

In combinatie met Fronius Solar.web kunnen zowel actuele als gearchiveerde gegevens van een PV-installatie via internet of via de Fronius Solar.web App worden opgevraagd, zonder dat hiervoor uitvoerige configuratieactiviteiten zijn vereist. De gegevens binnen de Fronius-systeemmonitoring worden automatisch naar Fronius Solar.web verzonden.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Algemeen

Algemeen

De Fronius-systeemmonitoring is een datalogger die gebruikt kan worden binnen een netwerk.
De website van de Fronius-systeemmonitoring biedt een snel overzicht van de PV-installatie.
De website kan via een webbrowser via een directe verbinding of bij overeenkomstige configuratie via internet worden opgeroepen.

In combinatie met Fronius Solar.web kunnen zowel actuele als gearchiveerde gegevens van een PV-installatie via internet of via de Fronius Solar.web App worden opgevraagd, zonder dat hiervoor uitvoerige configuratieactiviteiten zijn vereist. De gegevens binnen de Fronius-systeemmonitoring worden automatisch naar Fronius Solar.web verzonden.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Algemeen

Voorwaarde voor de ingebruikname

Voor een onberispelijke gegevensuitwisseling via internet is een dito internetverbinding vereist:

  • Bij kabelgebonden internetoplossingen beveelt Fronius een
      downloadsnelheid van min. 512 kBit/s en een
      uploadsnelheid van min. 256 kBit/s aan.
  • Voor oplossingen met mobiele internetdiensten raadt Fronius een minimale overdrachtsnelheid van min. 3G met betrouwbare signaalsterkte aan.

Deze informatie biedt geen absolute garantie voor een onberispelijke werking.
Hoge foutpercentages in de overdracht, ontvangstschommelingen of overdrachtonderbrekingen kunnen de onlineverbinding van de Fronius-systeemmonitoring negatief beïnvloeden.
Fronius raadt aan verbindingen met minimale vereisten ter plaatse te testen.

  1. Fronius-installatiebewaking

Datavolume berekenen

Algemeen

Bij het gebruik van de Fronius-installatiebewaking worden data beschikbaar, die via internet moeten worden overgedragen.
De berekening van het datavolume is voor de keuze van een geschikte internetaansluiting noodzakelijk.

De volgende berekening van het datavolume biedt een overzicht van de bij het gebruik van de Fronius-installatiebewaking beschikbaar komende datahoeveelheden.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Datavolume berekenen

Algemeen

Bij het gebruik van de Fronius-installatiebewaking worden data beschikbaar, die via internet moeten worden overgedragen.
De berekening van het datavolume is voor de keuze van een geschikte internetaansluiting noodzakelijk.

De volgende berekening van het datavolume biedt een overzicht van de bij het gebruik van de Fronius-installatiebewaking beschikbaar komende datahoeveelheden.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Datavolume berekenen

Datavolume berekenen

De berekening van het datavolume is afhankelijk van het aantal apparaten die op de installatiebewaking aangesloten zijn.
De volgende tabel geeft een overzicht van het datavolume bij verschillende configuraties en tijdinstellingen (WR = Inverter Fronius Symo Hybrid, SM = Smart Meter, BAT = Accumodule van Fronius Solar Battery)

Datavolume per dag:

Verzenden

Configuratie

5 min logging

30 min logging

Per uur
(6 - 20 uur)

WR

436 kB

305 kB

WR + SM

659 kB

349 kB

WR + SM + 3 x BAT

2.198 kB

605 kB

WR + SM + 4 x BAT

2.556 kB

659 kB

WR + SM + 5 x BAT

2.958 kB

750 kB

WR + SM + 6 x BAT

3.306 kB

775 kB

WR + SM + 7 x BAT

3.485 kB

838 kB

WR + SM + 8 x BAT

4.160 kB

920 kB

Dagelijks

WR

30 kB

15 kB

WR + SM

55 kB

20 kB

WR + SM + 3 x BAT

228 kB

49 kB

WR + SM + 4 x BAT

262 kB

53 kB

WR + SM + 5 x BAT

305 kB

63 kB

WR + SM + 6 x BAT

344 kB

68 kB

WR + SM + 7 x BAT

388 kB

73 kB

WR + SM + 8 x BAT

426 kB

83 kB

Datavolume per maand:

Verzenden

Configuratie

5 min logging

30 min logging

Per uur
(6 - 20 uur)

WR

13 MB

10 MB

WR + SM

20 MB

11 MB

WR + SM + 3 x BAT

67 MB

19 MB

WR + SM + 4 x BAT

78 MB

20 MB

WR + SM + 5 x BAT

90 MB

23 MB

WR + SM + 6 x BAT

101 MB

24 MB

WR + SM + 7 x BAT

106 MB

26 MB

WR + SM + 8 x BAT

126 MB

28 MB

Dagelijks

WR

1 MB

1 MB

WR + SM

2 MB

1 MB

WR + SM + 3 x BAT

7 MB

2 MB

WR + SM + 4 x BAT

8 MB

2 MB

WR + SM + 5 x BAT

10 MB

2 MB

WR + SM + 6 x BAT

11 MB

3 MB

WR + SM + 7 x BAT

12 MB

3 MB

WR + SM + 8 x BAT

13 MB

3 MB

De weergave van de installatie via Fronius Solar.web of een Fronius Solar.web-app heeft een datavolume van ca. 500 kB per uur nodig.

Een update van de firmware van de Fronius-installatiebewaking heeft eveneens een bepaald datavolume nodig. Dit datavolume is afhankelijk van de grootte van het betreffende updatepakket en daarom kan bij de vooraf-berekening van het datavolume hiermee geen rekening worden gehouden.

Als data via een externe dienst (bijv.: PushService) gestuurd worden, kunnen grote datahoeveelheden gestuurd worden.

BELANGRIJK! Fronius adviseert een flatrate om hoge aansluitkosten te voorkomen.

  1. Fronius-installatiebewaking

Algemene informatie voor de netwerkbeheerder

Voorwaarden

OPMERKING! Voor de netwerkconfiguratie van de Fronius-systeemmonitoring is kennis van netwerktechnologieën vereist.

Wanneer de Fronius-systeemmonitoring in een bestaand netwerk wordt geïntegreerd, moet de adressering van de Fronius-installatiebewaking worden aangepast aan die van het bestaande netwerk.


Bijvoorbeeld: Bereik netwerkadres = 192.168.1.x, subnetmasker = 255.255.255.0

  • In dit geval moet er aan de Fronius-systeemmonitoring een IP-adres tussen 192.168.1.1 en 192.168.1.254 worden toegewezen.
  • Het gekozen IP-adres mag nog niet elders in het netwerk worden gebruikt.
  • Het subnetmasker moet overeenkomen met het bestaande netwerk (bijv. 255.255.255.0).

Als de Fronius-systeemmonitoring serviceberichten of gegevens moet verzenden aan Fronius Solar.web, dan moet er een gateway-adres en een DNS-serveradres worden ingevoerd. Via het gateway-adres kan de Fronius-systeemmonitoring een verbinding maken met internet. Voorbeeld van een geschikt gateway-adres is het IP-adres van de DSL-router.

BELANGRIJK!

  • De Fronius-systeemmonitoring mag in geen geval hetzelfde IP-adres hebben als de PC / laptop!
  • De Fronius-systeemmonitoring kan zelf geen verbinding maken met internet. In het geval van een DSL-aansluiting moet de internetverbinding tot stand worden gebracht met behulp van een router.
  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Algemene informatie voor de netwerkbeheerder

Voorwaarden

OPMERKING! Voor de netwerkconfiguratie van de Fronius-systeemmonitoring is kennis van netwerktechnologieën vereist.

Wanneer de Fronius-systeemmonitoring in een bestaand netwerk wordt geïntegreerd, moet de adressering van de Fronius-installatiebewaking worden aangepast aan die van het bestaande netwerk.


Bijvoorbeeld: Bereik netwerkadres = 192.168.1.x, subnetmasker = 255.255.255.0

  • In dit geval moet er aan de Fronius-systeemmonitoring een IP-adres tussen 192.168.1.1 en 192.168.1.254 worden toegewezen.
  • Het gekozen IP-adres mag nog niet elders in het netwerk worden gebruikt.
  • Het subnetmasker moet overeenkomen met het bestaande netwerk (bijv. 255.255.255.0).

Als de Fronius-systeemmonitoring serviceberichten of gegevens moet verzenden aan Fronius Solar.web, dan moet er een gateway-adres en een DNS-serveradres worden ingevoerd. Via het gateway-adres kan de Fronius-systeemmonitoring een verbinding maken met internet. Voorbeeld van een geschikt gateway-adres is het IP-adres van de DSL-router.

BELANGRIJK!

  • De Fronius-systeemmonitoring mag in geen geval hetzelfde IP-adres hebben als de PC / laptop!
  • De Fronius-systeemmonitoring kan zelf geen verbinding maken met internet. In het geval van een DSL-aansluiting moet de internetverbinding tot stand worden gebracht met behulp van een router.
  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Algemene informatie voor de netwerkbeheerder

Algemene firewall-instellingen

Het verzenden van gegevens via internet is binnen DSL-routers meestal toegestaan, dus deze routers hoeven normaal gesproken niet te worden geconfigureerd.

Serveradressen voor de gegevensoverdracht
Als een firewall voor uitgaande verbindingen wordt gebruikt, moet toestemming worden gegeven voor de volgende protocollen, serveradressen en ports om de gegevensoverdracht mogelijk te maken:
  • Tcp fronius-se-iot.azure-devices.net:8883
  • Tcp fronius-se-iot.azure-devices.net:443
  • Tcp fronius-se-iot-telemetry.azure-devices.net:8883
  • Tcp fronius-se-iot-telemetry.azure-devices.net:443
  • Udp sera-gen24.fronius.com:1194 (213.33.117.120:1194)
  • Tcp froniusseiot.blob.core.windows.net:443
  • Tcp provisioning.solarweb.com:443
  • Tcp cure-se.fronius.com:443
  • NTP 0.time.fronius.com

Als bestaande firewall-regels de verbinding met de Fronius-systeemmonitoring blokkeren, moeten de volgende firewall-regels worden toegevoegd:

 

49049/UDP
Uitgang

80/TCP *)
Ingang

Serviceberichten verzenden

x

-

Verbinding met de datamanager via 'Fronius Solar.web'

x

-

Verbinding met datamanager via Fronius Solar.access of Fronius Solar.service

-

x

Toegang tot de website van de datamanager

-

x

De firewall zodanig configureren dat het IP-adres van de Fronius-systeemmonitoring naar poort 49049/UDP door 'fdmp.solarweb.com' data verzenden kan.

*) We raden aan om de toegang tot de webinterface van de Fronius-systeemmonitoring alleen vanuit beveiligde netwerken toe te staan. Als toegang vanaf het internet absoluut noodzakelijk is (bijv. voor servicedoeleinden gedurende een beperkte periode), configureert u de netwerkrouter dan zodanig dat aanvragen aan een willekeurige externe poort naar poort 80/TCP worden doorgestuurd.
Let op - de inverter is nu zichtbaar op het internet en er is een grote kans dat er netwerkaanvallen zullen optreden.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Algemene informatie voor de netwerkbeheerder

Fronius Solar.web gebruiken en serviceberichten verzenden

Voor het gebruik van Fronius Solar.web of voor het verzenden van serviceberichten is een internetverbinding vereist.

De Fronius-installatiebewaking kan zelf geen verbinding maken met internet. In het geval van een DSL-aansluiting moet de internetverbinding tot stand worden gebracht met behulp van een router.

  1. Fronius-installatiebewaking

Fronius-installatiebewaking installeren - overzicht

Veiligheid

GEVAAR!

Gevaar door onjuiste bediening

Dit kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.

Gebruik de beschreven functies alleen als de gebruiksaanwijzingen van alle systeemcomponenten volledig zijn gelezen en begrepen:

Gebruik de beschreven functies pas nadat alle veiligheidsvoorschriften zijn gelezen en begrepen.

BELANGRIJK! Voor de installatie van de Fronius-systeemmonitoring is kennis van netwerktechnologieën vereist.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Fronius-installatiebewaking installeren - overzicht

Veiligheid

GEVAAR!

Gevaar door onjuiste bediening

Dit kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.

Gebruik de beschreven functies alleen als de gebruiksaanwijzingen van alle systeemcomponenten volledig zijn gelezen en begrepen:

Gebruik de beschreven functies pas nadat alle veiligheidsvoorschriften zijn gelezen en begrepen.

BELANGRIJK! Voor de installatie van de Fronius-systeemmonitoring is kennis van netwerktechnologieën vereist.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Fronius-installatiebewaking installeren - overzicht

Eerste gebruik

BELANGRIJK! Voor het maken van verbinding met de Fronius-systeemmonitoring moet het betreffende eindapparaat (bijv. laptop, tablet enz.) als volgt zijn ingesteld:

  • 'IP-adres automatisch toewijzen (DHCP)' moet zijn geactiveerd
1Apparaat in de servicemodus schakelen
  • WLAN-toegangspunt via Setup-menu van inverter activeren

De inverter stelt het WLAN-toegangspunt in. Het WLAN-toegangspunt blijft 1 uur geopend.

 

Installatie via webbrowser

2Het eindapparaat met het WLAN-toegangspunt verbinden

SSID = FRONIUS_239.xxxxx (4-8 cijfers)
  • Naar een netwerk met de naam FRONIUS_239.xxxxx zoeken
  • Verbinding met dit netwerk maken
  • Wachtwoord 12345678 invoeren
(Of eindapparaat en inverter met Ethernet-kabel verbinden)
3In browser het volgende invoeren
http://datamanager
of
192.168.250.181 (IP-adres voor WLAN-verbinding)
of
169.254.0.180 (IP-adres voor LAN-verbinding)

De startpagina van de installatiewizard wordt weergegeven.

Als de Technicus-assistent wordt uitgevoerd, moet u het toegewezen Service-wachtwoord noteren. Dit Service-wachtwoord is vereist voor het instellen van de menu-opties Installatieoverzicht, Netbeheerder-editor en Uitgebreide accu-instellingen.
Als de Technicus-assistent niet wordt uitgevoerd, zijn er geen regels voor vermogensreductie ingesteld en volgt er geen hybride bedrijf (laden en ontladen van de accu)

4De Technicus-assistent uitvoeren en de instructies op het scherm volgen

OPMERKING!

Gevaar door diepe ontlading vanwege een niet-geactiveerde accu

Dit kan leiden tot permanente schade aan de accu.

De Solar Web-assistent moet worden uitgevoerd om de accu en eventueel de Smart Meter te activeren.

5De Solar Web-assistent uitvoeren en de instructies op het scherm volgen

De Fronius Solar.web-startpagina wordt weergegeven.
of
De website van de Fronius-systeemmonitoring wordt weergegeven.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Fronius-installatiebewaking installeren - overzicht

Informatie voor het uitvoeren van de Technicus-assistent

Het uitvoeren van de Technicus-assistent gebeurt in 5 stappen:

1. Algemeen
Hier worden algemene installatiedata (bijv.: installatienaam) ingevoerd

2. Servicewachtwoord
Voer het servicewachtwoord in en onthoud het!

3. IO-toewijzing
Instellingen voor de IO-interface ingevoerd (zie ook Algemeen voor de IO-toewijzing op pagina (→))

4. Installatieoverzicht
Instellingen van de totale PV-installatie ingevoerd (zie ook Installatie-overzicht op pagina (→))

5. Dynamisch vermogen
Instellingen voor de dynamische vermogensreductie ingevoerd (zie ook EVU-editor - Dynamische vermogensreductie op pagina (→))

Na het uitvoeren van de Technicus-assistent wordt automatisch een volledige lading van de Fronius Solar Battery uitgevoerd om alle componenten te kalibreren. Vervolgens begint het systeem automatisch met de ingestelde bedrijfsmodus.
Deze kalibreerlading vindt ook na meerdere laad- en ontlaadcycli automatisch in het lopende bedrijf plaats. Wanneer deze kalibreerlading plaatsvindt, is afhankelijk van diverse factoren, zoals de gemiddelde laadtoestand en de energiedoorvoer via de accu. Het tijdstip kan bovendien ook per jaargetijde variëren.

Als de instelling 'Accu opladen via elektriciteitsnet toestaan' is gedeactiveerd, vindt deze kalibreerlading in de regelmodus uitsluitend plaats met energie uit de PV-installatie. Afhankelijk van de instralingpercentages en de grootte van de installatie kan het laden daarom zeer veel tijd in beslag nemen.
Als de instelling 'Accu opladen via elektriciteitsnet toestaan' is geactiveerd, vindt de kalibreerlading met constante stroom uit de PV-installatie en het elektriciteitsnet plaats.

BELANGRIJK! Door het automatisch volledig laden van de accu is het mogelijk dat er energie uit het elektriciteitsnet wordt betrokken. Het proces kan enkele uren in beslag nemen en kan niet worden gestopt.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Fronius-installatiebewaking installeren - overzicht

Noodstroombedrijf testen

OPMERKING!

Gevaar door direct gebruik van de inverter tijdens noodstroombedrijf zonder voorafgaande netaansluiting.

De inverter detecteert bij netgekoppeld bedrijf de draairichting van het huisnet en slaat deze op.
Zonder netaansluiting is er geen informatie over de draairichting beschikbaar en voedt de inverter met een standaard draairichting.

Fout in 3-fasige verbruikers in het huisnet kunnen het gevolg zijn.

Het noodstroombedrijf moet na de initiële installatie en configuratie getest worden. In het testbedrijf wordt aangeraden een acculading van meer dan 30% in acht te nemen.

Een beschrijving van de uitvoering van het testbedrijf bevindt zich in het hoofdstuk 'Checklist noodstroom' van het document 'Fronius Energy Package - voorbeelden omschakelen op noodstroom'.

  1. Fronius-installatiebewaking

Verbinding met de Fronius-installatiebewaking via webbrowser

Algemeen

De verbinding met de Fronius-installatiebewaking via een webbrowser is met name geschikt voor situaties waarbij een groot aantal pc-gebruikers eenvoudige informatie moet kunnen opvragen binnen een LAN-netwerk (bijv. bedrijfsnetwerken, scholen, enz.).

Op de website van de Fronius-installatiebewaking wordt de huidige vermogensstroom in het hybride systeem weergegeven.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Verbinding met de Fronius-installatiebewaking via webbrowser

Algemeen

De verbinding met de Fronius-installatiebewaking via een webbrowser is met name geschikt voor situaties waarbij een groot aantal pc-gebruikers eenvoudige informatie moet kunnen opvragen binnen een LAN-netwerk (bijv. bedrijfsnetwerken, scholen, enz.).

Op de website van de Fronius-installatiebewaking wordt de huidige vermogensstroom in het hybride systeem weergegeven.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Verbinding met de Fronius-installatiebewaking via webbrowser

Voorwaarden

  • ten minste een LAN- of WLAN-verbinding
  • Webbrowser (bijv. Microsoft Internet Explorer IE 9.0 of hoger, Firefox 4, Google Chrome 27.0, enz.)
  • Pc / laptop in hetzelfde netwerksegment als de Fronius-installatiebewaking
  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Verbinding met de Fronius-installatiebewaking via webbrowser

Verbinding maken met de Fronius-installatiebewaking via een webbrowser

1Webbrowser openen
2In het adresveld het IP-adres of de hostnaam en de domeinnaam van de Fronius-installatiebewaking invoeren

De website van de Fronius-installatiebewaking wordt weergegeven.
  1. Fronius-installatiebewaking

Verbinding maken met Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web

Algemeen

Door de verbinding met de Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web kan vanaf iedere willekeurige plaats op de wereld met een internetverbinding archiefdata en actuele data van een fotovoltaïsche installatie via internet worden opgeroepen.
Bovendien bestaat de mogelijkheid, andere gebruikers een kijkje in de fotovoltaïsche installatie te geven en meerdere installaties met elkaar te vergelijken.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Verbinding maken met Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web

Algemeen

Door de verbinding met de Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web kan vanaf iedere willekeurige plaats op de wereld met een internetverbinding archiefdata en actuele data van een fotovoltaïsche installatie via internet worden opgeroepen.
Bovendien bestaat de mogelijkheid, andere gebruikers een kijkje in de fotovoltaïsche installatie te geven en meerdere installaties met elkaar te vergelijken.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Verbinding maken met Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web

Functiebeschrijving

De Fronius-installatiebewaking is verbonden met internet (bijv. via een DSL-router). De Fronius-installatiebewaking meldt zich regelmatig bij het Fronius Solar.web en stuurt dagelijks de opgeslagen gegevens.
Fronius Solar.web kan actief contact met de Fronius-installatiebewaking opnemen, bijv. om actuele gegevens weer te geven.

  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Verbinding maken met Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web

Voorwaarden

  • Internettoegang
  • Webbrowser

    BELANGRIJK! De Fronius-installatiebewaking kan zelf geen verbinding maken met internet. In het geval van een DSL-aansluiting moet de internetverbinding tot stand worden gebracht met behulp van een router.
  • De fotovoltaïsche installatie bij Fronius Solar.web registreren.
  • Om actuele data uit Fronius Solar.web te kunnen opvragen, moet in de Fronius-installatiebewaking in de instellingen onder Solar.web de keuzemogelijkheid 'ja' bij 'Actuele gegevens naar Solar.web verzenden' geactiveerd zijn.
  • Om archiefdata uit Fronius Solar.web te kunnen opvragen, moet in de Fronius-installatiebewaking onder de keuzemogelijkheid 'dagelijks' of 'elk uur' onder 'Archiefdata naar Solar.web verzenden’ geactiveerd zijn.
  1. Fronius-installatiebewaking
  2. Verbinding maken met Fronius-installatiebewaking via internet en Fronius Solar.web

Gegevens van de Fronius-installatiebewaking opvragen via internet en via Fronius Solar.web

Om actuele gegevens en archiefgegevens uit de Fronius-installatiebewaking te kunnen opvragen met behulp van Fronius Solar.web:

1Fronius Solar.web starten: http://www.solarweb.com

Nadere informatie met betrekking tot Fronius Solar.web vindt u terug in de online help.

Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

De website van de Fronius-installatiebewaking

Website van de Fronius-systeemmonitoring - Overzicht

Op de website van de Fronius-systeemmonitoring worden de volgende data weergegeven:

(1)

Andere instelmogelijkheden

(2)

Systeemoverzicht: Weergave van de huidige vermogensstroom op het hybride systeem

(3)

Overzicht van installatie-inkomsten

(4)

Overzicht van de laatste statuscodes

(5)

Systeeminformatie, netwerkdiagnose, firmware-update

(6)

Het menu Instellingen

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

De website van de Fronius-installatiebewaking

Website van de Fronius-systeemmonitoring - Overzicht

Op de website van de Fronius-systeemmonitoring worden de volgende data weergegeven:

(1)

Andere instelmogelijkheden

(2)

Systeemoverzicht: Weergave van de huidige vermogensstroom op het hybride systeem

(3)

Overzicht van installatie-inkomsten

(4)

Overzicht van de laatste statuscodes

(5)

Systeeminformatie, netwerkdiagnose, firmware-update

(6)

Het menu Instellingen

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. De website van de Fronius-installatiebewaking

Website van de Fronius-systeemmonitoring - Overzicht

Op de website van de Fronius-systeemmonitoring worden de volgende data weergegeven:

(1)

Andere instelmogelijkheden

(2)

Systeemoverzicht: Weergave van de huidige vermogensstroom op het hybride systeem

(3)

Overzicht van installatie-inkomsten

(4)

Overzicht van de laatste statuscodes

(5)

Systeeminformatie, netwerkdiagnose, firmware-update

(6)

Het menu Instellingen

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. De website van de Fronius-installatiebewaking

Het menu Instellingen

Na het aanklikken van Instellingen wordt op de website van de Fronius-systeemmonitoring het menu Instellingen geopend.
In het menu Instellingen vindt de configuratie van de Fronius-installatiebewaking plaats.

Instellen en bekijken van menuopties, algemeen

1Verbinding maken met de Fronius-systeemmonitoring.
2Instellingen aanklikken.
3Gewenste menuoptie aanklikken
De gewenste menuoptie wordt geopend.
4Menuoptie bekijken of bewerken.
5Indien aanwezig, de uitvoerknop aanklikken (bijv. Opslaan, Synchroniseren enz.).
De gewijzigde data worden overgenomen.
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. De website van de Fronius-installatiebewaking

Andere instelmogelijkheden

Op de website van de Fronius-installatiebewaking bevinden zich in het rechter bovendeel de volgende andere instelmogelijkheden:

Systeeminformatie:
Datalogger-ID, Softwareversie, Hardwareversie, Solar.web-verbinding

Help:

  • Inbedrijfname LAN
  • Inbedrijfname WLAN
  • Softwarehandleiding
  • Fronius Solar-Channel

Inhoud uitbreiden:
Het bereik van de menu's Actuele data / Instellingen wordt vergroot

Berichten weergeven

Taal:
voor het instellen van de taal

De website van de Fronius-installatiebewaking wordt noch in de taal van de gebruikte browser noch in de laatst gekozen taal weergegeven.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Services - Systeeminformatie

Systeeminformatie

De pagina Systeeminformatie bevat verschillende soorten informatie over het systeem.

Daarnaast zijn de volgende knoppen aanwezig:
  • Knop '‘Datalogger herstart’
    voor het opnieuw starten van de Datamanager/de systeemmonitoring
  • Knop ‘Reset naar de fabrieksinstellingen’ met de selectiemogelijkheden:
    • ‘alle instellingen behalve netwerk‘
      om de Datamanager (systeemmonitoring) terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
      De netwerkinstellingen evenals alle door de service-gebruiker opgeslagen opties (EVU-editor, tellerinstellingen en service-wachtwoord) blijven behouden
    • ‘alle instellingen‘
      om de Datamanager (systeemmonitoring) en de netwerkinstellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
      Alle door de service-gebruiker opgeslagen opties (EVU-editor, tellerinstellingen en service-wachtwoord) blijven behouden

BELANGRIJK! Wanneer de Datamanager (systeemmonitoring) naar de fabrieksinstellingen wordt teruggezet, moeten de tijd- en datuminstellingen worden gecontroleerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Services - Systeeminformatie

Systeeminformatie

De pagina Systeeminformatie bevat verschillende soorten informatie over het systeem.

Daarnaast zijn de volgende knoppen aanwezig:
  • Knop '‘Datalogger herstart’
    voor het opnieuw starten van de Datamanager/de systeemmonitoring
  • Knop ‘Reset naar de fabrieksinstellingen’ met de selectiemogelijkheden:
    • ‘alle instellingen behalve netwerk‘
      om de Datamanager (systeemmonitoring) terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
      De netwerkinstellingen evenals alle door de service-gebruiker opgeslagen opties (EVU-editor, tellerinstellingen en service-wachtwoord) blijven behouden
    • ‘alle instellingen‘
      om de Datamanager (systeemmonitoring) en de netwerkinstellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
      Alle door de service-gebruiker opgeslagen opties (EVU-editor, tellerinstellingen en service-wachtwoord) blijven behouden

BELANGRIJK! Wanneer de Datamanager (systeemmonitoring) naar de fabrieksinstellingen wordt teruggezet, moeten de tijd- en datuminstellingen worden gecontroleerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Services - Netwerkdiagnose

Netwerkdiagnose

Onder Services / Netwerkdiagnose bevinden zich handige functies voor het diagnosticeren en verhelpen van netwerkproblemen. Er kunnen ping- en traceroute-commando's uitgevoerd worden.

Ping-commando
met een ping-commando kan worden gecontroleerd of een host bereikbaar is en hoeveel tijd de gegevensoverdracht in beslag neemt.

Ping-commando versturen:
1In het veld Host: een hostnaam of IP-adres invoeren
2Klik op de knop ping
  • Het ping-commando wordt verstuurd
  • De vastgelegde gegevens worden weergegeven

Traceroute-commando
met een traceroute-commando kan worden vastgesteld via welke tussenstations gegevens worden overgedragen naar de host.

Traceroute-commando versturen:
1In het veld Host: een hostnaam of IP-adres invoeren
2Klik op de knop Traceroute
  • Het traceroute-commando wordt verstuurd
  • De vastgelegde gegevens worden weergegeven
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Services - Netwerkdiagnose

Netwerkdiagnose

Onder Services / Netwerkdiagnose bevinden zich handige functies voor het diagnosticeren en verhelpen van netwerkproblemen. Er kunnen ping- en traceroute-commando's uitgevoerd worden.

Ping-commando
met een ping-commando kan worden gecontroleerd of een host bereikbaar is en hoeveel tijd de gegevensoverdracht in beslag neemt.

Ping-commando versturen:
1In het veld Host: een hostnaam of IP-adres invoeren
2Klik op de knop ping
  • Het ping-commando wordt verstuurd
  • De vastgelegde gegevens worden weergegeven

Traceroute-commando
met een traceroute-commando kan worden vastgesteld via welke tussenstations gegevens worden overgedragen naar de host.

Traceroute-commando versturen:
1In het veld Host: een hostnaam of IP-adres invoeren
2Klik op de knop Traceroute
  • Het traceroute-commando wordt verstuurd
  • De vastgelegde gegevens worden weergegeven
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Services - Firmware-Update

Algemeen

Onder Services / Firmware-update kan de firmware van de Fronius-systeemmonitoring worden bijgewerkt. Een firmware-update kan via LAN of het web worden uitgevoerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Services - Firmware-Update

Algemeen

Onder Services / Firmware-update kan de firmware van de Fronius-systeemmonitoring worden bijgewerkt. Een firmware-update kan via LAN of het web worden uitgevoerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Services - Firmware-Update

Automatisch zoeken naar updates

BELANGRIJK! Voor het automatisch zoeken naar updates is een internetverbinding vereist.

Als de keuzemogelijkheid ‘Automatic update search’ (1) (Automatisch zoeken naar updates) is geactiveerd, zoekt de Fronius-systeemmonitoring eenmaal per dag automatisch naar updates. Als nieuwe updates beschikbaar zijn, wordt hierover bij de instelmogelijkheden van de website van de Fronius-systeemmonitoring een bericht weergegeven.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Services - Firmware-Update

Handmatig zoeken naar updates

Als de keuzemogelijkheid automatisch update zoeken is gedeactiveerd, wordt er niet automatisch naar updates gezocht.

1Om handmatig naar updates te zoeken, klikt u op de knop V
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Services - Firmware-Update

Firmware-update uitvoeren via het web

1Via webbrowser de website van de Fronius-systeemmonitoring openen
2Onder Services Firmware-update openen
3‘Update via web‘ selecteren
4Op de knop ‘Update uitvoeren’ klikkenDe veiligheidsvraag voor de update wordt weergegeven
5Op de knop ‘Ja‘ klikkenDe update wordt uitgevoerd, de voortgang van de update wordt als balk en percentage weergegeven.

Mocht u geen verbinding met de server kunnen maken:

  • deactiveer gedurende de update uw firewall
  • probeer het vervolgens opnieuw

BELANGRIJK! Als er voor de verbinding met internet een proxyserver wordt gebruikt:

  • moet de keuzemogelijkheid ‘Use proxy server for Web update’ (Proxyserver voor web-update gebruiken) zijn geactiveerd
  • moeten de benodigde gegevens worden ingevoerd
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Service-assistenten oproepen

Assistenten oproepen

Onder "Assistenten oproepen" kan de installatiewizard opnieuw opgeroepen en uitgevoerd worden.

SOLAR WEB-ASSISTENT
voor het verbinden van de installatie met Fronius Solar.web en Fronius-apps voor mobiele apparaten

TECHNICUS-ASSISTENT (alleen voor geschoold personeel of vakpersoneel)
voor instellingen op het systeem

OVERIGE INSTELLINGEN (alleen voor geschoold personeel of vakpersoneel)
hier vindt u alle instelmogelijkheden van de Fronius-systeemmonitoring. Met de knop “SOLAR WEB-ASSISTENT” keert u weer terug naar de oorspronkelijke pagina.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Service-assistenten oproepen

Assistenten oproepen

Onder "Assistenten oproepen" kan de installatiewizard opnieuw opgeroepen en uitgevoerd worden.

SOLAR WEB-ASSISTENT
voor het verbinden van de installatie met Fronius Solar.web en Fronius-apps voor mobiele apparaten

TECHNICUS-ASSISTENT (alleen voor geschoold personeel of vakpersoneel)
voor instellingen op het systeem

OVERIGE INSTELLINGEN (alleen voor geschoold personeel of vakpersoneel)
hier vindt u alle instelmogelijkheden van de Fronius-systeemmonitoring. Met de knop “SOLAR WEB-ASSISTENT” keert u weer terug naar de oorspronkelijke pagina.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Algemeen

Algemeen

Onder Vergoeding kunnen het vergoedingspercentage per kWh, de valuta en de aanschafkosten per kWh voor het berekenen van de inkomsten worden ingevoerd. De inkomsten worden in het actuele totaaloverzicht weergegeven.

Onder Systeemtijd kunnen de datum, de uren en de minuten worden ingevoerd.
Door op de knop‘Synchroniseren‘ te klikken, wordt de in de invoervelden van de website van Fronius Datamanager weergegeven tijd aan de tijd van het EDV-bedrijfssysteem aangepast.
Voor het overnemen van de tijd op de knop Overnemen / Opslaan    klikken.

Onder Tijdzones Instellingen kunnen de regio en de locatie voor de tijdzone worden ingesteld.

Velden die met een * zijn gemarkeerd, zijn verplichte velden.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Algemeen

Algemeen

Onder Vergoeding kunnen het vergoedingspercentage per kWh, de valuta en de aanschafkosten per kWh voor het berekenen van de inkomsten worden ingevoerd. De inkomsten worden in het actuele totaaloverzicht weergegeven.

Onder Systeemtijd kunnen de datum, de uren en de minuten worden ingevoerd.
Door op de knop‘Synchroniseren‘ te klikken, wordt de in de invoervelden van de website van Fronius Datamanager weergegeven tijd aan de tijd van het EDV-bedrijfssysteem aangepast.
Voor het overnemen van de tijd op de knop Overnemen / Opslaan    klikken.

Onder Tijdzones Instellingen kunnen de regio en de locatie voor de tijdzone worden ingesteld.

Velden die met een * zijn gemarkeerd, zijn verplichte velden.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Wachtwoorden

Algemeen

Door het verstrekken van wachtwoorden wordt de toegang tot de Fronius-installatiebewaking geregeld.
Hiervoor staan 3 verschillende soorten wachtwoorden ter beschikking:

  • het beheerderswachtwoord
  • het Service-wachtwoord
  • het gebruikerswachtwoord
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Wachtwoorden

Algemeen

Door het verstrekken van wachtwoorden wordt de toegang tot de Fronius-installatiebewaking geregeld.
Hiervoor staan 3 verschillende soorten wachtwoorden ter beschikking:

  • het beheerderswachtwoord
  • het Service-wachtwoord
  • het gebruikerswachtwoord
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Wachtwoorden

Wachtwoorden

Beheerderswachtwoord
gebruikersnaam = admin

Met het tijdens de inbedrijfname ingestelde beheerderswachtwoord heeft de gebruiker zowel lees- als instelrechten. De gebruiker kan de menu-optie Instellingen openen en alle instellingen behalve die van de EVU-editor en de teller configureren.

De gebruiker moet met het ingestelde beheerderswachtwoord de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren als de gebruiker de menu-optie Instellingen openen wilt.

Service-wachtwoord
gebruikersnaam = service

Het Service-wachtwoord wordt meestal door servicetechnici of installatiemonteurs toegewezen in de installatiewizard en biedt toegang tot installatiespecifieke parameters. Het Service-wachtwoord is vereist om de tellerinstellingen en de instellingen van de EVU-editor te configureren. Zolang er geen Service-wachtwoord toegewezen is, heeft de gebruiker geen toegang tot de menu-optie Teller en EVU-editor.

Gebruikerswachtwoord
Na het activeren van het keuzeveld ‘Lokale installatiepagina opslaan‘ wordt het gebruikerswachtwoord weergegeven, gebruikersnaam = user.

Indien een gebruikerswachtwoord wordt toegekend, heeft de gebruiker uitsluitend de leesrechten. De gebruiker kan de menu-optie Instellingen niet openen.

Bij het​ toewijzen van een gebruikerswachtwoord moet de gebruiker telkens wanneer een verbinding wordt opgebouwd de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - netwerk

Internet via WLAN

De gevonden netwerken worden weergegeven.

Door op de knop Vernieuwen te klikken,    wordt er een nieuwe zoekopdracht uitgevoerd naar beschikbare WLAN-netwerken.

Verborgen netwerken kunnen via het menu ‘WLAN toevoegen‘ worden toegevoegd.

Knop ‘Installeren’ - voor het opslaan van een geselecteerd wifi (WLAN) -netwerk.
na klikken op de knop wordt het venster ‘WLAN-verbinding‘ geopend

Knop ‘Verwijderen’ - voor het wissen van een opgeslagen wifi (WLAN) -netwerk.

Knop ‘WLAN IP configureren‘ - Nadat u op de knop hebt geklikt, wordt het venster ‘IP configureren‘ geopend met dezelfde instellingsopties als bij een LAN-verbinding.

Knop ‘Verbinden via WPS‘ - om verbinding te maken met WLAN via WPS zonder WLAN-wachtwoord:
1. Activeer WPS op de WLAN-router (zie documentatie van de WLAN-router)
2. Klik op de knop 'Verbinden via WPS'
3. De WLAN-verbinding wordt automatisch tot stand gebracht

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - netwerk

Internet via WLAN

De gevonden netwerken worden weergegeven.

Door op de knop Vernieuwen te klikken,    wordt er een nieuwe zoekopdracht uitgevoerd naar beschikbare WLAN-netwerken.

Verborgen netwerken kunnen via het menu ‘WLAN toevoegen‘ worden toegevoegd.

Knop ‘Installeren’ - voor het opslaan van een geselecteerd wifi (WLAN) -netwerk.
na klikken op de knop wordt het venster ‘WLAN-verbinding‘ geopend

Knop ‘Verwijderen’ - voor het wissen van een opgeslagen wifi (WLAN) -netwerk.

Knop ‘WLAN IP configureren‘ - Nadat u op de knop hebt geklikt, wordt het venster ‘IP configureren‘ geopend met dezelfde instellingsopties als bij een LAN-verbinding.

Knop ‘Verbinden via WPS‘ - om verbinding te maken met WLAN via WPS zonder WLAN-wachtwoord:
1. Activeer WPS op de WLAN-router (zie documentatie van de WLAN-router)
2. Klik op de knop 'Verbinden via WPS'
3. De WLAN-verbinding wordt automatisch tot stand gebracht

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - netwerk

Internet via LAN

Instelmogelijkheden:
  • IP-adres toewijzen‘ - ‘statisch‘
    De gebruiker voert een vast IP-adres voor de Datamanager (systeemmonitoring) in en legt ook handmatig het subnetmasker, het gateway-adres en het DNS-serveradres (van de provider) vast.
  • IP-adres toewijzen‘ - ‘dynamisch‘
    De Datamanager (systeemmonitoring) vraagt het IP-adres van een DHCP-server (DHCP = Dynamic Host Configuration Protocol) op.
    De DHCP-server moet zodanig zijn geconfigureerd dat de Datamanager (systeemmonitoring) altijd hetzelfde IP-adres toegewezen krijgt. Zo weet men altijd onder welk IP-adres de Datamanager (systeemmonitoring) bereikbaar is.
    Als de DHCP-server de functie 'DNS dynamic updates' ondersteunt, kan in het veld 'Hostnaam' een naam aan de Datamanager (systeemmonitoring) worden toegewezen. In dat geval kan voor het maken van verbinding met de Datamanager (systeemmonitoring) in plaats van het IP-adres eenvoudig de naam worden ingevoerd.
    Bijv.: Hostname = musteranlage, Domainname = fronius.com
    De Datamanager (systeemmonitoring) is via het adres ‘musteranlage.fronius.com’ bereikbaar.
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - netwerk

Lokaal netwerk via Access Point

De Datamanager (systeemmonitoring) fungeert als access point (toegangspunt). Een pc of smart device maakt rechtstreeks verbinding met de datamanager (systeemmonitoring). Er is geen verbinding met internet mogelijk.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Fronius Solar.web

SOLAR.WEB

Via de menuoptie ‘Fronius Solar.web‘ kan met de Fronius-installatiebewaking een rechtstreekse verbinding leggen met ‘Fronius ‘Solar.web’.

De selectie van de geheugeninterval bij de velden ‘Opvraagcyclus inverter‘ en ‘Opvraagcyclus Fronius Sensor Cards‘ hebben invloed op de benodigde geheugencapaciteit.

Knop ‘Solar.web registreren‘ - Door op de knop te klikken wordt de startpagina van Fronius Solar.web geopend. Voor Fronius Solar.web relevante data worden automatisch mee verzonden.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Fronius Solar.web

SOLAR.WEB

Via de menuoptie ‘Fronius Solar.web‘ kan met de Fronius-installatiebewaking een rechtstreekse verbinding leggen met ‘Fronius ‘Solar.web’.

De selectie van de geheugeninterval bij de velden ‘Opvraagcyclus inverter‘ en ‘Opvraagcyclus Fronius Sensor Cards‘ hebben invloed op de benodigde geheugencapaciteit.

Knop ‘Solar.web registreren‘ - Door op de knop te klikken wordt de startpagina van Fronius Solar.web geopend. Voor Fronius Solar.web relevante data worden automatisch mee verzonden.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - IO-toewijzing

Algemeen

In deze menuoptie kunnen de eigenschappen van de afzonderlijke in- en uitgang (I/O) van de inverter worden geconfigureerd. Afhankelijk van de functionaliteit en systeemconfiguratie kunnen slechts die instellingen worden geselecteerd die met het betreffende systeem mogelijk zijn.

Een actief geschakelde uitgang die niet is toegewezen (‘vrij’), blijft tot het opnieuw opstarten van de inverter actief. De toestand van een uitgang wordt alleen gewijzigd als de specificaties van de toegewezen diensten worden gewijzigd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - IO-toewijzing

Algemeen

In deze menuoptie kunnen de eigenschappen van de afzonderlijke in- en uitgang (I/O) van de inverter worden geconfigureerd. Afhankelijk van de functionaliteit en systeemconfiguratie kunnen slechts die instellingen worden geselecteerd die met het betreffende systeem mogelijk zijn.

Een actief geschakelde uitgang die niet is toegewezen (‘vrij’), blijft tot het opnieuw opstarten van de inverter actief. De toestand van een uitgang wordt alleen gewijzigd als de specificaties van de toegewezen diensten worden gewijzigd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - IO-toewijzing

Noodstroom

Functie

Beschrijving

Default-Pin

Noodstroomvergrendeling activeren

Uitgang, netwerkontkoppeling activeren (schakelaar)

0

Feedback vergrendeling (optioneel)

Ingang, feedback of de vergrendeling actief is

5

Noodstroomvereisten

Ingang, noodstroomvoorziening activeren

4

Met de configuratie van deze parameter wordt de noodstroomvoorziening geactiveerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - IO-toewijzing

Belastingbeheer

Hier kunnen maximaal vier pinnen voor het belastingbeheer worden geselecteerd. De overige instellingen voor het belastingbeheer vindt u in het menu Lastmanagement.
Default-pin: 1

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - IO-toewijzing

IO-besturing

 Hier kunnen de pins voor de IO-besturing worden ingesteld. De overige instellingen vindt u in het menu EVU Editor - IO-besturing.

IO-besturing

Default-Pin

IO-besturing

Default-Pin

IO-besturing 1 (optioneel)

2

IO-besturing 6 (optioneel)

7

IO-besturing 2 (optioneel)

3

IO-besturing 7 (optioneel)

8

IO-besturing 3 (optioneel)

4

IO-besturing 8 (optioneel)

9

IO-besturing 4 (optioneel)

5

IO-besturing feedback
(optioneel)

0

IO-besturing 5 (optioneel)

6

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - IO-toewijzing

UIT - Demand Response Modes (DRM)

Demand Response Modes voor Australië

Hier kunnen de pins voor de besturing via DRM worden ingesteld:

BELANGRIJK! Voor de bediening van de inverter via DRM is een Fronius DRM-interface (artikelnummer 4,240,005) in de inverter vereist.
Inbouw en installatie worden in de installatiehandleiding van de Fronius DRM-interface beschreven. De installatiehandleiding voor de Fronius DRM-interface is beschikbaar op de homepage van Fronius onder de volgende link:

http://www.fronius.com/QR-link/4204102292

Mode

Beschrijving

Informatie

Default-Pin

DRM0

De inverter wordt van het netwerk gescheiden

Netwerkrelais openen

REF GEN

gesloten

FDI

COM LOAD

gesloten

of

combinaties van ongeldige DRM1 - DRM8

FDI

 

 

 

 

DRM1

-Pnom ≤ 0% zonder ontkoppeling van het netwerk

begrenst de opname van het werkelijk vermogen

6

DRM2

-Pnom ≤ 50%

begrenst de opname van het werkelijk vermogen

7

DRM3

-Pnom ≤ 75% & +Qrel* ≥ 0%

begrenst de opname van het werkelijk vermogen

en

stelt het blindvermogen in

8

DRM4

-Pnom ≤ 100%

Normaal bedrijf zonder begrenzing

9

DRM5

+Pnom ≤ 0% zonder ontkoppeling van het netwerk

begrenst de afgifte van het werkelijk vermogen

6

DRM6

+Pnom ≤ 50%

begrenst de afgifte van het werkelijk vermogen

7

DRM7

+Pnom ≤ 75% & +Qrel* ≥ 0%

begrenst de afgifte van het werkelijk vermogen

en

stelt het blindvermogen in

8

DRM8

+Pnom ≤ 100%

Normaal bedrijf zonder begrenzing

9

 

 

 

 

FDI

op de Fronius DRM Interface

 

 

*

De waarden voor Qrel kunnen in de menuoptie EVU-editor worden ingesteld.

De inverter kan bij nominaal apparaatvermogen op afstand worden bediend.

BELANGRIJK! Indien er op de datamanager geen DRM-besturing (DRED) is aangesloten en de functie ‘UIT - Demand Response Mode (DRM)’ is geactiveerd, schakelt de inverter over naar de stand-by-modus.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - IO-toewijzing

Energieopslag

Hier kan de pin voor de activering van de energieopslag worden geselecteerd. Deze instelling hoeft alleen voor bepaalde energieopslagapparaten te worden uitgevoerd.

Als er een energieopslag-pin is ingesteld, kunnen er geen noodstroompinnen worden geconfigureerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Belastingbeheer

Belastingbeheer

Prioriteiten van energiebeheer
Als er extra componenten (bijv. accu, Ohmpilot) in het systeem aanwezig zijn, kunnen hier de prioriteiten worden ingesteld. Apparaten met een hogere prioriteit worden eerst aangestuurd en daarna – als er nog overtollige energie beschikbaar is – de andere apparaten.

Belastingbeheer
Er kunnen maximaal vier verschillende belastingbeheerregels worden gedefinieerd. Bij gelijke drempelwaarden worden de regels achtereenvolgens geactiveerd. Bij het deactiveren werkt het andersom: de laatst ingeschakelde IO wordt als eerste uitgeschakeld. Bij verschillende drempels wordt eerst de IO met de laagste drempelwaarde ingeschakeld, daarna de IO met de een-na-laagste drempelwaarde enz.

IO's die door het geproduceerde vermogen worden aangestuurd, zijn altijd in het voordeel ten opzichte van de accu en de Ohmpilot. Dit betekent dat een IO zichzelf kan inschakelen, met als gevolg dat de accu niet meer wordt geladen of de Ohmpilot niet meer wordt aangestuurd.

Een IO wordt pas na 60 seconden geactiveerd of gedeactiveerd.

Besturing
  • Besturing via Energy Manager is gedeactiveerd.
  • Besturing via Energy Manager loopt via geproduceerd vermogen.
  • Besturing via Energy Manager loopt via overtollig vermogen (bij terugleveringslimieten). Deze optie kan alleen worden geselecteerd nadat er een meter is aangesloten. De besturing via Energy Manager loopt via de werkelijk aan het net teruggeleverde elektriciteit.
Drempelwaarden
  • Aan: Voor het invoeren van een limiet voor het werkelijke vermogen vanaf waar de uitgang wordt geactiveerd.
  • Uit: Voor het invoeren van een limiet voor het werkelijke vermogen vanaf waar de uitgang wordt gedeactiveerd.
Looptijden
  • Veld voor het activeren van de minimale looptijd per inschakeling
  • Veld voor het invoeren van een tijd die aangeeft hoelang de uitgang per inschakeling minimaal geactiveerd moet zijn.
  • Veld voor het activeren van de maximale looptijd per dag
  • Veld voor het invoeren van een maximale tijd die aangeeft hoelang de uitgang per dag in totaal geactiveerd moet zijn (hierbij wordt rekening gehouden met meerdere inschakelingen).
Streeflooptijd
  • Veld voor het activeren van de gewenste looptijd
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Belastingbeheer

Belastingbeheer

Prioriteiten van energiebeheer
Als er extra componenten (bijv. accu, Ohmpilot) in het systeem aanwezig zijn, kunnen hier de prioriteiten worden ingesteld. Apparaten met een hogere prioriteit worden eerst aangestuurd en daarna – als er nog overtollige energie beschikbaar is – de andere apparaten.

Belastingbeheer
Er kunnen maximaal vier verschillende belastingbeheerregels worden gedefinieerd. Bij gelijke drempelwaarden worden de regels achtereenvolgens geactiveerd. Bij het deactiveren werkt het andersom: de laatst ingeschakelde IO wordt als eerste uitgeschakeld. Bij verschillende drempels wordt eerst de IO met de laagste drempelwaarde ingeschakeld, daarna de IO met de een-na-laagste drempelwaarde enz.

IO's die door het geproduceerde vermogen worden aangestuurd, zijn altijd in het voordeel ten opzichte van de accu en de Ohmpilot. Dit betekent dat een IO zichzelf kan inschakelen, met als gevolg dat de accu niet meer wordt geladen of de Ohmpilot niet meer wordt aangestuurd.

Een IO wordt pas na 60 seconden geactiveerd of gedeactiveerd.

Besturing
  • Besturing via Energy Manager is gedeactiveerd.
  • Besturing via Energy Manager loopt via geproduceerd vermogen.
  • Besturing via Energy Manager loopt via overtollig vermogen (bij terugleveringslimieten). Deze optie kan alleen worden geselecteerd nadat er een meter is aangesloten. De besturing via Energy Manager loopt via de werkelijk aan het net teruggeleverde elektriciteit.
Drempelwaarden
  • Aan: Voor het invoeren van een limiet voor het werkelijke vermogen vanaf waar de uitgang wordt geactiveerd.
  • Uit: Voor het invoeren van een limiet voor het werkelijke vermogen vanaf waar de uitgang wordt gedeactiveerd.
Looptijden
  • Veld voor het activeren van de minimale looptijd per inschakeling
  • Veld voor het invoeren van een tijd die aangeeft hoelang de uitgang per inschakeling minimaal geactiveerd moet zijn.
  • Veld voor het activeren van de maximale looptijd per dag
  • Veld voor het invoeren van een maximale tijd die aangeeft hoelang de uitgang per dag in totaal geactiveerd moet zijn (hierbij wordt rekening gehouden met meerdere inschakelingen).
Streeflooptijd
  • Veld voor het activeren van de gewenste looptijd
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Push-service

Push-service

Met deze functie kunnen actuele data en logdata in verschillende formaten of met verschillende protocollen naar een externe server worden geëxporteerd.

Meer informatie over de push-service-functie vindt u in de volgende gebruiksaanwijzing:

http://www.fronius.com/QR-link/4204102152

42,0410,2152
Fronius Push Service

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Push-service

Push-service

Met deze functie kunnen actuele data en logdata in verschillende formaten of met verschillende protocollen naar een externe server worden geëxporteerd.

Meer informatie over de push-service-functie vindt u in de volgende gebruiksaanwijzing:

http://www.fronius.com/QR-link/4204102152

42,0410,2152
Fronius Push Service

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Modbus

Algemeen

Op de website van de Fronius-installatiebewaking kunnen via de webbrowser de instellingen voor het koppelen van de Modbus worden geconfigureerd, die via het Modbus-protocol niet toegankelijk zijn.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Modbus

Algemeen

Op de website van de Fronius-installatiebewaking kunnen via de webbrowser de instellingen voor het koppelen van de Modbus worden geconfigureerd, die via het Modbus-protocol niet toegankelijk zijn.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Modbus

Nadere informatie over de Modbus-functie

Nadere informatie over de Modbus-functie vindt u in de volgende handleidingen:

http://www.fronius.com/QR-link/4204102049

42,0410,2049
Fronius Datamanager Modbus koppelen

http://www.fronius.com/QR-link/4204102108

42,0410,2108
Fronius Datamanager Modbus RTU - Snelstartgids

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Modbus

Gegevensoverdracht via Modbus

‘Gegevensoverdracht via Modbus‘ op ‘uit‘
Als de gegevensoverdracht via Modbus is gedeactiveerd, worden via Modbus aan de inverter overgedragen besturingscommando's gereset, bijv. geen vermogensreductie of geen specificatie van het blindvermogen.

‘Gegevensoverdracht via Modbus‘ op ‘tcp‘
Als de gegevensoverdracht via Modbus is gedeactiveerd, worden via Modbus aan de inverter overgedragen besturingscommando's gereset, bijv. geen vermogensreductie of geen specificatie van het blindvermogen.

‘Modbus-poort‘ - Nummer van TCP-poort die voor de Modbus-communicatie gebruikt moet worden. Voorkeursinstelling: 502. Poort 80 kan hiervoor niet worden gebruikt.

Veld ‘String Control Adress-Offset - offsetwaarde voor de adressering van de Fronius String Controls via Modbus.

‘Sunspec modeltype‘ - voor het selecteren van het gegevenstype van gegevensmodellen voor inverters en datamodellen voor energiemeters
‘float‘ - weergave als drijvende-kommagetallen
SunSpec inverter Model I111, I112 of I113
SunSpec Meter Model M211, M212 of M213
‘int+SF‘- weergave als hele getallen met schaalfactoren
SunSpec Inverter Model I101, I102 of I103
SunSpec Meter Model M201, M202 of M203

BELANGRIJK! Omdat de verschillende modellen over verschillende aantallen registers beschikken, wijzigen door wisseling van de gegevenssoort ook de registeradressen van alle opvolgende modellen.

‘Demomodus‘ - De demomodus dient voor het implementeren of valideren van een Modbus Master. Hiermee kunnen inverter- en String Control-gegevens worden gelezen zonder dat een apparaat werkelijk aangesloten of actief is. Voor alle registers worden altijd dezelfde gegevens opnieuw geleverd.

‘Inverter-besturing per Modbus‘
Als deze optie is geactiveerd, kunnen de inverters via Modbus worden bestuurd. Het selectievakje Besturing beperken wordt weergegeven. Tot de inverterbesturing behoren de volgende functies:
  • Aan / Uit
  • Vermogensreductie
  • Specificeren van een constante vermogensfactor cos Phi
  • Specificeren van een constant reactief vermogen

‘Besturingsprioriteiten‘
De besturingsprioriteiten bepalen welke dienst prioriteit krijgt bij de inverterbesturing.
1 = hoogste prioriteit, 3 = laagste prioriteit
De besturingsprioriteiten kunnen alleen worden gewijzigd in de menukeuze ‘EVU-EDITOR‘.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Modbus

Besturing beperken

De optie 'Besturing beperken' is alleen voor het overdrachtsprotocol tcp beschikbaar.
De optie wordt gebruikt om het uitvoeren van inverter-besturingsopdrachten door onbevoegden te voorkomen als de besturing alleen voor specifieke apparaten toegestaan is.

Veld ‘IP-adres‘
Om de inverter-besturing op een of meerdere apparaten te beperken, worden in dit veld de IP-adressen van die apparaten ingevoerd, die opdrachten naar de Fronius Datamanager mogen verzenden. Als u meerdere IP-adressen invoert, moet u deze met een komma scheiden.

Voorbeelden:
  • een IP-adres: 98.7.65.4 - Besturing alleen via IP-adres 98.7.65.4 toegestaan
  • meerdere IP-adressen: 98.7.65.4,222.44.33.1 - Besturing alleen via IP-adressen 98.7.65.4 en 222.44.33.1 toegestaan
  • IP-adresbereik bijv. van 98.7.65.1 tot 98.7.65.254 (CIDR-notatie): 98.7.65.0/24 - Besturing alleen via IP-adressen 98.7.65.1 t/m 98.7.65.254 toegestaan
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Energiebeheer

Energiebeheer

Optimalisatie eigenverbruik
De hybride inverter van Fronius regelt altijd uit naar de ingestelde doelwaarde op het meetpunt. In de bedrijfsmodus 'automatisch' (fabrieksinstelling) wordt op 0 W op het terugleveringspunt (maximaal eigenverbruik) gecontroleerd.

De doelwaarde geldt ook wanneer een andere bron op het meetpunt aan het elektriciteitsnet teruglevert. In dit geval moet echter
  • de Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt geïnstalleerd zijn
  • een acculading door een andere energieopwekker geactiveerd zijn (zie hoofdstuk Accubeheer op pagina (→))

De optimalisatie eigenverbruik heeft een lagere prioriteit dan de instellingen van de accubesturing.

Optimalisatie eigenverbruik
op automatic (automatisch) of manual (handmatig) schakelen

Doelwaarde op meetpunt
Als onder Optimalisatie eigenverbruik handmatig geselecteerd werd, kan hier Doelwaarde op meetpunt en Opname / Teruglevering geselecteerd worden

 

Noodstroom

  Bedrijfstype
Bij het bedrijfstype noodstroom kan 'automatisch' of 'uit' geselecteerd worden.
De noodstroomfunctionaliteit kan alleen geactiveerd worden nadat de vereiste IO-toewijzingen voor noodstroom geconfigureerd zijn. De meter moet in het terugleveringspunt gemonteerd en geconfigureerd worden.

Accurestcapaciteit
Tot deze accurestcapaciteit wordt bij netgekoppeld bedrijf energie uit de accu gehaald. Bij noodstroombedrijf zonder elektriciteitsnet wordt de accu altijd tot de door de accufabrikant vooraf ingestelde minimale SoC ontladen.

SOC-Warning Level (SOC-waarschuwingsniveau)
Vanaf deze restcapaciteit van de accu in het noodstroombedrijf wordt een waarschuwing afgegeven.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Energiebeheer

Energiebeheer

Optimalisatie eigenverbruik
De hybride inverter van Fronius regelt altijd uit naar de ingestelde doelwaarde op het meetpunt. In de bedrijfsmodus 'automatisch' (fabrieksinstelling) wordt op 0 W op het terugleveringspunt (maximaal eigenverbruik) gecontroleerd.

De doelwaarde geldt ook wanneer een andere bron op het meetpunt aan het elektriciteitsnet teruglevert. In dit geval moet echter
  • de Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt geïnstalleerd zijn
  • een acculading door een andere energieopwekker geactiveerd zijn (zie hoofdstuk Accubeheer op pagina (→))

De optimalisatie eigenverbruik heeft een lagere prioriteit dan de instellingen van de accubesturing.

Optimalisatie eigenverbruik
op automatic (automatisch) of manual (handmatig) schakelen

Doelwaarde op meetpunt
Als onder Optimalisatie eigenverbruik handmatig geselecteerd werd, kan hier Doelwaarde op meetpunt en Opname / Teruglevering geselecteerd worden

 

Noodstroom

  Bedrijfstype
Bij het bedrijfstype noodstroom kan 'automatisch' of 'uit' geselecteerd worden.
De noodstroomfunctionaliteit kan alleen geactiveerd worden nadat de vereiste IO-toewijzingen voor noodstroom geconfigureerd zijn. De meter moet in het terugleveringspunt gemonteerd en geconfigureerd worden.

Accurestcapaciteit
Tot deze accurestcapaciteit wordt bij netgekoppeld bedrijf energie uit de accu gehaald. Bij noodstroombedrijf zonder elektriciteitsnet wordt de accu altijd tot de door de accufabrikant vooraf ingestelde minimale SoC ontladen.

SOC-Warning Level (SOC-waarschuwingsniveau)
Vanaf deze restcapaciteit van de accu in het noodstroombedrijf wordt een waarschuwing afgegeven.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Energiebeheer

Voorbeelden energiebeheer

Deze voorbeelden dienen ter illustratie van de energiestromen. Er wordt geen rekening gehouden met rendementen.

Voorbeeld accusysteem

 

PV-installatie op Fronius Symo Hybrid:

1.000 W

 

Verbruik in huis:

500 W

 

Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt:

0 W

 

 

 

 

Vermogen naar de accu

500 W

 

Geleverd vermogen (AC) van inverter:

500 W

 

Teruglevering aan het openbare stroomnet:

0 W

 

 

 

 

Voorbeeld accusysteem zonder PV-installatie inclusief tweede stroomopwekker in huis

Tweede stroomopwekker in thuisnet:

2.000 W

 

Verbruik in huis:

500 W

 

Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt:

0 W

 

 

 

 

Vermogen naar de accu

1.500 W

 

Vermogensopname (AC) van inverter:

1.500 W

 

Teruglevering aan openbare stroomnet:

0 W

 

 

 

 

Voorbeeld accusysteem inclusief tweede stroomopwekker in huis

PV-installatie op Fronius Symo Hybrid:

1.000 W

 

Tweede stroomopwekker in thuisnet:

2.000 W

 

Verbruik in huis:

500 W

 

Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt:

0 W

 

 

 

 

Vermogen naar de accu

2.500 W

 

Vermogensopname (AC) van inverter:

1.500 W

 

Teruglevering aan het openbare stroomnet:

0 W

 

 

 

 

Voorbeeld accusysteem inclusief tweede stroomopwekker in huis (met max. AC-beperking)

PV-installatie op Fronius Symo Hybrid:

1.000 W

 

Tweede stroomopwekker in thuisnet:

2.000 W

 

Verbruik in huis:

500 W

 

Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt:

0 W

 

Max. AC-vermogensopname beperkt tot:

1.000 W

 

 

 

 

Vermogen naar de accu

2.000 W

 

Vermogensopname (AC) van inverter:

1.000 W

 

Teruglevering aan het openbare stroomnet:

500 W

 

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Energiebeheer

Accubeheer

Laad-/ontladingsgrenzen van de accu:
De laad-/ontladingsgrenzen van de accu kunnen 'automatisch' of 'handmatig' worden ingesteld.
Bij de automatische instelling worden er voor de accu vanzelf passende waarden (volgens de accufabrikant) geselecteerd.
Bij de handmatige instelling kunnen er actief waarden worden ingesteld via het veld 'Max SoC' (maximale laadtoestand) en 'Min SoC' (minimale laadtoestand). Het instelbare waardebereik is afhankelijk van de accu. Bij noodstroombedrijf zonder elektriciteitsnet wordt geen rekening gehouden met de ingestelde waarden.
Belangrijk! De instellingen moeten met de fabrikant van de accu worden afgestemd! Fronius aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan accu's van derden.

Instellingen van de accubesturing:
Met behulp van de tijdsafhankelijke accubesturing is het mogelijk om het laden/ontladen te voorkomen of te beperken evenals een specifieke waarde voor het laden/ontladen in te stellen.

De accu wordt beïnvloed door externe factoren, bijv.: kalibratielading, toestemming voor AC-laden, begrenzing van het invertervermogen, besturingsinstellingen via modbus of optimalisatie van eigenverbruik. De instellingen van de accubesturing hebben na de optimalisatie eigenverbruik de een-na-laagste prioriteit, en het kan zijn dat andere voorinstellingen er niet aan voldoen.

Zonder instellingen van de accubesturing wordt de installatie systeem op optimaal eigenverbruik ingesteld. Het eigenverbruik neemt af wanneer de instellingen van de accubesturing worden gedefinieerd.

In de kolom 'Regeling' kunnen de volgende waarden worden geselecteerd:
  • Max. laadvermogen
    De accu wordt maximaal opgeladen met het vermogen dat is ingesteld in het veld 'Vermogen'
  • Min. laadvermogen
    De accu wordt minimaal opgeladen met het vermogen dat is ingesteld in het veld 'Vermogen'
  • Max. ontladingsvermogen
    De accu wordt maximaal ontladen met het vermogen dat is ingesteld in het veld 'Vermogen'
  • Min. laadvermogen
    De accu wordt minimaal ontladen met het vermogen dat is ingesteld in het veld 'Vermogen'

In de kolommen 'Weekdag' en 'Tijdsbereik' worden de dag en het tijdsbereik gedefinieerd waarvoor de regeling geldt. Het is niet mogelijk om een tijdsbereik over middernacht heen in te stellen.
Voorbeeld: Een instelling voor de periode van 22:00 tot 06:00 uur moet met twee regels worden aangemaakt, namelijk: '22:00 - 24:00' en '00:00 - 06:00'.

Voorbeelden van instellingen voor de accubesturing vindt u in het volgende hoofdstuk.

Kalibratielading (alleen met Fronius Solar Battery):
De hybride inverter van Fronius voert automatisch op regelmatige tijdstippen een volledige lading van de Fronius Solar Battery uit om alle onderdelen te kalibreren. Dit proces kan hier handmatig gestart worden.

BELANGRIJK! Door de kalibratielading te activeren, wordt het normale bedrijf onderbroken en bestaat de mogelijkheid dat er energie van het openbaar elektriciteitsnet wordt betrokken. Het proces kan enkele uren in beslag nemen en kan niet worden gestopt.

Na de afgesloten kalibratie keert het systeem automatisch naar de oorspronkelijk ingestelde bedrijfsmodus terug.
Deze kalibratielading vindt ook na meerdere laad- en ontladingscycli automatisch in het lopende bedrijf plaats.

Als de instelling 'Accu opladen vanuit openbaar elektriciteitsnet toestaan' gedeactiveerd is, vindt deze kalibratielading uitsluitend met energie uit de PV-installatie plaats. Afhankelijk van de instralingpercentages en de grootte van de installatie kan het laden daarom zeer veel tijd in beslag nemen.
Als de instelling 'Accu opladen vanuit openbaar elektriciteitsnet toestaan' is geactiveerd, vindt de kalibratielading met constante stroom vanuit de PV-installatie en het openbare elektriciteitsnet plaats.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Energiebeheer

Toegestane instellingen voor de accubesturing

De volgende instellingen voor de accubesturing zijn mogelijk
  • Maximaal laadvermogen
  • Minimaal laadvermogen
  • Maximaal ontladingsvermogen
  • Minimaal ontladingsvermogen

Een instelling bestaat altijd uit één van de vier bovenstaande beperkingen en de tijdstippen waarvoor de beperking geldt. Op een bepaald tijdstip kunnen er nul, één of maximaal twee onderling compatibele beperkingen actief zijn.

Maximale laad- en ontladingsgrens
Er kunnen tegelijk een maximaal laadvermogen en een maximaal ontladingsvermogen worden geconfigureerd.

Limiet ontlading

 

Ontladen / laden
0 W

 

 

Limiet laden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Max. ontladen
2.000 W

 

 

Max. laden
2.000 W

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laadbereik instellen
Het is mogelijk om een laadbereik met een min. en max. laadgrens te definiëren. In dat geval is het niet mogelijk om de accu te ontladen.

 

Limiet ontlading

 

Ontladen / laden
0 W

 

 

Limiet laden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Min. laden
500 W

Max. laden
3.800 W

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ontladingsbereik instellen
Het is mogelijk om een ontladingsbereik met een min. en max. ontladingsgrens te definiëren. In dat geval is het niet mogelijk om de accu te laden.

 

 

Limiet ontlading

 

Ontladen / laden
0 W

 

 

Limiet laden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Max. ontladen
3.000 W

Max. laden
1.000 W

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Specifiek laadvermogen instellen
Het is mogelijk om een specifiek laadvermogen te definiëren door het min. en max. laadvermogen op dezelfde waarde in te stellen.

Limiet ontlading

 

Ontladen / laden
0 W

 

 

Limiet laden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Min. / max. laden 3.000 W

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Specifiek ontladingsvermogen instellen
Het is mogelijk om een specifiek ontladingsvermogen te definiëren door het min. en max. ontladingsvermogen op dezelfde waarde in te stellen.

 

Limiet ontlading

 

Ontladen / laden
0 W

 

Limiet laden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Min. / max. ontladen 3.000 W

 

 

 

 

Mogelijke toepassingen

  • Tijdsafhankelijke stroomtarieven
  • Accureservering bij marktspecifieke vermogensbegrenzing
  • Tijdsafhankelijke opslagreservering voor noodstroom
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Energiebeheer

PV-vermogensreductie

De instellingen voor de accubesturing maken de opgewekte energie optimaal bruikbaar. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin de PV-energie vanwege de instellingen voor de accubesturing niet volledig kan worden benut.

Voorbeeld

 

Fronius Symo Hybrid 3.0-S:

3.000 W

(max. uitgangsvermogen)

Fronius Solar Battery 7.5

 

 

specifieke ontlading

3.000 W

 

PV-vermogen

1.000 W

 

In dit geval zou de inverter het PV-vermogen moeten reduceren tot 0 W, aangezien het uitgangsvermogen van de Fronius Symo Hybrid 3.0-S maximaal 3.000 W bedraagt en het apparaat al volledig door de ontlading wordt benut.

Omdat verspilling van het PV-vermogen moet worden tegengegaan, wordt de vermogensbegrenzing in de instellingen van de accubesturing automatisch zodanig aangepast dat er geen PV-energie verloren gaat. In het bovenstaande voorbeeld betekent dit dat de accu slechts met 2.000 W wordt ontladen, zodat de 1.000 W aan PV-vermogen kan worden gebruikt.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Installatieoverzicht

Installatie-overzicht

PV-generator
Als er geen PV-module op de hybride inverter van Fronius is aangesloten, moet het PV-vermogen worden gedeactiveerd. In het veld daaronder moet het aangesloten PV-vermogen worden ingevoerd.
Accu
Als er op de hybride inverter van Fronius een accu is aangesloten, moet deze hier worden geactiveerd.
Deze instelling kan alleen worden gedaan als er een actieve verbinding met een accu tot stand is gebracht. Als deze instelling niet mogelijk is, controleert u of de accu is ingeschakeld en of de dataverbinding tot stand gebracht is.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, wordt onder het accusymbool de huidige laadtoestand van de accu weergegeven.
Accu opladen via elektriciteitsnet toestaan
Hier kan het laden van de accu vanuit het openbare elektriciteitsnet worden geactiveerd. Afhankelijk van de normgerelateerde of vergoedingstechnische specificaties kan het deactiveren van een instelling nodig zijn.
Deze instelling beïnvloedt het laden van de accu door andere energieopwekkers in het huis niet. Het geldt alleen voor het afnemen van laadenergie uit het openbare elektriciteitsnet.
Onafhankelijk van deze instelling worden noodzakelijke servicegerelateerde ladingen vanuit het openbare elektriciteitsnet uitgevoerd (bijv.: bescherming tegen diepe ontlading)
Fronius Checkbox 500V geïnstalleerd
Als een accu uit de serie LG Chem ResuH wordt aangesloten, moet er een Fronius Checkbox 500V worden geïnstalleerd en moet deze optie worden geactiveerd.
Noodstroom
Hier kan het noodstroombedrijf geactiveerd of gedeactiveerd worden. De noodstroomfunctionaliteit kan alleen geactiveerd worden nadat de vereiste IO-toewijzingen voor noodstroom geconfigureerd zijn. De meter moet in het terugleveringspunt gemonteerd en geconfigureerd worden.
Externe energie-opwekkers
Als in het huis meerdere decentrale energieopwekkers zijn geïnstalleerd die in de eigen-verbruiksregeling van de hybride inverter van Fronius zijn opgenomen, moet deze instelling worden geactiveerd. Hierdoor kan energie uit het thuisnet via de hybride inverter van Fronius in de accu worden geladen.
De vermogensopname van de hybride inverter van Fronius kan door de opgave van een maximaal AC-vermogen (AC max.) worden beperkt. Maximaal is een vermogensopname met het nominale AC-vermogen van de hybride inverter van Fronius mogelijk.
Teller
Voor een goed bedrijf met andere energieopwekkers en in het noodstroombedrijf is het belangrijk dat de Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt is gemonteerd. De hybride inverter van Fronius en andere energieopwekkers moeten via de Fronius Smart Meter met het openbare elektriciteitsnet zijn verbonden.
Deze instelling heeft ook invloed op het gedrag van de hybride inverter van Fronius tijdens de nacht. Als de functie is gedeactiveerd, schakelt de inverter naar de stand-by-modus zodra er geen PV-vermogen meer beschikbaar is en er geen opgave van het energiebeheer aan de accu volgt (bijvoorbeeld: minimale laadtoestand bereikt). De melding 'Power low' wordt weergegeven. De inverter start opnieuw zodra er een opgave van het energiebeheer wordt verzonden of indien er voldoende PV-vermogen beschikbaar is.
Als de functie wordt geactiveerd, blijft de inverter altijd met het net verbonden om te allen tijde energie van andere energieopwekkers op te kunnen nemen.
Na aansluiting van de teller moet de positie in de Fronius Datamanager worden geconfigureerd.
Er kunnen meerdere Fronius Smart Meters in het systeem worden geïnstalleerd. Er moet voor iedere Smart Meter een eigen adres worden ingesteld.
De Watt-waarde bij de opwekkersmeter is de som van alle opwekkersmeters. De Watt-waarde bij de verbruikersmeter is de som van alle verbruikersmeters.
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Installatieoverzicht

Installatie-overzicht

PV-generator
Als er geen PV-module op de hybride inverter van Fronius is aangesloten, moet het PV-vermogen worden gedeactiveerd. In het veld daaronder moet het aangesloten PV-vermogen worden ingevoerd.
Accu
Als er op de hybride inverter van Fronius een accu is aangesloten, moet deze hier worden geactiveerd.
Deze instelling kan alleen worden gedaan als er een actieve verbinding met een accu tot stand is gebracht. Als deze instelling niet mogelijk is, controleert u of de accu is ingeschakeld en of de dataverbinding tot stand gebracht is.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, wordt onder het accusymbool de huidige laadtoestand van de accu weergegeven.
Accu opladen via elektriciteitsnet toestaan
Hier kan het laden van de accu vanuit het openbare elektriciteitsnet worden geactiveerd. Afhankelijk van de normgerelateerde of vergoedingstechnische specificaties kan het deactiveren van een instelling nodig zijn.
Deze instelling beïnvloedt het laden van de accu door andere energieopwekkers in het huis niet. Het geldt alleen voor het afnemen van laadenergie uit het openbare elektriciteitsnet.
Onafhankelijk van deze instelling worden noodzakelijke servicegerelateerde ladingen vanuit het openbare elektriciteitsnet uitgevoerd (bijv.: bescherming tegen diepe ontlading)
Fronius Checkbox 500V geïnstalleerd
Als een accu uit de serie LG Chem ResuH wordt aangesloten, moet er een Fronius Checkbox 500V worden geïnstalleerd en moet deze optie worden geactiveerd.
Noodstroom
Hier kan het noodstroombedrijf geactiveerd of gedeactiveerd worden. De noodstroomfunctionaliteit kan alleen geactiveerd worden nadat de vereiste IO-toewijzingen voor noodstroom geconfigureerd zijn. De meter moet in het terugleveringspunt gemonteerd en geconfigureerd worden.
Externe energie-opwekkers
Als in het huis meerdere decentrale energieopwekkers zijn geïnstalleerd die in de eigen-verbruiksregeling van de hybride inverter van Fronius zijn opgenomen, moet deze instelling worden geactiveerd. Hierdoor kan energie uit het thuisnet via de hybride inverter van Fronius in de accu worden geladen.
De vermogensopname van de hybride inverter van Fronius kan door de opgave van een maximaal AC-vermogen (AC max.) worden beperkt. Maximaal is een vermogensopname met het nominale AC-vermogen van de hybride inverter van Fronius mogelijk.
Teller
Voor een goed bedrijf met andere energieopwekkers en in het noodstroombedrijf is het belangrijk dat de Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt is gemonteerd. De hybride inverter van Fronius en andere energieopwekkers moeten via de Fronius Smart Meter met het openbare elektriciteitsnet zijn verbonden.
Deze instelling heeft ook invloed op het gedrag van de hybride inverter van Fronius tijdens de nacht. Als de functie is gedeactiveerd, schakelt de inverter naar de stand-by-modus zodra er geen PV-vermogen meer beschikbaar is en er geen opgave van het energiebeheer aan de accu volgt (bijvoorbeeld: minimale laadtoestand bereikt). De melding 'Power low' wordt weergegeven. De inverter start opnieuw zodra er een opgave van het energiebeheer wordt verzonden of indien er voldoende PV-vermogen beschikbaar is.
Als de functie wordt geactiveerd, blijft de inverter altijd met het net verbonden om te allen tijde energie van andere energieopwekkers op te kunnen nemen.
Na aansluiting van de teller moet de positie in de Fronius Datamanager worden geconfigureerd.
Er kunnen meerdere Fronius Smart Meters in het systeem worden geïnstalleerd. Er moet voor iedere Smart Meter een eigen adres worden ingesteld.
De Watt-waarde bij de opwekkersmeter is de som van alle opwekkersmeters. De Watt-waarde bij de verbruikersmeter is de som van alle verbruikersmeters.
  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Teller

Algemeen

BELANGRIJK! Instellingen in de menu-optie ‘Teller‘ mogen uitsluitend door technici van energieleveranciers worden uitgevoerd!

Voor de menu-optie 'Teller' moet het Service-wachtwoord worden ingevoerd.

U kunt een driefasige of eenfasige Fronius Smart Meter gebruiken. De keuze geschiedt in beide gevallen via de optie „Fronius Smart Meter“. De Fronius Datamanager bepaalt automatisch het type teller.

Er kunnen een primaire teller en optioneel meerdere secundaire tellers worden gekozen. De primaire teller moet eerst worden geconfigureerd voordat een secundaire teller kan worden gekozen.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Teller

Algemeen

BELANGRIJK! Instellingen in de menu-optie ‘Teller‘ mogen uitsluitend door technici van energieleveranciers worden uitgevoerd!

Voor de menu-optie 'Teller' moet het Service-wachtwoord worden ingevoerd.

U kunt een driefasige of eenfasige Fronius Smart Meter gebruiken. De keuze geschiedt in beide gevallen via de optie „Fronius Smart Meter“. De Fronius Datamanager bepaalt automatisch het type teller.

Er kunnen een primaire teller en optioneel meerdere secundaire tellers worden gekozen. De primaire teller moet eerst worden geconfigureerd voordat een secundaire teller kan worden gekozen.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Teller

Fronius Smart Meter

Wanneer de Fronius Smart Meter als teller wordt gekozen, moet via het veld ‘Instellingen‘ de tellerpositie worden ingesteld.

‘Tellerstand‘ op ‘leveringspunt‘ (1a)
Het teruggeleverde vermogen en de teruggeleverde energie worden gemeten. Op basis van deze waarden en de installatiedata wordt het verbruik bepaald.

Tellerstand‘ op ‘verbruiksafsplitsing‘ (1b)
Het verbruikte vermogen en de verbruikte energie worden direct gemeten. Op basis van deze waarden en de installatiedata worden het teruggeleverde vermogen en de teruggeleverde energie bepaald.

Secundaire teller
Wanneer als secundaire teller een Fronius Smart Meter werd uitgekozen, wordt er een venster geopend voor het invoeren van de ‘Naam‘ (vrij te kiezen) en een ‘Modbus-adres‘-veld. In het Modbus-adresveld wordt automatisch een waarde voorgesteld (volgende vrije adres in het adresbereik). Het Modbus-adres mag niet dubbel worden vergeven. Klik na de invoer op het veld ‘Scan‘.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Teller

Fronius Smart Meter op de Fronius-systeemmonitoring aansluiten

Fronius Smart Meter 63A

Fronius Smart Meter 50kA-3

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - EVU Editor

Algemeen

In de menu-optie 'Netwerkbeheerder-editor' worden voor een energieleverancier relevante instellingen uitgevoerd.
Ingesteld kunnen worden een begrenzing van het werkelijk vermogen in % en/of een begrenzing van de vermogensfactor.

BELANGRIJK! Instellingen in de menu-optie 'Netwerkbeheerder-editor' mogen uitsluitend door technici van energieleveranciers worden uitgevoerd!

Voor de menu-optie 'Netwerkbeheerder-editor' moet het Service-wachtwoord worden ingevoerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

Algemeen

In de menu-optie 'Netwerkbeheerder-editor' worden voor een energieleverancier relevante instellingen uitgevoerd.
Ingesteld kunnen worden een begrenzing van het werkelijk vermogen in % en/of een begrenzing van de vermogensfactor.

BELANGRIJK! Instellingen in de menu-optie 'Netwerkbeheerder-editor' mogen uitsluitend door technici van energieleveranciers worden uitgevoerd!

Voor de menu-optie 'Netwerkbeheerder-editor' moet het Service-wachtwoord worden ingevoerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

EVU-editor - IO-besturing

‘Ingangsvoorbeeld‘ (instelling van de afzonderlijke I/O's)
1 x klikken = wit
2 x klikken = blauw
3 x klikken = grijs

Weergegeven wordt de virtuele IO-toewijzing conform de paragraaf "Instellingen - IO-toewijzing" (zie pagina (→)).
Bij oudere softwareversies kan de weergave afwijken.

‘Vermogensfactor cos phi‘
‘ind‘ = inductief
‘cap‘ = capacitief

‘EVU-uitgang‘ (bevestigingsuitgang)
bij geactiveerde regel wordt de uitgang I/O 0 geactiveerd (bijvoorbeeld bij gebruik van een signaleringssysteem)

‘uitgesloten inverter‘
Voer hier de nummers van de inverters in die van de regeling moeten worden uitgesloten. Scheid meerdere inverters door een komma.

Wissen / toevoegen van een regel
+ = een nieuwe regel toevoegen
- = de geselecteerde regel wissen

Op de knop ‘Importeren‘ - klikken om regels in het formaat *.fpc te importeren
De functie van de knop Importeren is afhankelijk van de gebruikte browser, bijvoorbeeld Firefox en Google Chrome ondersteunen de functie.

Op de knop ‘Exporteren‘ - klikken om de regels in het formaat *.fpc separaat op te slaan

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

Aansluitvoorbeeld

(1)
Rimpelstroom-signaalontvanger met 3 relais, voor begrenzing van het werkelijk vermogen
(2)
Rimpelstroomsignaalontvanger met 3 relais, voor begrenzing van de vermogensfactor
(3)
I/O's op de Fronius-systeemmonitoring
(4)
Verbruikers (bijvoorbeeld controlelampen, signaleringsrelais)

De rimpelstroomsignaalontvanger en de stekker van de Fronius-systeemmonitoring zijn elk met een 4-polige kabel volgens het aansluitschema met elkaar verbonden.
Voor afstanden groter dan 10 m tussen de Fronius-systeemmonitoring en de rimpelstroomontvanger wordt het gebruik van een afgeschermde kabel aanbevolen.

Instellingen van de Netwerkbeheerder-editor:

Vrijgegeven

Ingangsvoorbeeld

Werkelijk vermogen

Vermogensfactor cos φ;

EVU-uitgang

Uitgesloten inverters

 

... onbruikbaar

... genegeerd

... Contact geopend

... Contact gesloten

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

EVU Editor - UIT - Demand Response Modes (DRM)

Hier kan voor de landspecifieke setup Australië een waarde voor de schijnvermogensopname en schijnvermogensafname ingevoerd worden.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

EVU-editor - Dynamische vermogensreductie

Het openbaar elektriciteitsnet en netbeheerders kunnen terugleveringsbegrenzingen voor een inverter voorschrijven (bijv. max. 70% van de kWp of max. 5 kW).
De dynamische vermogensreductie houdt daarbij rekening met het eigen verbruik in het eigen huishouden voordat het vermogen van een inverter gereduceerd wordt:

  • Er kan een afzonderlijke limiet worden ingesteld.
  • Een Fronius Smart Meter kan in de Fronius-systeemmonitoring op de aansluitingen D- / D+ voor Modbus-data aangesloten worden.

Met de Fronius Symo Hybrid wordt het PV-vermogen, dat niet aan het elektriciteitsnet teruggeleverd mag worden, in de accu geladen zodat dit niet verloren gaat. De dynamische vermogensreductie wordt alleen actief als de accu vol is of om een andere reden niet geladen kan worden.

'geen limiet' - De PV-installatie zet de totale, ter beschikking staande PV-energie om en levert deze terug aan het net.

'Begrenzing voor totale installatie' - De totale PV-installatie wordt op een vaste vermogensbegrenzing begrensd.

Veld voor invoeren van het totale DC-installatievermogen in Wp
Deze waarde dient aan de ene kant als referentie voor de regeling en aan de andere kant voor fouten (bijv. bij uitval van de meter).

Veld voor invoeren van max. vermogen in W of % (t/m twee cijfers achter de komma, ook negatieve waarden zijn mogelijk)
Als in de menu-optie Teller geen teller is geselecteerd:
max. geproduceerd vermogen van totale installatie
Als in de menu-optie Teller Fronius Smart Meter of S0-inverter is geselecteerd: max. vermogen dat aan net wordt teruggeleverd

Voorbeeld: Dynamische vermogensreductie
(niet rekening houdend met rendementen)

PV-installatie op Fronius Symo Hybrid:

5000 W

 

Verbruik in huis:

1000 W

 

Max. terugleveringsvermogen:

60% = 3000 W

 

 

 

 

Geval 1: De accu mag worden geladen

 

 

Vermogen op terugleveringspunt aan elektriciteitsnet:

0 W

 

Vermogen op uitgang van inverter:

1000 W

 

Vermogen naar de accu:

3000 W

 

 

 

 

Geval 2: De accu mag niet worden geladen

Vermogen op terugleveringspunt aan elektriciteitsnet

3000 W

 

Vermogen op uitgang van inverter:

4000 W

 

Vermogen naar de accu:

0 W

 

 

 

 

In dit voorbeeld mogen op het leveringspunt aan het net slechts 3000 W aan het net teruggeleverd worden. Belasting die zich tussen inverter en terugleveringspunt aan het net bevindt, kan echter door extra teruglevering van de inverter gevoed en gecompenseerd worden.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

EVU-editor - besturingsprioriteiten

Voor het instellen van de besturingsprioriteiten voor de ontvanger van het rimpelstroom-besturingssignaal, de dynamische vermogensreductie en de besturing via Modbus

1 = hoogste prioriteit, 3 = laagste prioriteit

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

Editor openbaar elektriciteitsnet - Accu laden

Hier kan het laden van de accu vanuit het openbare elektriciteitsnet worden geactiveerd. Afhankelijk van de normgerelateerde of vergoedingstechnische specificaties kan het deactiveren van een instelling nodig zijn.
Deze instelling beïnvloedt het laden van de accu door andere energieopwekkers in het huis niet. Het geldt alleen voor het afnemen van laadenergie uit het openbare stroomnet.
Onafhankelijk van deze instelling worden noodzakelijke servicegerelateerde ladingen vanuit het openbare stroomnet uitgevoerd (bijv.: bescherming tegen diepe ontlading)

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - EVU Editor

Dynamische vermogensregeling met meerdere inverters

Voorbeeld 1

 

PAC nom (inverter 1) £ PAC nom (hybride inverter)

Voorbeeld: 4,5 kW < 5 kW

Er is slechts één Smart Meter voor de hybride inverter nodig. Deze moet op het leveringspunt zijn gemonteerd.

 

Installatie-overzicht hybride inverter (website):

Instellingen - Installatie-overzicht: Teller moet op leveringspunt worden geconfigureerd

Instellingen - EVU Editor:
Dynamische vermogensreductie
Vermogenslimiet: Limiet voor de gehele installatie
Totale DC-installatievermogen: 9.500 Wp
max. Teruglevering van elektriciteit: 60%

Voorbeeld 2

Als zich in de leveringstak twee Smart Meters bevinden, kunnen de datamanager en de Fronius Datamanager in Solar.web niet in één PV-installatie gecombineerd worden weergegeven. Er moeten twee afzonderlijke PV-installaties worden aangemaakt.

 

PAC nom (inverter 1) > PAC nom (hybride inverter)

Voorbeeld: 7 kW > 5 kW

Er zijn voor de hybride inverter twee Smart Meters nodig. Deze moeten op het leveringspunt zijn gemonteerd.

 

Installatie-overzicht hybride inverter (website):

Instellingen - Installatie-overzicht: Teller moet op leveringspunt worden geconfigureerd

 

Installatie-overzicht datamanager (website):

Instellingen - Installatie-overzicht: Teller moet op leveringspunt worden geconfigureerd

Instellingen - EVU Editor:
Dynamische vermogensreductie
Vermogenslimiet: Limiet voor de gehele installatie
Totale DC-installatievermogen: 12.000 Wp
max. Teruglevering van elektriciteit: 60%

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking

Instellingen - Accu

Accu

Onderhoud: Accumodule vervangen (alleen bij Fronius Solar Battery)
De servicemodus is bedoeld voor de vervanging en de uitbreiding van accumodules alsook voor testdoeleinden.
Als het bedrijf geactiveerd wordt, vindt een lading of ontlading van de Fronius Solar Battery met 10 A of met het maximale inverter-vermogen plaats onafhankelijk van de andere ingestelde parameters. De lading of ontlading loopt net zo lang door tot een laadtoestand van 53% (leveringstoestand van nieuwe accumodules) bereikt is. Het proces kan op elk gewenst moment geannuleerd worden.
Als de laadtoestand bereikt is, blijft het systeem in deze toestand tot het servicebedrijf weer gedeactiveerd wordt.

Kalibratielading (alleen bij Fronius Solar Battery)
Wanneer de button 'Deactiveren' wordt ingedrukt, wordt de kalibratielading drie uur lang gedeactiveerd.

  1. Huidige data, services en instellingen op de Fronius-installatiebewaking
  2. Instellingen - Accu

Accu

Onderhoud: Accumodule vervangen (alleen bij Fronius Solar Battery)
De servicemodus is bedoeld voor de vervanging en de uitbreiding van accumodules alsook voor testdoeleinden.
Als het bedrijf geactiveerd wordt, vindt een lading of ontlading van de Fronius Solar Battery met 10 A of met het maximale inverter-vermogen plaats onafhankelijk van de andere ingestelde parameters. De lading of ontlading loopt net zo lang door tot een laadtoestand van 53% (leveringstoestand van nieuwe accumodules) bereikt is. Het proces kan op elk gewenst moment geannuleerd worden.
Als de laadtoestand bereikt is, blijft het systeem in deze toestand tot het servicebedrijf weer gedeactiveerd wordt.

Kalibratielading (alleen bij Fronius Solar Battery)
Wanneer de button 'Deactiveren' wordt ingedrukt, wordt de kalibratielading drie uur lang gedeactiveerd.

Storingen opheffen en onderhoud

Fronius Symo Hybrid

Weergave van statuscodes

De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statuscode op het display weergegeven.

BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig.

  1. Storingen opheffen en onderhoud

Fronius Symo Hybrid

Weergave van statuscodes

De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statuscode op het display weergegeven.

BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig.

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Weergave van statuscodes

De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statuscode op het display weergegeven.

BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan is geen fout aanwezig.

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Volledig uitvallen van het display

Het display kan op drie verschillende manieren worden gevoed. Alleen wanneer al deze drie manieren uitvallen, blijft het display donker. In dit geval het volgende uitvoeren:
  • AC-spanning op aansluitingen van inverter controleren:
    de AC-spanning moet 220/230 V (+ 10% / - 5%) respectievelijk 380/400 V (+ 10% / - 5%) bedragen.
  • DC-spanning van de solarmodule op de aansluitingen van de inverter controleren: De DC-spanning mag niet groter dan 180 V zijn.
  • DC-spanning van de accu op de aansluitingen van de inverter controleren: De DC-spanning moet groter dan 120 V zijn.
  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statuscodes - klasse 1

Statuscodes van klasse 1 treden meestal slechts tijdelijk op en worden door het openbare stroomnet veroorzaakt.

Voorbeeld: De netfrequentie is te hoog en de inverter mag op basis van een standaard geen energie aan het net leveren. Er is geen storing in het apparaat opgetreden.
De inverter reageert vervolgens met een scheiding van het net. Vervolgens wordt het net gedurende de voorgeschreven bewakingsperiode gecontroleerd. Wordt na deze periode geen storing meer vastgesteld, dan zet de inverter de levering van energie aan het net weer voort.

Afhankelijk van de landspecifieke setup is de softstart-functie GPIS geactiveerd:
overeenkomstig de nationale richtlijn wordt na een uitschakeling naar aanleiding van een AC-storing het uitgangsvermogen van de inverter permanent verhoogd.

Code

 

Beschrijving

 

Gedrag

 

Verhelpen

102

 

AC-spanning te hoog

 

Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint de inverter opnieuw met de levering aan het net.

 

Netaansluitingen controleren;
indien de statuscode continu wordt weergegeven, neem dan contact op met uw installatiemonteur

103

 

AC-spanning te laag

 

 

105

 

AC-frequentie te hoog

 

 

106

 

AC-frequentie te laag

 

 

107

 

AC-net niet aanwezig

 

 

108

 

Eilandfunctie gedetecteerd

 

 

112

 

Fout RCMU

 

143

 

Overbelasting noodstroom

 

Het noodstroombedrijf wordt onderbroken. De inverter probeert 3 keer het noodstroombedrijf weer te hervatten. Als dat niet lukt, wordt statuscode145 weergegeven.

Noodstroomcircuit controleren;indien de statuscode continu wordt weergegeven, neem dan contact op met uw installatiemonteur

144

 

Kortsluiting noodstroom

 

145

 

De statuscode 143 of 144 zijn meer dan 3 keer opgetreden

 

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statuscodes - klasse 3

De klasse 3 omvat statuscodes die tijdens de terugleveringsmodus aan het net kunnen optreden, maar in principe niet tot een duurzame onderbreking van levering aan het net leiden.

Na de automatische scheiding van het net en de voorgeschreven netbewaking probeert de inverter de terugleveringsmodus aan het net weer te starten.

Code

 

Beschrijving

 

Gedrag

 

Oplossing

301

 

Te hoge stroom (AC)

 

Kortstondige onderbreking van de levering aan het net.
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

*)

302

 

Overstroom (DC) of accu niet herkend

 

 

303

 

Te hoge temperatuur in DC-module (zonnepaneelinstallatie)

 

Kortstondige onderbreking van de levering aan het stroomnet.
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

Koelluchtgleuf en koellichaam uitblazen; **)

304

 

Te hoge temperatuur in AC-module

 

 

305

 

Geen stroomvoeding ondanks gesloten relais

 

Kortstondige onderbreking van de levering aan het stroomnet.
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

**)

306

 

Er is onvoldoende zonnepaneelvermogen voor se terugleveringsmodus beschikbaar en er wordt geen vermogensbehoefte uit de accu opgeroepen

 

Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

op voldoende zonnestraling wachten; op opgave van energiebeheer wachten;
**)

307

 

DC low
(DC laag) DC-ingangsspanning te laag voor de terugleveringsmodus aan het net

 

Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

op voldoende zoninstraling wachten;
**)

BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de statuscode 306 (Power low) en 307 (DC low). Aan deze statuscodes ligt geen fout ten grondslag.

308

 

Spanning tussencircuit te hoog

Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

**)

309

 

Zonnepaneelingangsspanning te hoog

313

 

Accu-ingangsspanning te hoog.

Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met de opstartfase. Deze servicecode kan incidenteel voorkomen, zonder dat een storing is opgetreden.

Accu inschakelen, aansluiten of controleren;
*)

314,
315

 

Interne systeemfout

 

Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

 

*)

 

318

 

Module retourstroom gedetecteerd

 

324

 

Te hoge temperatuur in DC-module (accu)

 

Kortstondige onderbreking van de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met de opstartfase.

 

Koelluchtgleuf en koellichaam uitblazen; **)

*) Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

**) Storing wordt automatisch opgeheven; Treedt de statuscode steeds opnieuw op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statusaflezingen - Klasse 4

Statusaflezingen van klasse 4 vereisen voor een deel ingrijpen door een door Fronius geschoolde servicemonteur.

Code

 

Beschrijving

 

Gedrag

 

Verhelpen

401

 

Communicatie met vermogensmodule niet mogelijk

 

Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

 

*)

406

 

Temperatuursensor DC-module defect (PV-installatie)

 

 

407

 

Temperatuursensor AC-module defect

 

 

408

 

Te hoge DC in voedingsnet gemeten

 

 

412

 

Het fix-spanningsbedrijf is in plaats van het MPP-spanningsbedrijf geactiveerd en fix-spanning is op een te lage of te hoge waarde ingesteld.

 

-

 

**)

415

 

Veiligheidsuitschakeling door optionele kaart of RECERBO is geactiveerd

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

*)

416

 

Communicatie tussen vermogensmodule en besturingseenheid niet mogelijk.

 

Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

 

*)

417

 

ID-probleem van hardware

 

 

Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

 

Inverter-firmware bijwerken; *)

420

 

Communicatie met installatiebewaking niet mogelijk

425

 

Communicatie met vermogensmodule is niet mogelijk

426 - 427

 

Mogelijk hardware-defect

431,
432

 

Probleem met software

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

AC resetten (automatische zekering uit- en inschakelen); firmware van inverter bijwerken; *)

436

 

Incompatibele functies (één of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

 

Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

 

 

Inverter-firmware bijwerken; *)

437

 

Probleem met vermogensmodule

438

 

Incompatibele functies (één of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

 

Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

 

Inverter-firmware bijwerken; *)

445

 

  • Compatibiliteitsfout (bijvoorbeeld na het vervangen van een printplaat)
  • Ongeldige configuratie van vermogensmodule

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

Inverter-firmware bijwerken; *)

447

 

Isolatiefout (PV-installatie of accu)

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

*)

450

 

Guard kan niet worden gevonden

451

 

Opslagstoring gedetecteerd

 

Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

 

*)

452

 

Communicatie tussen de processoren

453

 

Netspanning en vermogensmodule stemmen niet overeen

454

 

Netfrequentie en vermogensmodule stemmen niet overeen

456

 

Anti-Islanding-functie wordt niet meer correct uitgevoerd

457

 

Netrelais zit vast of spanning tussen neutrale draad en aarde is te hoog

De inverter levert geen stroom aan het net.

Aarding controleren (spanning tussen neutrale draad en aarde moet minder dan 30 V zijn), *)

458

Er is tijdens het registreren van het meetsignaal een storing opgetreden

 

 

 

 

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

 

 

 

 

*)

459

 

Storing bij het registreren van het meetsignaal voor de isolatietest

460

 

Referentiespanningsbron voor de digitale signaalprocessor (DSP) werkt buiten de toleranties

461

Storing in DSP-datageheugen

462

 

Er is tijdens het bewaken van de DC-voeding een storing opgetreden

463

 

Polariteit AC omgekeerd, AC-verbindingsstekker verkeerd aangesloten

474

 

RCMU-sensor defect

De inverter levert geen stroom aan het net.

**)

475

 

Isolatiestoring (verbinding tussen solarmodule en aarding)

476

 

Voedingsspanning van stuurprogrammavoeding te laag

480,
481

 

Incompatibele functies (één of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

Inverter-firmware bijwerken, *)

482

 

Setup werd na eerste ingebruikneming afgebroken

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

AC resetten (automatische zekering uit- en inschakelen); firmware van inverter bijwerken; *)

484 - 489

 

CAN-verzendbuffer is vol

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

AC resetten (automatische zekering uit- en inschakelen); firmware van inverter bijwerken; *)

*) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

**) Treedt de statusaflezing steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statuscodes - Klasse 5

Statuscodes van klasse 5 verhinderen over het algemeen niet de teruglevering aan het net, maar kunnen beperkingen bij de teruglevering tot gevolg hebben. De statuscode wordt weergegeven tot deze met een druk op de toets wordt gereset (op de achtergrond werkt de inverter echter normaal).

Code

 

Beschrijving

 

Gedrag

 

Oplossing

502

 

Isolatiefout in solarmodule of in de accu

 

Waarschuwing wordt op display weergegeven

 

**)

509

 

Geen teruglevering aan het net de afgelopen 24 uur

 

Waarschuwing wordt op display weergegeven

 

Statuscode resetten;
controleren of aan alle voorwaarden voor een storingsvrije teruglevering aan het stroomnet is voldaan (bijv. of de solarmodules niet met sneeuw zijn bedekt); **)

515

 

Communicatie met filter niet mogelijk

 

Waarschuwing op display

 

*)

516

 

Communicatie met de data-opslagunit niet mogelijk

 

Waarschuwing van de data-opslagunit

 

*)

517

 

Vermogensverlaging door te hoge temperaturen

 

Bij optredende vermogensverlaging wordt op het display een waarschuwing weergegeven

 

Ook koelluchtgleuf en koellichaam uitblazen;
Storing wordt automatisch verholpen; **)

519

 

Communicatie met de data-opslagunit niet mogelijk

 

Waarschuwing van de data-opslagunit

 

*)

520

 

Geen teruglevering aan het net door PV-installatie de afgelopen 24 uur

 

Waarschuwing wordt op display weergegeven

 

Statuscode resetten;
controleren of aan alle voorwaarden voor een storingsvrije teruglevering aan het stroomnet is voldaan (bijv. of de solarmodules niet met sneeuw zijn bedekt); *)

522

 

DC low PV. Geen PV-spanning beschikbaar.

 

Waarschuwing op display

 

Deze melding verschijnt 's nachts bij hybride systemen als er geen PV-installatie op de Fronius Symo Hybrid is aangesloten of in de stand-by-modus; *)

558,
559

 

Incompatibele functies (een of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

 

Waarschuwing op display

Inverter-firmware bijwerken; *)

560

 

Vermogensverlaging in verband met een te hoge frequentie

 

Wordt bij verhoogde lichtnetfrequentie weergegeven. Het vermogen wordt verminderd.

 

Zodra de lichtnetfrequentie weer in het toelaatbare bereik is en de inverter weer normaal werkt, wordt de fout automatisch verholpen; **)

567

 

Vermogensverlaging door overspanning

 

Wordt bij verhoogde netspanning weergegeven. Het vermogen wordt verminderd.

 

Zodra de netspanning weer in het toelaatbare bereik is en de inverter weer normaal werkt, wordt de fout automatisch verholpen; **)

573

 

Vermogensverlaging door te lage temperaturen

 

Bij optredende vermogensverlaging wordt op het display een waarschuwing weergegeven

 

Fout wordt automatisch verholpen; **)

*) Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

**) Als de statuscode steeds weer optreedt, neemt u contact op met uw installatiemonteur

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statusaflezingen - Klasse 6

Statusaflezingen van klasse 6 vereisen voor een deel ingrijpen door een door Fronius geschoolde servicemonteur.

Code

 

Beschrijving

 

Gedrag

 

Verhelpen

601

 

CAN-bus is vol

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

Inverter-firmware bijwerken; *)

603

 

Temperatuursensor DC-module defect

 

Zo mogelijk herstelt de inverter de levering aan het net na het automatisch opnieuw inschakelen

 

*)

608

 

Incompatibele functies (één of meer printplaten in de inverter zijn niet compatibel met elkaar, bijv. na het vervangen van een printplaat)

 

De inverter levert geen stroom aan het net.

 

Inverter-firmware bijwerken; *)

*) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

**) Storing wordt automatisch opgeheven; Treedt de statusaflezing steeds opnieuw op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statusaflezingen - Klasse 7

Statusaflezingen van klasse 7 betreffen de regeling, de configuratie en de dataregistratie van de inverter en kunnen de levering aan het net direct of indirect beïnvloeden.

Code

 

Beschrijving

 

Gedrag

 

Verhelpen

701 - 715

 

Geeft informatie over de status van de interne processor

 

Waarschuwing op display

 

*)

721

 

EEPROM werd opnieuw geïnitialiseerd

 

Waarschuwing op display

 

Statusaflezing bevestigen; *)

722 - 730

 

Geeft informatie over de status van de interne processor

 

Waarschuwing op display

 

*)

746

 

Fout tijdens het updaten opgetreden

 

Waarschuwing op display, update-procedure wordt afgebroken

 

Update na een wachttijd van ca. 2 minuten opnieuw starten; *)

751

 

Tijd niet meer ingesteld

 

Waarschuwing op display

 

Tijd en datum op de inverter opnieuw instellen; *)

752

 

Communicatiefout Real Time Clock-module

 

753

 

Interne storing: Real Time Clock-module in de noodmodus

 

Geen exacte tijd, verlies tijdsinstelling mogelijk (levering aan stroomnet normaal)

 

Tijd en datum op de inverter opnieuw instellen

754 - 755

 

Geeft informatie over de status van de interne processor

 

Waarschuwing op display

 

*)

757

 

Hardware-fout in de Real Time Clock-module

 

Waarschuwing op display, de inverter levert geen stroom aan het stroomnet

 

*)

758

 

Interne storing: Real Time Clock-module in de noodmodus

 

Geen exacte tijd, verlies tijdsinstelling mogelijk (levering aan stroomnet normaal)

 

Tijd en datum op de inverter opnieuw instellen

760

 

Interne hardware-fout

 

Storing op display

 

*)

761 - 765

 

Geeft informatie over de status van de interne processor

 

Waarschuwing op display

 

*)

766

 

Vermogensbegrenzing noodsituatie werd geactiveerd (max. 750 W)

 

Storing op display

767

 

Geeft informatie over de status van de interne processor

 

Waarschuwing op display

 

*)

768

 

Vermogensbegrenzing in de hardware-modules verschillend

772

 

Data-opslagunit niet beschikbaar

773

 

Software-update groep 0 (ongeldige landspecifieke setup)

775

 

PMC-vermogensmodule niet beschikbaar

 

Waarschuwing op display

 

Toets 'Enter' indrukken om de storing te bevestigen; *)

776

 

Ongeldig type apparaat

781 - 794

 

Geeft informatie over de status van de interne processor

 

Waarschuwing op display

 

*)

*) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statuscodes - klasse 9

Statusmeldingen van klasse 9 hebben uitsluitend betrekking op de Fronius Solar Battery. Ze worden uitsluitend in de systeemmonitoring en niet op het display van de inverter weergegeven.

Code

 

Beschrijving

 

Gedrag

 

Oplossing

975

 

Software in apparaat is niet compatibel

 

De inverter levert geen stroom aan het net terug

 

Inverter-firmware bijwerken; *)

976

 

Niet-geregistreerde accumodule herkend

 

Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

 

Activeringssleutel voor accumodule invoeren; *)

977

 

Verkeerd aantal accumodules in de Fronius Solar Battery

 

Te veel modules herkend: Accubedrijf niet mogelijk
Te weinig modules herkend: Foutmelding wordt weergegeven, bedrijf wordt vervolgd

978

 

Communicatiefout tussen Fronius Symo Hybrid en Fronius Solar Battery

 

Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Kabels controleren; **)

979

 

Communicatiefout tussen Fronius Symo Hybrid en Fronius Solar Battery

 

Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Wordt in de stand-by-modus weergegeven; indien niet in stand-by-modus - kabels controleren; **)

980

 

Geen communicatie tussen Fronius Symo Hybrid en Fronius Solar Battery

 

Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Fronius Solar Battery inschakelen; kabels controleren; **)

981

 

Softwareversie van de Fronius Solar Battery is niet compatibel

 

Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

*)

983

 

Communicatiefout tussen accu-controller en accumodules

 

Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Kabels in de Fronius Solar Battery controleren; nummer van afzonderlijke accumodule controleren; eindstekker controleren

984

 

Accucontroller heeft laden gestopt

 

Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Foutmelding op het display van de Fronius Solar Battery controleren; *)

985

 

Onderspanning in de Fronius Solar Battery

 

Fronius Solar Battery is door onderspanning uitgeschakeld. Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

*)

986

 

Te hoge temperatuur in de Fronius Solar Battery

 

Fronius Solar Battery is door te hoge temperatuur uitgeschakeld. Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Omgevingstemperatuur verlagen; Fronius Solar Battery uitschakelen en na redelijke wachttijd weer activeren; *)

987

 

Te lage temperatuur in de Fronius Solar Battery

 

Fronius Solar Battery is door te lage temperatuur uitgeschakeld. Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Omgevingstemperatuur verhogen; Fronius Solar Battery uitschakelen en na redelijke wachttijd weer activeren; *)

988

 

Communicatiefout tussen Fronius Symo Hybrid en Fronius Smart Meter

 

Geen meterdata beschikbaar.
Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Kabels controleren; **)

989

 

Geen communicatie tussen Fronius Symo Hybrid en Fronius Smart Meter

 

Geen meterdata beschikbaar.
Accubedrijf niet mogelijk, teruglevering aan stroomnet wordt vervolgd

 

Kabels controleren; spanningsvoorziening van de Fronius Smart Meter controleren; **)

*) Indien de statuscode continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen

**) Treedt de statuscode steeds weer op, neem dan contact op met uw installatiemonteur

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Statusaflezingen - Klasse 10 - 12

1000 - 1299- Geeft informatie over de programmastatus van de interne processor

Beschrijving

Is bij een onberispelijke werking van de inverter niet denkbaar en verschijnt alleen in de Setup parameter "Status LT". Bij een werkelijke storing ondersteunt deze statusaflezing de Fronius TechSupport bij de storingsanalyse.

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Klantenservice

BELANGRIJK! Neem contact op met uw Fronius leverancier of een door Fronius geschoolde servicemonteur, wanneer
  • een storing vaak of permanent optreedt
  • een storing optreedt die niet in de tabellen is vermeld
  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Symo Hybrid

Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling

Bij exploitatie van de inverter in omgevingen met een sterke stofontwikkeling:
zo nodig de koellichamen en ventilatoren aan de achterzijde van de vermogensmodule, evenals de inlaatluchtopeningen in de montagesteun met schone perslucht uitblazen.

  1. Storingen opheffen en onderhoud

Fronius Solar Battery

Weergave van statusaflezingen

Het opslagsysteem beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van het opslagsysteem alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statusaflezing op het display weergegeven.

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Solar Battery

Weergave van statusaflezingen

Het opslagsysteem beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van het opslagsysteem alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespoord.

Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bijbehorende statusaflezing op het display weergegeven.

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Solar Battery

Foutmeldingen - Accubeheermodule

Weergave

Details

Remedie

NO MODULE

Geen module

Module aansluiten

indien aangesloten

De linker melding verschijnt wanneer de modules aangesloten zijn. Controleer of ze correct aangesloten zijn

OV Error

Overspanning

Ontladen

DISCHARGE ERR

Diepteontlading

Opladen

COMM ERR of CON= -------------ooox

Fout in de communicatie met de aangesloten modules. Het voorbeeld links toont het geval dat een module (nr. 00) een communicatiefout heeft, 3 modules (nr. 01, 02 en 03) aangesloten zijn en de andere adressen geen verbinding hebben.

 

COMM OFF MODE

Alleen voor onderhoud

 

Geen indicatie

Kabelfout, adresseringsfout van opslagmodule of systeemkritieke fout

Kabels controleren, adressering van afzonderlijke opslagmodule controleren

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Solar Battery

Foutmeldingen - Dataconverter

Als de dataconverter een fout herkent, dat wordt dit aangegeven met de LED "State" die rood brandt en tegelijkertijd het foutnummer dat overeenkomstig de tabel via de LED's "Error No" weergegeven worden. Er kunnen twee categorieën fouten worden onderscheiden:
Zware fout (1-5): In dit geval moet de dataconverter uit- en weer opnieuw ingeschakeld worden. Als de fout opnieuw optreedt, moet de dataconverter vervangen en voor reparatie opgestuurd worden.
Waarschuwingen (6-15): Deze waarschuwingen worden uitsluitend 1 minuut ter informatie weergegeven en vervolgens automatisch teruggezet. Als deze waarschuwingen vaker optreden, moet contact met de klantenservice worden opgenomen.

In de configuratiemodus zijn deze indicaties ongeldig en slechts voor interne doeleinden bestemd.

LED8

LED4

LED2

LED1

Foutnr. resp. ID

Display

0

0

0

0

0

Gereserveerd

0

0

0

1

1

Hardware-fout

0

0

1

0

2

EEROM-fout

0

0

1

1

3

Interne opslagfout

0

1

0

0

4

Hardwarefout veldbus

0

1

0

1

5

Script-fout

0

1

1

0

6

Gereserveerd

0

1

1

1

7

Overloop RS-verzendbuffer

1

0

0

0

8

Overloop RS-ontvangstbuffer

1

0

0

1

9

RS time-out

1

0

1

0

10

Algemene veldbusfout

1

0

1

1

11

Pariteitsfout of stopbitfout (frame controleren)

1

1

0

0

12

Gereserveerd

1

1

0

1

13

Configuratiefout veldbus

1

1

1

0

14

Overloop databuffer veldbus

1

1

1

1

15

Gereserveerd

  1. Storingen opheffen en onderhoud
  2. Fronius Solar Battery

Onduidelijke bedrijfstoestanden

Accu schakelt tijdens opstarten uit:
De accu minimaal 120 minuten uitgeschakeld laten en vervolgens opnieuw inschakelen. Als de fout niet verholpen is, contact opnemen met de klantenservice.

Accu uitgeschakeld bij een opslagtoestand (State of charge SOC) van 0%:
Communicatiefout - De inverter aan DC-zijde uitschakelen en aan AC-zijde van het stroomnet loskoppelen. Vervolgens 5 minuten wachten en de inverter aan DC- en AC-zijde weer inschakelen. Als de fout niet verholpen is, contact opnemen met de klantenservice.

Accu actief, opslagtoestand (SOC) meer dan 90% en rode LED knippert:
Fout tijdens laden van accu - De inverter aan DC-zijde uitschakelen en aan AC-zijde van het stroomnet loskoppelen. Vervolgens 30 minuten wachten en de inverter aan DC- en AC-zijde weer inschakelen. Als de fout niet verholpen is, contact opnemen met de klantenservice.

Accu wordt niet geladen of ontladen (SOC op webinterface en op accu zijn niet identiek):
Controleren of de accu ingeschakeld is. Als dat niet het geval is, inschakelen.
Als de accu wel ingeschakeld is, is een communicatiefout opgetreden - De inverter aan DC-zijde uitschakelen en aan AC-zijde van het stroomnet loskoppelen. Vervolgens 5 minuten wachten en de inverter aan DC- en AC-zijde weer inschakelen. Als de fout niet verholpen is, contact opnemen met de klantenservice.

De accu wordt niet meer in de webinterface weergegeven (driehoekige en niet meer vierhoekige weergave):
Controleren of de accu ingeschakeld is. Als dat niet het geval is, inschakelen.
Als de accu wel ingeschakeld is, is een communicatiefout opgetreden - De inverter aan DC-zijde uitschakelen en aan AC-zijde van het stroomnet loskoppelen. Vervolgens 5 minuten wachten en de inverter aan DC- en AC-zijde weer inschakelen. Als de fout niet verholpen is, contact opnemen met de klantenservice.

Bij elke foutmelding op het display van de accu:
De inverter aan DC-zijde uitschakelen en aan AC-zijde van het stroomnet loskoppelen. Vervolgens 5 minuten wachten en de inverter aan DC- en AC-zijde weer inschakelen. Als de fout niet verholpen is, contact opnemen met de klantenservice.

Ongebruikelijke opwarming of waarneming van geur:
Systeem uitschakelen (hoofdschakelaar van accu aan DC-zijde van inverter), ruimte ventileren en klantenservice op de hoogte brengen.

Annex

Technische gegevens

Fronius Symo Hybrid

3.0-3-S

4.0-3-S

5.0-3-S

Ingangsgegevens

 

 

 

PV-ingangsvermogen

5 kW

6,5 kW

8 kW

MPP-spanningsbereik

190 - 800 V DC

250 - 800 V DC

315 - 800 V DC

Max. ingangsspanning
(bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

1000 V DC

Startspanning bij teruglevering aan het net

200 V

Nominale ingangsspanning

595 V

Min. ingangsspanning

150 V DC

Max. ingangsstroom

1 x 16,0 A

Max. kortsluitingsstroom van zonnepaneel (ISC PV)

24,0 A

Aantal MPP-trackers

1

Aantal DC-aansluitingen

2

Accu-ingang

 

 

 

Max. uitvoervermogen naar accu

Afhankelijk van de aangesloten accu

Maximaal ingangsvermogen vanaf accu

Afhankelijk van de aangesloten accu

Uitgangsgegevens

 

 

Nominaal uitvoervermogen (Pnom)

3000 W

4000 W

5000 W

Max. uitvoervermogen

3000 W

4000 W

5000 W

Nominaal schijnvermogen

3000 VA

4000 VA

5000 VA

Nominale netspanning

3 ~ NPE 400/230 V3~ NPE 380/220 V (+20% / -30%)

Max. uitgangsstroom

8,3 A

8,3 A

8,3 A

Frequentie (frequentiebereik)

50 Hz / 60 Hz (45 - 65 Hz)

Totale harmonische vervorming

< 3%

Vermogensfactor cos phi

0,85 - 1 ind./cap.2)

Inschakelstroom 6)

38 A / 2 ms

Max. overstroombeveiliging aan uitgangszijde

25 A

Algemene data

 

 

Max. rendement (PV - elektriciteitsnet)

97,5%

97,6

Max. rendement (PV - accu - elektriciteitsnet)

> 90%

> 90%

> 90%

Europ. Rendement (PV - elektriciteitsnet)

95,2%

95,7%

96%

Koeling

Geregelde geforceerde ventilatie

Beschermingsklasse

IP 65

Afmetingen h x b x d

645 x 431 x 204 mm

Gewicht

22 kg

Toelaatbare omgevingstemperatuur

- 25 °C - +60 °C

Toelaatbare luchtvochtigheid

0 - 100%

EMV-emissieklasse

B

Overspanningscategorie DC / AC

3 / 2

Vervuilingsgraad

2

Geluidsemissie

59,5 dB(A) ref. 1 pW

Veiligheidsvoorzieningen

DC-isolatiemeting

geïntegreerd

Gedrag bij DC-overbelasting

Werkpuntverschuiving, vermogensbegrenzing

DC-scheidingsschakelaar

geïntegreerd

Lekstroombeveiliging

geïntegreerd

  1. Annex

Technische gegevens

Fronius Symo Hybrid

3.0-3-S

4.0-3-S

5.0-3-S

Ingangsgegevens

 

 

 

PV-ingangsvermogen

5 kW

6,5 kW

8 kW

MPP-spanningsbereik

190 - 800 V DC

250 - 800 V DC

315 - 800 V DC

Max. ingangsspanning
(bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

1000 V DC

Startspanning bij teruglevering aan het net

200 V

Nominale ingangsspanning

595 V

Min. ingangsspanning

150 V DC

Max. ingangsstroom

1 x 16,0 A

Max. kortsluitingsstroom van zonnepaneel (ISC PV)

24,0 A

Aantal MPP-trackers

1

Aantal DC-aansluitingen

2

Accu-ingang

 

 

 

Max. uitvoervermogen naar accu

Afhankelijk van de aangesloten accu

Maximaal ingangsvermogen vanaf accu

Afhankelijk van de aangesloten accu

Uitgangsgegevens

 

 

Nominaal uitvoervermogen (Pnom)

3000 W

4000 W

5000 W

Max. uitvoervermogen

3000 W

4000 W

5000 W

Nominaal schijnvermogen

3000 VA

4000 VA

5000 VA

Nominale netspanning

3 ~ NPE 400/230 V3~ NPE 380/220 V (+20% / -30%)

Max. uitgangsstroom

8,3 A

8,3 A

8,3 A

Frequentie (frequentiebereik)

50 Hz / 60 Hz (45 - 65 Hz)

Totale harmonische vervorming

< 3%

Vermogensfactor cos phi

0,85 - 1 ind./cap.2)

Inschakelstroom 6)

38 A / 2 ms

Max. overstroombeveiliging aan uitgangszijde

25 A

Algemene data

 

 

Max. rendement (PV - elektriciteitsnet)

97,5%

97,6

Max. rendement (PV - accu - elektriciteitsnet)

> 90%

> 90%

> 90%

Europ. Rendement (PV - elektriciteitsnet)

95,2%

95,7%

96%

Koeling

Geregelde geforceerde ventilatie

Beschermingsklasse

IP 65

Afmetingen h x b x d

645 x 431 x 204 mm

Gewicht

22 kg

Toelaatbare omgevingstemperatuur

- 25 °C - +60 °C

Toelaatbare luchtvochtigheid

0 - 100%

EMV-emissieklasse

B

Overspanningscategorie DC / AC

3 / 2

Vervuilingsgraad

2

Geluidsemissie

59,5 dB(A) ref. 1 pW

Veiligheidsvoorzieningen

DC-isolatiemeting

geïntegreerd

Gedrag bij DC-overbelasting

Werkpuntverschuiving, vermogensbegrenzing

DC-scheidingsschakelaar

geïntegreerd

Lekstroombeveiliging

geïntegreerd

Fronius Symo Hybrid

3.0-3-S

4.0-3-S

5.0-3-S

Ingangsgegevens

 

 

 

PV-ingangsvermogen

5 kW

6,5 kW

8 kW

MPP-spanningsbereik

190 - 800 V DC

250 - 800 V DC

315 - 800 V DC

Max. ingangsspanning
(bij 1000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

1000 V DC

Startspanning bij teruglevering aan het net

200 V

Nominale ingangsspanning

595 V

Min. ingangsspanning

150 V DC

Max. ingangsstroom

1 x 16,0 A

Max. kortsluitingsstroom van zonnepaneel (ISC PV)

24,0 A

Aantal MPP-trackers

1

Aantal DC-aansluitingen

2

Accu-ingang

 

 

 

Max. uitvoervermogen naar accu

Afhankelijk van de aangesloten accu

Maximaal ingangsvermogen vanaf accu

Afhankelijk van de aangesloten accu

Uitgangsgegevens

 

 

Nominaal uitvoervermogen (Pnom)

3000 W

4000 W

5000 W

Max. uitvoervermogen

3000 W

4000 W

5000 W

Nominaal schijnvermogen

3000 VA

4000 VA

5000 VA

Nominale netspanning

3 ~ NPE 400/230 V3~ NPE 380/220 V (+20% / -30%)

Max. uitgangsstroom

8,3 A

8,3 A

8,3 A

Frequentie (frequentiebereik)

50 Hz / 60 Hz (45 - 65 Hz)

Totale harmonische vervorming

< 3%

Vermogensfactor cos phi

0,85 - 1 ind./cap.2)

Inschakelstroom 6)

38 A / 2 ms

Max. overstroombeveiliging aan uitgangszijde

25 A

Algemene data

 

 

Max. rendement (PV - elektriciteitsnet)

97,5%

97,6

Max. rendement (PV - accu - elektriciteitsnet)

> 90%

> 90%

> 90%

Europ. Rendement (PV - elektriciteitsnet)

95,2%

95,7%

96%

Koeling

Geregelde geforceerde ventilatie

Beschermingsklasse

IP 65

Afmetingen h x b x d

645 x 431 x 204 mm

Gewicht

22 kg

Toelaatbare omgevingstemperatuur

- 25 °C - +60 °C

Toelaatbare luchtvochtigheid

0 - 100%

EMV-emissieklasse

B

Overspanningscategorie DC / AC

3 / 2

Vervuilingsgraad

2

Geluidsemissie

59,5 dB(A) ref. 1 pW

Veiligheidsvoorzieningen

DC-isolatiemeting

geïntegreerd

Gedrag bij DC-overbelasting

Werkpuntverschuiving, vermogensbegrenzing

DC-scheidingsschakelaar

geïntegreerd

Lekstroombeveiliging

geïntegreerd

Fronius Solar Battery

Battery 4.5

Battery 6.0

Battery 7.5

Elektrische parameters

 

 

 

Bruikbare capaciteit

3,6 kWh

4,8 kWh

6 kWh

Cyclusbestendigheid

8.000

Spanningsbereik

120 - 170 V

160 - 230 V

200 - 290 V

Nominaal laadvermogen

2.400 W

3.200 W

4.000 W

Nominaal ontlaadvermogen

2.400 W

3.200 W

4.000 W

Max. laadstroom (begrensd door inverter)

16,0 A

Max. ontladingsstroom (begrensd door inverter)

16,0 A

Aanbevolen afzekering

Zekering 20 A / 1 kV / snel

Algemene gegevens

 

 

Accutechnologie

LiFePO4

Afmetingen h x b x d

955 x 570 x 611 mm

Gewicht

91 kg

108 kg

125 kg

Beschermingsklasse

IP 20

Beveiligingsklasse

1

Toelaatbare omgevingstemperatuur

5 °C - 35 °C

Toelaatbare opslagtemperatuur

-40 °C - 65 °C

Toelaatbare luchtvochtigheid

0 - 95% (niet condenserend)

Interfaces

Aansluiting op inverter

Modbus RTU (RS485)

 

 

 

 

Fronius Solar Battery

Battery 9.0

Battery 10.5

Battery 12.0

Elektrische parameters

 

 

 

Bruikbare capaciteit

7,2 kWh

8,4 kWh

9,6 kWh

Cyclusbestendigheid

8.000

Spanningsbereik

240 - 345 V

280 - 400 V

320 - 460 V

Nominaal laadvermogen

4.800 W

5.600 W

6.400 W

Nominaal ontlaadvermogen

4.800 W

5.600 W

6.400 W

Max. laadstroom (begrensd door inverter)

16,0 A

Max. ontladingsstroom (begrensd door inverter)

16,0 A

Aanbevolen afzekering

Zekering 20 A / 1 kV / snel

Algemene gegevens

 

 

Accutechnologie

LiFePO4

Afmetingen h x b x d

955 x 570 x 611 mm

Gewicht

142 kg

159 kg

176 kg

Beschermingsklasse

IP 20

Beveiligingsklasse

1

Toelaatbare omgevingstemperatuur

5 °C - 35 °C

Toelaatbare opslagtemperatuur

-40 °C - 65 °C

Toelaatbare luchtvochtigheid

0 - 95%

Interfaces

Aansluiting op inverter

Modbus RTU (RS485)

  1. Annex
  2. Technische gegevens

Systeemmonitoring

Voedingsspanning

12 V DC

Energieverbruik

< 2 W

Afmetingen

132 x 103 x 22 mm
5,2 x 4,1 x 0,9 inch

Ethernet (LAN)

RJ 45, 100 MBit

WLAN

IEEE 802.11b/g/n Client

Omgevingstemperatuur

-20 - +65 ° C
-4 - +149 °F

I/O-aansluitspecificaties

 

Spanningspiek digitale ingangen

low = min. 0 V - max. 1,8 V
high = min. 3 V - max. 24 V (+20%)

Ingangsstromen digitale ingangen

afhankelijk van de ingangsspanning;
ingangsweerstand = 78 kOhm

Schakelvermogen digitale uitgangen bij voeding door de Datamanager-insteekkaart

3,2 W

12,8 V
in totaal voor alle 4 de digitale uitgangen

max. schakelbare inductieve belasting op de digitale uitgangen

76 mJ
(per uitgang)

Modbus RTU

RS485 2-draad

Fabrieksinstelling van de RS485-interface:
Snelheid
datapakket


9600 baud
1 startbit
8 databits
geen pariteit
1 stopbit

 

 

  1. Annex
  2. Technische gegevens

Verklaring van de voetnoten

1)
Vermelde waarden zijn standaard waarden; afhankelijk van de bestelling wordt de inverter speciaal op het betreffende land afgestemd.
2)
Afhankelijk van landspecifieke setup of apparaatspecifieke instellingen
(ind. = inductief; cap. = capacitief)
3)
PCC = aansluiting op het openbare net
4)
Max. stroom van inverter naar solarmodule bij storing in inverter
5)
veiliggesteld door de elektrische constructie van de inverter
6)
Piekstroom bij inschakelen van de inverter
  1. Annex
  2. Technische gegevens

Aangehouden normen en richtlijnen

Hybride inverter van Fronius:

CE-aanduiding
Aan alle vereiste en geldende normen en richtlijnen ten aanzien van de geldende EU-richtlijn wordt voldaan, zodat de apparatuur het CE-aanduiding draagt.

Noodstroombedrijf
De hybride inverter in deze versie is uitsluitend bestemd voor gebruik in op het net aangesloten PV-systemen. Een van het openbare stroomnet onafhankelijke stroomopwekking is alleen mogelijk met een door de fabrikant verstrekte apparaatupdate. Deze update omvat naast functionele verbeteringen in de hardware en software ook bijbehorende gebruikersdocumentatie.
De hybride inverter is voor noodstroombedrijf voorbereid.

Netuitval
De standaard in de inverter geïntegreerde meet- en veiligheidsprocedures zorgen ervoor dat bij een netuitval (uitschakeling door het energiebedrijf of leidingschade) de levering aan het net onmiddellijk wordt onderbroken.

Fronius Solar Battery:
  • IEC/EN 62133
  • EN 50178 (1997)
  • EN 61000-6-2:2005
  • EN 61000-6-3:2007 + A1:2011
  • EN 62208
  • EN 62311:2008
  • FCC deel 15 subdeel B:2012 klasse B
  • IEC 60730-1 (vierde editie) 2010 (H.7, H.11.12, H.27.1.2)
  • UN 38.3
  • 60730-1 2011 (H.7, H.11.12, H.27.1.2)
  1. Annex

Garantiebepalingen en verwijdering

Fronius-fabrieksgarantie

De gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden vindt u op www.fronius.com/solar/garantie .

Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-product te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

  1. Annex
  2. Garantiebepalingen en verwijdering

Fronius-fabrieksgarantie

De gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden vindt u op www.fronius.com/solar/garantie .

Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-product te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

  1. Annex
  2. Garantiebepalingen en verwijdering

Afvoer van oude apparaten

Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform EU-richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled. Gebruikte apparaten moeten bij de distributeur of bij een erkend plaatselijk inzamelpunt worden ingeleverd. Door oude apparaten correct af te voeren, kunnen grondstoffen worden hergebruikt en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu worden beperkt.

Verpakkingsmaterialen
  • Gescheiden inzamelen
  • Neem de lokaal geldende voorschriften in acht
  • Verminder het volume van de doos