Fronius LogoFronius Mobile Logo
Manual
nl
    • Fronius Verto 15.0 - 36.0 kW
    • Version: 010-16072025
    • Algemene informatie
      • Veiligheidsinformatie
        • Uitleg van waarschuwingen en veiligheidsinstructies
        • Veiligheidsinstructies en belangrijke informatie
        • Omgevingsvoorwaarden
        • Elektromagnetische velden
        • Informatie over de geluidsemissie
        • EMV-maatregelen
        • Randaarde (PE)
      • Beveiliging van personen en apparaten
        • Centrale NA-beveiliging
        • WSD (Wired Shut Down)
        • Lekstroombeveiliging
        • Isolatiebewaking
        • AFCI - vlamboogdetectie (Arc Guard)
        • Veilige toestand
      • Algemeen
        • Informatie op het apparaat
        • Weergaveconventies
        • Doelgroep
        • Gegevensbescherming
        • Auteursrecht
      • Fronius Verto
        • Apparaatconcept
        • Leveringsomvang
        • Backup Power Boost
        • Thermisch concept
        • Fronius Solar.web
        • Lokale communicatie
      • Gebruik overeenkomstig de bedoeling
        • Beoogd gebruik
        • Voorzienbaar misbruik
        • Bepalingen voor de PV-installatie
      • Overspanningsbeveiliging SPD
        • Overspanningsbeveiliging SPD
      • Bedieningselementen en aansluitingen
        • Aansluitpaneel
        • PV-aansluitingen
        • Aardingselektrodebout
        • Montagemogelijkheid voor componenten van derden
        • DC-scheidingsschakelaar
        • Datacommunicatiegedeelte
        • Knopfuncties en LED-statusweergave
        • Schematische schakeling van I/O
    • Installatie
      • Algemeen
        • Benodigd gereedschap
        • Snelsluitsysteem
        • Compatibiliteit van systeemcomponenten
      • Locatiekeuze en montagepositie
        • Montageplaats van de omvormer
        • Montagepositie van omvormer
      • Montagesteun monteren en inverter ophangen
        • Keuze van bevestigingsmateriaal
        • Toestand van de montagesteun
        • Montagesteun niet vervormen
        • Montagesteun op een wand monteren
        • Omvormer op de montagesteun hangen
      • Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter
        • Aansluiten van aluminium kabels
        • Verschillende kabeltypen
        • Toegestane kabels voor de elektrische netaansluiting
        • Toegestane kabels voor de elektrische DC-aansluiting
        • Toelaatbare kabels voor datacommunicatie-aansluiting
        • Kabeldoorsnede van AC-kabels
        • Maximale afzekering aan AC-zijde
      • Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde)
        • Veiligheid
        • Omvormer op het openbare stroomnetwerk aansluiten (AC-zijde)
        • Omvormer op het openbare stroomnetwerk aansluiten met PEN-leiding (AC-zijde)
        • PG-schroefverbinding vervangen
      • Solarmodulestrings op inverter aansluiten
        • Algemene informatie over zonnepaneel
        • Veiligheid
        • Moduleveld - algemeen
        • Solarmodulestrings op de omvormer aansluiten
      • Datacommunicatiekabels aansluiten
        • Datacommunicatiekabels leggen
        • WSD (Wired Shut Down) installeren
      • Inverter sluiten en in bedrijf stellen
        • Aansluitpaneel/deksel van behuizing van omvormer sluiten en in bedrijf stellen
        • Eerste gebruik van de omvormer
        • Installatie via de app
        • Installatie via een browser
      • De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen
        • Explosiegevaar
        • De omvormer spanningsloos maken en weer inschakelen
    • Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
      • Gebruiker instellen
        • Gebruiker aanmelden
        • Taal selecteren
      • Apparaatconfiguratie
        • Componenten
        • Functies en
          I/O's
        • Demand Response Modes (DRM)
        • Omvormer
      • Systeem
        • Algemeen
        • Update
        • Installatiewizard
        • Fabrieksinstellingen herstellen
        • Event Log (Gebeurtenissenlogboek)
        • Informatie
        • Licentiebeheer
        • Ondersteuning
      • Communicatie
        • Netwerk
        • Modbus
        • Besturing via de cloud
        • Solar API
        • Fronius Solar.web
        • Internetservices
      • Veiligheids- en netwerkvereisten
        • Landspecifieke setup
        • Omvormercode in Solar.SOS aanvragen
        • Terugleveringsbegrenzing
        • Terugleveringsbegrenzing - voorbeelden
        • Dynamische terugleveringsbegrenzing met meerdere omvormers
        • I/O-vermogensbeheer
        • Aansluitschema - 4 relais
        • Instellingen I/O-vermogensbeheer - 4 relais
        • Aansluitschema - 3 relais
        • Instellingen I/O-vermogensbeheer - 3 relais
        • Aansluitschema - 2 relais
        • Instellingen I/O-vermogensbeheer - 2 relais
        • Aansluitschema - 1 relais
        • Instellingen I/O-vermogensbeheer - 1 relais
        • Automatische test
          (CEI 0-21)
        • Rimpelstroomsignaalontvangers aansluiten op meerdere omvormers
    • Annex
      • Verzorging, onderhoud en recycling
        • Algemeen
        • Onderhoud
        • Reiniging
        • Exploitatie in omgevingen met veel stof
        • Veiligheid
        • Afvoer van oude apparaten
      • Garantievoorwaarden
        • Fronius-fabrieksgarantie
      • Statuscodes en problemen oplossen
        • Weergave
        • Statuscodes
      • Technische gegevens
        • Verto 15.0 208‑240
        • Verto 18.0 208‑240
        • Verto 25.0
        • Verto 27.0
        • Verto 30.0
        • Verto 33.3
        • Verto 36.0 480
        • Veiligheidsvoorzieningen
        • WLAN
        • Overspanningsbeveiliging DC Verto 25.0 - 27.0 SPD type 1+2
        • Overspanningsbeveiliging DC Verto 25.0 - 27.0 SPD type 2
        • Overspanningsbeveiliging DC Verto 30.0 - 33.3 SPD type 1+2
        • Overspanningsbeveiliging DC Verto 30.0 - 33.3 SPD type 2
        • Verklaring van de voetnoten
        • Geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar

    Bedieningshandleiding Fronius Verto 15.0 - 36.0 kW

    Quick links
    Montagesteun op een wand monteren
    Inverter op het openbare stroomnetwerk aansluiten (AC-zijde)
    Solarmodulestrings op de inverter aansluiten
    Datacommunicatiekabels leggen
    Installatie met app
    © 2025 Fronius International GmbH
    ContactImpressumAlgemene voorwaardenPrivacyverklaring

    Algemene informatie

    link-horizontalLink copied

    Veiligheidsinformatie

    Uitleg van waarschuwingen en veiligheidsinstructies

    De waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing zijn bedoeld om mensen te beschermen tegen mogelijk letsel en het product tegen schade.

    WAARSCHUWING!

    Geeft een direct gevaarlijke situatie aan

    Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    GEVAAR!

    Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    VOORZICHTIG!

    Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit licht of middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    OPMERKING!

    Duidt op verminderde werkresultaten en/of schade aan het apparaat en onderdelen

    De waarschuwingen en veiligheidsinstructies vormen een integraal onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en moeten altijd in acht worden genomen om een veilig en juist gebruik van het product te garanderen.

    1. Algemene informatie

    Veiligheidsinformatie

    link-horizontalLink copied

    Uitleg van waarschuwingen en veiligheidsinstructies

    De waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing zijn bedoeld om mensen te beschermen tegen mogelijk letsel en het product tegen schade.

    WAARSCHUWING!

    Geeft een direct gevaarlijke situatie aan

    Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    GEVAAR!

    Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    VOORZICHTIG!

    Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit licht of middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    OPMERKING!

    Duidt op verminderde werkresultaten en/of schade aan het apparaat en onderdelen

    De waarschuwingen en veiligheidsinstructies vormen een integraal onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en moeten altijd in acht worden genomen om een veilig en juist gebruik van het product te garanderen.

    1. Algemene informatie
    2. Veiligheidsinformatie

    Uitleg van waarschuwingen en veiligheidsinstructies

    link-horizontalLink copied

    De waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing zijn bedoeld om mensen te beschermen tegen mogelijk letsel en het product tegen schade.

    WAARSCHUWING!

    Geeft een direct gevaarlijke situatie aan

    Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    GEVAAR!

    Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    VOORZICHTIG!

    Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan

    Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit licht of middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

    Handelingsstap om aan de situatie te ontsnappen

    OPMERKING!

    Duidt op verminderde werkresultaten en/of schade aan het apparaat en onderdelen

    De waarschuwingen en veiligheidsinstructies vormen een integraal onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en moeten altijd in acht worden genomen om een veilig en juist gebruik van het product te garanderen.

    1. Algemene informatie
    2. Veiligheidsinformatie

    Veiligheidsinstructies en belangrijke informatie

    link-horizontalLink copied

    Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd.

    GEVAAR!

    Onjuiste bediening of verkeerd gebruik

    Dit kan leiden tot ernstig of dodelijk lichamelijk letsel voor de bediener of derden en tot schade aan het apparaat en andere eigendommen van de exploitant.

    Alle personen die met inbedrijfstelling, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten voldoende gekwalificeerd zijn en kennis hebben van elektrische installaties.

    Deze gebruiksaanwijzing volledig lezen en exact opvolgen.

    De gebruiksaanwijzing moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.

    BELANGRIJK!
    Naast de gebruiksaanwijzing moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.

    BELANGRIJK!
    Het apparaat is voorzien van markeringen, waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Een beschrijving hiervan vindt u in deze gebruiksaanwijzing.

    BELANGRIJK!

    Voor alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat geldt:
    • in leesbare toestand houden;
    • niet beschadigen;
    • niet verwijderen;
    • dek ze niet af, plak ze niet af en overschilder ze niet.

    GEVAAR!

    Gemanipuleerde en niet-functionele veiligheidsvoorzieningen

    Dit kan leiden tot ernstig of dodelijk lichamelijk letsel en tot schade aan het apparaat en andere eigendommen van de exploitant.

    Omzeil veiligheidsvoorzieningen nooit en stel ze nooit buiten werking.

    Niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen moet u, voordat het apparaat wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.

    GEVAAR!

    Losse, beschadigde of te kleine kabels

    Een elektrische schok kan dodelijk zijn.

    Gebruik onbeschadigde, geïsoleerde en voldoende lange kabels.

    Sluit de kabels aan volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing.

    Laat losse, beschadigde of te kleine kabels met een onvoldoende dikke kern onmiddellijk repareren of vervangen door een geautoriseerd bedrijf.

    OPMERKING!

    Inbouwen in of ombouwen aan het apparaat

    Dit kan schade aan apparatuur veroorzaken

    Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat aan.

    Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen.

    Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen.

    1. Algemene informatie
    2. Veiligheidsinformatie

    Omgevingsvoorwaarden

    link-horizontalLink copied

    Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als beoogd gebruik.

    1. Algemene informatie
    2. Veiligheidsinformatie

    Elektromagnetische velden

    link-horizontalLink copied

    Tijdens het gebruik treden er lokale elektromagnetische velden (EMF) op in de buurt van de omvormer en de Fronius-systeemcomponenten alsmede in de buurt van de zonnepanelen inclusief de voedingskabels vanwege de hoge elektrische spanningen en stromen.

    In het geval van menselijke blootstelling wordt aan de vereiste grenswaarden voldaan als de producten worden gebruikt zoals beoogd en de aanbevolen afstand van minstens 20 cm wordt aangehouden.

    Volgens de huidige wetenschappelijke kennis is het niet te verwachten dat blootstelling aan elektromagnetische velden schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid als deze grenswaarden worden aangehouden. Als dragers van prothesen (implantaten, metalen onderdelen in en op het lichaam) en actieve lichaamshulpmiddelen (pacemakers, insulinepompen, gehoorapparaten enz.) zich in de buurt van onderdelen van de PV-installatie bevinden, moeten ze de verantwoordelijke arts raadplegen in verband met mogelijke gezondheidsrisico's.

    1. Algemene informatie
    2. Veiligheidsinformatie

    Informatie over de geluidsemissie

    link-horizontalLink copied

    Het geluidsniveau van de inverter staat in de Technische gegevens vermeld.

    De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd. Het geluidsniveau is afhankelijk van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz.

    Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het stroomnetwerk, de omringende muren en de algemene omgevingskenmerken.

    1. Algemene informatie
    2. Veiligheidsinformatie

    EMV-maatregelen

    link-horizontalLink copied

    In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie storingsgevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht maatregelen te treffen om de storing op te heffen.

    1. Algemene informatie
    2. Veiligheidsinformatie

    Randaarde (PE)

    link-horizontalLink copied

    Verbinding van een punt in het apparaat, het systeem of de installatie met de aarde ter bescherming tegen elektrische schokken in geval van een defect. Bij de installatie van een omvormer uit de beschermingsklasse 1 (zie Technische gegevens) moet de randaarde zijn aangesloten.

    Zorg er bij het aansluiten van de randaarde voor dat deze beveiligd is tegen onbedoeld losraken. Neem alle in het hoofdstuk Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde) op pagina (→) genoemde punten in acht. Bij gebruik van kabelwartels moet ervoor worden gezorgd dat de randaarde als laatste wordt belast als de kabelwartel defect is. Bij het aansluiten van de randaarde moeten de in de respectieve nationale normen en richtlijnen voorgeschreven minimumdoorsneden in acht worden genomen.

    1. Algemene informatie

    Beveiliging van personen en apparaten

    link-horizontalLink copied

    Centrale NA-beveiliging

    De omvormer biedt de mogelijkheid om de geïntegreerde AC-relais als koppelschakelaars te gebruiken in combinatie met centrale NA-beveiliging (volgens VDE-AR-N 4105:2018:11 §6.4.1). Hiertoe moet de centrale activeringsvoorziening (schakelaar) in de WSD-keten worden geïntegreerd, zoals beschreven in het hoofdstuk WSD (Wired Shut Down) op pagina (→).

    1. Algemene informatie
    2. Beveiliging van personen en apparaten

    Centrale NA-beveiliging

    link-horizontalLink copied

    De omvormer biedt de mogelijkheid om de geïntegreerde AC-relais als koppelschakelaars te gebruiken in combinatie met centrale NA-beveiliging (volgens VDE-AR-N 4105:2018:11 §6.4.1). Hiertoe moet de centrale activeringsvoorziening (schakelaar) in de WSD-keten worden geïntegreerd, zoals beschreven in het hoofdstuk WSD (Wired Shut Down) op pagina (→).

    1. Algemene informatie
    2. Beveiliging van personen en apparaten

    WSD (Wired Shut Down)

    link-horizontalLink copied

    De bekabelde uitschakeling WSD onderbreekt de teruglevering van elektriciteit van de omvormer als de uitschakelinrichting (schakelaar, bijv. noodstop of brandmeldcontact) is geactiveerd.

    Als een omvormer (secundair apparaat) uitvalt, wordt deze overbrugd en blijven de andere omvormers werken. Als een tweede omvormer (secundair apparaat) of de omvormer (primair apparaat) uitvalt, wordt de werking van de gehele WSD-keten onderbroken.

    Voor installatie, zie WSD (Wired Shut Down) installeren op pagina (→).

    1. Algemene informatie
    2. Beveiliging van personen en apparaten

    Lekstroombeveiliging

    link-horizontalLink copied

    De omvormer is uitgerust met een universele lekstroombeveiliging (in het Engels: RCMU = Residual Current Monitoring Unit) conform IEC 62109-2 en IEC63112.
    Deze bewaakt de lekstroom van het zonnepaneel naar de AC-uitgang van de omvormer en scheidt de omvormer van het stroomnetwerk in geval van een ontoelaatbare lekstroom.

    1. Algemene informatie
    2. Beveiliging van personen en apparaten

    Isolatiebewaking

    link-horizontalLink copied

    Bij PV-installaties met niet-geaarde zonnepanelen controleert de omvormer voorafgaand aan het terugleveren van elektriciteit de weerstand tussen de plus- of minpool van de PV-installatie en het aardpotentiaal. In het geval van kortsluiting tussen de DC+ of DC- kabel en de aarde (bijvoorbeeld door onvoldoende geïsoleerde DC-kabels of defecte zonnepanelen) wordt teruglevering aan het openbare elektriciteitsnet geblokkeerd.

    1. Algemene informatie
    2. Beveiliging van personen en apparaten

    AFCI - vlamboogdetectie (Arc Guard)

    link-horizontalLink copied

    AFCI (Arc Fault Circuit Interrupter) beschermt tegen vlambogen en is een veiligheidsvoorziening tegen contactfouten in de strikte zin van het woord. De AFCI analyseert aan de DC-zijde optredende storingen in de stroom- en spanningscurve met een elektronische schakeling en schakelt de stroomkring uit als er een contactstoring wordt gedetecteerd. Op deze manier wordt oververhitting op slechte contactpunten voorkomen en worden branden idealiter vermeden.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door een defecte of ondeskundig aangelegde DC-installatie.

    Ontoelaatbare thermische belastingen die tijdens een vlamboog optreden, kunnen resulteren in gevaar voor beschadiging en uiteindelijk in brandgevaar binnen de PV-installatie.

    Controleer of de stekkers correct zijn aangesloten.

    Repareer defecte isolatie op de juiste manier.

    Voer de aansluitwerkzaamheden uit volgens de verstrekte informatie.

    BELANGRIJK!
    Fronius is niet aansprakelijk voor kosten die kunnen ontstaan door een vlamboog en de gevolgen daarvan. Fronius is niet aansprakelijk voor schade die ondanks de geïntegreerde vlamboogdetectie/-onderbreking kan optreden (bijvoorbeeld door parallelle vlambogen).

    BELANGRIJK!
    Actieve elektronica voor zonnepanelen (bijvoorbeeld voor vermogensoptimalisatie) kan de werking van de vlamboogdetectie nadelig beïnvloeden. Fronius garandeert een juiste werking van de vlamboogdetectie niet in combinatie met actieve elektronica voor zonnepanelen.

    Herinschakelgedrag
    Na detectie van een vlamboog wordt de terugleveringsmodus gedurende minstens 5 minuten onderbroken. Afhankelijk van de configuratie wordt de terugleveringsmodus vervolgens automatisch voortgezet. Als binnen een periode van 24 uur meerdere vlambogen worden gedetecteerd, kan de terugleveringsmodus ook permanent worden onderbroken totdat er een handmatige herinschakeling plaatsvindt.

    1. Algemene informatie
    2. Beveiliging van personen en apparaten

    Veilige toestand

    link-horizontalLink copied

    Als een van de volgende veiligheidsvoorzieningen wordt geactiveerd, schakelt de omvormer over op een veilige toestand:

    • WSD
    • Isolatiebewaking
    • Lekstroombeveiliging
    • AFCI

    In de veilige toestand levert de omvormer geen voeding meer en wordt hij van het stroomnetwerk losgekoppeld door het openen van het wisselstroomrelais.

    1. Algemene informatie

    Algemeen

    link-horizontalLink copied

    Informatie op het apparaat

    Technische gegevens, waarschuwingen en veiligheidssymbolen bevinden zich op en in de omvormer. Deze informatie moet leesbaar worden gehouden en mag niet worden verwijderd, bedekt, overgeplakt of geverfd. De opmerkingen en symbolen waarschuwen tegen onjuiste bediening die kan leiden tot ernstig letsel of zware materiële schade.

    Symbolen op het kenplaatje:

    CE-aanduiding - geeft aan dat aan de geldende EU-richtlijnen en -verordeningen is voldaan.

    WEEE-aanduiding - afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform Europese richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled.

    Veiligheidssymbolen:

    Geïntegreerde lastscheidingsschakelaar aan de ingangszijde van de omvormer met inschakel-, uitschakel- en scheidingsfunctionaliteit volgens IEC 60947-3 en AS 60947.3. De gestandaardiseerde waarden voor Ithe solar +60°C zijn gespecificeerd.

    Algemeen waarschuwingsbord
    Neem het gevaar dat door het(de) extra bord(en) wordt aangeduid in acht.

    Gebruiksaanwijzing in acht nemen
    Gebruik de beschreven functies pas nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen:

    • Deze gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften.
    • Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten van de PV-installatie lezen en begrijpen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften.

    Waarschuwing voor hete oppervlakken
    Zorg ervoor dat u niet in contact komt met hete oppervlakken.

    Waarschuwing voor elektrische spanning
    Zorg ervoor dat u niet in contact komt met elektrische spanning.

    Wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn (2 minuten)!

    Tekst van de waarschuwing:

    WAARSCHUWING!

    Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Zorg er vóór het openen van het apparaat voor dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij en gescheiden zijn.

    1. Algemene informatie
    2. Algemeen

    Informatie op het apparaat

    link-horizontalLink copied

    Technische gegevens, waarschuwingen en veiligheidssymbolen bevinden zich op en in de omvormer. Deze informatie moet leesbaar worden gehouden en mag niet worden verwijderd, bedekt, overgeplakt of geverfd. De opmerkingen en symbolen waarschuwen tegen onjuiste bediening die kan leiden tot ernstig letsel of zware materiële schade.

    Symbolen op het kenplaatje:

    CE-aanduiding - geeft aan dat aan de geldende EU-richtlijnen en -verordeningen is voldaan.

    WEEE-aanduiding - afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform Europese richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled.

    Veiligheidssymbolen:

    Geïntegreerde lastscheidingsschakelaar aan de ingangszijde van de omvormer met inschakel-, uitschakel- en scheidingsfunctionaliteit volgens IEC 60947-3 en AS 60947.3. De gestandaardiseerde waarden voor Ithe solar +60°C zijn gespecificeerd.

    Algemeen waarschuwingsbord
    Neem het gevaar dat door het(de) extra bord(en) wordt aangeduid in acht.

    Gebruiksaanwijzing in acht nemen
    Gebruik de beschreven functies pas nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen:

    • Deze gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften.
    • Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten van de PV-installatie lezen en begrijpen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften.

    Waarschuwing voor hete oppervlakken
    Zorg ervoor dat u niet in contact komt met hete oppervlakken.

    Waarschuwing voor elektrische spanning
    Zorg ervoor dat u niet in contact komt met elektrische spanning.

    Wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn (2 minuten)!

    Tekst van de waarschuwing:

    WAARSCHUWING!

    Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Zorg er vóór het openen van het apparaat voor dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij en gescheiden zijn.

    1. Algemene informatie
    2. Algemeen

    Weergaveconventies

    link-horizontalLink copied

    Om de leesbaarheid en begrijpelijkheid van de documentatie te vergroten, zijn de onderstaande weergaveconventies vastgelegd.

    Tips voor gebruik

    BELANGRIJK! Duidt op tips voor gebruik en op andere nuttige informatie. Er is geen sprake van een riskante of gevaarlijke situatie.

    Software

    In lopende tekst wordt deze opmaak gebruikt om softwarefuncties en -elementen in de grafische gebruikersinterface (zoals knoppen en menu-items) aan te geven.

    Voorbeeld: Klik op de knop Opslaan.

    Werkinstructies

    1Uit te voeren stappen worden weergegeven met opeenvolgende nummering.
    ✓Dit symbool geeft het resultaat van de uitgevoerde stap of de werkinstructie als geheel aan.
    1. Algemene informatie
    2. Algemeen

    Doelgroep

    link-horizontalLink copied

    Dit document bevat gedetailleerde informatie en instructies om ervoor te zorgen dat alle gebruikers het apparaat veilig en efficiënt kunnen gebruiken.

    • De informatie is bedoeld voor de volgende groepen personen:
      • Technische specialisten: Personen met de juiste kwalificatie en basiskennis van elektronica en mechanica die verantwoordelijk zijn voor de installatie, de bediening en het onderhoud van het apparaat.
      • Eindgebruiker: Personen die het apparaat dagelijks gebruiken en de basisfuncties ervan willen begrijpen.
    • Ongeacht de kwalificaties uitsluitend de in dit document vermelde activiteiten uitvoeren.
    • Alle personen die met inbedrijfstelling, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten voldoende gekwalificeerd zijn en kennis hebben van elektrische installaties.
    • De definitie van beroepskwalificaties en de toepasbaarheid ervan zijn onderworpen aan het nationale recht.
    1. Algemene informatie
    2. Algemeen

    Gegevensbescherming

    link-horizontalLink copied
    De gebruiker is verantwoordelijk voor de beveiliging van de gegevens:
    • Het maken van gegevensback-ups van de wijzigingen t.o.v. de fabrieksinstellingen
    • Het opslaan en bewaren van de persoonlijke instellingen

    OPMERKING!

    Gegevensbeveiliging voor netwerk- en internetverbinding

    Onbeveiligde netwerken en ontbrekende beveiligingsmaatregelen kunnen leiden tot gegevensverlies en ongeoorloofde toegang. Voor een veilig gebruik dient u met de volgende punten rekening te houden.

    Gebruik de omvormer en systeemcomponenten in een beveiligd privénetwerk.

    Zorg ervoor dat netwerkapparaten (bijvoorbeeld WLAN-routers) up-to-date zijn met de nieuwste technologie.

    Zorg dat de software en/of firmware up-to-date zijn/is.

    Maak gebruik van een kabelnetwerk voor een stabiele dataverbinding.

    Maak om veiligheidsredenen omvormers en systeemcomponenten niet toegankelijk vanaf het internet via Port forwarding of Port Adress Translation (PAT).

    Maak gebruik van de door Fronius ter beschikking gestelde clouddiensten voor monitoring en configuratie.

    Het optionele communicatieprotocol Modbus TCP/IP1) is een onbeveiligde interface. Gebruik Modbus TCP/IP alleen als er geen ander veilig gegevenscommunicatieprotocol (MQTT2)) mogelijk is (bijvoorbeeld compatibiliteit met oudere Smart Meters).

    1) TCP/IP - Transmission Control Protocol/Internet Protocol
    2) MQTT - Message Queuing Telemetry Protocol

    1. Algemene informatie
    2. Algemeen

    Auteursrecht

    link-horizontalLink copied

    Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.

    De tekst en afbeeldingen komen overeen met de technische stand van zaken bij het ter perse gaan, wijzigingen voorbehouden.
    Wij stellen uw suggesties voor verbeteringen en uw feedback over eventuele onjuistheden in de handleiding zeer op prijs.

    1. Algemene informatie

    Fronius Verto

    link-horizontalLink copied

    Apparaatconcept

    De omvormer vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon met de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverd.

    De omvormer is bestemd voor gebruik in netgekoppelde PV-installaties.

    De omvormer monitort automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de omvormer onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
    De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen.

    Na de installatie en inbedrijfstelling werkt de omvormer volledig automatisch. De omvormer haalt hierbij het maximaal mogelijke vermogen uit de zonnepanelen.
    Afhankelijk van het bedrijfspunt wordt dit vermogen gebruikt voor het thuisnet of aan het stroomnetwerk teruggeleverd.

    Wanneer de temperatuur van de omvormer te hoog wordt, verlaagt de omvormer automatisch het huidige uitvoervermogen om zichzelf te beschermen, of schakelt de omvormer volledig uit.
    Oorzaken voor een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur en/of een te geringe warmteafvoer zijn (bijvoorbeeld bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

    1. Algemene informatie
    2. Fronius Verto

    Apparaatconcept

    link-horizontalLink copied

    De omvormer vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon met de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverd.

    De omvormer is bestemd voor gebruik in netgekoppelde PV-installaties.

    De omvormer monitort automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de omvormer onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
    De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen.

    Na de installatie en inbedrijfstelling werkt de omvormer volledig automatisch. De omvormer haalt hierbij het maximaal mogelijke vermogen uit de zonnepanelen.
    Afhankelijk van het bedrijfspunt wordt dit vermogen gebruikt voor het thuisnet of aan het stroomnetwerk teruggeleverd.

    Wanneer de temperatuur van de omvormer te hoog wordt, verlaagt de omvormer automatisch het huidige uitvoervermogen om zichzelf te beschermen, of schakelt de omvormer volledig uit.
    Oorzaken voor een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur en/of een te geringe warmteafvoer zijn (bijvoorbeeld bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).

    1. Algemene informatie
    2. Fronius Verto

    Leveringsomvang

    link-horizontalLink copied
    (1)
    Montagesteun (bij levering op de omvormer gemonteerd)
    (2)
    Omvormer
    (3)
    Deksel
    (4)
    Snelstartgids
    1. Algemene informatie
    2. Fronius Verto

    Backup Power Boost

    link-horizontalLink copied

    Met de functie 'Backup Power Boost' kan de omvormer in het noodstroombedrijf tijdelijk meer vermogen leveren om ook stroomintensieve verbruikers betrouwbaar van stroom te voorzien.

    Vermogenscategorie

    Max. gelijkstroomvermogen *

    Maximale uitgangsstroom / fase *

    15,0

    30 kVA

    43,5 A (3 fasen) / 32 A (1 fase)

    17,5

    30 kVA

    43,5 A (3 fasen) / 32 A (1 fase)

    20,0

    30 kVA

    43,5 A (3 fasen) / 32 A (1 fase)

    25,0

    50 kVA

    72,5 A (3 fasen) / 72,5 A (1 fase)

    30,0

    50 kVA

    72,5 A (3 fasen) / 72,5 A (1 fase)

    33,3

    50 kVA

    72,5 A (3 fasen) / 72,5 A (1 fase)

    * Voldoende fotovoltaïsch vermogen en accuvermogen vereist. Duur max. 5-10 seconden, 400 V AC symmetrisch, afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden.

    1. Algemene informatie
    2. Fronius Verto

    Thermisch concept

    link-horizontalLink copied

    Aan de boven- en onderzijde wordt door de ventilator omgevingslucht aangezogen en aan de zijkanten van het apparaat uitgeblazen. Dankzij de gelijkmatige afvoer van de warmte kunnen meerdere omvormers naast elkaar worden geïnstalleerd.

    OPMERKING!

    Gevaar door onvoldoende koeling van de omvormer.

    Dit kan leiden tot verlies van vermogen van de omvormer.

    Blokkeer de ventilator niet (bijvoorbeeld door voorwerpen die uit de aanraakbeveiliging steken).

    Dek de ventilatiesleuven niet af, zelfs niet gedeeltelijk.

    Zorg ervoor dat de omgevingslucht te allen tijde vrij door de ventilatiesleuven van de omvormer kan stromen.

    1. Algemene informatie
    2. Fronius Verto

    Fronius Solar.web

    link-horizontalLink copied

    Met Fronius Solar.web of Fronius Solar.web Premium kan de PV-installatie eenvoudig worden bewaakt en geanalyseerd door de eigenaar van de installatie en de installateur. Bij de juiste configuratie zendt de omvormer gegevens zoals vermogen, opbrengst, verbruik en energiebalans naar Fronius Solar.web. Meer informatie vindt u onder Fronius Solar.web - Monitoring en analyse.

    De configuratie wordt uitgevoerd via de installatiewizard, zie hoofdstuk Installatie via de app op pagina (→) of Installatie via een browser op pagina (→).

    Voorwaarden voor de configuratie:
    • Internetverbinding (download: min. 512 kBit/s, upload: min. 256 kBit/s)*.
    • Gebruikersaccount op solarweb.com.
    • Voltooide configuratie via de installatiewizard.
    *
    De gegevens bieden geen absolute garantie voor een perfecte werking. Hoge foutenpercentages bij de overdracht, ontvangstfluctuaties of uitval van de transmissie kunnen een negatieve invloed hebben op de gegevensoverdracht. Fronius raadt aan de internetverbinding ter plaatse te testen aan de hand van de minimumvereisten.
    1. Algemene informatie
    2. Fronius Verto

    Lokale communicatie

    link-horizontalLink copied

    De omvormer kan worden gevonden via het Multicast DNS-protocol (mDNS). Het wordt aanbevolen de omvormer te zoeken aan de hand van de toegewezen hostnaam.

    De volgende gegevens kunnen via mDNS worden opgevraagd:
    • NominalPower
    • Systemname
    • DeviceSerialNumber
    • SoftwareBundleVersion
    1. Algemene informatie

    Gebruik overeenkomstig de bedoeling

    link-horizontalLink copied

    Beoogd gebruik

    De omvormer is uitsluitend bestemd om gelijkstroom van zonnepanelen in wisselstroom om te zetten en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren.

    Tot het beoogde gebruik behoort ook het volgende:
    • het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven,
    • de montage in overeenstemming met hoofdstuk "Installatie" vanaf pagina (→).

    De bepalingen van de elektriciteitsleverancier ten aanzien van teruglevering van elektriciteit en verbindingsmethoden moeten in acht worden genomen.

    1. Algemene informatie
    2. Gebruik overeenkomstig de bedoeling

    Beoogd gebruik

    link-horizontalLink copied

    De omvormer is uitsluitend bestemd om gelijkstroom van zonnepanelen in wisselstroom om te zetten en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren.

    Tot het beoogde gebruik behoort ook het volgende:
    • het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven,
    • de montage in overeenstemming met hoofdstuk "Installatie" vanaf pagina (→).

    De bepalingen van de elektriciteitsleverancier ten aanzien van teruglevering van elektriciteit en verbindingsmethoden moeten in acht worden genomen.

    1. Algemene informatie
    2. Gebruik overeenkomstig de bedoeling

    Voorzienbaar misbruik

    link-horizontalLink copied
    De volgende omstandigheden worden als redelijkerwijs voorzienbaar misbruik beschouwd:
    • Ander of verdergaand gebruik dan beoogd gebruik.
    • Wijzigingen aan de omvormer die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen.
    • Het inbouwen van onderdelen die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen of verkocht.
    1. Algemene informatie
    2. Gebruik overeenkomstig de bedoeling

    Bepalingen voor de PV-installatie

    link-horizontalLink copied

    De omvormer is uitsluitend geschikt om te worden aangesloten op en te werken met zonnepanelen.
    Het gebruik in combinatie met andere gelijkstroomgeneratoren (bijv. windgeneratoren) is niet toegestaan.

    Bij het aanleggen van de PV-installatie erop letten dat alle componenten van de PV-installatie uitsluitend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt.

    Alle door de fabrikant van de zonnepanelen aanbevolen maatregelen voor een duurzaam behoud van de eigenschappen van de zonnepanelen moeten in acht worden genomen.

    1. Algemene informatie

    Overspanningsbeveiliging SPD

    link-horizontalLink copied

    Overspanningsbeveiliging SPD

     

    De overspanningsbeveiliging (Surge Protective Device - SPD) beschermt tegen tijdelijke overspanningen en leidt piekstromen (bijv. bliksem) om. Op basis van een algemeen bliksembeveiligingsconcept draagt de overspanningsbeveiliging (SPD) bij aan de bescherming van de componenten van de PV-installatie.

     

    Als de overspanningsbeveiliging (SPD) wordt geactiveerd, verandert de kleur van de indicator van groen naar rood (mechanische weergave).

    Een geactiveerde overspanningsbeveiliging (SPD) moet onmiddellijk worden vervangen door een geautoriseerd gespecialiseerd bedrijf door een functionerende overspanningsbeveiliging (SPD) om de volledige beveiligingsfunctie van het apparaat te behouden.

     

    Als een SPD is geactiveerd, is een digitale weergave mogelijk. Voor het instellen van deze functie, zie het PDF-bestand "SPD Auslösung / Temporary SPD Triggering" in het gedeelte Service & Support op www.fronius.com.

    BELANGRIJK!
    Na het instellen van de hierboven beschreven functie reageert de omvormer ook als de 2-polige signaalkabel van de overspanningsbeveiliging onderbroken of beschadigd is.

    1. Algemene informatie
    2. Overspanningsbeveiliging SPD

    Overspanningsbeveiliging SPD

    link-horizontalLink copied

     

    De overspanningsbeveiliging (Surge Protective Device - SPD) beschermt tegen tijdelijke overspanningen en leidt piekstromen (bijv. bliksem) om. Op basis van een algemeen bliksembeveiligingsconcept draagt de overspanningsbeveiliging (SPD) bij aan de bescherming van de componenten van de PV-installatie.

     

    Als de overspanningsbeveiliging (SPD) wordt geactiveerd, verandert de kleur van de indicator van groen naar rood (mechanische weergave).

    Een geactiveerde overspanningsbeveiliging (SPD) moet onmiddellijk worden vervangen door een geautoriseerd gespecialiseerd bedrijf door een functionerende overspanningsbeveiliging (SPD) om de volledige beveiligingsfunctie van het apparaat te behouden.

     

    Als een SPD is geactiveerd, is een digitale weergave mogelijk. Voor het instellen van deze functie, zie het PDF-bestand "SPD Auslösung / Temporary SPD Triggering" in het gedeelte Service & Support op www.fronius.com.

    BELANGRIJK!
    Na het instellen van de hierboven beschreven functie reageert de omvormer ook als de 2-polige signaalkabel van de overspanningsbeveiliging onderbroken of beschadigd is.

    1. Algemene informatie

    Bedieningselementen en aansluitingen

    link-horizontalLink copied

    Aansluitpaneel

    (1)
    Push-In-aansluitklem WSD (Wired Shut Down)
    (2)
    Push-In-aansluitklemmen datacommunicatiegedeelte (Modbus)
    (3)
    Push-In-aansluitklemmen datacommunicatiegedeelte (digitale in- en uitgangen)
    (4)
    5-polige AC-aansluitklem
       =   
    (5)
    Kabeldoorvoer/kabelschroefverbinding AC
    (6)
    Overspanningsbeveiliging AC SPD
    (7)
    Optionele kabeldoorvoer
    (8)
    Aardingsklembout
    (9)
    Kabeldoorvoer/kabelschroefverbinding datacommunicatiegedeelte
    (10)
    DIN rail (montagemogelijkheid voor componenten van derden)
    (11)
    DC-aansluitingen MC4
    (12)
    Overspanningsbeveiliging DC SPD
    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    Aansluitpaneel

    link-horizontalLink copied
    (1)
    Push-In-aansluitklem WSD (Wired Shut Down)
    (2)
    Push-In-aansluitklemmen datacommunicatiegedeelte (Modbus)
    (3)
    Push-In-aansluitklemmen datacommunicatiegedeelte (digitale in- en uitgangen)
    (4)
    5-polige AC-aansluitklem
       =   
    (5)
    Kabeldoorvoer/kabelschroefverbinding AC
    (6)
    Overspanningsbeveiliging AC SPD
    (7)
    Optionele kabeldoorvoer
    (8)
    Aardingsklembout
    (9)
    Kabeldoorvoer/kabelschroefverbinding datacommunicatiegedeelte
    (10)
    DIN rail (montagemogelijkheid voor componenten van derden)
    (11)
    DC-aansluitingen MC4
    (12)
    Overspanningsbeveiliging DC SPD
    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    PV-aansluitingen

    link-horizontalLink copied
    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    Aardingselektrodebout

    link-horizontalLink copied
    De aardingselektrodebout    kunnen extra componenten worden gaard zoals:
    • AC-kabel
    • Installatiehouder
    • Aardpen

    Als er nog meer aardingsopties nodig zijn, kunnen er geschikte klemmen op de bovenste DIN rail worden gemonteerd.

    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    Montagemogelijkheid voor componenten van derden

    link-horizontalLink copied

    Op het aansluitpaneel is ruimte voor de montage van componenten van derden Op de DIN-rail kunnen componenten met een maximale breedte van 14,5 cm (8 TE) worden gemonteerd. De componenten moeten een temperatuurbestendigheid hebben van -40 °C tot +70 °C.

    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    DC-scheidingsschakelaar

    link-horizontalLink copied

    De DC-scheidingsschakelaar beschikt over 2 schakelstanden: aan / uit.

    BELANGRIJK!
    In de schakelstand Uit kan de omvormer met een hangslot tegen inschakelen worden beveiligd. Hiervoor moet met de nationale bepalingen rekening worden gehouden.

    Minimumvereiste hangslot:
    • Diameter beugel min. 6 mm
    • Grootte behuizing min. 40 mm
    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    Datacommunicatiegedeelte

    link-horizontalLink copied

       Bedrijfs-led

    Geeft de bedrijfstoestand van de omvormer aan.

    BAT-schakelaar

    Positie 1: Instelling voor het aansluiten van compatibele accu's (fabrieksinstelling)
    Positie 0:
    niet in gebruik

    WSD-schakelaar (Wired Shut Down)

    Definieert de omvormer als primair WSD-apparaat of secundair WSD-apparaat.

    Positie 1: Primair WSD-apparaat
    Positie 0:
    Secundair WSD-apparaat

    Modbus 0-schakelaar (MB0)

    Schakelt de afsluitweerstand voor Modbus 0 (MB0) in/uit.

    Positie 1: Afsluitweerstand ingeschakeld (fabrieksinstelling)
    Positie 0: Afsluitweerstand uitgeschakeld

    Modbus 1-schakelaar (MB1)

    Schakelt de afsluitweerstand voor Modbus 1 (MB1) in/uit.

    Positie 1: Afsluitweerstand ingeschakeld (fabrieksinstelling)
    Positie 0: Afsluitweerstand uitgeschakeld

       Optische sensor

    Voor het bedienen van de omvormer. Zie hoofdstuk

    ( → TARGET NOT FOUND)
    op pagina
    ( → TARGET NOT FOUND)
    .

       Communicatie-led

    Geeft de toestand van de verbinding van de omvormer aan.

     Battery Connection (Modbus RJ45)

    Modbus-aansluiting voor het aansluiten van een compatibele accu.

    BELANGRIJK!
    Sluit geen netwerkcomponenten (bijv. WLAN-router) op deze aansluiting aan.

    LAN 1

    Ethernet-aansluiting voor de datacommunicatie (bijv. WLAN-router, thuisnetwerk of voor inbedrijfstelling met een laptop, zie hoofdstuk Installatie via een browser op pagina (→)).

    LAN 2

    Voor toekomstige functies gereserveerd. Gebruik alleen LAN 1 om storingen te voorkomen.

    I/O-aansluitklem

    Insteekaansluitklem voor digitale ingangen/uitgangen. Zie hoofdstuk Toelaatbare kabels voor datacommunicatie-aansluiting op pagina (→).De aanduidingen (RG0, CL0, 1/5, 2/6, 3/7, 4/8) verwijzen naar de functie Demand Respons Mode, zie hoofdstuk Demand Response Modes (DRM) op pagina (→).

    WSD-aansluitklem

    Insteekaansluitklem voor de WSD-installatie. Zie hoofdstuk WSD (Wired Shut Down) installeren op pagina (→).

    Modbus-aansluitklem

    Insteekaansluitklem voor de installatie van Modbus 0, Modbus 1, 12 V en GND (Ground).

    De omvormer brengt via de Modbus-aansluitklem de dataverbinding met de aangesloten componenten tot stand. De ingangen M0 en M1 kunnen vrij worden gekozen. Max. 4 Modbus-deelnemers per ingang, zie hoofdstuk

    ( → TARGET NOT FOUND)
    op pagina
    ( → TARGET NOT FOUND)
    .

    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    Knopfuncties en LED-statusweergave

    link-horizontalLink copied

    De bedrijfsstatus-LED geeft de toestand van de omvormer aan. Bij storingen moeten de afzonderlijke stappen in de app Fronius Solar.web live worden uitgevoerd.

    De optische sensor wordt bediend door deze met een vinger aan te raken.

    De communicatie-LED geeft de status van de verbinding aan. Voor het maken van de verbinding moeten de afzonderlijke stappen in de app Fronius Solar.web live worden uitgevoerd.

     

    Sensorfuncties

     

    1x    = WLAN-toegangspunt wordt geopend.

       knippert blauw

     

    2x    = Wi-Fi Protected Setup (WPS) wordt geactiveerd.

       knippert groen

    3 sec.    (max. 6 sec.) = De servicemelding wordt beëindigd.

       knippert (snel) wit

     

    LED-statusweergave

     

    De omvormer werkt correct.

       brandt groen

     

    De omvormer wordt gestart.

       knippert groen

     

    De omvormer staat stand-by, werkt niet (bijvoorbeeld 's nachts geen teruglevering van elektriciteit) of is niet geconfigureerd.

       brandt geel

     

    De omvormer geeft een niet-kritische status aan.

       knippert geel

     

    De omvormer geeft een kritische status aan en er vindt geen teruglevering van elektriciteit plaats.

       brandt rood

     

    De netwerkverbinding wordt via WPS tot stand gebracht.
    2x  = WPS-zoekmodus.

       knippert groen

     

    De netwerkverbinding wordt via WLAN AP tot stand gebracht.
    1x  = WLAN AP-zoekmodus (30 minuten actief).

       knippert blauw

     

    De netwerkverbinding is niet geconfigureerd.

       brandt geel

     

    Er wordt een netwerkfout weergegeven; de omvormer werkt storingsvrij.

       brandt rood

     

    De omvormer voert een update uit.

       /    knipperen blauw

    Er is een servicemelding aanwezig.

       brandt wit

    1. Algemene informatie
    2. Bedieningselementen en aansluitingen

    Schematische schakeling van I/O

    link-horizontalLink copied

    Op pin V+ / GND kan met een externe voedingseenheid een spanning in het bereik van 12,5 - 24 V (+ max. 20%) aan het stroomnetwerk worden teruggeleverd. De uitgangen IO 0 - 5 kunnen vervolgens met de teruggeleverde externe spanning worden bediend. Per uitgang mag maximaal 1 A worden teruggeleverd, waarbij in totaal max. 3 A toegestaan is. De afzekering moet extern zijn.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door ompoling van de aansluitklemmen door foutieve aansluiting van externe voedingseenheden.

    Dit kan leiden tot ernstige schade aan de inverter.

    Controleer de polariteit van de externe voedingseenheid met een geschikt meetapparaat voordat u deze aansluit.

    Sluit de kabels met de juiste polariteit aan op de uitgangen V+ / GND.

    BELANGRIJK!
    Als het totale vermogen (6 W) wordt overschreden, schakelt de inverter de gehele externe stroomvoorziening uit.

    (1)
    Stroombegrenzing

    Installatie

    link-horizontalLink copied

    Algemeen

    Benodigd gereedschap

    Weergave van het gereedschap dat nodig is voor de montage en inbedrijfstelling van de omvormer
    • Waterpas
    • Pen
    • Schroevendraaier TX20
    • Momentsleutel ISK 5 mm
    • Momentsleutel M32, M50
    • Striptang voor kabels en draden
    • Multimeter voor het meten van de spanning
    • Smartphone, tablet of pc voor het instellen van de omvormer
    • Boormachine
    1. Installatie

    Algemeen

    link-horizontalLink copied

    Benodigd gereedschap

    Weergave van het gereedschap dat nodig is voor de montage en inbedrijfstelling van de omvormer
    • Waterpas
    • Pen
    • Schroevendraaier TX20
    • Momentsleutel ISK 5 mm
    • Momentsleutel M32, M50
    • Striptang voor kabels en draden
    • Multimeter voor het meten van de spanning
    • Smartphone, tablet of pc voor het instellen van de omvormer
    • Boormachine
    1. Installatie
    2. Algemeen

    Benodigd gereedschap

    link-horizontalLink copied
    Weergave van het gereedschap dat nodig is voor de montage en inbedrijfstelling van de omvormer
    • Waterpas
    • Pen
    • Schroevendraaier TX20
    • Momentsleutel ISK 5 mm
    • Momentsleutel M32, M50
    • Striptang voor kabels en draden
    • Multimeter voor het meten van de spanning
    • Smartphone, tablet of pc voor het instellen van de omvormer
    • Boormachine
    1. Installatie
    2. Algemeen

    Snelsluitsysteem

    link-horizontalLink copied

    Voor de montage van het deksel van het aansluitpaneel en het deksel aan de voorzijde wordt een snelsluitsysteem (3) gebruikt. Het systeem wordt geopend en gesloten door een halve draai (180°) van de schroef met vergrendeling (1) in de snelsluitveer (2).

    Het systeem is niet afhankelijk van draaimomenten.

    OPMERKING!

    Gevaar door het gebruik van een boormachine.

    Dit kan leiden tot de vernieling van het snelspansysteem door een te hoog draaimoment.

    Gebruik een schroevendraaier (TX20).

    Draai de schroeven niet meer dan 180° vast.

    1. Installatie
    2. Algemeen

    Compatibiliteit van systeemcomponenten

    link-horizontalLink copied

    Alle ingebouwde componenten in de PV-installatie moeten compatibel zijn en over de vereiste configuratiemogelijkheden beschikken. De ingebouwde componenten mogen de werking van de PV-installatie niet beperken of negatief beïnvloeden.

    OPMERKING!

    Risico door niet-compatibele of beperkt compatibele componenten in de PV-installatie.

    Niet-compatibele componenten kunnen de werking en/of functionaliteit van de PV-installatie beperken en/of negatief beïnvloeden.

    Er mogen alleen door de fabrikant goedgekeurde component in de PV-installatie worden geïnstalleerd.

    Voordat componenten worden geïnstalleerd die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd, moet eerst bij de fabrikant navraag worden gedaan over de compatibiliteit van de betreffende componenten.

    1. Installatie

    Locatiekeuze en montagepositie

    link-horizontalLink copied

    Montageplaats van de omvormer

    Bij de keuze van de montageplaats voor de omvormer moet op de volgende criteria worden gelet:

     

    Installatie mag uitsluitend plaatsvinden op een vaste, niet-brandbare ondergrond.

     

    Bij het inbouwen van de omvormer in een schakelkast of soortgelijke afgesloten ruimte door geforceerde ventilatie voor voldoende warmteafvoer zorgen.

    Bij montage van de omvormer op de buitenmuur van een veestal moet een minimale afstand van 2 m in alle richtingen worden aangehouden tussen de omvormer en de ventilatie- en gebouwopeningen.

    De volgende ondergronden zijn toegestaan:
    • Wandmontage: Golfplaatwanden (montagerails), bakstenen, beton of andere voldoende dragende en onbrandbare ondergronden
    • Mast of drager: Montagerails, achter de zonnepanelen direct op de PV-houder
    • Plat dak (als het een foliedak is, moet men er zeker van zijn dat de foliën voldoen aan de eisen voor brandbeveiliging en dus niet gemakkelijk ontvlambaar zijn. houd u aan de nationale voorschriften)
    • Overkapping voor parkeerplaatsen (geen installatie boven het hoofd)

    De omvormer is geschikt voor montage binnen.

    De omvormer is geschikt voor montage buiten.

    De omvormer is op basis van zijn beschermingsklasse IP 66 ongevoelig voor spatwater uit alle richtingen.

    Stel de omvormer niet bloot aan direct zonlicht zodat de omvormer zo min mogelijk opwarmt.

    Installeer de omvormer op een beschutte plaats, bijvoorbeeld onder een zonnepaneel of onder een uitstekende dakrand.

    Boven een hoogte van meer dan 4 000 m boven de zeespiegel mag de omvormer niet worden gemonteerd en gebruikt.

    De spanning UDCmax mag de volgende waarden niet overschrijden:
    • tussen 0 en 3.000 m: 1.000 V
    • tussen 3.001 en 3.500 m: 959 V
    • tussen 3.501 en 4.000 m: 909 V
    • hoger dan 4.001 m: niet toegestaan
    Installeer de omvormer niet in de volgende situaties:
    • In het aanzuigbereik van ammoniak, bijtende dampen, zuren of zouten (bijvoorbeeld opslagplaatsen van meststoffen, ventilatieopeningen van stallen, chemische installaties, leerlooierijen enz.)

    Installeer de omvormer niet in de directe woonomgeving in verband met lichte geluidsproductie onder bepaalde bedrijfsomstandigheden.

    Installeer de omvormer niet op de volgende locaties:
    • Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren (paarden, runderen, schapen, varkens enz.)
    • Stallen en aangrenzende ruimtes
    • Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, krachtvoer, meststoffen enz.

    De omvormer is stofdicht (IP 66). In zeer stoffige omgevingen kan zich op de koeloppervlakken echter stof ophopen, wat van invloed is op de thermische prestaties. In dat geval moet de omvormer regelmatig worden gereinigd. Het is daarom raadzaam om de omvormer niet in ruimtes en omgevingen te installeren waarin zich veel stof kan ophopen.

    Installeer de omvormer niet op de volgende locaties:
    • Kassen
    • Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijnbouwproducten
    • Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voerproducten
    1. Installatie
    2. Locatiekeuze en montagepositie

    Montageplaats van de omvormer

    link-horizontalLink copied

    Bij de keuze van de montageplaats voor de omvormer moet op de volgende criteria worden gelet:

     

    Installatie mag uitsluitend plaatsvinden op een vaste, niet-brandbare ondergrond.

     

    Bij het inbouwen van de omvormer in een schakelkast of soortgelijke afgesloten ruimte door geforceerde ventilatie voor voldoende warmteafvoer zorgen.

    Bij montage van de omvormer op de buitenmuur van een veestal moet een minimale afstand van 2 m in alle richtingen worden aangehouden tussen de omvormer en de ventilatie- en gebouwopeningen.

    De volgende ondergronden zijn toegestaan:
    • Wandmontage: Golfplaatwanden (montagerails), bakstenen, beton of andere voldoende dragende en onbrandbare ondergronden
    • Mast of drager: Montagerails, achter de zonnepanelen direct op de PV-houder
    • Plat dak (als het een foliedak is, moet men er zeker van zijn dat de foliën voldoen aan de eisen voor brandbeveiliging en dus niet gemakkelijk ontvlambaar zijn. houd u aan de nationale voorschriften)
    • Overkapping voor parkeerplaatsen (geen installatie boven het hoofd)

    De omvormer is geschikt voor montage binnen.

    De omvormer is geschikt voor montage buiten.

    De omvormer is op basis van zijn beschermingsklasse IP 66 ongevoelig voor spatwater uit alle richtingen.

    Stel de omvormer niet bloot aan direct zonlicht zodat de omvormer zo min mogelijk opwarmt.

    Installeer de omvormer op een beschutte plaats, bijvoorbeeld onder een zonnepaneel of onder een uitstekende dakrand.

    Boven een hoogte van meer dan 4 000 m boven de zeespiegel mag de omvormer niet worden gemonteerd en gebruikt.

    De spanning UDCmax mag de volgende waarden niet overschrijden:
    • tussen 0 en 3.000 m: 1.000 V
    • tussen 3.001 en 3.500 m: 959 V
    • tussen 3.501 en 4.000 m: 909 V
    • hoger dan 4.001 m: niet toegestaan
    Installeer de omvormer niet in de volgende situaties:
    • In het aanzuigbereik van ammoniak, bijtende dampen, zuren of zouten (bijvoorbeeld opslagplaatsen van meststoffen, ventilatieopeningen van stallen, chemische installaties, leerlooierijen enz.)

    Installeer de omvormer niet in de directe woonomgeving in verband met lichte geluidsproductie onder bepaalde bedrijfsomstandigheden.

    Installeer de omvormer niet op de volgende locaties:
    • Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren (paarden, runderen, schapen, varkens enz.)
    • Stallen en aangrenzende ruimtes
    • Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, krachtvoer, meststoffen enz.

    De omvormer is stofdicht (IP 66). In zeer stoffige omgevingen kan zich op de koeloppervlakken echter stof ophopen, wat van invloed is op de thermische prestaties. In dat geval moet de omvormer regelmatig worden gereinigd. Het is daarom raadzaam om de omvormer niet in ruimtes en omgevingen te installeren waarin zich veel stof kan ophopen.

    Installeer de omvormer niet op de volgende locaties:
    • Kassen
    • Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijnbouwproducten
    • Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voerproducten
    1. Installatie
    2. Locatiekeuze en montagepositie

    Montagepositie van omvormer

    link-horizontalLink copied

    De omvormer is geschikt voor verticale montage op een verticale muur of zuil.

    Monteer de omvormer niet:
    • schuin
    • horizontaal
    • met aansluitingen naar boven gericht
    • op standvoeten

    De omvormer is geschikt voor horizontale montage of voor montage op een schuin oppervlak.

    Monteer de omvormer niet:
    • op een schuin oppervlak met de aansluitingen naar boven gericht.
    • overhangend met de aansluitingen naar beneden gericht
    • aan het plafond
    1. Installatie

    Montagesteun monteren en inverter ophangen

    link-horizontalLink copied

    Keuze van bevestigingsmateriaal

    Gebruik bevestigingsmateriaal dat geschikt is voor de ondergrond en houd rekening met de aanbevolen schroefafmetingen voor de montagesteun.
    De installateur is verantwoordelijk voor de juiste keuze van het bevestigingsmateriaal.

    1. Installatie
    2. Montagesteun monteren en inverter ophangen

    Keuze van bevestigingsmateriaal

    link-horizontalLink copied

    Gebruik bevestigingsmateriaal dat geschikt is voor de ondergrond en houd rekening met de aanbevolen schroefafmetingen voor de montagesteun.
    De installateur is verantwoordelijk voor de juiste keuze van het bevestigingsmateriaal.

    1. Installatie
    2. Montagesteun monteren en inverter ophangen

    Toestand van de montagesteun

    link-horizontalLink copied

    De montagesteun (afbeelding van symbool) dient ook als sjabloon.

    De voorgeboorde gaten op de montagesteun zijn ontworpen voor schroeven met een schroefdraaddiameter van 6 - 8 mm (0,24 - 0,32 inch).

    Oneffenheden in het montageoppervlak (bijvoorbeeld grofkorrelig pleisterwerk) worden grotendeels gecompenseerd door de montagesteun.

    De montagesteun moet aan de 4 buitenste nokken (groen gemarkeerd) worden bevestigd. De 4 binnenste nokken (oranje gemarkeerd) kunnen indien nodig ook worden gebruikt.

    1. Installatie
    2. Montagesteun monteren en inverter ophangen

    Montagesteun niet vervormen

    link-horizontalLink copied

    OPMERKING!

    Let er bij de montage van de montagesteun op de wand of op een zuil op dat de montagesteun niet vervormd raakt.

    Een vervormde montagesteun kan het vasthaken/zwenken van de omvormer bemoeilijken.

    1. Installatie
    2. Montagesteun monteren en inverter ophangen

    Montagesteun op een wand monteren

    link-horizontalLink copied

    BELANGRIJK!
    Let er bij de montage van de montagesteun op dat deze met de pijl naar boven wordt gemonteerd.

    1
    1. Installatie
    2. Montagesteun monteren en inverter ophangen

    Omvormer op de montagesteun hangen

    link-horizontalLink copied

    Aan de zijkant van de omvormer bevinden zich geïntegreerde handgrepen om het optillen/ophangen te vergemakkelijken.

     

    1

    Hang de omvormer van bovenaf in de montagesteun. Hierbij moet de aansluiting naar beneden wijzen.

    Het onderste gedeelte van de omvormer wordt in de Snap-In-haken van de montagesteun gedrukt tot de omvormer met een hoorbare klik aan beide zijden vastklikt.

    Controleer of de omvormer aan beide zijden goed vastzit.

    1. Installatie

    Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    link-horizontalLink copied

    Aansluiten van aluminium kabels

    Op de netaansluitingen kunnen aluminium kabels worden gebruikt.

    OPMERKING!

    Bij het gebruik van aluminium kabels:

    nationale en internationale richtlijnen voor het aansluiten van aluminium kabels in acht nemen.

    Smeer aluminium draden in met geschikt vet om ze te beschermen tegen oxidatie.

    de aanwijzingen van de kabelfabrikant in acht nemen.

    1. Installatie
    2. Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    Aansluiten van aluminium kabels

    link-horizontalLink copied

    Op de netaansluitingen kunnen aluminium kabels worden gebruikt.

    OPMERKING!

    Bij het gebruik van aluminium kabels:

    nationale en internationale richtlijnen voor het aansluiten van aluminium kabels in acht nemen.

    Smeer aluminium draden in met geschikt vet om ze te beschermen tegen oxidatie.

    de aanwijzingen van de kabelfabrikant in acht nemen.

    1. Installatie
    2. Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    Verschillende kabeltypen

    link-horizontalLink copied

    Eendradig

    Fijndradig

    Fijndradig met adereindhulzen en kraag

    Fijndradig met adereindhulzen zonder kraag

    Sectorvorm

    1. Installatie
    2. Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    Toegestane kabels voor de elektrische netaansluiting

    link-horizontalLink copied

    Ronde koperen of aluminium draden met een doorsnede van 4 tot 35 mm2 kunnen zoals hieronder beschreven op de aansluitklemmen van de omvormer worden aangesloten.

    Hierbij moeten de aanhaalmomenten in de volgende tabel in acht worden genomen:

    Dwarsdoorsnede

    Koper

    Aluminium

    35 mm2

    10 Nm

    10 Nm

    14 Nm

    14 Nm

    25 mm2

    8 Nm

    8 Nm

    12 Nm

    10 Nm

    16 mm2

    10 Nm

    10 mm2

    6 Nm

    6 Nm

    6 mm2

    4 mm2

    Type 2 SPD: De aarding moet worden uitgevoerd met een koperen kabel van minstens 6 mm² of een aluminium kabel van minstens 16 mm2.

    Type 1+2 SPD: De aarding moet worden uitgevoerd met een koperen of een aluminium kabel van minstens 16 mm².

    1. Installatie
    2. Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    Toegestane kabels voor de elektrische DC-aansluiting

    link-horizontalLink copied

    Op de MC4-stekkers van de omvormer kunnen ronde koperen draden met een doorsnede van 4-10 mm² worden aangesloten.

    Kies, afhankelijk van het werkelijke apparaatvermogen en de installatiesituatie, voldoende grote kabeldoorsneden! Gegevensblad van de stekker in acht nemen!

    1. Installatie
    2. Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    Toelaatbare kabels voor datacommunicatie-aansluiting

    link-horizontalLink copied
    Op de aansluitklemmen van de omvormer kunnen de volgende kabels worden aangesloten:
    • Koper: rond eendradig
    • Koper: rond fijndradig

    BELANGRIJK!
    Verbind de enkele draden met een overeenkomstige adereindhuls als meerdere enkele draden op een ingang van de insteekaansluitklemmen worden aangesloten.

    WSD-aansluitingen met Push-In-aansluitklem

    Afstand

    Striplengte

    Aanbevolen kabel

    100 m 109 yd

    10 mm
    0,39 inch

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    0,14 - 1 mm2
    AWG 26 - 18

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    Min. CAT 5 UTP (Unshielded Twisted Pair)

    Modbus-aansluitingen met Push-In-aansluitklem

    Afstand

    Striplengte

    Aanbevolen kabel

    300 m 328 yd

    10 mm 
    0,39 inch

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    0,14 - 1 mm2
    AWG 26 - 18

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    Min. CAT 5 STP (Shielded Twisted Pair)

    I/O-aansluitingen met Push-In-aansluitklem

    Afstand

    Striplengte

    Aanbevolen kabel

    30 m
    32 yd

    10 mm 
    0,39 inch

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    0,14 - 1 mm2
    AWG 26 - 18

    0,14 - 1,5 mm2
    AWG 26 - 16

    Enkele draad mogelijk

    LAN-aansluitingen

    Fronius raadt minimaal een CAT 5 STP-kabel (Shielded Twisted Pair) en een maximale afstand van 100 m (109 yd) aan.

    1. Installatie
    2. Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    Kabeldoorsnede van AC-kabels

    link-horizontalLink copied

    Bij de standaard kabelschroefverbindng M32 met groot reduceerstuk (groen):
    kabeldiameter van 12-14 mm

    Bij de standaard kabelschroefverbinding M32 met klein reduceerstuk (rood):
    kabeldiameter van 17-19 mm

    Bij standaard kabelschroefverbinding M32 zonder reduceerstuk:
    kabeldiameter van 20,5-24,5 mm

    Bij de kabelschroefverbinding M50:
    kabeldiameter van ≤35 mm

    1. Installatie
    2. Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter

    Maximale afzekering aan AC-zijde

    link-horizontalLink copied

    OPMERKING!

    Op grond van nationale bepalingen van de netwerkbeheerder of andere omstandigheden kan plaatsing van een aardlekschakelaar in de AC-aansluitleiding noodzakelijk zijn.

    In het algemeen is in een dergelijk geval een aardlekschakelaar van het type A toereikend. In bijzondere gevallen en afhankelijk van de lokale omstandigheden kunnen er echter onjuiste uitschakelingen door een aardlekschakelaar van het type A plaatsvinden. Daarom raadt Fronius een aardlekschakelaar aan die geschikt is voor frequentie-omvormers met een uitschakelstroom van ten minste 100mA, rekening houdend met de nationale voorschriften.

    Verto

    AC-vermogen

    Aanbevolen afzekering

    max. bescherming

    15.0 208-240

    15 kW

    63 A

    63 A

    18.0 208-240

    18 kW

    63 A

    63 A

    25.0

    25 kW

    63 A

    63 A

    27.0

    27 kW

    63 A

    63 A

    30.0

    29,9 kW

    63 A

    63 A

    33.3

    33,3 kW

    63 A

    63 A

    36,0 480

    36 kW

    63 A

    63 A

    1. Installatie

    Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde)

    link-horizontalLink copied

    Veiligheid

    GEVAAR!

    Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.

    Lees voor de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de gebruiksaanwijzing.

    De inverter mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend conform de technische voorschriften in bedrijf worden gesteld.

    GEVAAR!

    Gevaar door netspanning en DC-spanning van zonnepanelen die aan licht zijn blootgesteld.

    Een elektrische schok kan dodelijk zijn.

    Vóór alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat de AC- en DC-zijde van de inverter spanningsvrij zijn.

    De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare elektriciteitsnet worden aangesloten.

    GEVAAR!

    Gevaar door beschadigde en/of verontreinigde aansluitklemmen.

    Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer de aansluitklemmen vóór de aansluitwerkzaamheden op beschadigingen en verontreinigingen.

    Verwijder verontreinigingen in spanningsloze toestand.

    Laat defecte aansluitklemmen repareren door een erkend vakbedrijf.

    1. Installatie
    2. Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde)

    Veiligheid

    link-horizontalLink copied

    GEVAAR!

    Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.

    Lees voor de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de gebruiksaanwijzing.

    De inverter mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend conform de technische voorschriften in bedrijf worden gesteld.

    GEVAAR!

    Gevaar door netspanning en DC-spanning van zonnepanelen die aan licht zijn blootgesteld.

    Een elektrische schok kan dodelijk zijn.

    Vóór alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat de AC- en DC-zijde van de inverter spanningsvrij zijn.

    De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare elektriciteitsnet worden aangesloten.

    GEVAAR!

    Gevaar door beschadigde en/of verontreinigde aansluitklemmen.

    Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer de aansluitklemmen vóór de aansluitwerkzaamheden op beschadigingen en verontreinigingen.

    Verwijder verontreinigingen in spanningsloze toestand.

    Laat defecte aansluitklemmen repareren door een erkend vakbedrijf.

    1. Installatie
    2. Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde)

    Omvormer op het openbare stroomnetwerk aansluiten (AC-zijde)

    link-horizontalLink copied

    In niet-geaarde stroomnetwerken, bijvoorbeeld IT-netwerken (geïsoleerde stroomnetwerken zonder randaarde), kan de omvormer niet worden gebruikt.

    Bij bepaalde installatieconfiguraties is het aansluiten van de neutrale draad niet nodig. In deze installatieconfiguratie moet op de webinterface van de omvormer de parameter Status neutrale draad in het menu Apparaatconfiguratie > Omvormer > AC-stroomnetwerk op Niet verbonden worden ingesteld.

    1

    Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel uit.
    Zorg ervoor dat de DC-scheidingsschakelaar in de stand "Uit" staat.

    2

    Draai de 6 schroeven van het deksel van het aansluitpaneel los met een schroevendraaier (TX20) en een 180° naar links draaiende beweging.Verwijder het deksel van het aansluitpaneel van het apparaat.

    3

    Strip 16 mm van de afzonderlijke draden.
    Selecteer de kabeldoorsnede volgens de specificaties in Toegestane kabels voor de elektrische netaansluiting vanaf pagina (→).

    BELANGRIJK!
    Er mag slechts één draad per pool worden aangesloten. Er kunnen twee draden op één pool worden aangesloten met een adereindhuls met twee draden.

    4
    Aansluiting met neutrale draad
    4
    Aansluiting zonder neutrale draad

    Meer informatie over de kabelwartel, zie hoofdstuk Kabeldoorsnede van AC-kabels op pagina (→).

    5
    Aansluiting met neutrale draad
    5
    Aansluiting zonder neutrale draad

    BELANGRIJK! Aanhaalmomenten aanhouden - zie Toegestane kabels voor de elektrische netaansluiting op pagina (→).

    BELANGRIJK!
    De randaarde moet langer worden gedimensioneerd en met een bewegingslus worden gelegd, zodat de randaarde als laatste wordt belast als de kabelwartel defect is.

    L1
    Fasegeleider
    L2
    Fasegeleider
    L3
    Fasegeleider
    N
    Neutrale draad (optioneel)
    PE
    Randaarde
    6

    Bevestig de wartelmoer van de kabelwartel met een aanhaalmoment van 4 Nm.

    1. Installatie
    2. Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde)

    Omvormer op het openbare stroomnetwerk aansluiten met PEN-leiding (AC-zijde)

    link-horizontalLink copied

    In niet-geaarde stroomnetwerken, bijvoorbeeld IT-netwerken (geïsoleerde stroomnetwerken zonder randaarde), kan de omvormer niet worden gebruikt.

    1

    Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel uit.
    Zorg ervoor dat de DC-scheidingsschakelaar in de stand "Uit" staat.

    2

    Draai de 6 schroeven van het deksel van het aansluitpaneel los met een schroevendraaier (TX20) en een 180° naar links draaiende beweging.
    Verwijder het deksel van het aansluitpaneel van het apparaat.

    3

    Strip 16 mm van de afzonderlijke geleiders.
    Selecteer de kabeldoorsnede volgens de specificaties in Toegestane kabels voor de elektrische netaansluiting vanaf pagina (→).

    BELANGRIJK!
    Er mag slechts één draad per pool worden aangesloten. Er kunnen twee draden op één pool worden aangesloten met een adereindhuls met twee draden.

    4

    Meer informatie over de kabelwartel, zie hoofdstuk Kabeldoorsnede van AC-kabels op pagina (→).

    OPMERKING!

    De PEN-draad moet zijn uitgevoerd met permanent blauw gemarkeerde uiteinden, in overeenstemming met de nationale voorschriften.

    OPMERKING!

    De randaarde moet langer worden gedimensioneerd en met een bewegingslus worden gelegd, zodat de randaarde als laatste wordt belast als de kabelwartel defect is.

    OPMERKING!

    Aanhaalmomenten aanhouden - zie Toegestane kabels voor de elektrische netaansluiting op pagina (→).

    5
    PEN-leiding - variant: Klem op DIN-rail
    6
    PEN-leiding - variant: Aardingsbouten
    7

    Bevestig de wartelmoer van de kabelwartel met een aanhaalmoment van 4 Nm.

    1. Installatie
    2. Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde)

    PG-schroefverbinding vervangen

    link-horizontalLink copied
    1. Installatie

    Solarmodulestrings op inverter aansluiten

    link-horizontalLink copied

    Algemene informatie over zonnepaneel

    Houd rekening met de volgende punten voor een juiste keuze van de zonnepanelen en een zo rendabel mogelijk gebruik van de omvormer:

    • De nullastspanning van het zonnepaneel wordt bij constante zoninstraling en dalende temperatuur hoger. De nullastspanning mag de max. toelaatbare systeemspanning niet overschrijden. Een nullastspanning hoger dan de aangegeven waarden heeft vernieling van de omvormer tot gevolg; alle aanspraak op garantie komt te vervallen.
    • Neem de temperatuurcoëfficiënt op het datablad van het zonnepaneel in acht.
    • Exacte waarden voor het dimensioneren van het zonnepaneel leveren hiervoor geschikte berekeningsprogramma's, zoals bijvoorbeeld de Fronius Solar.creator.

    BELANGRIJK!
    Controleer voor het aansluiten van het zonnepaneel of de spanningswaarde die met de data voor het zonnepaneel van de fabrikant is berekend, met de praktijk overeenstemt.

    BELANGRIJK!
    De op de omvormer aangesloten zonnepanelen moeten aan de norm IEC 61730 Klasse A voldoen.

    BELANGRIJK!
    Solarmodulestrings mogen niet worden geaard.

    1. Installatie
    2. Solarmodulestrings op inverter aansluiten

    Algemene informatie over zonnepaneel

    link-horizontalLink copied

    Houd rekening met de volgende punten voor een juiste keuze van de zonnepanelen en een zo rendabel mogelijk gebruik van de omvormer:

    • De nullastspanning van het zonnepaneel wordt bij constante zoninstraling en dalende temperatuur hoger. De nullastspanning mag de max. toelaatbare systeemspanning niet overschrijden. Een nullastspanning hoger dan de aangegeven waarden heeft vernieling van de omvormer tot gevolg; alle aanspraak op garantie komt te vervallen.
    • Neem de temperatuurcoëfficiënt op het datablad van het zonnepaneel in acht.
    • Exacte waarden voor het dimensioneren van het zonnepaneel leveren hiervoor geschikte berekeningsprogramma's, zoals bijvoorbeeld de Fronius Solar.creator.

    BELANGRIJK!
    Controleer voor het aansluiten van het zonnepaneel of de spanningswaarde die met de data voor het zonnepaneel van de fabrikant is berekend, met de praktijk overeenstemt.

    BELANGRIJK!
    De op de omvormer aangesloten zonnepanelen moeten aan de norm IEC 61730 Klasse A voldoen.

    BELANGRIJK!
    Solarmodulestrings mogen niet worden geaard.

    1. Installatie
    2. Solarmodulestrings op inverter aansluiten

    Veiligheid

    link-horizontalLink copied

    GEVAAR!

    Gevaar door onjuiste bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    De inbedrijfstelling en onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in het vermogensfasedeel van de omvormer mogen alleen worden uitgevoerd door servicemedewerkers die door Fronius zijn getraind en uitsluitend in overeenstemming met de technische voorschriften.

    Lees voorafgaand aan de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de gebruiksaanwijzing.

    GEVAAR!

    Gevaar door netspanning en DC-spanning van zonnepanelen die aan licht zijn blootgesteld.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Alle aansluit-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan worden uitgevoerd wanneer het AC- en het DC-gedeelte van de omvormer spanningsvrij zijn.

    De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare elektriciteitsnet worden aangesloten.

    GEVAAR!

    Gevaar voor elektrische schokken als gevolg van onjuist aangesloten aansluitklemmen/PV-connectoren.

    Een elektrische schok kan dodelijk zijn.

    Let er bij het aansluiten op dat elke pool van een string via dezelfde PV-ingang wordt geleid, bijvoorbeeld:
    pluspool string 1 op ingang PV 1.1+ en minpool string 1 op ingang PV 1.1-

    GEVAAR!

    Gevaar door beschadigde en/of verontreinigde aansluitklemmen.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Controleer de aansluitklemmen vóór de aansluitwerkzaamheden op beschadigingen en verontreinigingen.

    Verwijder verontreinigingen in spanningsloze toestand.

    Laat defecte aansluitklemmen repareren door een erkend vakbedrijf.

    1. Installatie
    2. Solarmodulestrings op inverter aansluiten

    Moduleveld - algemeen

    link-horizontalLink copied

    Er zijn verschillende onafhankelijke PV-ingangen beschikbaar. Deze kunnen worden bekabeld met een verschillend aantal installaties.

    Stel bij het eerste gebruik moduleveld in volgens de betreffende configuratie (vervolgens ook mogelijk in het menu Systeemconfiguratie onder submenu-item Componenten).

    1. Installatie
    2. Solarmodulestrings op inverter aansluiten

    Solarmodulestrings op de omvormer aansluiten

    link-horizontalLink copied
    1
    2

    Controleer de spanning en de polariteit van de DC-bekabeling met een geschikt meetapparaat.

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door ompoling van de aansluitklemmen.

    Dit kan leiden tot ernstige schade aan de omvormer.

    Controleer de polariteit van de DC-bekabeling met een geschikt meetapparaat.

    Controleer de spanning met een geschikt meetapparaat (max. 1.000 VDC)

    VOORZICHTIG!

    Risico op beschadiging door niet-compatibele connectoren.

    Niet-compatibele connectoren kunnen thermische schade veroorzaken en uiteindelijk leiden tot brand.

    Gebruik alleen de originele connectoren (MC4) van de onderneming Stäubli (voorheen Multi-Contact).

    3

    PV-kabels van de zonnepanelen aansluiten op de MC4-connectoren volgens de labels

    Ongebruikte MC4 connectoren op de omvormer moeten worden afgesloten met de bij de omvormer geleverde afdekkappen.

    1. Installatie

    Datacommunicatiekabels aansluiten

    link-horizontalLink copied

    Datacommunicatiekabels leggen

    BELANGRIJK!
    Als er datacommunicatiekabels in de omvormer worden gemonteerd, neem dan de volgende punten in acht:
    • Afhankelijk van het aantal en de doorsnede van de gemonteerde datacommunicatiekabels moet u de pluggen uit de afdichting verwijderen en de datacommunicatiekabels plaatsen.
    • Vergeet niet in de vrije openingen in de afdichting pluggen te plaatsen.

    BELANGRIJK!
    Als de pluggen ontbreken of verkeerd zijn geplaatst, kan de beschermingsklasse IP66 niet worden gegarandeerd.

    1

    Draai de wartelmoer van de kabelwartel los en druk de afdichtingsring met de pluggen aan de binnenkant van het apparaat naar buiten.

    2

    Spreid de afdichtingsring uit op het punt waar de plug moet worden verwijderd.

    * Verwijder de plug met een zijdelingse beweging.

    3

    Leid de datakabel eerst door de wartelmoer van de kabelwartel en vervolgens door de opening van de behuizing.

    4

    Plaats de afdichtingsring tussen de wartelmoer en de opening van de behuizing. Druk de datakabels in de kabelgeleiding van de afdichting. Druk vervolgens de afdichting tot aan de onderkant van de kabelwartel in.

    5

    Maak de datakabel met een kabelbinder vast aan de beschermkap van de overspanningsbeveiliging DC SPD. Zet de wartelmoer van de kabelwartel met een draaimoment van minimaal 2,5 - maximaal 4 Nm vast.

    1. Installatie
    2. Datacommunicatiekabels aansluiten

    Datacommunicatiekabels leggen

    link-horizontalLink copied
    BELANGRIJK!
    Als er datacommunicatiekabels in de omvormer worden gemonteerd, neem dan de volgende punten in acht:
    • Afhankelijk van het aantal en de doorsnede van de gemonteerde datacommunicatiekabels moet u de pluggen uit de afdichting verwijderen en de datacommunicatiekabels plaatsen.
    • Vergeet niet in de vrije openingen in de afdichting pluggen te plaatsen.

    BELANGRIJK!
    Als de pluggen ontbreken of verkeerd zijn geplaatst, kan de beschermingsklasse IP66 niet worden gegarandeerd.

    1

    Draai de wartelmoer van de kabelwartel los en druk de afdichtingsring met de pluggen aan de binnenkant van het apparaat naar buiten.

    2

    Spreid de afdichtingsring uit op het punt waar de plug moet worden verwijderd.

    * Verwijder de plug met een zijdelingse beweging.

    3

    Leid de datakabel eerst door de wartelmoer van de kabelwartel en vervolgens door de opening van de behuizing.

    4

    Plaats de afdichtingsring tussen de wartelmoer en de opening van de behuizing. Druk de datakabels in de kabelgeleiding van de afdichting. Druk vervolgens de afdichting tot aan de onderkant van de kabelwartel in.

    5

    Maak de datakabel met een kabelbinder vast aan de beschermkap van de overspanningsbeveiliging DC SPD. Zet de wartelmoer van de kabelwartel met een draaimoment van minimaal 2,5 - maximaal 4 Nm vast.

    1. Installatie
    2. Datacommunicatiekabels aansluiten

    WSD (Wired Shut Down) installeren

    link-horizontalLink copied

    BELANGRIJK!
    De insteekaansluitklem WSD op het aansluitpaneel van de omvormer wordt standaard af fabriek met een overbrugging geleverd. Bij de installatie van een activeringsvoorziening of een WSD-keten moet de overbrugging worden verwijderd.

    Bij de eerste omvormer met aangesloten activeringsvoorziening in de WSD-keten moet de WSD-schakelaar in stand 1 (Primair apparaat) staan. Bij alle overige omvormers staat de WSD-schakelaar in de stand 0 (Secundair apparaat).

    Maximale afstand tussen twee apparaten: 100 m
    Max. Aantal apparaten: 28

    * Spanningsvrij contact van de activeringsvoorziening (bijv. centrale NA-beveiliging). Als in een WSD-keten meerdere spanningsvrije contacten worden gebruikt, moeten deze in serie worden geschakeld.

    1. Installatie

    Inverter sluiten en in bedrijf stellen

    link-horizontalLink copied

    Aansluitpaneel/deksel van behuizing van omvormer sluiten en in bedrijf stellen

    1

    Plaats het deksel op het aansluitpaneel. Zet de 6 schroeven met een schroevendraaier (TX20) en een draaiing van 180° naar rechts vast.

    2

    Hang het deksel van de behuizing van bovenaf op aan de omvormer.
    Druk het onderste deel van het deksel van de behuizing in en zet de twee schroeven met een schroevendraaier (TX20) en een draaiing van 180° naar rechts vast.

    3

    Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Aan'. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel in.

    BELANGRIJK! WLAN-toegangspunt met de optische sensor openen, zie hoofdstuk Knopfuncties en LED-statusweergave op pagina (→)

    1. Installatie
    2. Inverter sluiten en in bedrijf stellen

    Aansluitpaneel/deksel van behuizing van omvormer sluiten en in bedrijf stellen

    link-horizontalLink copied
    1

    Plaats het deksel op het aansluitpaneel. Zet de 6 schroeven met een schroevendraaier (TX20) en een draaiing van 180° naar rechts vast.

    2

    Hang het deksel van de behuizing van bovenaf op aan de omvormer.
    Druk het onderste deel van het deksel van de behuizing in en zet de twee schroeven met een schroevendraaier (TX20) en een draaiing van 180° naar rechts vast.

    3

    Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Aan'. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel in.

    BELANGRIJK! WLAN-toegangspunt met de optische sensor openen, zie hoofdstuk Knopfuncties en LED-statusweergave op pagina (→)

    1. Installatie
    2. Inverter sluiten en in bedrijf stellen

    Eerste gebruik van de omvormer

    link-horizontalLink copied

    Bij het eerste gebruik van de omvormer moeten verschillende installatie-instellingen worden gekozen.

    Als de installatie wordt geannuleerd voordat deze is voltooid, worden de ingevoerde data niet opgeslagen en wordt het startscherm met de installatiewizard opnieuw weergegeven. Bij een onderbreking door bijvoorbeeld een stroomstoring worden de data opgeslagen. De inbedrijfstelling wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking nadat de netvoeding weer is hersteld. Als de installatie is onderbroken, levert de omvormer maximaal 500 W aan het stroomnetwerk terug en knippert de bedrijfs-led geel.

    De landspecifieke setup kan slechts bij het eerste gebruik van de omvormer worden ingesteld. Als u de landspecifieke setup naderhand wilt wijzigen, neemt u contact op met uw installateur / de Technische helpdesk.

    1. Installatie
    2. Inverter sluiten en in bedrijf stellen

    Installatie via de app

    link-horizontalLink copied

    Voor de installatie is de app Fronius Solar.start nodig. Afhankelijk van het eindapparaat dat voor de installatie wordt gebruikt, is de app op het betreffende platform beschikbaar.

    1Download de app Fronius Solar.start en installeer deze.
    2Open het toegangspunt door de sensor    aan te raken.
    ✓De communicatie-LED knippert blauw.
    3Open de app Fronius Solar.start en volg de installatiewizard. Scan de QR-code op het kenplaatje met een smartphone of tablet om verbinding te maken met de omvormer.
    4Voeg de systeemcomponenten toe aan Fronius Solar.web en start de PV-installatie op.

    De netwerkwizard en de productinstallatie kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Voor de installatiewizard van Fronius Solar.web is een netwerkverbinding vereist.

    1. Installatie
    2. Inverter sluiten en in bedrijf stellen

    Installatie via een browser

    link-horizontalLink copied

    WLAN:

    1Open het toegangspunt door de sensor    aan te raken.
    ✓De communicatie-LED knippert blauw.
    2Maak verbinding met de omvormer in de netwerkinstellingen (de omvormer is te herkennen aan de naam 'FRONIUS_' en het serienummer van het apparaat).
    3Voer het wachtwoord in dat op het kenplaatje staat en bevestig dit.
    BELANGRIJK!
    Voor het invoeren van een wachtwoord in Windows 10 moet eerst de koppeling Verbinding maken met een netwerkbeveiligingssleutel worden geactiveerd om de verbinding met het wachtwoord tot stand te kunnen brengen.
    4Voer het IP-adres 192.168.250.181 in de adresbalk van de browser in en bevestig dit. De installatiewizard wordt geopend.
    5Volg de installatiewizard in de afzonderlijke gedeelten en voltooi de installatie.
    6Voeg de systeemcomponenten toe aan Fronius Solar.web en start de PV-installatie op.

    De netwerkwizard en de productinstallatie kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Voor de installatiewizard van Fronius Solar.web is een netwerkverbinding vereist.

    Ethernet:

    1Maak verbinding met de omvormer (LAN1) via een netwerkkabel (CAT5 STP of hoger).
    2Open het toegangspunt door de sensor één keer    aan te raken.
    ✓De communicatie-LED knippert blauw.
    3Voer het IP-adres 169.254.0.180 in de adresbalk van de browser in en bevestig dit. De installatiewizard wordt geopend.
    4Volg de installatiewizard in de afzonderlijke gedeelten en voltooi de installatie.
    5Voeg de systeemcomponenten toe aan Fronius Solar.web en start de PV-installatie op.

    De netwerkwizard en de productinstallatie kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Voor de installatiewizard van Fronius Solar.web is een netwerkverbinding vereist.

    1. Installatie

    De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen

    link-horizontalLink copied

    Explosiegevaar

    GEVAAR!

    Bij elektrische apparaten met een behuizing met een hoge beschermingsgraad bestaat explosiegevaar in geval van een storing. Mogelijke oorzaken zijn defecte onderdelen waaruit gassen ontsnappen, onjuist geïnstalleerde of in bedrijf gestelde apparaten of het binnendringen van gas via leidingen (conduits).

    Dit kan ernstig letsel en materiële schade veroorzaken.

    De veiligheidsschakelaar van de kabel uitschakelen

    Schakel, indien mogelijk, de DC-string stroomopwaarts van de omvormer uit (extra externe DC-scheidingsschakelaar).

    Verwijder het deksel van het aansluitpaneel

    Wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn (2 minuten)

    Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'OFF'.

    1. Installatie
    2. De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen

    Explosiegevaar

    link-horizontalLink copied

    GEVAAR!

    Bij elektrische apparaten met een behuizing met een hoge beschermingsgraad bestaat explosiegevaar in geval van een storing. Mogelijke oorzaken zijn defecte onderdelen waaruit gassen ontsnappen, onjuist geïnstalleerde of in bedrijf gestelde apparaten of het binnendringen van gas via leidingen (conduits).

    Dit kan ernstig letsel en materiële schade veroorzaken.

    De veiligheidsschakelaar van de kabel uitschakelen

    Schakel, indien mogelijk, de DC-string stroomopwaarts van de omvormer uit (extra externe DC-scheidingsschakelaar).

    Verwijder het deksel van het aansluitpaneel

    Wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn (2 minuten)

    Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'OFF'.

    1. Installatie
    2. De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen

    De omvormer spanningsloos maken en weer inschakelen

    link-horizontalLink copied
    1
    1. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel uit.
    2. Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Uit'.

    Voer de eerder genoemde stappen in omgekeerde volgorde uit om de omvormer weer in bedrijf te stellen.

    BELANGRIJK!
    Wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn!

    Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter

    link-horizontalLink copied

    Gebruiker instellen

    Gebruiker aanmelden

    1Roep de gebruikersinterface van de omvormer in de browser op.
    2Meld u via het menu Aanmelden of via het menu Gebruiker > Gebruiker aanmelden aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.

    BELANGRIJK!
    Afhankelijk van de machtiging van de gebruiker kunnen bepaalde instellingen in de afzonderlijke menu's worden geactiveerd.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter

    Gebruiker instellen

    link-horizontalLink copied

    Gebruiker aanmelden

    1Roep de gebruikersinterface van de omvormer in de browser op.
    2Meld u via het menu Aanmelden of via het menu Gebruiker > Gebruiker aanmelden aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.

    BELANGRIJK!
    Afhankelijk van de machtiging van de gebruiker kunnen bepaalde instellingen in de afzonderlijke menu's worden geactiveerd.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Gebruiker instellen

    Gebruiker aanmelden

    link-horizontalLink copied
    1Roep de gebruikersinterface van de omvormer in de browser op.
    2Meld u via het menu Aanmelden of via het menu Gebruiker > Gebruiker aanmelden aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.

    BELANGRIJK!
    Afhankelijk van de machtiging van de gebruiker kunnen bepaalde instellingen in de afzonderlijke menu's worden geactiveerd.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Gebruiker instellen

    Taal selecteren

    link-horizontalLink copied
    1Selecteer in het menu Gebruiker > Taal de gewenste taal.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter

    Apparaatconfiguratie

    link-horizontalLink copied

    Componenten

    Via Component toevoegen+ kunt u alle beschikbare componenten aan de installatie toevoegen.

    Moduleveld
    Activeer de MPP-tracker en voer in het bijbehorende veld het aangesloten PV-vermogen in.

    Primaire meterVoor een goede werking met andere energieopwekkers is het belangrijk dat de Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt is gemonteerd. De omvormer en andere stroomopwekkers moeten via de Fronius Smart Meter op het openbare stroomnetwerk worden aangesloten.
    Deze instelling heeft ook invloed op het gedrag van de omvormer 's nachts. Als de functie gedeactiveerd is, schakelt de omvormer over naar de stand-bymodus zodra er geen PV-vermogen meer is. De omvormer start opnieuw zodra er voldoende PV-vermogen beschikbaar is.
    Als de functie wordt geactiveerd, blijft de omvormer permanent op het stroomnetwerk aangesloten, zodat de omvormer op elk moment energie van andere stroomopwekkers kan afnemen.
    Na het aansluiten van de meter moet de positie worden geconfigureerd.

    • Modbus RTU
    • Modbus TCP
    • MQTT (beschikbaar MQTT-apparaat wordt automatisch weergegeven)

    OPMERKING!

    Voor communicatie via MQTT moeten de omvormer en de Smart Meter zich in hetzelfde subnetwerk bevinden.

    De volgende aanvullende parameters moeten voor de Smart Meter worden gedefinieerd:

    • Toepassing (primaire meter of secundaire meter)
    • Naam
    • Categorie (bijv. omvormer)
    • IP-adres (voor Modbus TCP)
    • Poort (voor Modbus TCP)
    • Modbus-adres (voor Modbus RTU en TCP)


    De Watt-waarde bij de primaire meter is de som van alle primaire meters. De Watt-waarde bij de secundaire meter is de som van alle secundaire meters.

    OhmpilotAlle Ohmpilots die beschikbaar zijn in de installatie, worden weergegeven. Selecteer de gewenste Ohmpilot en voeg deze via 'Toevoegen' toe aan de installatie.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Apparaatconfiguratie

    Componenten

    link-horizontalLink copied

    Via Component toevoegen+ kunt u alle beschikbare componenten aan de installatie toevoegen.

    Moduleveld
    Activeer de MPP-tracker en voer in het bijbehorende veld het aangesloten PV-vermogen in.

    Primaire meterVoor een goede werking met andere energieopwekkers is het belangrijk dat de Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt is gemonteerd. De omvormer en andere stroomopwekkers moeten via de Fronius Smart Meter op het openbare stroomnetwerk worden aangesloten.
    Deze instelling heeft ook invloed op het gedrag van de omvormer 's nachts. Als de functie gedeactiveerd is, schakelt de omvormer over naar de stand-bymodus zodra er geen PV-vermogen meer is. De omvormer start opnieuw zodra er voldoende PV-vermogen beschikbaar is.
    Als de functie wordt geactiveerd, blijft de omvormer permanent op het stroomnetwerk aangesloten, zodat de omvormer op elk moment energie van andere stroomopwekkers kan afnemen.
    Na het aansluiten van de meter moet de positie worden geconfigureerd.

    • Modbus RTU
    • Modbus TCP
    • MQTT (beschikbaar MQTT-apparaat wordt automatisch weergegeven)

    OPMERKING!

    Voor communicatie via MQTT moeten de omvormer en de Smart Meter zich in hetzelfde subnetwerk bevinden.

    De volgende aanvullende parameters moeten voor de Smart Meter worden gedefinieerd:

    • Toepassing (primaire meter of secundaire meter)
    • Naam
    • Categorie (bijv. omvormer)
    • IP-adres (voor Modbus TCP)
    • Poort (voor Modbus TCP)
    • Modbus-adres (voor Modbus RTU en TCP)


    De Watt-waarde bij de primaire meter is de som van alle primaire meters. De Watt-waarde bij de secundaire meter is de som van alle secundaire meters.

    OhmpilotAlle Ohmpilots die beschikbaar zijn in de installatie, worden weergegeven. Selecteer de gewenste Ohmpilot en voeg deze via 'Toevoegen' toe aan de installatie.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Apparaatconfiguratie

    Functies en
    I/O's

    link-horizontalLink copied

    Belastingbeheer
    Hier kunnen maximaal 4 pinnen voor het belastingbeheer worden geselecteerd. De overige instellingen voor het belastingbeheer vindt u in het menu Belastingbeheer.
    Standaard: Pin 1

    Australië - Demand Response Mode (DRM)
    Hier kunnen de pinnen voor de besturing via DRM worden ingesteld:

    Modus

    Beschrijving

    Informatie

    DRM-pin

    I/O-pin

    DRM0

    De omvormer wordt van het elektriciteitsnet gescheiden

    DRM0 treedt op in geval van een onderbreking of kortsluiting in REF GEN- of COM LOAD-kabels, of in geval van ongeldige combinaties van DRM1 - DRM8
    De netrelais worden geopend.

    REF GEN
    COM LOAD

    IO4
    IO5

    DRM1

    Import Pnom ≤ 0% zonder ontkoppeling van het elektriciteitsnet

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 1/5

    IN6

    DRM2

    Import Pnom ≤ 50%

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 2/6

    IN7

    DRM3

    Import Pnom ≤ 75% &
    +Qrel* ≥ 0%

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 3/7

    IN8

    DRM4

    Import Pnom ≤ 100%

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 4/8

    IN9

    DRM5

    Export Pnom ≤ 0% zonder ontkoppeling van het elektriciteitsnet

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 1/5

    IN6

    DRM6

    Export Pnom ≤ 50%

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 2/6

    IN7

    DRM7

    Export Pnom ≤ 75% &
    -Qrel* ≥ 0%

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 3/7

    IN8

    DRM8

    Export Pnom ≤ 100%

    Momenteel niet ondersteund

    DRM 4/8

    IN9

    De percentages hebben altijd betrekking op het nominale apparaatvermogen.

    BELANGRIJK!
    Als de functie 'Demand Response Mode (DRM)' is geactiveerd en er geen DRM-besturing aangesloten is, schakelt de omvormer op stand-by over.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Apparaatconfiguratie

    Demand Response Modes (DRM)

    link-horizontalLink copied

    Hier kunt u een waarde invoeren voor het schijnbaar opgenomen vermogen en het schijnbaar afgegeven vermogen voor de landspecifieke setup Australië.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Apparaatconfiguratie

    Omvormer

    link-horizontalLink copied

    Standby afdwingen
    Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt de terugleveringsmodus van de omvormer onderbroken. Hierdoor kan de omvormer zonder vermogen worden uitgeschakeld en zijn de onderdelen beschermd. Wanneer de omvormer opnieuw wordt opgestart, wordt de stand-byfunctie automatisch uitgeschakeld.

    Wisselstroomnetwerk

    Parameter

    Waardebereik

    Beschrijving

    Status van neutrale draad

    Geen verbinding

    De neutrale draad is niet nodig in de installatieconfiguratie en wordt daarom ook niet verbonden.

    Verbonden

    De neutrale draad is verbonden

    PV 1 tot PV 4

    Parameter

    Waardebereik

    Beschrijving

    Modus

    Uit

    De MPP-tracker is gedeactiveerd.

    Automatisch

    De omvormer gebruikt precies die spanning waarbij het maximaal haalbare vermogen van de MPP-tracker mogelijk is.

    Fix

    De MPP-tracker gebruikt de in UDC-fix gedefinieerde spanning.

    UDC-fix

    150 ‑870 V

    De omvormer gebruikt de vaste vooraf ingestelde spanning die bij de MPP-tracker wordt gebruikt.

    Dynamik Peak Manager

    Uit

    De functie is gedeactiveerd.

    Aan

    De volledige solarmodulestring wordt gecontroleerd op optimalisatiemogelijkheden en bepaalt de best mogelijke spanning voor de terugleveringsmodus.

    Rimpelsignaal
    Rimpelsignalen zijn signalen die door het energiebedrijf worden verzonden om regelbare belastingen in en uit te schakelen. Afhankelijk van de inbouwsituatie kunnen rimpelsignalen door de omvormer worden gedempt of versterkt. De onderstaande instellingen kunnen worden gebruikt om dit zo nodig tegen te gaan.

    Parameter

    Waardebereik

    Beschrijving

    Reductie van de beïnvloeding

    Uit

    De functie is gedeactiveerd.

    Aan

    De functie is geactiveerd.

    Frequentie van het rimpelsignaal

    100 ‑ 3.000 Hz

    Hier moet de door het energiebedrijf opgegeven frequentie worden ingevoerd.

    Netinductiviteit

    0,00001 ‑ 0,005 H

    Hier moet de op het voedingspunt gemeten waarde worden ingevoerd.

    Maatregelen tegen foutieve uitschakeling van de aardlekschakelaar/lekstroombeveiliging
    (bij gebruik van een 30 mA-aardlekschakelaar)

    OPMERKING!

    Op grond van nationale bepalingen van de netwerkbeheerder of andere omstandigheden kan plaatsing van een aardlekschakelaar in de AC-aansluitleiding noodzakelijk zijn.

    In het algemeen is in een dergelijk geval een aardlekschakelaar van het type A toereikend. In bijzondere gevallen en afhankelijk van de lokale omstandigheden kunnen er echter onjuiste uitschakelingen door een aardlekschakelaar van het type A plaatsvinden. Daarom raadt Fronius een aardlekschakelaar aan die geschikt is voor frequentie-omvormers met een uitschakelstroom van ten minste 100 mA, rekening houdend met de nationale voorschriften.

    Parameter

    Waardebereik

    Beschrijving

    Lekstroomfactor om valse uitschakeling lekstroombeveiliging/FI te verminderen

    0 ‑ 0,25
    (standaard: 0,16)

    De reductie van de instelwaarde vermindert de lekstroom en verhoogt de tussenkringspanning, waardoor het rendement licht daalt.

    • De instelwaarde 0,16 maakt een optimaal rendement mogelijk.
    • Instelwaarde 0 maakt minimale lekstromen mogelijk.

    Uitschakeling vóór activering van 30 mA-aardlekschakelaar

    Uit

    De functie voor het verminderen van onjuiste uitschakelingen door de aardlekschakelaar is gedeactiveerd.

    Aan

    De functie voor het verminderen van onjuiste uitschakelingen door de aardlekschakelaar is geactiveerd.

    Grenswaarde niet-activerende meetlekstroom

    0,015 ‑ 0,3

    De door de fabrikant vastgelegde waarde voor de niet-activerende lekstroom van de aardlekschakelaar waarbij de aardlekschakelaar onder gespecificeerde omstandigheden niet uitschakelt.

    Isolatiewaarschuwing

    Parameter

    Waardebereik

    Beschrijving

    Isolatiewaarschuwing

    Uit

    De isolatiewaarschuwing is gedeactiveerd.

    Aan

    De isolatiewaarschuwing is geactiveerd.
    Er wordt een waarschuwing gegeven in geval van een isolatiefout.

    Modus van de isolatiemeting

     

    Nauwkeurig

    De isolatiebewaking wordt met de grootst mogelijke nauwkeurigheid uitgevoerd en de gemeten isolatieweerstand wordt weergegeven in de gebruikersinterface van de omvormer.

    Snel

    De isolatiebewaking wordt minder nauwkeurig uitgevoerd, waardoor de duur van de isolatiemeting korter wordt en de isolatiewaarde niet in de gebruikersinterface van de omvormer wordt weergegeven.

    Drempelwaarde voor de isolatiewaarschuwing

    100 ‑
    10.000 kΩ

    Als deze drempelwaarde niet wordt bereikt, wordt in de gebruikersinterface van de omvormer de statuscode 1083 weergegeven.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter

    Systeem

    link-horizontalLink copied

    Algemeen

    1Voer in het invoerveld Naam van installatie de naam van de installatie in (maximaal 30 tekens).
    2Selecteer in de vervolgkeuzelijsten Tijdzonegebied en Tijdzonelocatie de gewenste opties. De datum en de tijd zijn gekoppeld aan de ingevoerde tijdzone.
    2Klik op de knop Opslaan.
    ✓Installatienaam, tijdzonegebied en tijdzonelocatie worden opgeslagen.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Algemeen

    link-horizontalLink copied
    1Voer in het invoerveld Naam van installatie de naam van de installatie in (maximaal 30 tekens).
    2Selecteer in de vervolgkeuzelijsten Tijdzonegebied en Tijdzonelocatie de gewenste opties. De datum en de tijd zijn gekoppeld aan de ingevoerde tijdzone.
    2Klik op de knop Opslaan.
    ✓Installatienaam, tijdzonegebied en tijdzonelocatie worden opgeslagen.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Update

    link-horizontalLink copied

    Alle beschikbare updates voor omvormers en andere Fronius-apparaten staan vermeld op de productpagina's en in het gedeelte "Fronius Download zoeken" op www.fronius.com .

    Update
    1Sleep het firmwarebestand naar het veld Bestand hier opslaan of selecteer het via Bestand selecteren.
    ✓De update wordt gestart.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Installatiewizard

    link-horizontalLink copied

    De begeleide installatiewizard kan hier worden opgeroepen.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Fabrieksinstellingen herstellen

    link-horizontalLink copied

    Alle instellingen
    Alle configuratiegegevens worden gereset, behalve de landspecifieke setup. De landspecifieke setup mag alleen door geautoriseerd personeel worden gewijzigd.

    Alle instellingen zonder netwerk
    Alle configuratiedata worden gereset, behalve de landspecifieke setup en de netwerkinstellingen. De landspecifieke setup mag alleen door geautoriseerd personeel worden gewijzigd.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Event Log (Gebeurtenissenlogboek)

    link-horizontalLink copied

    Actuele meldingen
    Hier worden alle actuele gebeurtenissen van de aangesloten systeemcomponenten weergegeven.

    BELANGRIJK!
    Afhankelijk van het type gebeurtenis, moeten ze worden bevestigd door te klikken op de knop 'Vinkje' om verder te worden verwerkt.

    Historie
    Hier worden alle gebeurtenissen van de aangesloten systeemcomponenten weergegeven, die niet meer bestaan.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Informatie

    link-horizontalLink copied

    In dit menu wordt alle informatie over de installatie en de huidige instellingen weergegeven, en beschikbaar gesteld om te downloaden.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Licentiebeheer

    link-horizontalLink copied

    In het licentiebestand zijn de prestatiegegevens en functionaliteit van de omvormer opgeslagen. Als de omvormer of het datacommunicatiegedeelte wordt vervangen, moet ook het licentiebestand worden vervangen.

    Licentiëring - online (aanbevolen):
    hiervoor is een internetverbinding en een aangesloten configuratie van Fronius Solar.web vereist.
    1Installatiewerkzaamheden afsluiten (zie hoofdstuk Aansluitpaneel/deksel van behuizing van omvormer sluiten en in bedrijf stellen op pagina (→)).
    2Verbinding maken met de gebruikersinterface van de omvormer.
    3Serienummer en verificatiecode (Vcode) van defect apparaat en vervangingsapparaat invoeren. Het serienummer en de VCode bevinden zich op het kenplaatje van de omvormer (zie hoofdstuk Informatie op het apparaat op pagina (→)).
    4Klik op de knop 'Online licentiëring starten'.
    5Sla de menupunten 'Gebruiksvoorwaarden' en 'Netwerkinstellingen' over door op de knop Volgende te klikken.

    De licentieactivering wordt gestart.

    Licentiëring - offline:Hiervoor mag er geen internetverbinding aanwezig zijn. Bij 'Licentiëring - offline' met internetverbinding wordt het licentiebestand automatisch naar de omvormer geüpload. Daarom treedt bij het uploaden van het licentiebestand de volgende fout op: "De licentie is reeds geïnstalleerd en de wizard kan worden afgesloten".
    1Installatiewerkzaamheden afsluiten (zie hoofdstuk Aansluitpaneel/deksel van behuizing van omvormer sluiten en in bedrijf stellen op pagina (→)).
    2Verbinding maken met de gebruikersinterface van de omvormer.
    3Serienummer en verificatiecode (Vcode) van defect apparaat en vervangingsapparaat invoeren. Het serienummer en de VCode bevinden zich op het kenplaatje van de omvormer (zie hoofdstuk Informatie op het apparaat op pagina (→)).
    4Klik op de knop 'Offline licentiëring starten'.
    5Download het servicebestand op het eindapparaat door op de knop 'Servicebestand downloaden' te klikken.
    6Open de website licensemanager.solarweb.com en meld u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
    7Sleep het servicebestand in het veld 'Servicebestand hiernaartoe slepen of klikken om te uploaden' of upload het servicebestand.
    8Download het nieuw gegenereerde licentiebestand op het eindapparaat door op de knop 'Licentiebestand downloaden' te klikken.
    9Ga naar de gebruikersinterface van de omvormer en sleep het licentiebestand in het veld 'Licentiebestand hier plaatsen' of klik op 'Licentiebestand selecteren' en selecteer het licentiebestand.

    De licentieactivering wordt gestart.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Systeem

    Ondersteuning

    link-horizontalLink copied
    Ondersteuningsgebruiker activeren
    1Klik op de knop Account van ondersteuningsgebruiker activeren.
    ✓De ondersteuningsgebruiker is geactiveerd.

    BELANGRIJK!
    Via de ondersteuningsgebruiker kan alleen Fronius Technical Support via een beveiligde verbinding instellingen in de omvormer configureren. Met de knop Toegang ondersteuningsgebruiker beëindigen kunt u de toegang deactiveren.

    Ondersteuningsinfo aanmaken (voor Fronius Support)
    1Klik op de knop Ondersteuningsinfo aanmaken.
    2Het bestand sdp.cry wordt automatisch gedownload. Klik op de knop Ondersteuningsinfo downloaden om het bestand handmatig te downloaden.
    ✓Het bestand sdp.cry wordt in de map 'Downloads' opgeslagen.
    Onderhoud op afstand activeren
    1Klik op de knop Onderhoud op afstand.
    ✓Toegang voor onderhoud op afstand wordt voor Fronius Support geactiveerd.

    BELANGRIJK!
    Via toegang voor onderhoud op afstand krijgt alleen Fronius Technical Support via een beveiligde verbinding toegang tot de omvormer. Hierbij worden diagnosegegevens doorgegeven die worden gebruikt voor het oplossen van problemen. Activeer de toegang tot onderhoud op afstand alleen wanneer dit door Fronius Support wordt gevraagd.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter

    Communicatie

    link-horizontalLink copied

    Netwerk

    Serveradressen voor de gegevensoverdracht
    Als een firewall voor uitgaande verbindingen wordt gebruikt, moet toestemming worden gegeven voor de volgende protocollen, serveradressen en poorten om de gegevensoverdracht mogelijk te maken, zie:
    https://www.fronius.com/~/downloads/Solar%20Energy/Firmware/SE_FW_Changelog_Firewall_Rules_EN.pdf

    Bij gebruik van FRITZ!Box-producten moet de internettoegang onbegrensd en onbeperkt zijn geconfigureerd. 'DHCP Lease Time' (de geldigheid) mag niet op 0 (= oneindig) worden gezet.

    LAN:

    Verbinding tot stand brengen:
    1Voer de hostnaam in.
    2Selecteer het verbindingstype Automatisch of Statisch.
    3Geef bij selectie van het verbindingstype Statisch het IP-adres, het subnetmasker, de DNS en de gateway op.
    4Klik op de knop Verbinden.
    ✓De verbinding wordt tot stand gebracht.

    Na het tot stand brengen van de verbinding moet de status van de verbinding worden gecontroleerd (zie het hoofdstuk Internetservices op pagina (→)).

    WLAN:

    Verbinding maken via WPS:
      ☐

      Het toegangspunt van de omvormer moet actief zijn. Dit wordt geopend door de sensor aan te    raken > de communicatie-LED knippert blauw.

    Ihr Browser kann diesen Film leider nicht anzeigen.
    1.
    Maak verbinding met de omvormer in de netwerkinstellingen (de omvormer is te herkennen aan de naam 'FRONIUS_' en het serienummer van het apparaat).
    2.
    Voer het wachtwoord in dat op het kenplaatje staat en bevestig dit.
    BELANGRIJK!
    Voor het invoeren van een wachtwoord in Windows 10 moet eerst de koppeling Verbinding maken met een netwerkbeveiligingssleutel worden geactiveerd om de verbinding met het wachtwoord tot stand te kunnen brengen.
    3.
    Voer het IP-adres 192.168.250.181 in de adresbalk van de browser in en bevestig dit.
    4.
    Klik in het menu Communicatie > Netwerk > WiFi > WPS op de knop Activeren.
    5.
    Activeer WPS op de WLAN-router (zie de documentatie van de WLAN-router).
    6.
    Klik op de knop Start. De verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
    7.
    Meld u aan bij de gebruikersinterface van de omvormer.
    8.
    Controleer de netwerkdetails en de verbinding met Fronius Solar.web.
    1Maak verbinding met de omvormer in de netwerkinstellingen (de omvormer is te herkennen aan de naam 'FRONIUS_' en het serienummer van het apparaat).
    2Voer het wachtwoord in dat op het kenplaatje staat en bevestig dit.
    BELANGRIJK!
    Voor het invoeren van een wachtwoord in Windows 10 moet eerst de koppeling Verbinding maken met een netwerkbeveiligingssleutel worden geactiveerd om de verbinding met het wachtwoord tot stand te kunnen brengen.
    3Voer het IP-adres 192.168.250.181 in de adresbalk van de browser in en bevestig dit.
    4Klik in het menu Communicatie > Netwerk > WiFi > WPS op de knop Activeren.
    5Activeer WPS op de WLAN-router (zie de documentatie van de WLAN-router).
    6Klik op de knop Start. De verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
    7Meld u aan bij de gebruikersinterface van de omvormer.
    8Controleer de netwerkdetails en de verbinding met Fronius Solar.web.

    Na het tot stand brengen van de verbinding moet de status van de verbinding worden gecontroleerd (zie het hoofdstuk Internetservices op pagina (→)).

    WLAN-netwerk selecteren en verbinden:De gevonden netwerken worden in de lijst weergegeven. Door op de knop Vernieuwen te klikken,    wordt er een nieuwe zoekopdracht uitgevoerd naar beschikbare WLAN-netwerken. Via het invoerveld Netwerk zoeken kan de keuzelijst verder worden beperkt.
    1Selecteer een netwerk in de lijst.
    2Selecteer het verbindingstype Automatisch of Statisch.
    3Geef bij het verbindingstype Automatisch het WLAN-wachtwoord en de hostnaam op.
    4Geef bij selectie van het verbindingstype Statisch het IP-adres, het subnetmasker, de DNS en de gateway op.
    5Klik op de knop Verbinden.
    ✓De verbinding wordt tot stand gebracht.

    Na het tot stand brengen van de verbinding moet de status van de verbinding worden gecontroleerd (zie het hoofdstuk Internetservices op pagina (→)).

    Toegangspunt:

    De omvormer fungeert als toegangspunt. Een pc of smart device maakt rechtstreeks verbinding met de omvormer. Er is geen verbinding met internet mogelijk. In dit menu kunt u de velden Netwerknaam (SSID) en Netwerksleutel (PSK) invullen.
    Het is mogelijk tegelijkertijd een verbinding via WLAN en via een toegangspunt te gebruiken.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Communicatie

    Netwerk

    link-horizontalLink copied

    Serveradressen voor de gegevensoverdracht
    Als een firewall voor uitgaande verbindingen wordt gebruikt, moet toestemming worden gegeven voor de volgende protocollen, serveradressen en poorten om de gegevensoverdracht mogelijk te maken, zie:
    https://www.fronius.com/~/downloads/Solar%20Energy/Firmware/SE_FW_Changelog_Firewall_Rules_EN.pdf

    Bij gebruik van FRITZ!Box-producten moet de internettoegang onbegrensd en onbeperkt zijn geconfigureerd. 'DHCP Lease Time' (de geldigheid) mag niet op 0 (= oneindig) worden gezet.

    LAN:

    Verbinding tot stand brengen:
    1Voer de hostnaam in.
    2Selecteer het verbindingstype Automatisch of Statisch.
    3Geef bij selectie van het verbindingstype Statisch het IP-adres, het subnetmasker, de DNS en de gateway op.
    4Klik op de knop Verbinden.
    ✓De verbinding wordt tot stand gebracht.

    Na het tot stand brengen van de verbinding moet de status van de verbinding worden gecontroleerd (zie het hoofdstuk Internetservices op pagina (→)).

    WLAN:

    Verbinding maken via WPS:
      ☐

      Het toegangspunt van de omvormer moet actief zijn. Dit wordt geopend door de sensor aan te    raken > de communicatie-LED knippert blauw.

    Ihr Browser kann diesen Film leider nicht anzeigen.
    1.
    Maak verbinding met de omvormer in de netwerkinstellingen (de omvormer is te herkennen aan de naam 'FRONIUS_' en het serienummer van het apparaat).
    2.
    Voer het wachtwoord in dat op het kenplaatje staat en bevestig dit.
    BELANGRIJK!
    Voor het invoeren van een wachtwoord in Windows 10 moet eerst de koppeling Verbinding maken met een netwerkbeveiligingssleutel worden geactiveerd om de verbinding met het wachtwoord tot stand te kunnen brengen.
    3.
    Voer het IP-adres 192.168.250.181 in de adresbalk van de browser in en bevestig dit.
    4.
    Klik in het menu Communicatie > Netwerk > WiFi > WPS op de knop Activeren.
    5.
    Activeer WPS op de WLAN-router (zie de documentatie van de WLAN-router).
    6.
    Klik op de knop Start. De verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
    7.
    Meld u aan bij de gebruikersinterface van de omvormer.
    8.
    Controleer de netwerkdetails en de verbinding met Fronius Solar.web.
    1Maak verbinding met de omvormer in de netwerkinstellingen (de omvormer is te herkennen aan de naam 'FRONIUS_' en het serienummer van het apparaat).
    2Voer het wachtwoord in dat op het kenplaatje staat en bevestig dit.
    BELANGRIJK!
    Voor het invoeren van een wachtwoord in Windows 10 moet eerst de koppeling Verbinding maken met een netwerkbeveiligingssleutel worden geactiveerd om de verbinding met het wachtwoord tot stand te kunnen brengen.
    3Voer het IP-adres 192.168.250.181 in de adresbalk van de browser in en bevestig dit.
    4Klik in het menu Communicatie > Netwerk > WiFi > WPS op de knop Activeren.
    5Activeer WPS op de WLAN-router (zie de documentatie van de WLAN-router).
    6Klik op de knop Start. De verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
    7Meld u aan bij de gebruikersinterface van de omvormer.
    8Controleer de netwerkdetails en de verbinding met Fronius Solar.web.

    Na het tot stand brengen van de verbinding moet de status van de verbinding worden gecontroleerd (zie het hoofdstuk Internetservices op pagina (→)).

    WLAN-netwerk selecteren en verbinden:De gevonden netwerken worden in de lijst weergegeven. Door op de knop Vernieuwen te klikken,    wordt er een nieuwe zoekopdracht uitgevoerd naar beschikbare WLAN-netwerken. Via het invoerveld Netwerk zoeken kan de keuzelijst verder worden beperkt.
    1Selecteer een netwerk in de lijst.
    2Selecteer het verbindingstype Automatisch of Statisch.
    3Geef bij het verbindingstype Automatisch het WLAN-wachtwoord en de hostnaam op.
    4Geef bij selectie van het verbindingstype Statisch het IP-adres, het subnetmasker, de DNS en de gateway op.
    5Klik op de knop Verbinden.
    ✓De verbinding wordt tot stand gebracht.

    Na het tot stand brengen van de verbinding moet de status van de verbinding worden gecontroleerd (zie het hoofdstuk Internetservices op pagina (→)).

    Toegangspunt:

    De omvormer fungeert als toegangspunt. Een pc of smart device maakt rechtstreeks verbinding met de omvormer. Er is geen verbinding met internet mogelijk. In dit menu kunt u de velden Netwerknaam (SSID) en Netwerksleutel (PSK) invullen.
    Het is mogelijk tegelijkertijd een verbinding via WLAN en via een toegangspunt te gebruiken.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Communicatie

    Modbus

    link-horizontalLink copied

    De omvormer communiceert via Modbus met systeemcomponenten (bijvoorbeeld Fronius Smart Meter) en andere omvormers. Het primaire apparaat (Modbus Client) verzendt besturingsopdrachten naar het secundaire apparaat (Modbus Server). De besturingsopdrachten worden uitgevoerd door het secundaire apparaat.

    Modbus 0 (M0) RTU / Modbus 1 (M1) RTU
    Als een van beide Modbus RTU-interfaces op Modbus Server is ingesteld, zijn de volgende invoervelden beschikbaar:

     

    Baudsnelheid
    De baudsnelheid beïnvloedt de overdrachtssnelheid tussen de afzonderlijke componenten die in de installatie zijn aangesloten. Zorg er bij het selecteren van de baudsnelheid voor dat deze aan de verzend- en ontvangstzijde gelijk is.

     

    Pariteit
    De pariteitsbit kan voor de pariteitscontrole worden gebruikt. Dit wordt gebruikt om overdrachtsfouten op te sporen. Een pariteitsbit kan een bepaald aantal bits veiligstellen. De waarde (0 of 1) van de pariteitsbit moet bij de zender worden berekend en wordt bij de ontvanger gecontroleerd met behulp van dezelfde berekening. De pariteitsbit kan worden berekend voor even of oneven pariteit.

     

    SunSpec-modeltype
    Afhankelijk van het SunSpec-model zijn er 2 verschillende instellingen.

    float: SunSpec-omvormermodel 111, 112, 113 of 211, 212, 213.
    int + SF: SunSpec-omvormermodel 101, 102, 103 of 201, 202, 203.

     

    Meteradres
    De opgegeven waarde is het identificatienummer (Unit ID) dat aan de meter is toegewezen. Deze waarde vindt u in de gebruikersinterface van de omvormer in het menu Communicatie > Modbus.
    Fabrieksinstelling: 200

     

    Omvormeradres
    De opgegeven waarde is het identificatienummer
    (Unit ID) dat aan de omvormer is toegewezen. Deze waarde vindt u in de gebruikersinterface van de omvormer in het menu Communicatie > Modbus.
    Fabrieksinstelling: 1

    Modbus-server via TCP
    Deze instelling is nodig om besturing van de omvormer via Modbus mogelijk te maken. Als de functie Modbus-server via TCP wordt geactiveerd, zijn de volgende invoervelden beschikbaar:

     

    Modbus-poort
    Het nummer van de TCP-poort die voor de Modbus-communicatie moet worden gebruikt.

     

    SunSpec-modeltype
    Afhankelijk van het SunSpec-model zijn er 2 verschillende instellingen.

    float: SunSpec-omvormermodel 111, 112, 113 of 211, 212, 213.
    int + SF: SunSpec-omvormermodel 101, 102, 103 of 201, 202, 203.

     

    Meteradres
    De opgegeven waarde is het identificatienummer (Unit ID) dat aan de meter is toegewezen. Deze waarde vindt u in de gebruikersinterface van de omvormer in het menu Communicatie > Modbus.
    Fabrieksinstelling: 200

     

    Besturing toestaan
    Wanneer deze optie geactiveerd is, loopt de omvormerbesturing via Modbus.
    Voor de omvormerbesturing zijn de volgende functies beschikbaar:
    • Aan/Uit
    • Vermogensreductie
    • Specificeren van een constante vermogensfactor (cos Phi)
    • Specificeren van een constant reactief vermogen
    • Accucontrole standaard met accu

     

    Besturing beperken
    Hier kan een IP-adres worden ingevoerd dat als enige de omvormer mag besturen.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Communicatie

    Besturing via de cloud

    link-horizontalLink copied

    De netwerkbeheerder/energieleverancier kan via besturing via de cloud het uitvoervermogen van de omvormer beïnvloeden. Voorwaarde hiervoor is dat de omvormer een actieve internetverbinding heeft.

    Parameter

    Weergave

    Beschrijving

    Besturing via de cloud

    Uit

    Besturing van de omvormer via de cloud is gedeactiveerd.

    Aan

    Besturing van de omvormer via de cloud is geactiveerd.

    Profielen

    Waardebereik

    Beschrijving

    Besturing via de cloud voor aansturingsdoeleinden toestaan (Technician)

    Gedeactiveerd/geactiveerd

    Deze functie kan verplicht zijn voor een juiste werking van de installatie.*

    Besturing via de cloud voor virtuele krachtcentrale toestaan (Customer)

    Gedeactiveerd/geactiveerd

    Als de functie Besturing op afstand voor aansturingsdoeleinden toestaan (Technician) is geactiveerd (Technician-toegang vereist), wordt de functie Besturing op afstand voor virtuele krachtcentrales toestaan automatisch geactiveerd. Deze functie kan niet worden gedeactiveerd.

    * Besturing via de cloud
    Een virtuele krachtcentrale is een samenvoeging van meerdere stroomopwekkers. Deze virtuele krachtcentrale kan met behulp van besturing via de cloud op internet worden aangestuurd. Voorwaarde hiervoor is dat de omvormer een actieve internetverbinding heeft. Er worden gegevens over de installatie doorgegeven.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Communicatie

    Solar API

    link-horizontalLink copied

    De Solar API is een op IP gebaseerde, open JSON-interface. Als de API geactiveerd is, kunnen IoT-apparaten in het lokale netwerk zonder authenticatie toegang krijgen tot omvormergegevens. Om veiligheidsredenen is de interface standaard gedeactiveerd en moet deze worden geactiveerd indien nodig voor een toepassing van derden (bijvoorbeeld een EV-laadapparaat, Smart Home-oplossingen enz.) of de Fronius Wattpilot.

    Voor de monitoring raadt Fronius het gebruik van Fronius Solar.web aan, dat beveiligde toegang biedt tot de status van de omvormer en tot productiegegevens.

    Bij het updaten van de firmware naar versie 1.14.x wordt de instelling van de Solar API overgenomen. Voor installaties met een versie lager dan 1.14.x is de Solar API geactiveerd. Vanaf deze versie is de Solar API gedeactiveerd, maar kan deze via het menu worden in- en uitgeschakeld.

    De Fronius Solar API activeren
    Activeer in de gebruikersinterface van de omvormer in het menu Communicatie > Solar API de functie Communicatie via Solar API activeren.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Communicatie

    Fronius Solar.web

    link-horizontalLink copied

    In dit menu kunt u akkoord gaan met technisch noodzakelijke gegevensverwerking of deze afwijzen.

    Ook kan hier de overdracht van analysegegevens en toegang op afstand via Solar.web worden geactiveerd of gedeactiveerd.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Communicatie

    Internetservices

    link-horizontalLink copied

    In dit menu wordt informatie over de verbindingen en de huidige verbindingsstatus weergegeven. Bij problemen met de verbinding is een korte foutbeschrijving zichtbaar.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter

    Veiligheids- en netwerkvereisten

    link-horizontalLink copied

    Landspecifieke setup

    GEVAAR!

    Gevaar door niet-geautoriseerde storingsanalyses en herstelwerkzaamheden.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Storingsanalyses en herstelwerkzaamheden aan de PV-installatie mogen alleen door installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven volgens de nationale normen en richtlijnen worden uitgevoerd.

    OPMERKING!

    Gevaar door onbevoegde toegang.

    Foutief ingestelde parameters kunnen een negatieve invloed hebben op het openbare elektriciteitsnet en/of de terugleveringsmodus van de omvormer, en kunnen ertoe leiden dat niet langer aan de norm wordt voldaan.

    De parameters mogen alleen door installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven worden aangepast.

    Geef de toegangscode niet aan derden en/of onbevoegden.

    OPMERKING!

    Gevaar door verkeerd ingestelde parameters.

    Foutief ingestelde parameters kunnen een negatieve invloed hebben op het openbare elektriciteitsnet en/of storingen in en uitval van de omvormer veroorzaken, en kunnen ertoe leiden dat niet langer aan de norm wordt voldaan.

    De parameters mogen alleen door installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven worden aangepast.

    De parameters mogen alleen worden aangepast als de netwerkbeheerder dit toestaat of eist.

    Pas de parameters alleen aan met inachtneming van de nationaal geldende normen en/of richtlijnen en de specificaties van de netwerkbeheerder.

    Het menu Landspecifieke setup is uitsluitend bedoeld voor installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven. Zie het hoofdstuk Omvormercode in Solar.SOS aanvragen om de toegangscode voor dit menu aan te vragen.

    De geselecteerde landspecifieke setup voor het betreffende land bevat vooraf ingestelde parameters volgens de nationaal geldende normen en eisen. Afhankelijk van de plaatselijke netomstandigheden en de specificaties van de netwerkbeheerder moet de geselecteerde landspecifieke setup mogelijk worden aangepast.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Landspecifieke setup

    link-horizontalLink copied

    GEVAAR!

    Gevaar door niet-geautoriseerde storingsanalyses en herstelwerkzaamheden.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Storingsanalyses en herstelwerkzaamheden aan de PV-installatie mogen alleen door installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven volgens de nationale normen en richtlijnen worden uitgevoerd.

    OPMERKING!

    Gevaar door onbevoegde toegang.

    Foutief ingestelde parameters kunnen een negatieve invloed hebben op het openbare elektriciteitsnet en/of de terugleveringsmodus van de omvormer, en kunnen ertoe leiden dat niet langer aan de norm wordt voldaan.

    De parameters mogen alleen door installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven worden aangepast.

    Geef de toegangscode niet aan derden en/of onbevoegden.

    OPMERKING!

    Gevaar door verkeerd ingestelde parameters.

    Foutief ingestelde parameters kunnen een negatieve invloed hebben op het openbare elektriciteitsnet en/of storingen in en uitval van de omvormer veroorzaken, en kunnen ertoe leiden dat niet langer aan de norm wordt voldaan.

    De parameters mogen alleen door installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven worden aangepast.

    De parameters mogen alleen worden aangepast als de netwerkbeheerder dit toestaat of eist.

    Pas de parameters alleen aan met inachtneming van de nationaal geldende normen en/of richtlijnen en de specificaties van de netwerkbeheerder.

    Het menu Landspecifieke setup is uitsluitend bedoeld voor installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven. Zie het hoofdstuk Omvormercode in Solar.SOS aanvragen om de toegangscode voor dit menu aan te vragen.

    De geselecteerde landspecifieke setup voor het betreffende land bevat vooraf ingestelde parameters volgens de nationaal geldende normen en eisen. Afhankelijk van de plaatselijke netomstandigheden en de specificaties van de netwerkbeheerder moet de geselecteerde landspecifieke setup mogelijk worden aangepast.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Omvormercode in Solar.SOS aanvragen

    link-horizontalLink copied

    Het menu Landspecifieke setup is uitsluitend bedoeld voor installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven. De toegangscode voor dit menu van de omvormer kan via de portal Fronius Solar.SOS worden aangevraagd.

    Zo vraagt u een omvormercode aan via Fronius Solar.SOS:
    Ihr Browser kann diesen Film leider nicht anzeigen.
    1.
    In de browser solar-sos.fronius.com openen
    2.
    Op het Fronius-account inloggen
    3.
    Rechtsboven op het vervolgkeuzemenu    klikken
    4.
    De menuoptie Omvormercodes weergeven selecteren
    5.
    Er verschijnt een contractpagina voor de aanvraag van een toegangscode voor het wijzigen van de netparameters voor Fronius-omvormers
    6.
    Met de gebruiksvoorwaarden akkoord gaan door Ja, ik heb de gebruiksvoorwaarden gelezen en ga ermee akkoord aan te vinken en op Bevestigen en verzenden te klikken
    7.
    Daarna kunnen in het vervolgkeuzemenu rechtsboven onder Omvormercodes weergeven de codes worden weergegeven
    1In de browser solar-sos.fronius.com openen
    2Op het Fronius-account inloggen
    3Rechtsboven op het vervolgkeuzemenu    klikken
    4De menuoptie Omvormercodes weergeven selecteren
    ✓Er verschijnt een contractpagina voor de aanvraag van een toegangscode voor het wijzigen van de netparameters voor Fronius-omvormers
    5Met de gebruiksvoorwaarden akkoord gaan door Ja, ik heb de gebruiksvoorwaarden gelezen en ga ermee akkoord aan te vinken en op Bevestigen en verzenden te klikken
    6Daarna kunnen in het vervolgkeuzemenu rechtsboven onder Omvormercodes weergeven de codes worden weergegeven

    VOORZICHTIG!

    Gevaar door onbevoegde toegang.

    Foutief ingestelde parameters kunnen een negatieve invloed hebben op het openbare elektriciteitsnet en/of de terugleveringsmodus van de omvormer, en kunnen ertoe leiden dat niet langer aan de norm wordt voldaan.

    De parameters mogen alleen door installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven worden aangepast.

    Geef de toegangscode niet aan derden en/of onbevoegden.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Terugleveringsbegrenzing

    link-horizontalLink copied

    Energiebedrijven en netwerkbeheerders kunnen terugleveringsbegrenzingen voor omvormers voorschrijven (bijvoorbeeld maximaal 70% van de kWp of maximaal 5 kW). De teruglevering van het werkelijke vermogen aan het netaansluitingspunt (installatielocatie van de Fronius Smart Meter of de primaire meter) wordt beperkt tot de ingestelde waarde.

    De terugleveringsbegrenzing houdt daarbij rekening met het eigenverbruik in het eigen huishouden voordat het vermogen van een omvormer gereduceerd wordt: Er kan een afzonderlijke limiet worden ingesteld.

    Om de opbrengstverliezen als gevolg van de begrenzing van de teruggeleverde vermogen te minimaliseren, kan het beschikbare vermogen van het moduleveld:

    • worden gebruikt voor (regelbare) verbruikers zoals Fronius Ohmpilot, Fronius Wattpilot, verbruikers die via I/O's worden aangestuurd
    • in een accu worden opgeslagen

    Als deze opties zijn uitgeput, wordt het opgenomen vermogen van het moduleveld verlaagd zodat de terugleveringsbegrenzing niet wordt overschreden.

    Installatievarianten met omvormers, Fronius Smart Meters en systeemcomponenten staan onder

    ( → TARGET NOT FOUND)
    vermeld.

    Totaal DC-installatievermogen
    Invoerveld voor het totale DC-installatievermogen in Wp.
    Deze waarde moet altijd worden ingevoerd voor een optimale regeling en wordt gebruikt als de Max. teruggeleverde elektriciteit in % wordt aangegeven.

    Vermogensbegrenzing gedeactiveerd
    De omvormer zet het volledige beschikbare PV-vermogen om.

    Vermogensbegrenzing geactiveerd
    Begrenzing van de teruglevering van elektriciteit met de volgende selectiemogelijkheden:

    • Limiet totaal vermogen
      De volledige PV-installatie wordt op een vaste terugleveringslimiet begrensd. De waarde van de toelaatbare totale teruggeleverde elektriciteit moet worden ingesteld.
    • Limiet per fase - asymmetrische opwekking
      Voor elke fase wordt het optimum bepaald. De omvormer regelt de afzonderlijke fasen zodanig dat geen van de fasen de ingestelde waarde overschrijdt.
    • Limiet per fase - zwakste fase
      Elke afzonderlijke fase wordt gemeten. Als bij een fase de toegestane terugleveringslimiet wordt overschreden, reduceert de omvormer het totale vermogen symmetrisch voor alle fasen totdat de limiet is bereikt.

    BELANGRIJK!
    De instellingen voor Limit per Phase moeten worden uitgevoerd als nationale normen en voorschriften een beperking van het vermogen per fase vereisen. De waarde van de toelaatbare teruggeleverde elektriciteit per fase moet worden ingesteld.

    BELANGRIJK!
    Instellingen voor Vermogensbegrenzing worden automatisch toegepast voor de dynamische terugleveringsbegrenzing van het I/O-vermogensbeheer. Limiet totaalvermogen is de vooringestelde configuratie.

    BELANGRIJK!
    Instellingen voor Vermogensbegrenzing worden automatisch toegepast voor de dynamische terugleveringsbegrenzing van het I/O-vermogensbeheer. Limiet totaalvermogen is de vooringestelde configuratie.

    Dynamische vermogensreductie (Soft Limit)
    Als deze waarde wordt overschreden, zet de omvormer de ingestelde waarde terug.

    Uitschakelfunctie terugleveringsbegrenzing (Hard Limit Trip)
    Als deze waarde wordt overschreden, schakelt de omvormer binnen maximaal 5 seconden uit. Deze waarde moet hoger zijn dan de waarde die is ingesteld bij Dynamische vermogensbegrenzing (Soft Limit).

    Max. teruggeleverde elektriciteit
    Invoerveld voor de maximale teruggeleverde elektriciteit in W of % (instelbereik: -10 tot 100%).
    Als er geen meter in de installatie aanwezig is of als deze uitvalt, beperkt de omvormer het uitvoervermogen tot de ingestelde waarde.

    Voor de regeling in het geval van een Fail-Safe de functie Omvormervermogen tot 0% verlagen als de verbinding met de Smart Meter is verbroken activeren.

    Gebruik van WLAN voor communicatie tussen de Fronius Smart Meter en de omvormer is voor de Fail-Safe-functie niet aanbevolen. Zelfs kortstondige onderbrekingen in de verbinding kunnen ertoe leiden dat de omvormer wordt uitgeschakeld. Dit probleem doet zich vooral vaak voor als de WLAN-signaalsterkte zwak is, de WLAN-verbinding traag of overbelast is of de router automatisch een kanaal selecteert.

    Meerdere omvormers begrenzen (alleen Soft Limit)
    Regeling van de dynamische terugleveringsbegrenzing voor meerdere omvormers. Lees voor meer informatie over de configuratie het hoofdstuk Dynamische terugleveringsbegrenzing met meerdere omvormers op pagina (→).

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Terugleveringsbegrenzing - voorbeelden

    link-horizontalLink copied

    Limiet totaal vermogen
    (terugleveringsbegrenzing 0 kW)

    Uitleg
    Via het terugleveringspunt mag geen vermogen (0 kW) aan het openbare elektriciteitsnet worden teruggeleverd. Aan de belastingbehoefte in het thuisnet (12 kW) wordt met het door de omvormer geproduceerde vermogen voldaan.

    Limiet per fase - asymmetrische opwekking
    (terugleveringsbegrenzing 0 kW per fase) - asymmetrisch

    Uitleg
    Per fase wordt de belastingsbehoefte in het thuisnet bepaald en daaraan voldaan.

    Limiet per fase - asymmetrische opwekking
    (terugleveringsbegrenzing 1 kW per fase) - asymmetrisch

    Uitleg
    Per fase wordt de belastingsbehoefte in het thuisnet bepaald en daaraan voldaan. Bovendien wordt het overschot aan productie (1 kW per fase) teruggeleverd aan het openbare stroomnetwerk in overeenstemming met de maximaal toegestane terugleverlimiet.

    Limiet per fase - zwakste fase
    (terugleveringsbegrenzing 0 kW per fase met accu) - symmetrisch

    Uitleg
    De zwakste fase voor de benodigde belasting in het thuisnet wordt bepaald (fase 1 = 2 kW). Het resultaat van de zwakste fase (2 kW) wordt op alle fasen toegepast. Aan fase 1 (2 kW) kan worden voldaan. Aan fase 2 (4 kW) en fase 3 (6 kW) kan niet worden voldaan; er is capaciteit uit het openbare elektriciteitsnet nodig (fase 2 = 2 kW, fase 3 = 4 kW).

    Limiet per fase - zwakste fase
    (terugleveringsbegrenzing 1 kW per fase) - symmetrisch

    Uitleg
    De zwakste fase voor de benodigde belasting in het thuisnet (fase 1 = 2 kW) wordt bepaald en bij de maximaal toegestane terugleverlimiet (1 kW) opgeteld. Het resultaat van de zwakste fase (2 kW) wordt op alle fasen toegepast. Aan fase 1 (2 kW) kan worden voldaan. Aan fase 2 (4 kW) en fase 3 (6 kW) kan niet worden voldaan; er is capaciteit uit het openbare elektriciteitsnet nodig (fase 2 = 1 kW, fase 3 = 3 kW).

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Dynamische terugleveringsbegrenzing met meerdere omvormers

    link-horizontalLink copied

    BELANGRIJK!
    Voor instellingen in dit menu selecteert u de gebruiker Technician, geeft u het wachtwoord voor de gebruiker Technician op en bevestigt u dit. De instellingen in dit menu mogen uitsluitend door getraind personeel worden geconfigureerd.

    Om terugleveringsbegrenzingen van energiebedrijven of netwerkbeheerders centraal te beheren, kan de omvormer als primair apparaat de dynamische terugleveringsbegrenzing voor andere Fronius-omvormers (secundaire apparaten) besturen. Deze besturing heeft betrekking op de terugleveringsbegrenzing Soft Limit (zie Terugleveringsbegrenzing). Hiervoor moet aan de volgende vereisten worden voldaan:

    • Vermogensbegrenzing en de functie Meerdere omvormers begrenzen (alleen Soft Limit) worden in de gebruikersinterface van het primaire apparaat geactiveerd en geconfigureerd.
    • De primaire en secundaire apparaten zijn fysiek via LAN met dezelfde netwerkrouter verbonden.
    • Voor alle secundaire apparaten is de functie Omvormerbesturing via Modbus geactiveerd en geconfigureerd.
    • De Fronius Smart Meter is als primaire meter geconfigureerd en met het primaire apparaat verbonden.

    BELANGRIJK!
    Er is slechts 1 primaire meter nodig voor het primaire apparaat.

    BELANGRIJK!
    Als een omvormer op een accu is aangesloten, moet deze als het primaire apparaat voor de dynamische terugleveringsbegrenzing worden gebruikt.

    Voorbeeld aansluitschema dynamische terugleveringsbegrenzing met meerdere omvormers

    De dynamische terugleveringsbegrenzing is beschikbaar voor de volgende apparaatcombinaties:

    Primair apparaat

    Secundaire apparaten

    Fronius GEN24

    Fronius GEN24, Fronius Verto, Fronius Tauro, Fronius SnapINverter met Fronius Datamanager 2.0*

    Fronius Verto

    Fronius GEN24, Fronius Verto, Fronius Tauro, Fronius SnapINverter met Fronius Datamanager 2.0*

    Fronius Tauro

    Fronius GEN24, Fronius Verto, Fronius Tauro, Fronius SnapINverter met Fronius Datamanager 2.0*

    * Op elke Fronius SnapINverter kunnen maximaal 4 extra Fronius SnapINverters worden aangesloten met Fronius Datamanager 2.0.

    Primaire meter
    De Fronius Smart Meter fungeert als enige primaire meter en is rechtstreeks met het primaire apparaat verbonden. De Smart Meter meet het totale uitvoervermogen van alle omvormers naar het elektriciteitsnet en stuurt deze informatie via Modbus naar het primaire apparaat.

    Primair apparaat
    De terugleveringsbegrenzing kan via de gebruikersinterface van de omvormer worden geconfigureerd:

    1Selecteer in het menu Veiligheids- en netwerkeisen > Terugleveringsbegrenzing de functie Vermogensbegrenzing en kies Limiet totaal vermogen.
    2Landspecifieke instellingen uitvoeren.
    3Activeer in het menu Veiligheids- en netwerkeisen > Terugleveringsbegrenzing de functie Meerdere omvormers begrenzen (alleen Soft Limit).

    Het primaire apparaat zoekt automatisch in het netwerk naar beschikbare secundaire apparaten. Er verschijnt een lijst met de gevonden omvormers. Klik op de knop 'Refresh'    om opnieuw te zoeken.

    4Activeer Omvormers gebruiken voor alle secundaire apparaten waarvoor een terugleveringsbegrenzing geldt. Klik op Alle omvormers gebruiken om de functie voor alle secundaire apparaten te activeren.

    De status van de vermelde omvormers wordt als volgt weergegeven:
    • Inactive: het secundaire apparaat is niet geconfigureerd voor vermogensregeling.
    • Disconnected: het secundaire apparaat is wel geconfigureerd, maar er is geen netwerkverbinding mogelijk.
    • Connected: het secundaire apparaat is geconfigureerd en via het netwerk toegankelijk voor het primaire apparaat.
    5Stel in het menu Veiligheids- en netwerkeisen > I/O-vermogensbeheer de besturingsprioriteiten als volgt in:
    1. I/O-vermogensbeheer
    2. Modbus-besturing
    3. Terugleveringsbegrenzing
    Omvormers handmatig toevoegen
    1Selecteer het menu Extra omvormers.
    2Voer de naam, de hostnaam of het IP-adres en het Modbus-adres van het secundaire apparaat in.
    3Klik op Omvormers toevoegen+.

    Secundair apparaat
    Een secundair apparaat neemt de terugleveringsbegrenzing over van het primaire apparaat. Er worden geen gegevens voor de terugleveringsbegrenzing naar het primaire apparaat verzonden. Voor de vermogensbegrenzing moeten de volgende configuraties worden ingesteld:

    Gebruikersinterface secundair apparaat GEN24 / Verto / Tauro
    1Selecteer de gebruiker Technician en voer het wachtwoord voor de gebruiker Technician in.
    2Activeer in het menu Modbus de functie Modbus-server via TCP.
    3Voor een Fail-Safe-scenario stelt u in het menu Veiligheids- en netwerkeisen > I/O-vermogensbeheer de besturingsprioriteiten als volgt in:
    1. I/O-vermogensbeheer
    2. Modbus-besturing
    3. Terugleveringsbegrenzing
    4Selecteer het menu Veiligheids- en netwerkeisen > Terugleveringsbegrenzing en voer de volgende instellingen uit:
    • Activeer de functie Vermogensbegrenzing.
    • Selecteer Limiet totaal vermogen en geef de totale waarde van het vermogen van het DC-systeem in W op.
    • Activeer Dynamische terugleveringsbegrenzing (Soft Limit) en voer bij Max. terugleveringsvermogen een waarde van 0 W in.
    • Activeer de functie Omvormervermogen tot 0% verlagen als de verbinding met de Smart Meter is verbroken.
    Gebruikersinterface secundair apparaat Fronius Datamanager 2.0
    1 Selecteer de gebruiker Beheerder en voer het wachtwoord voor de gebruiker Beheerder in.
    2Activeer in het menu Instellingen Modbus de functies Gegevensuitvoer via Modbus en Omvormerbesturing via Modbus.
    3Stel in het menu EVU-editor > Besturingsprioriteiten de besturingsprioriteiten voor een Fail-Safe-scenario als volgt in:
    1. I/O-besturing
    2. Besturing via Modbus
    3. Dynamische vermogensreductie
    4Selecteer in het menu EVU-editor > de functie Dynamische vermogensreductie.
    5Activeer in het menu Terugleveringsbegrenzing de functie Limiet voor volledig systeem en voer de volgende instellingen in:
    • Geef de totale waarde van het vermogen van het DC-systeem in W op.
    • Activeer Dynamische terugleveringsbegrenzing (Soft Limit) en voer bij Max. terugleveringsvermogen een waarde van 0 W in.
    • Activeer de functie Omvormervermogen tot 0% verlagen als de verbinding met de Smart Meter is verbroken.
    ✓De functie voor dynamische terugleveringsbegrenzing met meerdere omvormers is nu geconfigureerd.

    BELANGRIJK!
    Het secundaire apparaat stopt de teruglevering van elektriciteit automatisch in geval van een communicatiestoring waarbij de Modbus-besturing geen signaal naar de omvormer stuurt.

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    I/O-vermogensbeheer

    link-horizontalLink copied

    Algemeen
    In dit menu worden instellingen die relevant zijn voor de netwerkbeheerder gedefinieerd als regels. Dit heeft betrekking op een beperking van het werkelijke vermogen in % of watt en/of een vermogensfactorspecificatie.

    BELANGRIJK!
    Voor instellingen in dit menu selecteert u de gebruiker Technician, geeft u het wachtwoord voor de gebruiker Technician op en bevestigt u dit. Alleen technische specialisten mogen de instellingen in dit menugedeelte configureren!

    Open onder Regels een menugedeelte (bijv. Regel 1). De volgende instellingen configureren:

    Begrenzing

    De volgende regels van het vermogensbeheer selecteren:

    • Dynamische terugleveringsbegrenzing (W): Het werkelijke vermogen dat aan het netaansluitingspunt wordt teruggeleverd, is begrensd tot de ingestelde waarde (bijv. 5.000 watt).
    • Begrenzing uitvoervermogen afzonderlijke apparaat (%): Het uitvoervermogen van de omvormer wordt beperkt tot de gedefinieerde waarde van het absolute werkelijke vermogen.
    • Shutdown afzonderlijke apparaat: De omvormer beëindigt de terugleveringsmodus aan het stroomnetwerk en schakelt over naar de stand-bymodus.

    BELANGRIJK!
    De regels voor het begrenzen van het uitvoervermogen en de shutdown zijn van toepassing op dit apparaat en kunnen niet op andere omvormers in het systeem worden toegepast. Onder Terugleveringsbegrenzing kan een dynamische terugleveringsbegrenzing voor verschillende omvormers worden geconfigureerd.

    Ingangsvoorbeeld (instelling van de afzonderlijke I/O's)
    1 x klikken = wit, contact open
    2 x klikken = blauw, contact gesloten
    3 x klikken = grijs, niet gebruikt

    Vermogensfactor (cos φ) (waarde definiëren)

    Impendantiegedrag

    • Capacitief
    • Inductief

    Feedback stroomleverancier
    Bij een geactiveerde regel moet de uitgang Feedback stroomleverancier (pin 1 aanbevolen) altijd worden geconfigureerd (bijvoorbeeld bij gebruik van een signaleringssysteem).

    Het is mogelijk om gedefinieerde regels in het gegevensformaat *.fpc te Importeren of te Exporteren.

    Als een actieve regel de besturing van de omvormer beïnvloedt, geeft het apparaat dit in het overzicht van de gebruikersinterface onder Apparaatstatus weer.

    Besturingsprioriteiten
    Hier stelt u voor de besturingsprioriteiten voor het I/O-vermogensbeheer (DRM of rimpelstroomsignaalontvanger) de terugleveringsbegrenzing en de Modbus-besturing in.

    1 = hoogste prioriteit, 3 = laagste prioriteit

    De lokale prioriteiten van het I/O-vermogensbeheer, de terugleveringsbegrenzing en Modbus worden gedeactiveerd door cloudbesturingsopdrachten (op basis van regelgeving en virtuele krachtcentrales), zie Besturing via de cloud op pagina (→), en door de noodstroomvoorziening.

    Met de besturingsprioriteiten maakt het apparaat onderscheid tussen vermogensbegrenzing en uitschakeling van de omvormer. Uitschakeling van de omvormer heeft altijd voorrang op de vermogensbegrenzing. Een opdracht voor het uitschakelen van de omvormer wordt altijd uitgevoerd en hoeft niet geprioriteerd te worden.

    Vermogensbegrenzing
    • I/O-vermogensbeheer (DRM/rimpelstroomsignaalontvanger) - volgens opdracht
    • Terugleveringsbegrenzing (Soft Limit) - altijd actief
    • Modbus (vermogenslimiet) - volgens opdracht
    Uitschakeling van de omvormer
    • I/O-vermogensbeheer = 0% (DRM/rimpelstroomsignaalontvanger) - volgens opdracht
    • Terugleveringsbegrenzing (Hard Limit)
    • Modbus (uitschakelopdracht) - volgens opdracht
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Aansluitschema - 4 relais

    link-horizontalLink copied

    De rimpelstroomsignaalontvanger en de I/O-aansluitklemmen van de omvormer kunnen volgens het aansluitschema met elkaar worden verbonden.
    Voor afstanden van meer dan 10 m tussen de omvormer en de rimpelstroomsignaalontvanger wordt minstens één CAT 5 STP-kabel aanbevolen en moet de afscherming aan één uiteinde worden aangesloten op de insteekaansluitklem van het datacommunicatiegedeelte (SHIELD).

    (1)
    Rimpelstroomsignaalontvanger met 4 relais, voor begrenzing van het werkelijke vermogen.
    (2)
    I/O's van het datacommunicatiegedeelte.
    Vooraf geconfigureerd bestand gebruiken voor het 4-relaisbedrijf:
    1Download het bestand (.fpc) onder 4-relaisbedrijf op het eindapparaat.
    2Upload het bestand (.fpc) door in het menu I/O-vermogensbeheer op de knop Importeren te klikken.
    3Klik op de knop Opslaan.
    ✓De instellingen voor het 4-relaisbedrijf zijn opgeslagen.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Instellingen I/O-vermogensbeheer - 4 relais

    link-horizontalLink copied
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Aansluitschema - 3 relais

    link-horizontalLink copied

    De rimpelstroomsignaalontvanger en de I/O-aansluitklemmen van de omvormer kunnen volgens het aansluitschema met elkaar worden verbonden.
    Voor afstanden van meer dan 10 m tussen de omvormer en de rimpelstroomsignaalontvanger wordt minstens één CAT 5 STP-kabel aanbevolen en moet de afscherming aan één uiteinde worden aangesloten op de insteekaansluitklem van het datacommunicatiegedeelte (SHIELD).

    (1)
    Rimpelstroomsignaalontvanger met 3 relais, voor begrenzing van het werkelijke vermogen.
    (2)
    I/O's van het datacommunicatiegedeelte.
    Vooraf geconfigureerd bestand gebruiken voor het 3-relaisbedrijf:
    1Download het bestand (.fpc) onder 3-relaisbedrijf op het eindapparaat.
    2Upload het bestand (.fpc) door in het menu I/O-vermogensbeheer op de knop Importeren te klikken.
    3Klik op de knop Opslaan.
    ✓De instellingen voor het 3-relaisbedrijf zijn opgeslagen.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Instellingen I/O-vermogensbeheer - 3 relais

    link-horizontalLink copied
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Aansluitschema - 2 relais

    link-horizontalLink copied

    De rimpelstroomsignaalontvanger en de I/O-aansluitklemmen van de omvormer kunnen volgens het aansluitschema met elkaar worden verbonden.
    Voor afstanden van meer dan 10 m tussen de omvormer en de rimpelstroomsignaalontvanger wordt minstens één CAT 5 STP-kabel aanbevolen en moet de afscherming aan één uiteinde worden aangesloten op de insteekaansluitklem van het datacommunicatiegedeelte (SHIELD).

    (1)
    Rimpelstroomsignaalontvanger met 2 relais, voor begrenzing van het werkelijke vermogen.
    (2)
    I/O's van het datacommunicatiegedeelte.
    Vooraf geconfigureerd bestand gebruiken voor het 2-relaisbedrijf:
    1Download het bestand (.fpc) onder 2-relaisbedrijf op het eindapparaat.
    2Upload het bestand (.fpc) door in het menu I/O-vermogensbeheer op de knop Importeren te klikken.
    3Klik op de knop Opslaan.
    ✓De instellingen voor het 2-relaisbedrijf zijn opgeslagen.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Instellingen I/O-vermogensbeheer - 2 relais

    link-horizontalLink copied
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Aansluitschema - 1 relais

    link-horizontalLink copied

    De rimpelstroomsignaalontvanger en de I/O-aansluitklemmen van de omvormer kunnen volgens het aansluitschema met elkaar worden verbonden.
    Voor afstanden van meer dan 10 m tussen de omvormer en de rimpelstroomsignaalontvanger wordt minstens één CAT 5 STP-kabel aanbevolen en moet de afscherming aan één uiteinde worden aangesloten op de insteekaansluitklem van het datacommunicatiegedeelte (SHIELD).

    (1)
    Rimpelstroomsignaalontvanger met 1 relais, voor begrenzing van het werkelijke vermogen.
    (2)
    I/O's van het datacommunicatiegedeelte.
    Vooraf geconfigureerd bestand gebruiken voor het 1-relaisbedrijf:
    1Download het bestand (.fpc) onder 1-relaisbedrijf op het eindapparaat.
    2Upload het bestand (.fpc) door in het menu I/O-vermogensbeheer op de knop Importeren te klikken.
    3Klik op de knop Opslaan.
    ✓De instellingen voor het 1-relaisbedrijf zijn opgeslagen.
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Instellingen I/O-vermogensbeheer - 1 relais

    link-horizontalLink copied
    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Automatische test
    (CEI 0-21)

    link-horizontalLink copied

    Beschrijving
    Via Automatische test kan de in Italië vereiste beveiligingsfunctie voor monitoring van de spannings- en frequentiegrenswaarden van de omvormer tijdens de inbedrijfstelling worden gecontroleerd. Tijdens het normale bedrijf controleert de omvormer continu de werkelijke spannings- en frequentiewaarde van het elektriciteitsnet.
    Na het starten van de automatische test worden er na elkaar automatisch diverse individuele tests uitgevoerd. Afhankelijk van de netomstandigheden duurt de test ongeveer 15 minuten.

    BELANGRIJK!
    In Italië mag de omvormer pas na een geslaagde automatische test (CEI 0-21) in bedrijf worden gesteld. Als de automatische test niet wordt uitgevoerd, mag er geen teruglevering aan het elektriciteitsnet plaatsvinden. Als de automatische test wordt gestart, moet deze correct worden voltooid. De automatische test kan tijdens het noodstroombedrijf niet worden gestart.

    U max

    Test voor het controleren van de maximale spanning in fasegeleiders

    U min

    Test voor het controleren van de minimale spanning in fasegeleiders

    f max

    Test voor het controleren van de maximale netfrequentie

    f min

    Test voor het controleren van de minimale netfrequentie

    f max alt

    Test voor het controleren van een alternatieve maximale netfrequentie

    f min alt

    Test voor het controleren van een alternatieve minimale netfrequentie

    U outer min

    Test voor het controleren van de minimale externe spanning

    U longT.

    Test voor het controleren van de gemiddelde spanningswaarde (10 minuten)

    Opslaan als pdf
    1Klik op de knop Opslaan als pdf.
    2Geef de bestandsnaam in het invoerveld op en klik op de knop Afdrukken.
    ✓Het pdf-bestand wordt gegenereerd en weergegeven.

    Opmerking met betrekking tot de automatische test
    De grenswaarde wordt ingesteld in het menu Veiligheids- en netwerkeisen > Landspecifieke setup > Netondersteunende functies.
    Het menu Landspecifieke setup is uitsluitend bedoeld voor installateurs/servicetechnici van erkende vakbedrijven. De toegangscode voor dit menu van de omvormer kan via de portal Fronius Solar.SOS worden aangevraagd (zie het hoofdstuk Omvormercode in Solar.SOS aanvragen op pagina (→)).

    1. Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter
    2. Veiligheids- en netwerkvereisten

    Rimpelstroomsignaalontvangers aansluiten op meerdere omvormers

    link-horizontalLink copied

    De netwerkbeheerder kan de aansluiting van één of meer omvormers op een rimpelstroomsignaalontvanger eisen om het werkelijke vermogen en/of de vermogensfactor van de PV-installatie te beperken.

    Aansluitschema voor rimpelstroomsignaalontvanger met meerdere omvormers
    De volgende Fronius-omvormers kunnen via een verdeler (koppelrelais) op een rimpelstroomsignaalontvanger worden aangesloten:
    • Symo GEN24
    • Primo GEN24
    • Tauro
    • Verto
    • SnapINverter (alleen apparaten met Fronius Datamanager 2.0)

    BELANGRIJK!
    In de gebruikersinterface van elke omvormer die op de rimpelstroomsignaalontvanger is aangesloten, moet de instelling 4-relaisbedrijf (zie Aansluitschema - 4 relais en Instellingen I/O-vermogensbeheer - 4 relais) worden geactiveerd.

    Annex

    link-horizontalLink copied

    Verzorging, onderhoud en recycling

    Algemeen

    De inverter is zo geconstrueerd, dan geen extra onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. Toch moet bij gebruik met enkele punten rekening worden gehouden om de optimale werking van de inverter te kunnen waarborgen.

    1. Annex

    Verzorging, onderhoud en recycling

    link-horizontalLink copied

    Algemeen

    De inverter is zo geconstrueerd, dan geen extra onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. Toch moet bij gebruik met enkele punten rekening worden gehouden om de optimale werking van de inverter te kunnen waarborgen.

    1. Annex
    2. Verzorging, onderhoud en recycling

    Algemeen

    link-horizontalLink copied

    De inverter is zo geconstrueerd, dan geen extra onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. Toch moet bij gebruik met enkele punten rekening worden gehouden om de optimale werking van de inverter te kunnen waarborgen.

    1. Annex
    2. Verzorging, onderhoud en recycling

    Onderhoud

    link-horizontalLink copied

    Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technisch vakspecialisten.

    1. Annex
    2. Verzorging, onderhoud en recycling

    Reiniging

    link-horizontalLink copied

    De inverter indien nodig met een vochtige doek afvegen.
    Geen reinigingsmiddelen, schuurmiddelen, oplosmiddelen of iets soortgelijks voor het reinigen van de inverter gebruiken.

    1. Annex
    2. Verzorging, onderhoud en recycling

    Exploitatie in omgevingen met veel stof

    link-horizontalLink copied

    OPMERKING!

    Als de omvormer in een omgeving met veel stof wordt gebruikt, kan er vuil op het koellichaam en de ventilator terechtkomen.

    Door onvoldoende koeling kan dit leiden tot verlies van vermogen van de omvormer.

    Zorg ervoor dat de omgevingslucht te allen tijde vrij door de ventilatiesleuven van de omvormer kan stromen.

    Verwijder vuil van het koellichaam en de ventilator.

    1

    Schakel de omvormer uit en wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn (2 minuten) en de ventilator is gestopt.
    Zet de DC-scheidingsschakelaar op de schakelaarstand 'Uit'.

    2

    Verwijder het vuil van het koellichaam en de ventilator met perslucht, een doek of een kwast.

    OPMERKING!

    Gevaar door beschadiging van het ventilatorlager door onjuiste reiniging.

    Een te hoog toerental en een te grote druk op het ventilatorlager kunnen schade veroorzaken.

    Blokkeer de ventilator en reinig deze met perslucht.

    Als u een doek of een kwast gebruikt, reinigt u de ventilator zonder druk op de ventilator uit te oefenen.

    Voer de eerder genoemde stappen in omgekeerde volgorde uit om de omvormer weer in bedrijf te stellen.

    1. Annex
    2. Verzorging, onderhoud en recycling

    Veiligheid

    link-horizontalLink copied

    GEVAAR!

    Gevaar door netspanning en DC-spanning van de zonnepanelen.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Het aansluitpaneel mag uitsluitend worden geopend door bevoegde elektrotechnici.

    Het afzonderlijke deel van de vermogensfasedelen mag uitsluitend worden geopend door servicepersoneel dat bij Fronius is opgeleid.

    Vóór alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat de AC- en DC-zijde van de omvormer spanningsvrij zijn.

    GEVAAR!

    Gevaar door restspanning in de condensatoren.

    Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.

    Wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn (2 minuut).

    1. Annex
    2. Verzorging, onderhoud en recycling

    Afvoer van oude apparaten

    link-horizontalLink copied

    Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform EU-richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled. Gebruikte apparaten moeten bij de distributeur of bij een erkend plaatselijk inzamelpunt worden ingeleverd. Door oude apparaten correct af te voeren, kunnen grondstoffen worden hergebruikt en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu worden beperkt.

    Verpakkingsmaterialen
    • Gescheiden inzamelen
    • Neem de lokaal geldende voorschriften in acht
    • Verminder het volume van de doos
    1. Annex

    Garantievoorwaarden

    link-horizontalLink copied

    Fronius-fabrieksgarantie

    De gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden vindt u op www.fronius.com/solar/garantie .

    Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-product te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

    1. Annex
    2. Garantievoorwaarden

    Fronius-fabrieksgarantie

    link-horizontalLink copied

    De gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden vindt u op www.fronius.com/solar/garantie .

    Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-product te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.

    1. Annex

    Statuscodes en problemen oplossen

    link-horizontalLink copied

    Weergave

    De statuscodes worden in de gebruikersinterface van de omvormer in het menu Systeem > Gebeurtenislogboek, in het gebruikersmenu onder Meldingen of in Fronius Solar.web* weergegeven.

    *
    Zie bij een overeenkomstige configuratie het hoofdstuk Fronius Solar.web op pagina (→).
    1. Annex
    2. Statuscodes en problemen oplossen

    Weergave

    link-horizontalLink copied

    De statuscodes worden in de gebruikersinterface van de omvormer in het menu Systeem > Gebeurtenislogboek, in het gebruikersmenu onder Meldingen of in Fronius Solar.web* weergegeven.

    *
    Zie bij een overeenkomstige configuratie het hoofdstuk Fronius Solar.web op pagina (→).
    1. Annex
    2. Statuscodes en problemen oplossen

    Statuscodes

    link-horizontalLink copied
    1030 - WSD (bedrijfs-led: brandt rood)
    Oorzaak:Een op de WSD-keten aangesloten apparaat heeft de signaalkabel onderbroken (bijv. een overspanningsbeveiliging) of de af fabriek geïnstalleerde standaardoverbrugging is verwijderd en er is geen activeringsvoorziening geïnstalleerd.
    Oplossing:Als de overspanningsbeveiliging SPD geactiveerd is, moet de omvormer door een erkend vakbedrijf worden gerepareerd.
    OF:Installeer de af fabriek geïnstalleerde standaardoverbrugging of een activeringsvoorziening.
    OF:Zet de WSD-schakelaar (Wired Shut Down) in positie 1 (primair WSD-apparaat).

    GEVAAR!

    Gevaar door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.

    Dit kan ernstig lichamelijk letsel en materiële schade veroorzaken.

    Het inbouwen en aansluiten van een overspanningsbeveiliging SPD mag alleen worden uitgevoerd door servicemedewerkers die door Fronius zijn getraind en alleen in overeenstemming met de technische voorschriften.

    Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.

    1. Annex

    Technische gegevens

    link-horizontalLink copied

    Verto 15.0 208‑240

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    180 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    22,5 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    3.000 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    120 | 127 | 139 VAC1)

    Nominaal vermogen

    15 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    15 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Maximale uitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 208 / 120 VAC
    3~ (N)PE 220 / 127 VAC
    3~ (N)PE 240 / 139 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    15 kW

    Nominaal vermogen

    15 kW

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    41,7 / 39,4 / 36 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (180 / 525 / 870 VDC)

    96,04% / 96,87% / 96,68%

    Maximaal rendement

    97,50%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verto 15.0 208‑240

    link-horizontalLink copied

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    180 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    22,5 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    3.000 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    120 | 127 | 139 VAC1)

    Nominaal vermogen

    15 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    15 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Maximale uitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 208 / 120 VAC
    3~ (N)PE 220 / 127 VAC
    3~ (N)PE 240 / 139 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    15 kW

    Nominaal vermogen

    15 kW

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    41,7 / 39,4 / 36 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (180 / 525 / 870 VDC)

    96,04% / 96,87% / 96,68%

    Maximaal rendement

    97,50%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verto 18.0 208‑240

    link-horizontalLink copied

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    220 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    27 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    3.600 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    120 | 127 | 139 VAC1)

    Nominaal vermogen

    18 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    18 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Maximale uitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 208 / 120 VAC
    3~ (N)PE 220 / 127 VAC
    3~ (N)PE 240 / 139 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    18 kW

    Nominaal vermogen

    18 kW

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    50 / 47,2 / 43,2 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (220 / 545 / 870 VDC)

    95,68% / 96,14% / 95,57%

    Maximaal rendement

    96,49%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verto 25.0

    link-horizontalLink copied

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    300 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    37,5 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    5.000 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    220 | 230 | 254 | 277 VAC1)

    Nominaal vermogen

    25 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    25 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 380 / 220 VAC
    3~ (N)PE 400 / 230 VAC
    3~ (N)PE 440 / 254 VAC
    3~ (N)PE 480 / 277 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    25 kW

    Nominaal vermogen

    25 kW

    Nominale uitgangsstroom / fase

    37,9 / 36,2 / 32,8 / 30,1 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (300 / 585 / 870 VDC)

    97,04% / 97,35% / 97,36%

    Maximaal rendement

    97,74%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    Veiligheidsvoorzieningen

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Koelprincipe

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Lekstroombeveiliging 9)

    Geïntegreerd

    RCMU-classificatie

    De softwareklasse van het (de) veiligheidsplatform(en) is gespecificeerd als een besturingsfunctie van klasse B (eenkanaals met periodieke zelftest) volgens IEC60730 bijlage H.

    DC-isolatiemeting 9)

    geïntegreerd 2)

    Gedrag bij overbelasting

    Werkpuntverschuiving
    Vermogensbegrenzing

    Actieve eilanddetectie

    Frequentieverschuivingsmethode

    AFCI

    Geïntegreerd

    AFPE (AFCI)-classificatie (volgens IEC63027) 9)

    F-I-AFPE-1-4/4-2
    Volledige afdekking
    Geïntegreerd
    AFPE
    1 bewaakte string per ingangspoort
    4/4 ingangspoorten per kanaal (AFPE1 voor MPP1 en MPP2: 4, AFPE2 voor MPP3 en MPP4: 4)
    2 bewaakte kanalen

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verto 27.0

    link-horizontalLink copied

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    330 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    40,5 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    5.400 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    220 | 230 | 254 | 277 VAC1)

    Nominaal vermogen

    27 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    27 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Maximale uitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 380 / 220 VAC
    3~ (N)PE 400 / 230 VAC
    3~ (N)PE 440 / 254 VAC
    3~ (N)PE 480 / 277 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    27 kW

    Nominaal vermogen

    27 kW

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    40,9 A / 39,1 / 35,4 / 32,5 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (330 / 600 / 870 VDC)

    97,09% / 97,79% / 97,40%

    Maximaal rendement

    98,03%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verto 30.0

    link-horizontalLink copied

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    360 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    45 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    6.000 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    220 | 230 | 254 | 277 VAC1)

    Nominaal vermogen

    29,99 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    29,99 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Maximale uitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 380 / 220 VAC
    3~ (N)PE 400 / 230 VAC
    3~ (N)PE 440 / 254 VAC
    3~ (N)PE 480 / 270 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    29,99 kW

    Nominaal vermogen

    29,99 kW

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    45,5 / 43,5 / 39,4 / 36,1 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (360 / 615 / 870 VDC)

    97,25% / 97,80% / 97,45%

    Maximaal rendement

    98,02%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verto 33.3

    link-horizontalLink copied

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    400 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    50 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    6.660 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    220 | 230 | 254 | 277 VAC1)

    Nominaal vermogen

    33,3 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    33,3 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Maximale uitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 380 / 220 VAC
    3~ (N)PE 400 / 230 VAC
    3~ (N)PE 440 / 254 VAC
    3~ (N)PE 480 / 277 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    33,3 kW

    Nominaal vermogen

    33,3 kW

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    50,5 / 48,3 / 43,7 / 40,1 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (400 / 635 / 870 VDC)

    97,23% / 97,76% / 97,47%

    Maximaal rendement

    97,98%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verto 36.0 480

    link-horizontalLink copied

    Ingangsgegevens

    Maximale ingangsspanning
    (bij 1 000 W/m² / -10 °C in nullastbedrijf)

    1000 VDC

    Startingangsspanning

    150 VDC

    MPP-spanningsbereik

    440 - 870 VDC

    Aantal MPP-controllers

    4

    Maximale ingangsstroom (IDC max)
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string


    28 / 28 / 28 / 28 A
    28 A

    Maximale kortsluitingsstroom 8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4
    per string

    120 A
    40 / 40 / 40 / 40 A
    40 A

    ISC PV8) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    150 A
    50 A / 50 A / 50 A / 50 A

    Maximaal vermogen PV-veld (PPV max) Totaal
    PV1 / PV2 / PV3 / PV4

    50 kWp
    20 / 20 / 20 / 20 kWp

    DC-overspanningscategorie

    2

    Max. terugleveringsstroom van de omvormer naar het PV-veld 3)

    50 A4)

    Maximale capaciteit van PV-generator naar aarde

    7.200 nF

    Grenswaarde van de isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde (bij levering) 7)

    34 kΩ

    Instelbaar bereik van isolatieweerstandstest tussen moduleveld en aarde 6)

    34 - 10 000 kΩ

    Grenswaarde en uitschakeltijd van plotselinge lekstroombeveiliging (bij levering)

    30 / 300 mA / ms
    60 / 150 mA / ms
    90 / 40 mA / ms

    Grenswaarde en uitschakeltijd van continue lekstroombeveiliging (bij levering)

    300 / 300 mA / ms

    Instelbaar bereik van continue lekstroombewaking 6)

    30-1.000 mA

    Cyclische herhaling van isolatieweerstandstest (bij levering)

    24 h

    Instelbaar bereik voor cyclisch herhalen van isolatieweerstandstest

    -

    Uitgangsgegevens

    Netspanningsbereik

    176 - 528 VAC

    Nominale netspanning

    254 VAC | 277 VAC1)

    Nominaal vermogen

    36 kW

    Nominaal schijnbaar vermogen

    36 kVA

    Nominale frequentie

    50 / 60 Hz 1)

    Maximale uitgangsstroom / fase

    53,7 A

    Initiële kortsluitingswisselstroom / fase IK

    53,7 A

    Vermogensfactor cos phi

    0 - 1 ind./cap.2)

    Netaansluiting

    3~ (N)PE 440 / 254 VAC
    3~ (N)PE 480 / 277 VAC

    Maximaal uitvoervermogen

    36 kW

    Nominaal vermogen

    36 kW

    Nominale meetuitgangsstroom / fase

    47,2 A / 43,3 A

    Totale harmonische vervorming

    < 3%

    AC-overspanningscategorie

    3

    Inschakelstroom 5)

    24,72 A piek /
    6,82 A rms in plaats van 1,99 ms 4)

    Max. uitgangslekstroom per tijdsduur

    42,2 A / 29,4 ms

    Algemene gegevens

    Vermogensverlies nachtbedrijf = stand-byverbruik

    16 W

    Europees rendement (440 / 655 / 870 VDC)

    97,47% / 97,72% / 97,85%

    Maximaal rendement

    98,13%

    Beschermingsklasse

    1

    EMV-emissieklasse

    B

    Vervuilingsgraad

    3

    Toegestane omgevingstemperatuur

    - 40 °C - +60 °C

    Toegestane opslagtemperatuur

    -40 °C - +70 °C

    Relatieve luchtvochtigheid

    0 - 100%

    Geluidsdrukniveau

    54,6 dB(A) (ref. 20 µPA)

    Beschermingsklasse

    IP66

    Afmetingen (hoogte x breedte x diepte)

    865 x 574 x 279 mm

    Gewicht

    43 kg

    Omvormertopologie

    Niet geïsoleerd, zonder transformator

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Veiligheidsvoorzieningen

    link-horizontalLink copied

    DC-scheidingsschakelaar

    Geïntegreerd

    Koelprincipe

    Geregelde geforceerde ventilatie

    Lekstroombeveiliging 9)

    Geïntegreerd

    RCMU-classificatie

    De softwareklasse van het (de) veiligheidsplatform(en) is gespecificeerd als een besturingsfunctie van klasse B (eenkanaals met periodieke zelftest) volgens IEC60730 bijlage H.

    DC-isolatiemeting 9)

    geïntegreerd 2)

    Gedrag bij overbelasting

    Werkpuntverschuiving
    Vermogensbegrenzing

    Actieve eilanddetectie

    Frequentieverschuivingsmethode

    AFCI

    Geïntegreerd

    AFPE (AFCI)-classificatie (volgens IEC63027) 9)

    F-I-AFPE-1-4/4-2
    Volledige afdekking
    Geïntegreerd
    AFPE
    1 bewaakte string per ingangspoort
    4/4 ingangspoorten per kanaal (AFPE1 voor MPP1 en MPP2: 4, AFPE2 voor MPP3 en MPP4: 4)
    2 bewaakte kanalen

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    WLAN

    link-horizontalLink copied

    Frequentiebereik

    2.412 - 2.462 MHz

    Gebruikte kanalen / vermogen

    Kanaal: 1-11 b,g,n HT20
    Kanaal: 3-9 HT40
    <18 dBm

    Modulatie

    802.11b: DSSS (1 Mbps DBPSK, 2 Mbps DQPSK, 5,5/11 Mbps CCK)
    802.11g: OFDM (6/9 Mbps BPSK, 12/18 Mbps QPSK, 24/36 Mbps 16-QAM, 48/54 Mbps 64-QAM)
    802.11n: OFDM (6,5 BPSK, QPSK, 16-QAM, 64-QAM)

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Overspanningsbeveiliging DC Verto 25.0 - 27.0 SPD type 1+2

    link-horizontalLink copied

    Algemene gegevens

    Continue bedrijfsstroom (Icpv)

    < 0,1 mA

    Nominale ontladingspiekstroom (In)
    - 15 x 8/20 µs Impuls

    20 kA

    Bliksempiekstroom (limp)
    Max. Geleidingsvermogen bij 10/350 µs

    5 kA

    Beschermingsniveau (Up)
    (stervormige montage)

    3,6 kV

    Kortsluitvastheid PV (Iscpv)

    15 kA

    Scheidingsvoorziening

    Thermische scheidingsvoorziening

    geïntegreerd

    Externe beveiliging

    geen

    Mechanische kenmerken

    Scheidingsweergave

    mechanische weergave (rood)

    Melding op afstand van onderbreking van verbinding

    Uitgang op wisselcontact

    Materiaal van behuizing

    Thermoplastic UL-94-V0

    Testnormen

    IEC 61643-31 / EN 61643-31

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Overspanningsbeveiliging DC Verto 25.0 - 27.0 SPD type 2

    link-horizontalLink copied

    Algemene gegevens

    Continue bedrijfsstroom (Icpv)

    < 0,1 mA

    Nominale ontladingspiekstroom (In)
    - 15 x 8/20 µs Impuls

    20 kA

    Beschermingsniveau (Up)
    (stervormige montage)

    3,6 kV

    Kortsluitvastheid PV (Iscpv)

    15 kA

    Scheidingsvoorziening

    Thermische scheidingsvoorziening

    geïntegreerd

    Externe beveiliging

    geen

    Mechanische kenmerken

    Scheidingsweergave

    mechanische weergave (rood)

    Melding op afstand van onderbreking van verbinding

    Uitgang op wisselcontact

    Materiaal van behuizing

    Thermoplastic UL-94-V0

    Testnormen

    IEC 61643-31 / EN 61643-31

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Overspanningsbeveiliging DC Verto 30.0 - 33.3 SPD type 1+2

    link-horizontalLink copied

    Algemene gegevens

    Nominale ontladingspiekstroom (In)
    - 15 x 8/20 µs Impuls

    20 kA

    Beschermingsniveau (Up)(stervormige montage)

    4 kV

    Kortsluitvastheid PV (Iscpv)

    9 kA

    Scheidingsvoorziening

    Thermische scheidingsvoorziening

    geïntegreerd

    Externe beveiliging

    geen

    Mechanische kenmerken

    Scheidingsweergave

    mechanische weergave (niet groen)

    Melding op afstand van onderbreking van verbinding

    Uitgang op wisselcontact

    Materiaal van behuizing

    Thermoplastic UL-94-V0

    Testnormen

    IEC 61643-31 / EN 61643-31

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Overspanningsbeveiliging DC Verto 30.0 - 33.3 SPD type 2

    link-horizontalLink copied

    Algemene gegevens

    Nominale ontladingspiekstroom (In)
    - 15 x 8/20 µs Impuls

    20 kA

    Bliksempiekstroom (limp)
    Max. Geleidingsvermogen bij 10/350 µs

    5 kA

    Beschermingsniveau (Up)(stervormige montage)

    4.000 kV

    Kortsluitvastheid PV (Iscpv)

    9 kA

    Scheidingsvoorziening

    Thermische scheidingsvoorziening

    geïntegreerd

    Externe beveiliging

    geen

    Mechanische kenmerken

    Scheidingsweergave

    mechanische weergave (niet groen)

    Melding op afstand van onderbreking van verbinding

    Uitgang op wisselcontact

    Materiaal van behuizing

    Thermoplastic UL-94-V0

    Testnormen

    IEC 61643-31 / EN 61643-31

    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Verklaring van de voetnoten

    link-horizontalLink copied
    1)
    De vermelde waarden zijn standaardwaarden; afhankelijk van de bestelling wordt de omvormer speciaal op het betreffende land afgestemd.
    2)
    Afhankelijk van landspecifieke setup of apparaatspecifieke instellingen
    (ind. = inductief; cap. = capacitief)
    3)
    De maximale stroom van een defect zonnepaneel naar alle andere zonnepanelen. Van de omvormer zelf naar de PV-zijde van de omvormer is het 0 ampère.
    4)
    Veiliggesteld door de elektrische constructie van de omvormer
    5)
    Piekstroom bij inschakelen van de omvormer
    6)
    De vermelde waarden zijn standaardwaarden; deze waarden moeten afhankelijk van de eisen en het PV-vermogen mogelijk worden aangepast.
    7)
    Vermelde waarde is een maximale waarde; als de maximale waarde wordt overschreden, kan dit de werking negatief beïnvloeden.
    8)
    ISC PV = ISC max ≥ I SC (STC) x 1,25 na bijv.: IEC 60364-7-712, NEC 2020, AS/NZS 5033:2021
    9)
    Softwareklasse B (eenkanaals met periodieke zelftest) volgens IEC60730-1 bijlage H.
    10)
    Max. vermogen dat parallel kan worden gebruikt voor uitvoervermogen (AC) en acculaadvermogen (DC).
    1. Annex
    2. Technische gegevens

    Geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar

    link-horizontalLink copied

    Algemene gegevens

    Productnaam

    Benedict LS32 E 7905

    Toegekende isolatiespanning

    1000 VDC

    Toegekende doorgangsweerstand

    8 kV

    Geschikt voor isolatie

    Ja, alleen DC

    Gebruikscategorie en/of PV-gebruikscategorie

    volgens IEC/EN 60947-3 gebruikscategorie DC-PV2

    Toegekende kortstondige weerstandsstroom (Icw)

    Toegekende kortstondige weerstandsstroom (Icw): 1000 A

    Toegekende kortsluitinginschakelvermogen (Icm)

    Toegekende kortsluitinginschakelvermogen (Icm): 1000 A

    Toegekende bedrijfsstroom en toegekend uitschakelvermogen

    Toegekende bedrijfsspanning (Ue)

    Toegekende bedrijfsstroom (Ie)

    I(make) / I(break)

    Toegekende bedrijfsstroom (Ie)

    I(make) / I(break)

    ≤ 500 VDC

    14 A

    56 A

    36 A

    144 A

    600 VDC

    8 A

    32 A

    30 A

    120 A

    700 VDC

    3 A

    12 A

    26 A

    88 A

    800 VDC

    3 A

    12 A

    17 A

    68 A

    900 VDC

    2 A

    8 A

    12 A

    48 A

    1000 VDC

    2 A

    8 A

    6 A

    24 A

    Aantal polen

    1

    1

    2

    2